SIMPLEX IABPII LIJ
„ARNHEM"
De Willem de Zwijgerherdenking
LEVENS
VERZEKERING
MAATSCHAPPIJ
HAARLEM'S DACBLAD
VRIJDAG 28 APRIL 1933
SIMPLEX RIJWIELEN Ioopen licht, zijn absoluut betrouwbaar. Prijzen vanaf f. 49.50
SIMPLEX MOTORRIJWIELEN VU PK. f. 199.50 SIMPLEX MOTORRIJWIELEN 3 PK. f.265.—
SIMPLEX DRIEWIELERS f.139— SIMPLEX DRIEWIELERS met motor f.325.—
(Adv. Ingez. S/led.)
Herdenkingstoespraak
van den Burgemeester.
Tusschen 3 en 4 uur vulde de Groote Markt
zich met een zeer groot aantal belangstel
lenden, die door de politie op een grooten
afstand van het Stadhuis gehouden werden,
daar er ruimte moest overblijven voor de
deelnemers aan het Vaandeldéfilé, die zich
op het „middenterrein" van de Markt op
stelden.
Te 4 uur betrad de burgemeester, de heer
C. Maarschalk, het bordes van het Stad
huis, o.m. in gezelschap van mevr. Maar
schalk en mevr. Röellbar.esse De Vos van
Steenwijk, echtgenoote van den Commis
saris der Koningin, de heeren W. Roodenburg
en W. van Liemt, wethouders; Mr. Th. A.
Wesstra, gemeentesecretaris; Mr. S. H. Ve-
ning Meinesz, griffier der Provinciale Staten;
Mr. A. Bruch, lid van Gedeputeerde Staten,
Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, lid der
Eerste Kamer, eenige raadsleden en leden
van het Willem De Zwijger Comité.
De burgemeester hield van het bordes van
het Stadhuis een toespraak tot de burgerij.
„Wanneer ik gehoor heb gegeven aan de
uitnoodiging van het Comité voor dc Willem
de Zwijger her denking om van deze plaats
tot u te spreken over den Vader des Vader
lands". zoo begon spr.. „dan heb ik dat bo
venal met genoegen gedaan, omdat ik ge
voeld heb, dat de plechtige herdenking
zijner geboorte, zooals die door het Comiré
op zoo lofwaardige wijze is voorbereid, slechts
aan waarde kon winnen, wanneer ook van
de zijde der gemeentelijke overheid daaraan
metterdaad werd deelgenomen.
Gaarne wil ik dan ook eenige oogen-
blikken tot u spreken over den man, die in
een leven vol zelfopoffering, vol teleurstel
ling tot het einde, zich gegeven heeft aan
den strijd tegen dwang en willekeur, een
strijd voor recht en wet, voor staatkundige
en godsdienstige vrijheid, den man, die als
grondlegger van onze nationale eenheid voor
ons land, ik mag wel zeggen: voor de mensch
heid, van de allergrootste beteekenis is ge
weest!"
Spr. schetste verder welke offers de Prins
voor de Nederlanden heeft gebracht in den
strijd tegen Spanje en voor de onafhanke
lijkheid.
„Niet in het Zuiden, maar in het Noorden,
in Holland en Zeeland komt de ommekeer.
Op den eersten April hebben de Geuzen Den
Briel genomen en terwijl Alva zijn troepen
in het Zuiden samentrekt, maken de steden
in het Noorden zich vrij. Daarheen begeeft
zich thans de Prins, verwachtend, naar hij
zelf zegt, er „zijn graf te zullen vinden".
De Staten, in Haarlem in het tegenwoordig
Stadhuis vergaderd, ontvangen hem met
vreugde en zeggen hem toe „met hem alles
te avonturen, datse ter wereld hadden".
Met Haarlem's beleg begint dan de wan
hopige worsteling der opgestane burgerijen
tegen de Spaansche overmacht. Oranje or
ganiseert het verzet en leidt den strijd, met
scherp inzicht en ongebroken moed, vier
jaren lang. Op den noodlottigen lid en De
cember 1572 sloeg de Spanjaard het beleg
voor onze benarde veste, het roemruchte be
leg. Oranje spande zich tot het uiterste in
om de dappere stad te ontzetten. Amster
dam is nog in Spaansche handen. Valt Haar
lem, dan is de verbinding tuschen het
Noordelijk en het Zuidelijk deel van Holland
verbroken.
Maar Haarlem moet zich overgeven.
Velen beginnen den moed te verliezen, de
Prins wanhoopt niet, overtuigd van de bij
stand van God, „den alleroppersten Poten-
taet der Potentaeten", verzekerd, „dat allen,
die vastelijk daarop betrouwen, door sijne
geweldige en machtige hand ten lesten noch
ontset zullen worden".
Het is in dezen tijd, dat de Prins tot het
Calvinisme overgaat, maar hij blijft af-
keerig van gewetensdwang; haat tegen an
dersdenkenden is hem vreemd. Toch hoezeer
hij in dit opzicht van de Calvinistische ijve-
raai's verschilt, zij zijn het, op wie hij in de
eerste plaats bouwen kan; zij vormen de kern
van den opstand'; vertrouwen op God en on
wrikbaar geloof in de rechtvaardigheid hun
ner zaak heeft hij met hen gemeen.
Inmiddels gaat de heldenstrvid 'n zijn wis
selenden loop onder Oranjes bezielende
leiding voort.
De belangen van het Noorden hebben hem
ook in den moeilijken tijd, nooit zóózeer 'n
beslag genomen, dat hij de voeling met het
Zuiden verloor. Steeds heeft hij vastgehou
den aan zijn ideaal: alle Nederlanden vev-
eenigd in één staatsverband, waarin de
rechten van het volk gewaarborgd zijn en
Protestant en Katholiek elkander weder-
keerig verdragen.
In geen periode van zijn veelbewogen leven
dwingt Oranje grooter bewondering af dan
in den tijd toen Parma de eene stad na de
andere innam en alles wat zoo moeizaam was
opgebouwd, dreigde ineen te storten.
Geen teleurstelling, geen tegenslag kan
zijn geestkracht breken. Onbevreesd strijdt
hij voort, ook als de ban hem treft „ge
trouw tot in den dood".
Na hulde gebracht te hebben aan de na
gedachtenis van Charlotte dc Bourbon, die
zon bracht in 's Prinsens leven en hem
steunde, waar zij kon, ging spr. voort: „Na
haar vroegtijdigen dood is het Louise de Co-
ligny, die haar plaats heeft ingenomen, een
te korte verbintenis dan dat ze veel per
soonlijke sporen heeft achtergelaten. Maar
het is aan deze Fransche Vrouwe, dat Hol
land den grooten prins dankt, die het heeft
gebracht aan het einde van zijn leed en
van haar is het dat in rechte lijn Koningin
Wilhelmina afstamt".
Weldra nam de Prins zijn jonge vrouw mee
naar Delft, waar zij den 28en Februari 1584
het leven schonk aan een zoon, die de namer.
kreeg van Frcderik, koniffg van Denemarker,
en Hendrik, koning van Navarre.
Vijf maanden later treft de kogel van
Bathasar Gerards zijn edel doel, wordt dc
vader lafhartig vermoord.
Met eerbied gedenken wij den edelen
mcnsch, den grooten strijder voor verdraag
zaamheid en volksvrijheid, den grondvester
van den Nederlandse hen staat, den Vader
des Vaderlands".
Er waren luidsprekers op de Groote
Markt, op verschillende plaatsen aangebracht
met het <3oel, de rede van den burgemeester
op de geheele Markt duidelijk verstaanbaar
te maken. Dit doel is niet. bereikt, 't. Zij door
een technische fout. "t zij door andere rede
nen. was de toespraak van den burgemeester
op de geheele Groote Markt zeer slecht te
yerstaan.
Zanguitvoering.
Vóórdat de burgemeester zijn rede uit
sprak, gaven „De Spaerne-Sanghers" op de
Groote Markt een korte zanguitvoering, on
der leiding van Lieven Duvosel. Uitgevoerd
werden: Wilhelmus van Nassauwe, „Wilt
heden nu treden" en „Merck toch hoe sterk".
Vaandeldefilé.
Na de toespraak van den heer Maarschalk
defileerden tal van Haarlemsche vereenigin-
gen met hun vaandels en banieren voor de
autoriteiten op het bordes van het Stadhuis
hetgeen 'n boeiende aanblik opleverde. Hierna
trok de stoet langs een korten omweg naai
den Stads Doelen, waar hij ontbonden werd.
DES AVONDS.
In het Concertgebouw.
Des avonds had nog een waardige en stem
mingsvolle herdenking plaats in de groote
Gem. Concertzaal. Te betreuren was het, dat
deze bijeenkomst niet beter bezocht was.
Aanwezig waren o.m. de burgemeester, de
heer C. Maarschalk en mevfouw; de wet
houders de heeren W. Roodenburg en W.
van Liemt en verschillende leden- van het
Willem de Zwijger Comité. Zooals gemeld
traden als sprekers op: Prof. Dr. A. A. var»
Schelven en Prof. W. Nolet.
Nadat de heer Roodenburg, voorzitter van
het Haarlemsch Willem de Zwijger Comité
de bijeenkomst had geopend, er aan herin
nerde. dat de Nederlanders als vrije, onaf
hankelijke burgers dezen dag konden vieren,
hetgeen te danken is aan Prins Willem van
Oranje en hulde brengend aan de nagedach
tenis van Kenau Hasselaar en Ripperda, zon
gen de aanwezigen staande het Wilhelmus,
waarna de organist, de heer Jac. Zwaan, op
het orgel een fantasie op het Wilhelmus deed
hooren.
Rede Prof. Dr. A. A. van Schelven
Hierna was het woord aan den eersten
spreker.
Prof. Dr. A. A. van Schelven vroeg aan
dacht voor de beheerschende factoren in
's Prinsen optreden Hij wees erop dat het
geen Oranje wilde in drie opzichten juist
tegenovergesteld is geweest aan wat uit zijn
werk is voortgekomen.
Was het Nederland, dat hij van Spanje
bevrijdde, een republiek: hij heeft nooit een
republiek gewild. Toen hij tijdens de regee-
ring van Karei V zijn rol begon te spelen
vond hij een zgn. landheerlijlc "bewind, dat
veel meer een monarchie dan een republiek
was. En dezen Staatsvorm heeft hij toen tot
zijn dood toe in stand pogen te houden. Ook
zijn afzwering van Philips II is geen verande
ring van staatsinrichting geweest, uitsluitend
de overdracht van het bewind aan een ande
ren vorst.
Hetzelfde: „hij heeft het niet gewild" geldt
in zake den omvang van den Nederlandschen
Staat. Het zeven-tal der door hem bevrijde
gewesten is er gekomen in lijnrechten strijd
met zijn ideaal. Had het aan hem gelegen,
wij waren de Zeventien Nederlanden ge
weest: het tegenwoordige Nederland plus Bel
gië plus een deel van Noord-Frankrijk..
En dan-nog eens: tegen zijn zin is Neder
land geweest wat het was, ten aanzien van
de bevoorrechting, die de Gereformeerde
kerk er tot 1795 genoten heeft. Al is hij zelf
Gereformeerd geweest, de Staat moest z.i.
gelijk recht geven aan elke kerkgemeenschap.
Want zijn derde ideaal was: een tolerante
staat.
Wat hij verkregen heeft is dus alleen 's
Lands onafhankelijkheid geweest. Maar ook
zoo verwierf hij een groot goed, betoogde de
spreker tenslotte, waard om in stand ge
houden te worden.
Rede Prof. W. Nolet
Tweede spreker was Prof. Nolet.
Spr. betoogde, dat de hulde aan Willem
van Oranje een demonstratie is van de een
heid van het Nederlandsche volk, een een
heid, die niet bestaat in eenvormigheid, die
integendeel zeer diepe verschillen vertoont.
Toch vormt het Nederlandsche volk een
natie, waar iedere groep volgens eigen in
zicht werkt aan het algemeen belang. In de
bewustwording van de Nederlandsche natie
speelt Willem van Oranje een groote rol.
Daarom kan de heele natie hem eeren. en is
de naam van Oranje symbolisch geworden
voor de Nederlandsche eenheid. In het
voorspel van den 80-jarigen oorlog lieeft
Oranje blijk gegeven, dat hij de ziel van het
Nederlandsche volk begreep. In alle groote
kwesties, die zich voordoen, de verwijdering
van de Spaansche troepen, het verzet tegen
Granvelle, de invoering van de Decreten van
het Concilie van Trente, de oprichting van
de nieuwe Bisdommen, geeft Oranje uiting
aan wat er in het Nederlandsche volk om
gaat.
In het bijzonder stond spreker stil bij de
Inquisitie. Spreker maakte onderscheid tus
schen Inquisitie en Plakkaten, zooals dat in
de dagen van Oranje ook gebeurde. De Inqui
sitie is eenvoudig het onderzoek naar
iemands rechtgeloovigheid, zooals dat onder
zoek vandaag nog in ieder geordend Kerk
genootschap bestaat. De moeilijkheid begint
pas, wanneer de aan onrechtzinnigheid
schuldig bevondene wordt uitgeleverd aan
den wereldlijken rechter. Dat was ook in de
Middeleeuwen in de Nederlanden gebeurd,
zonder dat wij van verzet iets merken. Maai
de Plakkaten van Karei V maakten, dat niet
alleen de uitlevering aan den wereldlijken
rechter meer voorkwam, doch ook werden
straffen bepaald tegen iederen vorm van
begunstiging van ketterij. Tegen deze bepa
lingen is het Nederlandsche volk, toen er
van Protestanten nog nauwelijks sprake was
opgekomen, reeds zeer sterk onder Karei V
en onstuimig onder Philips n. Dergelijke
straffe maatregelen mogen misschien in
Spanje te dulden geweest zijn, het verdraag
zame Nederlandsche volk komt er tegen in
verzet. Ook van dat verzet is Oranje de lei
der. Bekend is zijn optreden in den Staats
raad, waar hij eischte. dat Egmond in Ma
drid ook over de Plakkaten zou spreken.
Bij het gewapend verzet tegen Alva is
Oranje de erkende leider. Granvelle zag dat
zeer goed in, toen hij te kennen gaf dat Alva
met Egmond en Hoorne gevangen te nemen,
niets bereikt had, omdat Oranje nog op vrije
voeten was. Zijn groote doel is de opstand
tegen Spanje. De vereeniging van de 17 Pro
vinciën in één verband heeft Oranje niet
kunnen bereiken. Omstandigheden, sterker
dan zijn genie, hebben dat belet, maar hij
heeft bij de gedwongen inperking van zijn
bedoeling toch de groote gedachte van de
nationale eenheid niet uit het oog verloren.
Deze redevoeringen werden afgewisseld
door zang van mevr. Anna Stroink, die met
mooie altstem verschillende liederen zong uit
den „Nederlandschen Gedenck-clanck" van
Adrianus Valerius, begeleid door den heer
Zwaan, die zelf nog een vrije fantasie on
Oud-Hollandsche liederen op het orgel ten
beste gaf.
Met het gezamenlijk zingen van het Wil
helmus wer dde goed geslaagde avond beslo
ten.
Het bestuur van het Mannenkoor „Die
Spaerne-Sanghers" deelt ons mede dat het
tijdstip waarop het koor Donderdag op de
Groote Markt zou zingen, op het laatste
oogenblik is vervroegd. Hoewel het Willem de
Zwijger-Comité nog gezorgd had, dat alle
leden 's morgens een bericht hierover ont
vingen, was het toch voor veel leden niet
meer mogelijk zich reeds om kwart voor vier
op de Groote Markt te bevinden.
In den Stadsschouwburg.
In den Stadsschouwburg werd een bijeen
komst van denzelfden aard gehouden. Ook
hier was de belangstelling niet groot. De
hoogleeraren Van Schelven en Nolet traden
ook hier als sprekers op; verder was er muzi
kale medewerking van het Dubbel Mannen-
kwartet, onder leiding van Nico Hoogerwerf
en het versterkt schouwburg-orkest.Eenige le-
den van het Willem de Zwijger comité woon
den den avond bij.
De verlichte toren.
Zooals gebruikelijk op officieele feestda
gen was de toren van de Groote Kerk weer
door lichtwerpers verlicht.
Zuid-Nederland- Deze moorddadige voorne
mens wekten bij den Zwijger het gevoelen op
het op te nemen voor de onderdrukte geloo-
vigen. De vrijheid van godsdienst en geweten,
aldus spreker, stelde de prins bij zijn strijd
tegen de Spaansche overheersching steeds
voorop. Ofschoon de tachtigjarige oorlog
spoedig een politieke strijd werd, vormde de
kwestie der religie er toch de kern van. In
zijn vrijheidskamp bleven den prins de moei
lijkheden niet bespaard. In het binnenland
ontbrak de eenheid en alle pogingen om zich
hulp uit het buitenland te verzekeren, mis
lukten ten eenenmale, terwijl de prins bo
vendien nog blootstond aan allerlei ver
dachtmakingen en beleedigingen, van Spaan
sche, zoowel als van Hollandsche zijde. Hij
heeft echter moedig volgehouden, omdat hij
zich, ofschoon tegenslag op tegenslag hem
trof, gestuwd wist door een hoogere macht
Ds. Meijnhout trok een vergelijking tusschen
den vrijheidskamp van Willem van Oranje
en de muiterij op de „Zeven Provinciën".
Hierbij zétte spr. "duidelijk uiteen, dat men
de houding van den prins in het geheel niet
onwettig kan noemen, daar hij opkwam voor
de rechten en privileges van het volk en op
stand tegen den -wettigen vorst nooit zijn
oogmerk is geweest. De afzwering van Phi
lips II geschiedde eveneens op wettige wijze,
n.l. bij besluit van de Staten. Het was in dit
geval zelfs de roeping van de lagere regee
ring deze houding tegen Spanje aan te
nemen.
Ds. K. G. van Smeden, die als laatste
spreker optrad, behandelde het levenseinde
van den prins. Hij zeide, dat het leven van
den prins één strijd is geweest, tot het bit
tere einde. Juist door die tegenspoeden is de
levensloop van Willem van Oranje voor ons
van zoo groote waarde. Voor den moord op
den Vader des Vaderlands is Philips H aan
sprakelijk omdat hij den prins vogelvrij ver
klaarde en een groote prijs en verheffing in
den adelstand voor dien daad in het uit
zicht stelde. Uit de laatste woorden van den
Zwijger „Mijn God, mijn God, heb medelijden
met mijn ziel en dit arme volk" trok spreker
de conclusie, dat de groote vrijheidsheld een
hecht verbond met zijn God had gesloten.
Na gemeenschappelijke zang werd de sa
menkomst op de gebruikelijke wijze gesloten-
Vermeld zij. voorts, dat een dameskoor
eenige vaderlandsche liederen ten gehoore
heeft gebracht.
beschermt Uw gezin in moeilijke jaren.
Dir. Bijkantoor W. J. WIERSMA, Schotersingel 129
(Adv. Ingez. Med.)
VOETBAL.
Het Orgelconcert in de
Croote Kerk.
Een nationale gedenkdag zonder orgel
concert heb ik, voorzoover ik mij herinner,
nog niet meegemaakt, en zoo was in het
programma voor de Willem de Zwijger-her
denking ook ditmaal een plaats ingeruimd
voor een kerkconcert. De concertgevers had
den zich in de samenstelling van het muziek
programma groote zelfbeperking opgelegd.en
gerekend op een concert, dat anderhalf uur
zou duren. De belangstellenden evenwel,
waarvan sommigen allicht het gemis van de
heerlijke lentezon (al was 't niet voor langen
tijd) mochten betreuren, hebben zich niet
eens een vol uur behoeven te spenen van 't
genot om een zonnigen voorjaarsdag buiten
te zijn. En laat ons *t dadelijk zeggen: zij
hebben geen kwaden ruil gedaan. Want
naast het orgelspel van George Robert heb
ben zij den zonnestralenden zang mogen ge
nieten van Jo Vincent, naast Jac. van Kem
pen, die in de groote kerkruimte de volle
glorie vierde van zijn onverwoestbaar zang
geluid en de voldoening schonk zijner eer
lijke overtuiging. Van Kempen zong Valerius
liederen (waaronder het minder bekende „Al
u boos aenslaghen") en een spon
taan lied van Alex Heyblom, Jo Vincent
eveneens zangen van Valerius en een lied
van Kees Andriessen. Beide kunstenaars
hebben ons door de volle beheersching
hunner zangkunst volledige voldoening ge
schonken en niet het minst in een duet van
Handel, uit een oratorium dat één jaar vóór
de Messias, juist zooals dit laatste werk, in
ongelooflijk korten tijd werd geschreven. De
aria uit dit oratorium (L'allegro, il pensieroso
ed il moderato) werd, zooals vreemd genoeg
in dit land de gewoonte is :gezongen in de
Duitsche taal. Naast de Valerius-zangen en.
de andere Nederlandsche liederen gaf dit, op
zijn zachtst gezegd, te denken. Want het werk
van Samuel Scheidt is ook eigenlijk een Ne
derlandsche compositie. Onze „Amsterdam-
sche Orfeus" Jan Pietersz. Sweelinck schreef
dit variatiewerk voor klavier, zijn beroemde
leerling Scheidt bewerkte het voor orgel.
Onze ditmaal gerechtvaardigde nationale
trots veroorlooft een kleine uitweiding. Swee
linck heeft voor de muziek een zóó groote
beteekenis, dat ik niet beter kon doen dan
van een der grootste muziekgeleerden uit den
laatsten tijd, Robert Eitner, aan te halen
zijn meening over Sweelinck, van wien hij
zegt, dat „een Bach, een Handel niet had
den kunnen ontstaan, wanneer aan hen niet
een Sweelinck met zijn talrijke leerlingen,
die juist in Duitschland hun zetel hadden,
ware voorafgegaan".
Hier moge in chronologische orde volgen dë
interessante weg van Sweelinck tot Bach:
Adr. Willaert (de Bruggenaar) was de leer
meester van de twee Italianen, Zarlino en
Gabrieli, wiens lessen Sweelinck volgde te
Venetië (bij 's Prinsen dood toefde Sweelinck
als 22-jarig jongeling in Italië). Sweelinck
was o.m. de leermeester van Scheidemann,
deze was ;t van I. A. Reincken, en deze weer
van Bach.
Nu is 't ook niet vreemd meer, hoe juist
in Hamburg (de standplaats van Reincken)
de Hollandsche vertaling wordt bewaard van
een beroemd theoretisch werk van Zarlino.
Zij is van Sweelinck's hand. Terloops her
inner ik nog aan zijn veelvoudige bezoeken'
aan den „Muider Kring", waar ook de Haar
lemmer Dr. Joan Albrecht Ban een gaarne
geziene gast was. Waartoe een zoo simpel
programmanummer ons niet al kan verlei
den, een stuk, dat intusschen met veel smaak
en knappe techniek werd gespeeld door den
stadsorganist. Slechts had ik in een der
variaties de kwintenmixtuur liever wat ge
dekt gezien, je kreeg zoo de gewaarwording
alsof er een muzikale, moderorist aan 't
woord was.
De volgzaamheid der begeleidingen liet even
min als de keuze der registreering te wen-
schen over, en dit mag mede gelden als
reden dat de magistrale zang van Jo Vincent
en de kloeke mamnenzang van (fac. van
Kempen ons zoo buitengemeen hebben be
koord.
G. J. KALT.
NEDERLAND—BELGIë
HET NEDERLANDSCH ELFTAL
Het Nederlandsch elftal, dat op Zondag
7 Mei a.s. in het Olympisch Stadion te Am
sterdam tegen België uitkomt, is als volgt
samengesteld
Doel: Van der Meulen (H. F. C.) aan
voerder.
Ac hter: Weber (A. D. O.) en van Run
(P. S. V.)
Midden: Pellicaan (LONGA) Anderies-
sen (Ajax) en van Heel (Feyenoord).
Vóór: Wels (Unitas), Adam (H. V- V.) Van
der Broek (P. S. V.) Duinhouwer (Feyenoord)
en van Nellen (D. H. C.)
Reserves: Van Male (Feyenoord), Diepen
beek (Ajax), Breitner (A. D. O.) Bonsema
(Velocitas) en Van Reenen (Ajax).
NEDERLAND B—BELGIë B.
HET NEDERLANDSCH B-ELFTAL
Het Nederlandsch B-elftal, dat op Zondag
7 Mei a-s. te Hasselt (België) tegen België B
uitkomt, zal in de volgende opstelling ver
schijnen:
Doel: De Korver (D. F. C.)
Achter: Pettinga (Hermes-D. V. S.) en
Lelieveld (V. U. C.)
Midden Jaap Pauwe (Feyenoord) Prins
(Stormvogels) en Strijbosch (Ajax)
Vóór: Nagels (Enschede). Vente (Neptu-
nus). Looyschilder (S. C. H-) Schoemaker
(Quick Haag), Mulders (Ajax).
Reserves: Veenendaal (Naaldwijk), van
der Hoven (LONGA) van Maren (A. D. O.)
van Vliet, (H. B. S.) en De Bock (Bloemen-
daal).
VRIENDENSCHAAR—E. D. O.
Zondag gaat E. D. O. naar Culemborg voor
het spelen van een vriendschappelijken wed
strijd. Het E. D. O.-elftal is als volgt:
Van Roon,
Zandstra, v. d. Kuyl,
Jansen. Dinkla, Oom en,
Perukel Sr., Goemaat, v. Geemen, Perukel Jr.
H. Koene.
WATERSPORT.
KANO-VEREENIGING TREKVOGELS.
Bovengenoemde Vereeniging hield Donder
dagavond, haar jaarlijksche bijeenkomst, tot
het bespreken en vaststellen van het pro
gramma. Voor Mei werd besloten;
7 Mei: Openingstociït 's morgens door
Haarlem. Vertrek 10 uur clubhuis van de Jan
Gijzenvaart, 's Middags vertrek drie uur,
demonstratietocht. behoudens goedkeuring.
Na afloop gezellige bijeenkomst.
14 Mei wordt deelgenomen aan een 30
Kilometer tocht, uitgeschreven door de Am-
sterdamsche Kanovereeniging De IJster.
25 Mei: Clubtocht in de Omstreken van Haar
lem.
Samenkomst ïn de Raakskerk.
De Centrale Commissie der Christelijk
Gereformeerde Vereeniging te Haarlem had
Donderdagavond in het kerkgebouw aan de
Raaks een bijeenkomst belegd ter herden
king van den geboortedag van prins Willem
van Oranje. De kerk was geheel bezet.
Ds. W. B ij 1 e v e 1 d, de eerste spreker, be
handelde de jeugd van den Zwijger- In een
korte inleiding vergeleek hij den prins met
Mozes, die het volk Israëls uit Egypte en den
woestijn leidde en voerde tot het beloofde
land. Evenmin als Mozes was het Willem
van Oranje gegeven zijn ideaal: de be
vrijding van het- Spaansche juk te mogen
beleven. Over de jeugd van den Vader des
Vaderlands sprekende, verhaalde ds. Bijle-
veld, hoe de prins stamde van godvruchtige
ouders: Willem den Ouden en Juliana van
Stolberg. Willem, de Oude was een overtuigd
aanhanger van Luther; hij wees zelfs eens de
orde van het Gulden Vlies van de hand, om
dat hij begreep, dat hij zich anders aan het
Roomsche geloof zou hebben verbonden. Tot
zijn elfden jaar bleef de jonge prins op de
Dillenburg, waar zijn moeder hem een voor
treffelijke opvoeding gaf, die gebaseerd was
op haar lijfspreuk „Eeuwige dingen gaan bo
ven de tijdelijke". Tijdens zijn verblijf aan
het hof van Karei den Vijfden te Brussel leg
de de prins weinig interesse voor het gods
dienstige leven aan den dag. Pas op zijn
36sten jaar kwam de invloed van zijn reli
gieuze moeder weer boven en treedt hij als
de groote strijder voor geloofsvrijheid op den
voorgrond.
Ds. W.Meynhout, die daarna het woord
voerde, begon zijn rede met de beschrijving
van een jachtpartij in Frankrijk, waarop
prins Willem door koning Hendrik II op de
hoogte gesteld werd van een geheim plan tot
verdelging van de ketters in Noord- en
JAARVERGADERING „KENNEMERLAND"
Bovengenoemde voetbalclub houdt heden
avond haar jaarlij ksche algemeene vergade
ring in Restaurant „Bolwerk".
H. F. C. „KENNEMERLAND"
Onderlinge wedstrijden.
„Kennemerland" houdt a.s. Zaterdag
haar Jaarlijksche Onderlinge wedstrijden
voor leden op haar terreinen aan den Ver-
gierdeweg te Haarlem Noord.
Te twee uur wordt begonnen met den per
soonlijken driekamp om den „Helmig"-be-
ker, houder 1932 Oene Bijker. Deze driekamp
bestaat uit:
100 Meter dribbelen met den bal met tien
hindernissen; goalschieten; vèrtrappen.
Hierna vinden onder leiding van de heeren
R. C. H. Honijk en C. J. Roodt voetbalwed
strijden plaats tusschen de volgende ploegen:
Oranje Wit
The Heimig Rovers—TheSchoonlioven Villa
The Janssen—Runners—The Kroon Racers
The Schoonhoven Villa-The Kroon Racers
The Janssen RunnersThe Heimig Rovers
The Kroon Racers—The Heimig Rovers
The Schoonhoven VillaThe Janssen
Runners-
PROMOTIE- COMPETITIE.
A.F.C. 2—R.C.H. 2.
R.C.H. 2 verschijnt als volgt:
Schuurman,
Fr. v. Thiel, Kaestner,
Hessels, v. d. Berg, C. v. Eek,
v. d. Werve. Kok, W. Kedde, de Geus, Meyer.
Het vaandeldejilé op de Groote Markt