I AMSTERDAMSCHE WEEK OP SCHIPHOL 13 T/M 21 MEI STRIJD TUSSCHEN HAARLEM EN AMSTERDAM. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAC 16 MEI 1933 Voor den Politierechter. Een vriendelijk bezoeker. Tot de plagen van onze goede stad en omstreken behoort ongetwijfeld het gilde der leurders, 't Is best- mogelijk, dat andere steden die plaag ook kennen, maar ik be twijfel of - ze daar zoo erg is als hier, en speciaal in de buitenwijken. Je bent nog niet goed wakker en maakt je op om met een melkkan naar voren te gaan, als er gebeld wordt nog vóór den melkboer is er een met narcissen, tulpen of eenig ander pro duct van dit bollenland. Nauwlijks heb je hem afgescheept, want als je pas op bent en 't is koud in huis in deze heerlijke Mei maand, ben je niet- gehumeurd om bloemen te koopen, nauwelijks zeg ik, is hij met zijn narcissen vertrokken of er komt er een met primula's en je humeur verbetert niet. Nu zijn die bloemenkooplui. 't zij tot hun eer gezegd, behoorlijke menschen en ik vind 't prijzenswaardig, dat ze probeeren met een handeltje aan den kost te komen; dit gevoegd bij de omstandigheid, dat bloemen het huis opvroolijken en de bloemen in je eigen tuin veelal mislukkelingen zijn, maakt, dat je een van de talloozen, die in den loop van den dag komen, begunstigt Bleef het bij de bloemenventers, ik zou er niets van zeggen, al moet ik vele malen mijn schrijfwerk onderbreken om de deur open te doen. Zij voorzien feitelijk in een behoefte zooals bakker, melkboer, en andere geregelde bezoekers. Maar er is een categorie, die heelemaal niet in je behoefte komt voorzien en die zich daarvan ook geen illusie maakt, want hun vorraad is van zoo geringen om vang en ziet er zoo onaantrekkelijk uit, dat je wel ziet, dat het dien kooplieden met hun handel geen ernst is; ze hebben alleen een ernstig verlangen oom een paar centen te krijgen. Nu heb je als bewoner geen ernstig ver langen om die centen te geven en dat schij nen die heeren erg onredelijk van je te vinden, vandaar dat ze je weigering dikwijls beantwoorden met ontboezemingen over ka pitalisme, met een onvriendelijk gemopper, ja wel eens met directe actie en als er dan geen agent in de buurt is, heeft dat alles tegenover vreesachtige of alleenwonende dames nog wel eens het voor hen gewenschte succes. De Gretchens, die haar vaderland verla ten hebben om ons in het huishouden be hulpzaam te zijn, schijnen niet tot de vrees- achtigen te behooren, want toen er in Aer- denhout zoo'n meneer zonder vaste woon plaats aanbelde, gaf zij hem te kennen, dat het volstrekt niet in haar bedoeling lag om hem'vijf centen te geven, waarop hij meende recht te hebben. De bezoeker bracht dit in verband met haar landaard en meende zijn anti-Duitsche gevoelens niet beter te kun nen uitdrukken dan door haar toe te voegen: „rotmof!" Dat „nam" Gretchen niet! Zij zocht een agent op, wees dezen den koopman aan en dc -sgctttTnam den orrvriendclljken'bezoeker mee "naar het bureau, waar Gretchen ook verscheen en zóó groot was 's mans veront waardiging, dat hij het woord herhaalde er bijvoegende: „ik zal je slachten!" Dat Gretchen als getuige kon verschijnen bewijst, dat de slacht niet is doorgegaan. De man van de veters was er niet, pro beert misschien elders Duitsche meisjes te slachten, maar vandaag of morgen zal er in het Politieblad staan, dat hij f 15 boete moet betalen en als hij dat niet zal doen, zal hij 15 dagen gaan zitten. Het verpande horloge. Er was een heertje, dat volgens zijn zeg gen kunstkooper was geweest en antiquair, maar omdat de klad in dien handel is ge komen probeerde hij horloges te verkoopen en automobielen, wat getuigt van een veel zijdig handelstalent. Dat talent had hem al een paar maal gevangenisstraf bezorgd en nu ging het er om, of hij weer wat zou krij gen. Hij had van een Amsterdamsch koopman een horloge in consignatie ontvangen, be werende er een te kunnen verkoopen, maai den volgenden dag bracht hij het terug, zeg gende, dat het te dun was, waarop hij een steviger meekreeg, onder voorwaarde dat hij binnen een dag f 32.50 moest brengen of het horloge. Uit de besprekingen ter terechtzitting bleek niet veel van onderhandelingen ov-er een horloge, zoodat het den schijn heeft, dat de klant alleen in de verbeelding bestaan heeft. Hoe dan ook, de ex-antiquair belandde in Haarlem in een hotel, waar hij een nacht logeerde en zijn logies betaalde. Den volgen den avond kwam hij er weer, maar zei, dat hij geen geld had om het logies voor den tweeden nacht te betalen, doch hij zou dit daags daarop wel doen. De hotelhouder wilde hem wel herbergen en nu zei de gast dat hij een gouden horloge het- bewuste in on derpand wilde geven, waarv-oor de hotel houder niet veel voelde, maar de ander drong er op aan, dat hij het toch voor zekerheid zou nemen. De hotelhouder wilde niet in narigheid komen en belde de Smedestraat op om te vragen of hij kwaad kon met dat horloge. Aan de Smedestraat zeiden zc. dat hij het kon nemen, maar de politie, nieuwsgierig als ze is wilde weten, wie die man van dat hor loge was en zoodoende kwam ze eens kijken en vragen en ja. toen kwam het uit, dat he1' horloge eigenlijk niet van den ex-antiquair was. Er werd proces-verbaal opgemaakt! De man van het horloge wierp de be schuldiging van verduistering verre van zich hij had het horloge niet verpand, alleen in bewaring gegeven om te laten zien, dat. hij een eerlijk man was; den volgenden dag zou hij naar zijn schoonzuster zijn gegaan om een rijksdaalder te leenen en hiermee het logies betalen. De officier van Justitie was van meening, dat er verduistering was gepleegd en vorder de een maand; de rechter begon zoodanig het geval te bespreken, dat een vrijspraak meer dan waarschijnlijk gevolgd zou zijn als de verdachte den rechter kalm had laten uitspreken, maar hij onderbrak den gedach- tengang van den rechter door te vertellen dat hij geen logies gekregen zou hebben, als hij het horloge niet had aangeboden en dat was voor den rechter blijkbaar aanleiding om te beslissen, dat er verd u'ste ring wac geo'eegd, zoodat de maand gegeven werd. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Al te veel praatjes voor de rechtbank deugt ook al niet. JONGE LIBERALEN. MR. F. HOLLANDER OVER HUN PROGRAM. Maandagavond hield de vereeniging van Jonge Liberalen een bijeenkomst in café Brinkmann, Groote Markt, waar als spreker was uitgenoodigd mr. F. Hollander, die de nieuwe strooming in het Liberalisme besprak. Mr. Dr. F. Hollander behandelde het gis termorgen gepubliceerde program der Jonge Liberalen. Het a.llesbeheerschende punt. voor spr. is de crisis en wat daarmee samenhangt, d.z. werkloosheid en handelsbelemmeringen. Het eerste punt neemt een groote plaats in, al is de werkloosheid de laatste maanden eenigszins teruggeloopen, een gewoon ver schijnsel trouwens in het voorjaar. Ze mag echter niet onderschat worden, waarvoor spr. cijfers aanhaalde. Getracht moet worden de jeugdige werkloozen duidelijk te maken niet tot baldadigheden te vervallen, die la ter in andere dingen overgaan, waarbij zij tot de revolutionnaire partijen kunnen verval len. In het programma ziet spr. de bijzondere zorg voor de jeugdige werkloozen als het belangrijkste punt, omdat van hen de toe komst vam het volk afhangt. Voor de ouderen is er versnelde uitvoering van groote werken, mits economisch verantwoord en de 40-urige arbeidsweek in de daarvoor ge schikte bedrijven. Dit punt kan volgens spr. bestrijding uitlokken ook in liberale kringen. Spr. acht het dringend noodig, dat dit door gevoerd wordt. Indien het mogelijk is meer arbeiders te doen werken voor hetzelfde geld, dan moet dat geschieden. Het gevolg zal zijn. dat de werkloosheid althans eenigermate vermindert. De vereischten hiervoor zijn in de eerste plaats evenredige loonsvermindering. Dit kan bijv. door een ploegenstelsel. In Delft is een fabriek waar een aantal ar beiders 32 uur per week werkt, zoodat meer arbeiders kunnen arbeiden. In de eerste ja ren kan deze 40-urige werkweek niet worden ingevoerd, dat zou pas na goed overleg kun nen, niet bij de wet. Even stipte spr. de internationale ontwape ning aan en de concentratie van alle vrijzin nigen in den lande. Wat den vrijhandel betreft, het programma punt luidt; vrijhandel, óók nu. Autarkie is desastreus, zei spr. Dit beteekent niet, dat men alles aan zijn lot moet overlaten, van daar dat het punt verder noemt dire eten overheidssteun aan overigens levensvatbare bedrijven zonder schade van het algemeen. Dit is protectie, maar in anderen zin :dan die der protectionisten. Een tol-unie tusschen Nederland en Ned.- Indië moet worden afgewezen. De Jonge Liberalen willen een krachtige regeering die de machtsmiddelen aan kan wenden wanneer dat noodig is: Een krachtig parlement, dat zich uitsluitend door het algemeen belang laat leiden, moet daartegen over staan, een parlement dat niet bang is door den kiezer, en niet- beroofd wordt van de rechten van initiatief en amendement. Want» zonder dat-wordtüiet. pad.geeffend-uoor_ dictatuur. Men wil ook regeling bij de wet van des kundige commissies met adviseerende be voegdheid over bepaalde onderwerpen. Het verbieden van de communistische Par tij is verkeerd. Wel moet er het oog op wor den gehouden. Spr. waarschuwde voor revolutionnaire en fascistische elementen in de gezagsorganen. Met een opwekking om het hoofdbestuur te steunen sloot spr. de vergadering, die onder leiding stond van den heer K. F. H. Maas. Na de rede was er gelegenheid tot het stellen van vragen. Gewone entreeprijs f 0.15 of f 0.30 Tentoonstelling Fotowedstrijd Kunstvliegen 16.uur Avondrondvluchten 21.30 uur (Adv. Iiigez. Med.) DS. L. D. POOT. Ds. L. D. Poot, vroeger predikant te Haar lem, die beroepe.n is bij de Ned. Hervormde Gemeente te 's-Graveihage, heeft afscheid van Amsterdam genomen en is Zondag in Den Haag in de Groote Kerk bevestigd door ds. E. J. W. Posthumus Meyes. Deze herin nerde er aan dat ds. Poot zijn oudste leer ling is en 30 jaar geleden als jongen van 12 jaar bij hem op de catechisatiebanken zat en hoe hij in 1916 in Noordwijkerhout als eerste gemeente ds. Poot bevestigen mocht. Woensdagavond is de intrede van ds. Poot. PERSONALIA. Ds. K. G. van Smeden, predikant bij de Ohr. Gereformeerde Kerk te Haarlem-Noord komt voor op een tweetal te Arnhem. NIEUW LAAGTERECORD IN TEMPERATUUR. Door toepassing van een nieuwe methode hebben prof. dr. W. J. de Haas, dr. Wiersma en prof. dr. H. A. Kramer in het Kamerlingh Onnes-laboratorium te Leiden een temperatuur weten te verkrijgen van 0.27 gr. boven het absolute nulpunt, meldt het Handelsblad. SCHEEPVAARTBERICHT1N ROTTERDAMSCHE LLOYD. Kota Nopan, 15 v. Rotterdam te Batavia. Tapanoeli (thuisreis), p. 14 (1 v.m.) Kaap del Armi. Kota Gede (thuisreis) p. 15 (3 v.m. Pt), de Galle. Baloeran (thuisreis) p. 14 (10 v.m.) Kaap del Armi. ROTTERDAM—ZUID AMERIKA LIJN. Alcyone (thuisreis), 13 v. B.-Ayres. HOLLAND—AMERIKA LIJN. Drechtdijk, Rotterdam n. Vancouver 14 (n. m.) te Londen Leerdam, Rotterdam n. N.-Orleans 14 (v.m) v. Havana. Volendam, New-York n. Rotterdam 14 (10.45 n.m.) van Plymouth, 16 (12.3 v.m.) ver wacht. Maasdam. New-Orleans n. Rotterdam 14 (n.m.) v. Vigo Statendam, 13 (n.m.) v. Rotterdam te New- York Beemsterdijk, Philad. n. Rotterdam, 13 v. New-Port. News. Veendam, Rotterdam n. New-York 13 (10.25 n.m.) v. Southampton. HALCYON LIJN. Flensburg, VlaarcHhgen n. Pto. Ferrajo p. 14 Mei Dover. Stad Amsterdam 14 Mei van Gefle naar Rozenburg, 14 v, Antwerpen n. Lissabon. HOLLAND—OOST AZIë LIJN. Zuiderkerk (thuisreis) 13 van Colombo. Ouderkerk, 13, van Amsterdam te Hamburg. HOLLAND—AFRIKA LIJN. Rietfontein (thuisreis) 14 Mei te Durban. Nieuwkerk 15 Mei van Rotterdam te Bei- ra. Het Tooneel te Amsterdam. Amsterdamsche Tooneelvereeniging Bobby huilt Bobby lacht. Tooneel, Revue en Clownerie. Aan het eind van een zeer belangrijk en vermoeiend seizoen hebben Defrcsne en Van Dalsum nog een merkwaardige première ge geven van ..Bobby huilt.... Bobby lacht", een .vagebondage" van Norbert Garai. Men heeft deze vagebonden uit Oostenrijk ge haald. Men had ook dichter bij huis kunnen blijven, want de schrijver der Prikkel-Idyllen Cornells Veth schreef indertijd reeds dergelijke parodieën, zooals Blauwbaard en andere ..griezel-stukken". Aan den geest van Veth is deze Amerikaansche Bobby, die nu eens lacht en dan weer huilt, verwant. Men behoeft de lijst der dramatische personen er maar op na te slaan: een bloeddorstige moordenaar, een huichelachtige oplichtster, een valsche en een echte graaf, een lieftallige bruid en de kordate zuster van de bruid, een vlugge en een trage zwerver, een doove oom ....het is een heel stel, dat zoo uit een pa rodie van Veth kon zijn gestapt. En ook de intrige zou door den auteur der Prikkel-Idyl len bedacht kunnen zijn. Een „valsche" graaf, die in zijn vermomming op den „ech ten" graaf gelijkt als het eene ei op het an dere en die het schatrijke, lieftallige bruidje Maggie dat nu eens den echten en dan weer den valschen graaf zoent, omdat zij het verschil niet kan zien zou hebben ge trouwd, wanneer er niet de vlugvoetige zwer ver Bobby ware geweest. Bobby, die het ge heim ontdekt en ze beurt voor beurt met een zwaren hamer op het hoofd tikt en buiten westen slaat: den valschen graaf, den blced- dorstigen moordenaar, den dooven oom en per abuis ook den echten graaf. Bobby is hoofdpersoon, Bobby, de zwerver, die zwaar verliefd wordt op de zuster van de bruid en haar op een bankje in het plantsoen zijn liefdesverklaring voorleest uit een feuilleton van een krant, net zoo lang. totdat hij niet meer verder kan. omdat de liefdesverklaring eindigt met „wordt vervolgd" en er geen ver volg meer is, waarop Bobby, wanneer de schoo ne maagd plotseling verdwenen is. maar weer tot zijn oude minder vergeestelijkte liefde paling in gelei terugkeert. men ziet. dit is alles de geest van de prikkel idyllen. waarmee Cornelis Veth ons eens op niet minder grappige wijze heeft vermaakt. Een parodie dus. ook geheel als parodie sterk in het groteske gespeeld, zoodat de menschen op het tooneel soms deden den ken aan mechanische poppen uit een wassen 'beeldenspel. Het was dikwijls meer clownerie en dolle revue dan tooneel. Cruys Voorbergh en Stemheim zijn hier als de twee onafschei- denlij ke zwervers. Bobby en Teddy, wat het span Buziau en Sam Nieuwenhüis in dd re vue is en men verwondert er zich over. hoe vlug en zeker de talentrijke Cruys Voorbergh. die van al onze jonge tooneelspelers wel het meest veelzijdig is den stijl van den texcentfic clown" te pakken hééft. Het was in" het clowneske voortreffelijlr-lenig. vlug. geestig, grotesk en wij gelooven niet. dat een Hollandsch acteur Cruys Voorbergh in deze rol zelfs ook maar zou kunnen even aren. Maar een Buziau zou er toch nog weer iets anders en ook meer van hebben gemaakt en wij hadden er wat voor over ge had onzen grooten komiek eens in deze pa rodie te hebben kunnen zien optreden. Ik noem opzettelijk Buziau om mijn lezers eenigszins een begrip te geven van den ..stijl" waarin deze vagebondage wordt gespeeld, Charlotte Kohier gaf ons de huichelachtige oplichtster in haar kronkelende lichaams- Een 16e-Eeuws conflict tusschen de Haarlemsche en Amsterdamsche schipperij. „Rumoer, schelden slaan belai ng Dat tusschen de bewoners van sommige steden, zoowel in ons land als over de gren zen, een zekere jalousie heerscht, mogen wij als voldoende bekend veronderstellen. De om standigheid b.v. dat het gemeentebestuur van Zuid-Holland's machtige handelsstad Rot terdam reeds tientallen jaren geleden enorme bedragen voteerde tot verbetering van de haven toestanden, heeft niet zelden aanlei ding gegeven tot gevoelens bij de burgerij van Neerland's hoofdstad, welke die der ja lousie bedenkelijk dicht naderden. Ten opzichte van de bevolking van andere gemeenten is meermalen een soortgelijke mentaliteit geconstateerd, en zelfs in onze dagen nog. valt indien men de ooren slechts goed openzet waar te nemen, dat de burgerij van de stad X niet al te goed kan verdragen, dat de loftrompet gestoken wordt over de toestanden in de stad IJ. Doch wat de twee voornaamste gemeenten der provincie Noord-Holland betreft, nl. de hoofdstad van ons goede landje, en de hoofd stad van genoemde provincie, mag gezegd worden, dat de onderlinge verhouding tusij schen de inwoners niets te wenschen over laattenminste in onze 20ste eeuw. Maar zoo is het lang niet altijd geweest, en in de tijden onzer voorouders heerschte er worden, dat de onderlinge verhouding tus schen die beide gemeenten. Vooral in de 16e en 17e eeuw konden de Haarlemmers en de hoofdstedelingen elkander al heel slecht ver dragen en als wij daarvoor de oud-Holland- sche schrijvers en dichters raadplegen, dan blijkt daarvan ook uit hunne werken. Dat schrijvers als Vondel en Brederode het voor hun geliefd Amsterdam opnamen, ligt voor de hand. De dichter van de Gijsbrecht van Aemstel zegt dan ook o.a.: „Doch Haerlem draeght met reght de grootste schuld van allen. Dat om syr" voordeel wrockt, en wenscht mijn stereke wallen Te slechten tot den grond Om door mijn grootheid niet aen cere te verliesen". En als de verrader Vosmeer duidelijk moet maken, waarom hij Amsterdam in brand wilde steken, laat Vondel hem o.a. zeggen, dat hij „te Haerlem opgevoed" was, waar mede te kennen moest gegeven worden, dat hij van jongs af tegen Amsterdam gekant was. Van een zoodanigen gedachtengang blijkt ook bij Bredero, als hij een Amsterdamsche dienstmaagd de woorden in den mond legt: „O dat kan jij wel deyncken Wat de Haerlemmers veur niet aen een vreemt mensch souden scheyncken!" Wanneer stukken van de bovengenoemde schrijvers in onzen tijd worden opgevoerd, ontgaat den toehoorders de oorspronkelijke beteekenls van dergelijke zinspelingen, maar een paar eeuwen gelden smulde men er van. De minder goede verhouding tusschen Haarlemmers en Amsterdammers had in het laatst der 16e eeuw een eigenaardig conflict in de schipperij tengevolge. De Haarlemsche schippers konden nl. niet gedoogen, dat ook de schippers uit Amsterdam een deel dei- vrachten zouden varen. Dat konden de Haar lemsche schippers wel alleen af, meende men in de stad van Laurens Janszoon Koster, en het resultaat was een ruzie tusschen de schippers der beide hoofdsteden, waarvan de schrijver Jan ter Gouw in zijn, in 1866 uit gegeven werkje over De Gilden, ons als volgt vertelt: „Als nu de Haarlemmers sloegen, sloegen de Amsterdammers natuurlijk weerom, en onder al dat slaan sloeg de twist van de schip pers over tot de Regeeringen der beide ste den,. Het trotsche Haarlem, nog fier op rijn oud aanzien, wilde niets toegeven. De Bur gemeesters van Amsterdam stelden eene ge regelde beurtvaart voor: „schuyt om schuyt off dach om dach"; maar de stadsregeer- ders van Haarlem, partij trekkende voor haar schippers, wilden van geen ..beurthoudinge" weten: zij waren voorstanders van de vrüe vaart, en noemden de voorstellen der Am sterdammers: ..beletselen in publycke rivie ren ende havenen". Het is te begrijpen, dat de Haarlemsche schippers zich hierdoor gesterkt voelden en den Amsterdamschen collega's, als deze in Haarlem kwamen, „openbare feytelicke be letselen int aennemen van hare vrachten aandeeaen, dat de Amsterdamsche schuyt- voerders, nyet sonder pericule van gevecht, mit hare schuyten ledich hadden moeten wederomme commen, syende voor hare oogen dat de Haarlemsche schuytvoerders ten sel- ven tijde met hare schuyten aldaer aen- quamen, gelaeden ende bevracht synde tot haer contentement". Zelfs binnen de Amsterdamsche grenzen lieten de Haarlemsche schippers hun macht gelden, en „waren, hoe langer hoe meer, ende in meerderen getale als zij te voren plachten te varen, jegens den Amsterdamschen schuytvoerders alreley moetwille ende trots- heyt gebruyekende". Het was dagelijks een rumoer, schelden en slaan van belang, en vooral op het toen nog niet gedempte ge deelte van het „Dammerack aen ofte omtrent die Soutstegen, Baeffgensstege ende Vrou- wenstege". Pogingen om medewerking van de stads- regeering van de Spaarnestad te verkrijgen, mochten niet gelukken. Toen besloot het stadsbestuur van Amsterdam, om de vechten den te scheiden, en opdat, die concurrentie van de vrachten ende daeruyt rijsendc twis ten voor '1 eerst belet soude wezen", de schui ten van Haarlem en Amsterdam ver genoeg van elkander te leggen. Den eersten werd een ligplaats aangewezen in de gracht, welke thans nog Gelderschekadc heet. Maar de Haarlemmers wenschten zich daaraan niet te onderwerpen, en zoo werden hun ..deur den Schout ofte Onderschout van Amsterdam, mitsgaders heurluyder havenmeester ende onderhavenmeester, voor de boeten bij de keure gestatueert. panden afgenomen, ende voors deselve schippers mit haerlyder schuy ten gearresteert ende in arreste gedetineert". Maar daar zat Haarlem, begrijpelijker wijze, ook niet stil onder en toen werd Am sterdam door Haarlem in 1597 voor het Hof van Holland aangeklargd. Het resultaat was, dat in 1598. ten overstaan van Com missarissen van den Hove, oen verdrag ge sloten werd tusschen de beide sleden, om aan dat gekrakeel een einde te maken. De beurtvaart werd zoo geregcM. Haar lemmers twee beurten kregen, tegen de Am sterdammers eer.. Inmiddels brak de 17e eeuw aan, het bloei tijdperk van Amsterdam en reeds in 1605 werden aan Amsterdam drie beurten gegeven tegen Haarlem vier, waarna in 1612 laatst genoemde stad er in moest bewilligen, dat beide steden gelijkgesteld werden, wat het aantal beurtvaarten betrof wendingen, haar kirren en gilletjes, haar !oo- pen en staan, pecies in don trant, zooals ook een Buziau deze verraderlijke Dixi in een sketch zou geven en de beide tafereelen met den „zeer strengen" rechter en de politie agenten. die op den zang van den rechter mechanisch bewogen en stil stonden, was wel volkomen een revue-scène. Het was in zijn parodistisch, clownesk overdrijven soms heel vermakelijk en zot en er waren figuren zooals de potsierlijke strenge rechter van La Chapelle. de honig zoete. gladde graaf van Carpemier Alting, de strakke doove oom met den witten baard van Van Warmeloo en het ondanks het sterk caricaturale toch wonder teere bruidje van Georgette Hagedoorn die zoo weggeloopen schenen van een plaat van Daumier. En welk een vervaarlijk dierlijk monster een soort ..golem" was de bloeddorstige moordenaar van Jules Verstraeten. van welk een berus tende gelatenheid was de trage zwerver van Jo Sternheim. hoe fijn. licht en gracieus bleef in al haar overdrijven toch. steeds het bewegen van Georgette Hagedoorn. Zoo was er veel. waarom wij bij deze voor stelling hartelijk gelachen hebben en dat wij om het spel volop konden bewonderen. Wij zouden ons dan ook waarschijnlijk uitste ken hebben geamuseerd, wanneer deze vage bondage de helft of zelfs nog meer korter ware geweest. Want dit is mijn be zwaar tegen dit stuk, dat het veel te lang is en de grappigheid te veel wordt herhaald. Wat in een enkele revue-sketch frlsch aan doet en vermaakt, gaat vervelen en wordt zelfs lichtelijk flauw, wanneer het een hee- len avond duurt- Acht tafereelen enkel en alleen parodie, het is meer dan wij verdra gen kunnen. Wij merken op den duur te veel, dat 't stuk van Norbet Garai niet genoeg in houd en de parodie te weinig achtergrond en geest, heeft. Zoo blijft er tenslotte niet veel anders over dan clownerie- Of deze vagebondage iets voor het Hol- landsche publiek zal zijn? Ik zou het na de voorstelling, welke ik in den Stadsschouw burg te Amsterdam bijwoonde, niet dadelijk bevestigend durven beantwoorden. Er wa ren velen in de zaal. die zicht- en hoorbaar pieizicr hadden in deze parodie, maar er wa ren er ook vooral op de bovenrangen die absoluut vreemd cr tegenover stonden en zelfs eenigszins rumoerig werden. Het groot ste succes van den avond was feitelijk voor een kleine muis, die in de stalles vage bondeerde. Dit gaf een vertooning In de zaal. waarin allen de dames nog het meest medespeelden. en de muis kreeg van dc bo venrangen een applaus, waarop een tooneel- spelcr jaloersch kon zijn. Het was een „sketch", buiten het programma om. die als extra-nummer door heel de zaal zeer dank baar werd ontvangen en een zeer groot suc ces had. Evenals in „Harmonie" en in „Caramba" wisselden in „Bobby huilt. Bobby lacht" de parlando's af met zang en kregen wij ook hier een gezongen finale van het heelc en semble. Het was in die finale, dat de acteurs en actrices het moesten afleggen bij hun col lega's in dc revue. Zij durfden zich blijkbaar niet zoo te laten gaan op dit voor hen nog vreemde en gladde ijs. 'n Beetje meer durf dames en heeren en 'n beetje meer Schwung als ge niet wilt. dat deze parodie als een nachtkaars uitgaat. J- B. SCHUIL. SCHOUWTOONEEL FAILLIET. NA AANVRAGE DOOR JAN MUSCH C.S. De rechtbank te Amsterdam heeft de N.V. Het Schouwtooneel in staat van faillissement verklaard. Tot curator werd benoemd mr. E. B. As- scher en tot Rechter-Commissaris Mr. A. C. N. P. Ruys. Het faillissement was aangevraagd door de heeren Jan Musch, Ko Arnold! en J. G. de Haas. KUNST AAN HET VOLK. LEZING VAN CAREL SCHARTEN. Daarmede eindigde het schippers-conflict uit het einde der 16e en het begin der 17c I JOH. CHR. WIJNAND. Voor de leden der Vereeniging „Kunst aan het Volk" trad Maandagavond in een der za len van „De Kroon" als spreker op de beken de schrijver Carel Scharten, die thans in ons land vertoeft, maar. zooals men weet. jaren lang zijn hoofdverblijf in Italië heeft gehad. Dikwijls zijn lezingen vervelend. Juist om dat hetlezingen zijn. Voor deze lezing van Care! Scharten geldt dit echter niet. al „las" ook hij. De aangename stem van den spreker, zijn rustige, klare, hoogstbeschaafde voordracht, boeiden tot het einde. In hoofdzaak behandelde de spreker den roman „Carnaval", van hem en mevrouw M. SchartenAntink. die in het aanstaand na jaar zal verschijnen. Deze roman speelt op Sicilië en van dat „eiland der goden" gaf de heer Scharten eerst een prachtige en suggestieve beschrij ving, met veel humor. Door haar buitengewo ne schoonheid trof de beschrijving van den zonsopgang: „het ontroerende wonder van den zonsopgang op Sicilië". Spr. vond het een „bezoeking", nu zijn ro man „Carnaval" te moeten vertellen, maar hij begreep, toch niet te kunnen volstaan met de uitstekende, maar voor deze gele genheid toch te korte, samenvatting, die zijn uitgever van het werk gegeven heeft. En zoo kregen we dan op brillantc wijze verteld, de geschiedenis van den jongen Ar- dengo. wiens kinderleven misvormd werd door verkeerde opvoeding, door verwaarloo- zing eigenlijk: die op 17-jarigen leeftijd reeds een verknoeide en verdraaide jeugd achter zich had. die zich als jongen vreese- lijk teleurgesteld ziet in zijn vader en later, als jonge man. ook in zijn grootvader, tegen wien hij zoo hoog opzag. Deze laatste teleurstelling vooral demora liseert hem: hij gaat ..reizen", d.w.z. hij gaat zijn groot fortuin opmaken door allerlei uit spattingen. Na 6 jaren keert hij berooid te rug. Spijt heeft hij niet van zijn handelingen hij heeft tenminste niet als zijn grootvader gedaan, hij heeft „de kat in 't openbaar ge knepen." Na een kort verblijf in een klooster, waar in hij leert inzien, dat zijn leven van den laat- sten tijd toch geen leven was, wil hij terug naar Sicilië. Tenslotte komt de wedergeboorte: An- drengo leert weer gelooven in de grootheid der liefde en de schoonheid van het leven. Zijn ziel is verlost uit den haat van het leven. Luid en dankbaar applaus klonk na deze schoone voordracht. Terecht zeide de voorzitter van „Kunst aan het Volk", de heer Aug. M. J. Scven- huysen in zijn dankwoord, dat dc heer Scharten een schoone bladzijde had Loc- voegü aan dc geschiedenis der vereeniging.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 7