I
AMSTERDAMSCHE WEEK
OP SCHIPHOL 13 T/M 21 MEI
STRIJD TUSSCHEN HAARLEM
EN AMSTERDAM.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAC 16 MEI 1933
Voor den Politierechter.
Een vriendelijk bezoeker.
Tot de plagen van onze goede stad en
omstreken behoort ongetwijfeld het gilde der
leurders, 't Is best- mogelijk, dat andere
steden die plaag ook kennen, maar ik be
twijfel of - ze daar zoo erg is als hier, en
speciaal in de buitenwijken. Je bent nog niet
goed wakker en maakt je op om met een
melkkan naar voren te gaan, als er gebeld
wordt nog vóór den melkboer is er een
met narcissen, tulpen of eenig ander pro
duct van dit bollenland. Nauwlijks heb je
hem afgescheept, want als je pas op bent
en 't is koud in huis in deze heerlijke Mei
maand, ben je niet- gehumeurd om bloemen
te koopen, nauwelijks zeg ik, is hij met zijn
narcissen vertrokken of er komt er een met
primula's en je humeur verbetert niet.
Nu zijn die bloemenkooplui. 't zij tot hun
eer gezegd, behoorlijke menschen en ik vind
't prijzenswaardig, dat ze probeeren met een
handeltje aan den kost te komen; dit gevoegd
bij de omstandigheid, dat bloemen het huis
opvroolijken en de bloemen in je eigen tuin
veelal mislukkelingen zijn, maakt, dat je een
van de talloozen, die in den loop van den dag
komen, begunstigt
Bleef het bij de bloemenventers, ik zou er
niets van zeggen, al moet ik vele malen mijn
schrijfwerk onderbreken om de deur open te
doen. Zij voorzien feitelijk in een behoefte
zooals bakker, melkboer, en andere geregelde
bezoekers. Maar er is een categorie, die
heelemaal niet in je behoefte komt voorzien
en die zich daarvan ook geen illusie maakt,
want hun vorraad is van zoo geringen om
vang en ziet er zoo onaantrekkelijk uit, dat
je wel ziet, dat het dien kooplieden met
hun handel geen ernst is; ze hebben alleen
een ernstig verlangen oom een paar centen
te krijgen.
Nu heb je als bewoner geen ernstig ver
langen om die centen te geven en dat schij
nen die heeren erg onredelijk van je te
vinden, vandaar dat ze je weigering dikwijls
beantwoorden met ontboezemingen over ka
pitalisme, met een onvriendelijk gemopper,
ja wel eens met directe actie en als er dan
geen agent in de buurt is, heeft dat alles
tegenover vreesachtige of alleenwonende
dames nog wel eens het voor hen gewenschte
succes.
De Gretchens, die haar vaderland verla
ten hebben om ons in het huishouden be
hulpzaam te zijn, schijnen niet tot de vrees-
achtigen te behooren, want toen er in Aer-
denhout zoo'n meneer zonder vaste woon
plaats aanbelde, gaf zij hem te kennen, dat
het volstrekt niet in haar bedoeling lag om
hem'vijf centen te geven, waarop hij meende
recht te hebben. De bezoeker bracht dit in
verband met haar landaard en meende zijn
anti-Duitsche gevoelens niet beter te kun
nen uitdrukken dan door haar toe te voegen:
„rotmof!"
Dat „nam" Gretchen niet! Zij zocht een
agent op, wees dezen den koopman aan en
dc -sgctttTnam den orrvriendclljken'bezoeker
mee "naar het bureau, waar Gretchen ook
verscheen en zóó groot was 's mans veront
waardiging, dat hij het woord herhaalde er
bijvoegende: „ik zal je slachten!"
Dat Gretchen als getuige kon verschijnen
bewijst, dat de slacht niet is doorgegaan.
De man van de veters was er niet, pro
beert misschien elders Duitsche meisjes te
slachten, maar vandaag of morgen zal er
in het Politieblad staan, dat hij f 15 boete
moet betalen en als hij dat niet zal doen,
zal hij 15 dagen gaan zitten.
Het verpande horloge.
Er was een heertje, dat volgens zijn zeg
gen kunstkooper was geweest en antiquair,
maar omdat de klad in dien handel is ge
komen probeerde hij horloges te verkoopen
en automobielen, wat getuigt van een veel
zijdig handelstalent. Dat talent had hem al
een paar maal gevangenisstraf bezorgd en
nu ging het er om, of hij weer wat zou krij
gen.
Hij had van een Amsterdamsch koopman
een horloge in consignatie ontvangen, be
werende er een te kunnen verkoopen, maai
den volgenden dag bracht hij het terug, zeg
gende, dat het te dun was, waarop hij een
steviger meekreeg, onder voorwaarde dat hij
binnen een dag f 32.50 moest brengen of
het horloge.
Uit de besprekingen ter terechtzitting bleek
niet veel van onderhandelingen ov-er een
horloge, zoodat het den schijn heeft, dat de
klant alleen in de verbeelding bestaan heeft.
Hoe dan ook, de ex-antiquair belandde in
Haarlem in een hotel, waar hij een nacht
logeerde en zijn logies betaalde. Den volgen
den avond kwam hij er weer, maar zei, dat
hij geen geld had om het logies voor den
tweeden nacht te betalen, doch hij zou dit
daags daarop wel doen. De hotelhouder wilde
hem wel herbergen en nu zei de gast dat hij
een gouden horloge het- bewuste in on
derpand wilde geven, waarv-oor de hotel
houder niet veel voelde, maar de ander drong
er op aan, dat hij het toch voor zekerheid
zou nemen. De hotelhouder wilde niet in
narigheid komen en belde de Smedestraat
op om te vragen of hij kwaad kon met dat
horloge.
Aan de Smedestraat zeiden zc. dat hij het
kon nemen, maar de politie, nieuwsgierig als
ze is wilde weten, wie die man van dat hor
loge was en zoodoende kwam ze eens kijken
en vragen en ja. toen kwam het uit, dat he1'
horloge eigenlijk niet van den ex-antiquair
was. Er werd proces-verbaal opgemaakt!
De man van het horloge wierp de be
schuldiging van verduistering verre van zich
hij had het horloge niet verpand, alleen in
bewaring gegeven om te laten zien, dat. hij
een eerlijk man was; den volgenden dag
zou hij naar zijn schoonzuster zijn gegaan
om een rijksdaalder te leenen en hiermee
het logies betalen.
De officier van Justitie was van meening,
dat er verduistering was gepleegd en vorder
de een maand; de rechter begon zoodanig
het geval te bespreken, dat een vrijspraak
meer dan waarschijnlijk gevolgd zou zijn
als de verdachte den rechter kalm had laten
uitspreken, maar hij onderbrak den gedach-
tengang van den rechter door te vertellen
dat hij geen logies gekregen zou hebben, als
hij het horloge niet had aangeboden en dat
was voor den rechter blijkbaar aanleiding
om te beslissen, dat er verd u'ste ring wac
geo'eegd, zoodat de maand gegeven werd.
Spreken is zilver, zwijgen is goud. Al te
veel praatjes voor de rechtbank deugt ook
al niet.
JONGE LIBERALEN.
MR. F. HOLLANDER OVER HUN PROGRAM.
Maandagavond hield de vereeniging van
Jonge Liberalen een bijeenkomst in café
Brinkmann, Groote Markt, waar als spreker
was uitgenoodigd mr. F. Hollander, die de
nieuwe strooming in het Liberalisme besprak.
Mr. Dr. F. Hollander behandelde het gis
termorgen gepubliceerde program der Jonge
Liberalen. Het a.llesbeheerschende punt. voor
spr. is de crisis en wat daarmee samenhangt,
d.z. werkloosheid en handelsbelemmeringen.
Het eerste punt neemt een groote plaats in,
al is de werkloosheid de laatste maanden
eenigszins teruggeloopen, een gewoon ver
schijnsel trouwens in het voorjaar. Ze mag
echter niet onderschat worden, waarvoor spr.
cijfers aanhaalde. Getracht moet worden
de jeugdige werkloozen duidelijk te maken
niet tot baldadigheden te vervallen, die la
ter in andere dingen overgaan, waarbij zij tot
de revolutionnaire partijen kunnen verval
len.
In het programma ziet spr. de bijzondere
zorg voor de jeugdige werkloozen als het
belangrijkste punt, omdat van hen de toe
komst vam het volk afhangt. Voor de
ouderen is er versnelde uitvoering van groote
werken, mits economisch verantwoord en de
40-urige arbeidsweek in de daarvoor ge
schikte bedrijven. Dit punt kan volgens spr.
bestrijding uitlokken ook in liberale kringen.
Spr. acht het dringend noodig, dat dit door
gevoerd wordt. Indien het mogelijk is meer
arbeiders te doen werken voor hetzelfde geld,
dan moet dat geschieden. Het gevolg zal zijn.
dat de werkloosheid althans eenigermate
vermindert. De vereischten hiervoor zijn in de
eerste plaats evenredige loonsvermindering.
Dit kan bijv. door een ploegenstelsel.
In Delft is een fabriek waar een aantal ar
beiders 32 uur per week werkt, zoodat meer
arbeiders kunnen arbeiden. In de eerste ja
ren kan deze 40-urige werkweek niet worden
ingevoerd, dat zou pas na goed overleg kun
nen, niet bij de wet.
Even stipte spr. de internationale ontwape
ning aan en de concentratie van alle vrijzin
nigen in den lande.
Wat den vrijhandel betreft, het programma
punt luidt; vrijhandel, óók nu. Autarkie is
desastreus, zei spr. Dit beteekent niet, dat
men alles aan zijn lot moet overlaten, van
daar dat het punt verder noemt dire eten
overheidssteun aan overigens levensvatbare
bedrijven zonder schade van het algemeen.
Dit is protectie, maar in anderen zin :dan
die der protectionisten.
Een tol-unie tusschen Nederland en Ned.-
Indië moet worden afgewezen.
De Jonge Liberalen willen een krachtige
regeering die de machtsmiddelen aan kan
wenden wanneer dat noodig is: Een krachtig
parlement, dat zich uitsluitend door het
algemeen belang laat leiden, moet daartegen
over staan, een parlement dat niet bang is
door den kiezer, en niet- beroofd wordt van
de rechten van initiatief en amendement.
Want» zonder dat-wordtüiet. pad.geeffend-uoor_
dictatuur.
Men wil ook regeling bij de wet van des
kundige commissies met adviseerende be
voegdheid over bepaalde onderwerpen.
Het verbieden van de communistische Par
tij is verkeerd. Wel moet er het oog op wor
den gehouden.
Spr. waarschuwde voor revolutionnaire en
fascistische elementen in de gezagsorganen.
Met een opwekking om het hoofdbestuur te
steunen sloot spr. de vergadering, die onder
leiding stond van den heer K. F. H. Maas.
Na de rede was er gelegenheid tot het
stellen van vragen.
Gewone entreeprijs f 0.15 of f 0.30
Tentoonstelling Fotowedstrijd
Kunstvliegen 16.uur
Avondrondvluchten 21.30 uur
(Adv. Iiigez. Med.)
DS. L. D. POOT.
Ds. L. D. Poot, vroeger predikant te Haar
lem, die beroepe.n is bij de Ned. Hervormde
Gemeente te 's-Graveihage, heeft afscheid
van Amsterdam genomen en is Zondag in
Den Haag in de Groote Kerk bevestigd door
ds. E. J. W. Posthumus Meyes. Deze herin
nerde er aan dat ds. Poot zijn oudste leer
ling is en 30 jaar geleden als jongen van
12 jaar bij hem op de catechisatiebanken
zat en hoe hij in 1916 in Noordwijkerhout als
eerste gemeente ds. Poot bevestigen mocht.
Woensdagavond is de intrede van ds. Poot.
PERSONALIA.
Ds. K. G. van Smeden, predikant bij de
Ohr. Gereformeerde Kerk te Haarlem-Noord
komt voor op een tweetal te Arnhem.
NIEUW LAAGTERECORD IN
TEMPERATUUR.
Door toepassing van een nieuwe methode
hebben prof. dr. W. J. de Haas, dr.
Wiersma en prof. dr. H. A. Kramer in het
Kamerlingh Onnes-laboratorium te Leiden
een temperatuur weten te verkrijgen van
0.27 gr. boven het absolute nulpunt, meldt
het Handelsblad.
SCHEEPVAARTBERICHT1N
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
Kota Nopan, 15 v. Rotterdam te Batavia.
Tapanoeli (thuisreis), p. 14 (1 v.m.) Kaap
del Armi.
Kota Gede (thuisreis) p. 15 (3 v.m. Pt),
de Galle.
Baloeran (thuisreis) p. 14 (10 v.m.) Kaap
del Armi.
ROTTERDAM—ZUID AMERIKA LIJN.
Alcyone (thuisreis), 13 v. B.-Ayres.
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
Drechtdijk, Rotterdam n. Vancouver 14 (n.
m.) te Londen
Leerdam, Rotterdam n. N.-Orleans 14 (v.m)
v. Havana.
Volendam, New-York n. Rotterdam 14
(10.45 n.m.) van Plymouth, 16 (12.3 v.m.) ver
wacht.
Maasdam. New-Orleans n. Rotterdam 14
(n.m.) v. Vigo
Statendam, 13 (n.m.) v. Rotterdam te New-
York
Beemsterdijk, Philad. n. Rotterdam, 13 v.
New-Port. News.
Veendam, Rotterdam n. New-York 13 (10.25
n.m.) v. Southampton.
HALCYON LIJN.
Flensburg, VlaarcHhgen n. Pto. Ferrajo p.
14 Mei Dover.
Stad Amsterdam 14 Mei van Gefle naar
Rozenburg, 14 v, Antwerpen n. Lissabon.
HOLLAND—OOST AZIë LIJN.
Zuiderkerk (thuisreis) 13 van Colombo.
Ouderkerk, 13, van Amsterdam te Hamburg.
HOLLAND—AFRIKA LIJN.
Rietfontein (thuisreis) 14 Mei te Durban.
Nieuwkerk 15 Mei van Rotterdam te Bei-
ra.
Het Tooneel te Amsterdam.
Amsterdamsche Tooneelvereeniging
Bobby huilt Bobby lacht.
Tooneel, Revue en Clownerie.
Aan het eind van een zeer belangrijk en
vermoeiend seizoen hebben Defrcsne en Van
Dalsum nog een merkwaardige première ge
geven van ..Bobby huilt.... Bobby lacht",
een .vagebondage" van Norbert Garai. Men
heeft deze vagebonden uit Oostenrijk ge
haald. Men had ook dichter bij huis kunnen
blijven, want de schrijver der Prikkel-Idyllen
Cornells Veth schreef indertijd reeds
dergelijke parodieën, zooals Blauwbaard en
andere ..griezel-stukken". Aan den geest van
Veth is deze Amerikaansche Bobby, die nu
eens lacht en dan weer huilt, verwant. Men
behoeft de lijst der dramatische personen er
maar op na te slaan: een bloeddorstige
moordenaar, een huichelachtige oplichtster,
een valsche en een echte graaf, een lieftallige
bruid en de kordate zuster van de bruid, een
vlugge en een trage zwerver, een doove oom
....het is een heel stel, dat zoo uit een pa
rodie van Veth kon zijn gestapt. En ook de
intrige zou door den auteur der Prikkel-Idyl
len bedacht kunnen zijn. Een „valsche"
graaf, die in zijn vermomming op den „ech
ten" graaf gelijkt als het eene ei op het an
dere en die het schatrijke, lieftallige bruidje
Maggie dat nu eens den echten en dan
weer den valschen graaf zoent, omdat zij het
verschil niet kan zien zou hebben ge
trouwd, wanneer er niet de vlugvoetige zwer
ver Bobby ware geweest. Bobby, die het ge
heim ontdekt en ze beurt voor beurt met een
zwaren hamer op het hoofd tikt en buiten
westen slaat: den valschen graaf, den blced-
dorstigen moordenaar, den dooven oom en
per abuis ook den echten graaf. Bobby
is hoofdpersoon, Bobby, de zwerver, die zwaar
verliefd wordt op de zuster van de bruid en
haar op een bankje in het plantsoen zijn
liefdesverklaring voorleest uit een feuilleton
van een krant, net zoo lang. totdat hij niet
meer verder kan. omdat de liefdesverklaring
eindigt met „wordt vervolgd" en er geen ver
volg meer is, waarop Bobby, wanneer de schoo
ne maagd plotseling verdwenen is. maar
weer tot zijn oude minder vergeestelijkte
liefde paling in gelei terugkeert.
men ziet. dit is alles de geest van de prikkel
idyllen. waarmee Cornelis Veth ons eens op
niet minder grappige wijze heeft vermaakt.
Een parodie dus. ook geheel als parodie
sterk in het groteske gespeeld, zoodat de
menschen op het tooneel soms deden den
ken aan mechanische poppen uit een wassen
'beeldenspel. Het was dikwijls meer clownerie
en dolle revue dan tooneel. Cruys Voorbergh
en Stemheim zijn hier als de twee onafschei-
denlij ke zwervers. Bobby en Teddy, wat het
span Buziau en Sam Nieuwenhüis in dd re
vue is en men verwondert er zich over. hoe
vlug en zeker de talentrijke Cruys Voorbergh.
die van al onze jonge tooneelspelers wel het
meest veelzijdig is den stijl van den
texcentfic clown" te pakken hééft. Het was
in" het clowneske voortreffelijlr-lenig. vlug.
geestig, grotesk en wij gelooven niet. dat
een Hollandsch acteur Cruys Voorbergh in
deze rol zelfs ook maar zou kunnen even
aren. Maar een Buziau zou er toch nog weer
iets anders en ook meer van hebben
gemaakt en wij hadden er wat voor over ge
had onzen grooten komiek eens in deze pa
rodie te hebben kunnen zien optreden.
Ik noem opzettelijk Buziau om mijn lezers
eenigszins een begrip te geven van den ..stijl"
waarin deze vagebondage wordt gespeeld,
Charlotte Kohier gaf ons de huichelachtige
oplichtster in haar kronkelende lichaams-
Een 16e-Eeuws conflict tusschen de Haarlemsche en Amsterdamsche schipperij.
„Rumoer, schelden
slaan
belai
ng
Dat tusschen de bewoners van sommige
steden, zoowel in ons land als over de gren
zen, een zekere jalousie heerscht, mogen wij
als voldoende bekend veronderstellen. De om
standigheid b.v. dat het gemeentebestuur van
Zuid-Holland's machtige handelsstad Rot
terdam reeds tientallen jaren geleden enorme
bedragen voteerde tot verbetering van de
haven toestanden, heeft niet zelden aanlei
ding gegeven tot gevoelens bij de burgerij
van Neerland's hoofdstad, welke die der ja
lousie bedenkelijk dicht naderden.
Ten opzichte van de bevolking van andere
gemeenten is meermalen een soortgelijke
mentaliteit geconstateerd, en zelfs in onze
dagen nog. valt indien men de ooren
slechts goed openzet waar te nemen, dat
de burgerij van de stad X niet al te goed kan
verdragen, dat de loftrompet gestoken wordt
over de toestanden in de stad IJ.
Doch wat de twee voornaamste gemeenten
der provincie Noord-Holland betreft, nl. de
hoofdstad van ons goede landje, en de hoofd
stad van genoemde provincie, mag gezegd
worden, dat de onderlinge verhouding tusij
schen de inwoners niets te wenschen over
laattenminste in onze 20ste eeuw.
Maar zoo is het lang niet altijd geweest, en
in de tijden onzer voorouders heerschte er
worden, dat de onderlinge verhouding tus
schen die beide gemeenten. Vooral in de 16e
en 17e eeuw konden de Haarlemmers en de
hoofdstedelingen elkander al heel slecht ver
dragen en als wij daarvoor de oud-Holland-
sche schrijvers en dichters raadplegen, dan
blijkt daarvan ook uit hunne werken. Dat
schrijvers als Vondel en Brederode het
voor hun geliefd Amsterdam opnamen, ligt
voor de hand. De dichter van de Gijsbrecht
van Aemstel zegt dan ook o.a.:
„Doch Haerlem draeght met reght de
grootste schuld van allen.
Dat om syr" voordeel wrockt, en wenscht
mijn stereke wallen
Te slechten tot den grond
Om door mijn grootheid niet aen cere te
verliesen".
En als de verrader Vosmeer duidelijk moet
maken, waarom hij Amsterdam in brand
wilde steken, laat Vondel hem o.a. zeggen,
dat hij „te Haerlem opgevoed" was, waar
mede te kennen moest gegeven worden, dat
hij van jongs af tegen Amsterdam gekant
was.
Van een zoodanigen gedachtengang blijkt
ook bij Bredero, als hij een Amsterdamsche
dienstmaagd de woorden in den mond legt:
„O dat kan jij wel deyncken
Wat de Haerlemmers veur niet aen een
vreemt mensch souden scheyncken!"
Wanneer stukken van de bovengenoemde
schrijvers in onzen tijd worden opgevoerd,
ontgaat den toehoorders de oorspronkelijke
beteekenls van dergelijke zinspelingen, maar
een paar eeuwen gelden smulde men er van.
De minder goede verhouding tusschen
Haarlemmers en Amsterdammers had in het
laatst der 16e eeuw een eigenaardig conflict
in de schipperij tengevolge. De Haarlemsche
schippers konden nl. niet gedoogen, dat ook
de schippers uit Amsterdam een deel dei-
vrachten zouden varen. Dat konden de Haar
lemsche schippers wel alleen af, meende men
in de stad van Laurens Janszoon Koster, en
het resultaat was een ruzie tusschen de
schippers der beide hoofdsteden, waarvan de
schrijver Jan ter Gouw in zijn, in 1866 uit
gegeven werkje over De Gilden, ons als volgt
vertelt:
„Als nu de Haarlemmers sloegen, sloegen
de Amsterdammers natuurlijk weerom, en
onder al dat slaan sloeg de twist van de schip
pers over tot de Regeeringen der beide ste
den,. Het trotsche Haarlem, nog fier op rijn
oud aanzien, wilde niets toegeven. De Bur
gemeesters van Amsterdam stelden eene ge
regelde beurtvaart voor: „schuyt om schuyt
off dach om dach"; maar de stadsregeer-
ders van Haarlem, partij trekkende voor haar
schippers, wilden van geen ..beurthoudinge"
weten: zij waren voorstanders van de vrüe
vaart, en noemden de voorstellen der Am
sterdammers: ..beletselen in publycke rivie
ren ende havenen".
Het is te begrijpen, dat de Haarlemsche
schippers zich hierdoor gesterkt voelden en
den Amsterdamschen collega's, als deze in
Haarlem kwamen, „openbare feytelicke be
letselen int aennemen van hare vrachten
aandeeaen, dat de Amsterdamsche schuyt-
voerders, nyet sonder pericule van gevecht,
mit hare schuyten ledich hadden moeten
wederomme commen, syende voor hare oogen
dat de Haarlemsche schuytvoerders ten sel-
ven tijde met hare schuyten aldaer aen-
quamen, gelaeden ende bevracht synde tot
haer contentement".
Zelfs binnen de Amsterdamsche grenzen
lieten de Haarlemsche schippers hun macht
gelden, en „waren, hoe langer hoe meer, ende
in meerderen getale als zij te voren plachten
te varen, jegens den Amsterdamschen
schuytvoerders alreley moetwille ende trots-
heyt gebruyekende". Het was dagelijks een
rumoer, schelden en slaan van belang, en
vooral op het toen nog niet gedempte ge
deelte van het „Dammerack aen ofte omtrent
die Soutstegen, Baeffgensstege ende Vrou-
wenstege".
Pogingen om medewerking van de stads-
regeering van de Spaarnestad te verkrijgen,
mochten niet gelukken. Toen besloot het
stadsbestuur van Amsterdam, om de vechten
den te scheiden, en opdat, die concurrentie
van de vrachten ende daeruyt rijsendc twis
ten voor '1 eerst belet soude wezen", de schui
ten van Haarlem en Amsterdam ver genoeg
van elkander te leggen. Den eersten werd
een ligplaats aangewezen in de gracht, welke
thans nog Gelderschekadc heet. Maar de
Haarlemmers wenschten zich daaraan niet te
onderwerpen, en zoo werden hun ..deur den
Schout ofte Onderschout van Amsterdam,
mitsgaders heurluyder havenmeester ende
onderhavenmeester, voor de boeten bij de
keure gestatueert. panden afgenomen, ende
voors deselve schippers mit haerlyder schuy
ten gearresteert ende in arreste gedetineert".
Maar daar zat Haarlem, begrijpelijker
wijze, ook niet stil onder en toen werd Am
sterdam door Haarlem in 1597 voor het
Hof van Holland aangeklargd. Het resultaat
was, dat in 1598. ten overstaan van Com
missarissen van den Hove, oen verdrag ge
sloten werd tusschen de beide sleden, om
aan dat gekrakeel een einde te maken. De
beurtvaart werd zoo geregcM. Haar
lemmers twee beurten kregen, tegen de Am
sterdammers eer..
Inmiddels brak de 17e eeuw aan, het bloei
tijdperk van Amsterdam en reeds in 1605
werden aan Amsterdam drie beurten gegeven
tegen Haarlem vier, waarna in 1612 laatst
genoemde stad er in moest bewilligen, dat
beide steden gelijkgesteld werden, wat het
aantal beurtvaarten betrof
wendingen, haar kirren en gilletjes, haar !oo-
pen en staan, pecies in don trant, zooals ook
een Buziau deze verraderlijke Dixi in een
sketch zou geven en de beide tafereelen met
den „zeer strengen" rechter en de politie
agenten. die op den zang van den rechter
mechanisch bewogen en stil stonden, was
wel volkomen een revue-scène.
Het was in zijn parodistisch, clownesk
overdrijven soms heel vermakelijk en zot en
er waren figuren zooals de potsierlijke
strenge rechter van La Chapelle. de honig
zoete. gladde graaf van Carpemier Alting,
de strakke doove oom met den witten baard
van Van Warmeloo en het ondanks het sterk
caricaturale toch wonder teere bruidje van
Georgette Hagedoorn die zoo weggeloopen
schenen van een plaat van Daumier. En welk
een vervaarlijk dierlijk monster een soort
..golem" was de bloeddorstige moordenaar
van Jules Verstraeten. van welk een berus
tende gelatenheid was de trage zwerver van
Jo Sternheim. hoe fijn. licht en gracieus
bleef in al haar overdrijven toch. steeds het
bewegen van Georgette Hagedoorn.
Zoo was er veel. waarom wij bij deze voor
stelling hartelijk gelachen hebben en dat wij
om het spel volop konden bewonderen. Wij
zouden ons dan ook waarschijnlijk uitste
ken hebben geamuseerd, wanneer deze vage
bondage de helft of zelfs nog meer
korter ware geweest. Want dit is mijn be
zwaar tegen dit stuk, dat het veel te lang is
en de grappigheid te veel wordt herhaald.
Wat in een enkele revue-sketch frlsch aan
doet en vermaakt, gaat vervelen en wordt
zelfs lichtelijk flauw, wanneer het een hee-
len avond duurt- Acht tafereelen enkel en
alleen parodie, het is meer dan wij verdra
gen kunnen. Wij merken op den duur te veel,
dat 't stuk van Norbet Garai niet genoeg in
houd en de parodie te weinig achtergrond
en geest, heeft. Zoo blijft er tenslotte niet
veel anders over dan clownerie-
Of deze vagebondage iets voor het Hol-
landsche publiek zal zijn? Ik zou het na de
voorstelling, welke ik in den Stadsschouw
burg te Amsterdam bijwoonde, niet dadelijk
bevestigend durven beantwoorden. Er wa
ren velen in de zaal. die zicht- en hoorbaar
pieizicr hadden in deze parodie, maar er wa
ren er ook vooral op de bovenrangen
die absoluut vreemd cr tegenover stonden en
zelfs eenigszins rumoerig werden. Het groot
ste succes van den avond was feitelijk voor
een kleine muis, die in de stalles vage
bondeerde. Dit gaf een vertooning In de zaal.
waarin allen de dames nog het meest
medespeelden. en de muis kreeg van dc bo
venrangen een applaus, waarop een tooneel-
spelcr jaloersch kon zijn. Het was een
„sketch", buiten het programma om. die als
extra-nummer door heel de zaal zeer dank
baar werd ontvangen en een zeer groot suc
ces had.
Evenals in „Harmonie" en in „Caramba"
wisselden in „Bobby huilt. Bobby lacht" de
parlando's af met zang en kregen wij ook
hier een gezongen finale van het heelc en
semble. Het was in die finale, dat de acteurs
en actrices het moesten afleggen bij hun col
lega's in dc revue. Zij durfden zich blijkbaar
niet zoo te laten gaan op dit voor hen nog
vreemde en gladde ijs. 'n Beetje meer durf
dames en heeren en 'n beetje meer Schwung
als ge niet wilt. dat deze parodie als een
nachtkaars uitgaat.
J- B. SCHUIL.
SCHOUWTOONEEL FAILLIET.
NA AANVRAGE DOOR JAN MUSCH C.S.
De rechtbank te Amsterdam heeft de N.V.
Het Schouwtooneel in staat van faillissement
verklaard.
Tot curator werd benoemd mr. E. B. As-
scher en tot Rechter-Commissaris Mr. A.
C. N. P. Ruys.
Het faillissement was aangevraagd door
de heeren Jan Musch, Ko Arnold! en J. G. de
Haas.
KUNST AAN HET VOLK.
LEZING VAN CAREL SCHARTEN.
Daarmede eindigde het schippers-conflict
uit het einde der 16e en het begin der 17c I
JOH. CHR. WIJNAND.
Voor de leden der Vereeniging „Kunst aan
het Volk" trad Maandagavond in een der za
len van „De Kroon" als spreker op de beken
de schrijver Carel Scharten, die thans in ons
land vertoeft, maar. zooals men weet. jaren
lang zijn hoofdverblijf in Italië heeft gehad.
Dikwijls zijn lezingen vervelend. Juist om
dat hetlezingen zijn. Voor deze lezing
van Care! Scharten geldt dit echter niet. al
„las" ook hij. De aangename stem van den
spreker, zijn rustige, klare, hoogstbeschaafde
voordracht, boeiden tot het einde.
In hoofdzaak behandelde de spreker den
roman „Carnaval", van hem en mevrouw M.
SchartenAntink. die in het aanstaand na
jaar zal verschijnen.
Deze roman speelt op Sicilië en van dat
„eiland der goden" gaf de heer Scharten
eerst een prachtige en suggestieve beschrij
ving, met veel humor. Door haar buitengewo
ne schoonheid trof de beschrijving van den
zonsopgang: „het ontroerende wonder van
den zonsopgang op Sicilië".
Spr. vond het een „bezoeking", nu zijn ro
man „Carnaval" te moeten vertellen, maar
hij begreep, toch niet te kunnen volstaan
met de uitstekende, maar voor deze gele
genheid toch te korte, samenvatting, die zijn
uitgever van het werk gegeven heeft.
En zoo kregen we dan op brillantc wijze
verteld, de geschiedenis van den jongen Ar-
dengo. wiens kinderleven misvormd werd
door verkeerde opvoeding, door verwaarloo-
zing eigenlijk: die op 17-jarigen leeftijd
reeds een verknoeide en verdraaide jeugd
achter zich had. die zich als jongen vreese-
lijk teleurgesteld ziet in zijn vader en later,
als jonge man. ook in zijn grootvader, tegen
wien hij zoo hoog opzag.
Deze laatste teleurstelling vooral demora
liseert hem: hij gaat ..reizen", d.w.z. hij gaat
zijn groot fortuin opmaken door allerlei uit
spattingen. Na 6 jaren keert hij berooid te
rug. Spijt heeft hij niet van zijn handelingen
hij heeft tenminste niet als zijn grootvader
gedaan, hij heeft „de kat in 't openbaar ge
knepen."
Na een kort verblijf in een klooster, waar
in hij leert inzien, dat zijn leven van den laat-
sten tijd toch geen leven was, wil hij terug
naar Sicilië.
Tenslotte komt de wedergeboorte: An-
drengo leert weer gelooven in de grootheid
der liefde en de schoonheid van het leven.
Zijn ziel is verlost uit den haat van het
leven.
Luid en dankbaar applaus klonk na deze
schoone voordracht.
Terecht zeide de voorzitter van „Kunst
aan het Volk", de heer Aug. M. J. Scven-
huysen in zijn dankwoord, dat dc heer
Scharten een schoone bladzijde had Loc-
voegü aan dc geschiedenis der vereeniging.