Opening wielerseizoen te Amsterdam.
DRAG HARLAN
HEi; WIELERSEIZOEN is Donderdagavond
op de Amsterdamsche Stadionbaan geopend,
Moment uit een der eerste wedstrijden.
DE PRINS VAN WALES presideerde deze weck tc Cardiff de installatie van de O:
van St. Johannes van Jerusalem. De Prins in de schilderachtige klccdij der orde
weg naar de plechtigheid.
MARCEL BERNARD, de nieuwe
Fransche tennisster, waarvan men in
internationale tenniskringen groote
verwachtingen koestert.
DE PRESIDENT VAN FRANKRIJK, Lebrun,
als belangstellend toeschouwer bij een demon
stratie op de Parijsche jaarbeurs, waar Lebrun
deze weck een officieel bezoek bracht.
DE HERTOGIN VAN YORK bracht deze weck
in gezelschap van haar twee dochtertjes een
bezoek aan de tentoonstelling van werk door
oorlogsinvaliden te Londen. De hertogin in
gesprek met een der exposanten.
TER GELEGENHEID VAN ZIJN 70STEN VERJAARDAG ia den Blaricumschcn wethouder Jan Richter NAAST DE BESTAANDE SPOORBRUG TE MOERDIJK Zal Cen grOOtC VCrliCCrsbrug gelegd WOrcfen.
door den burgemeester Biaricum^ namens^ vrienden c^<3orps^cn<^otcn^^het door j.rap Dooycwaard Dc voorbereidende werkzaamheden zijn reeds in vollen gang. - Op den achtergrond de bestaande spoorbrug.
FEUILLETON
door CHARLES ALDEN SELTZER
Naar het Amerikaansch door
HENRI VAN DE WEG.
9)
„Ja zeker", lachte Lawson. „ze kunnen je
hier zonder meer over hoop schieten; je hoeft
alleen Deveny maar even dwars te zitten.
Je bent een vervloekte gek, Strom. Barbara
Morgan zoo aardig te vinden, terwijl Deveny
een oogje op haar heeft. Hij wacht al een
heele tijd op haar. Je wist, dat hij zijn slag
zou slaan, zoodra Morgan uit den weg s; nou
is Morgan dood en
Doodstil, met gesloten oogen kroop Bar
bara achteruit; ze zakte ineen op den grond.
Toen ze de oogen weer opsloeg keek zij ver
wonderd naar het open venster, waar zij
het vreeselijke nieuws had opgevangen. Moei
zaam sleepte ze zich er weer heen en steu
nend op de vensterbank luisterde zij. Haar
hart scheen te zullen barsten; wild klopten
haar slapen.
Zij wist niet, hoelang ze bewusteloos had
gelegen. Rogers en Lawson zaten nog steeds
beneden te praten. Zoo scherp werd haar
gehoor, nu elke zenuw gespannen was tot
luisteren, dat het haar voorkwam of ieder
een in Lamo zou kunnen verstaan, hetgeen
die mannen zeiden.
„Zoo leg ik het nooit aan. Ik zou Harlan
opzoeken, alshij me hebben moet. man tegen
man. Maar hij zal me wel met rust laten.
Wat hij ook doet, hij schijnt altijd eerlijk te
rijn. Het lijkt me een dwaze onderneming zoo
iemand te willen beschuldigen van den moord
op Lane Morgan, terwijl de chef. Dolver en
Laskar het zaakje hebben opgeknapt".
Het was de stem yan Strom Rogers. Per
soonlijke haat en jalouzie kwamen er in tot
uiting.
Barbara klampte zich vast aan de venster
bank. Droge snikken schokten haar, terwijl
zij, gek van verdriet, voor zich uitstaarde.
„Daar heb je Harlan net! Hij kruipt van
zijn paard bij het huis van Gage. Moet je
opletten, hoe de kerel zich door niemand van
zijn stuk laat brengen".
Tot de werkelijkheid teruggebracht door
deze woorden, boog Barbara zich ver uit het
venster om op straat te zien.
Vlak voor het huis van den sheriff, geen
tien meter van haar af stond een lang,
breedgeschouderd man. Hij was juist afge
stegen en hield den teugel van zijn koolzwart
paard in de hand. Het scheen zijn bedoeling
te zijn het dier vast te binden. Zijn rug was
naar haar toegewend.
Ademloos keek zij toe tot hij zich om
keerde.
En toen zij hem aanstaarde, viel haar op
hoe scherp en rustig hij uit zijn oogen keek;
een sfeer van vastberadenheid en snel han
delen scheen hem te omgeven. De holsters
zonder kleppen op zijn heupen, kenmerkten
hem als een vechter.
Nooit eerder had zij iemand gezien als hij.
Om de een of andere onbegrijpelijke reden
gaf zijn komst haar een gevoel van veilig
heid; alsof er een koelte was gekomen op het
onverwachtst in den gloeienden dag.
Hij domineerde de groep mannen, die heA
onmiddellijk omgaf, echter niet door zijn
houding, want hij gedroeg zich als de ande
ren. Zij zag Deveny bij hem staan en achter
dezen en sheriff Gage, half verscholen, Las
kar. Zij merkte, dat Roger en Lawson lang
zaam in zijn richting liepen.
Weer overmeesterde haar het besef van
haar verlies. Een toomelooze woede tegen het
opgesloten worden greep haar aan. Het werd
haar onmogelijk in de kamer af te v
wat er met haar zou gebeuren; dat haar
vader was vermoord, wilde ze niet gelooven.
Er moest een misverstand zijn. Misschien
wist Rogers, dat ze luisterde en had hij het
gezegd om haar te kwellen. Zij had Roger's
avances zoo goed als die van Deveny, ge
negeerd.
Hijgend ontsloot zij de deur en liep de hall
in.
De man, aan wien Deveny had opgedragen,
haar te bewaken, stond nog boven aan de
trap en begon te lachen, toen hij haar zag.
„Probeer je het weer eens??", riep hij
vroolijk.
Zij glimlachte een lachje, dat den man
ontwapende en haar gelegenheid gaf, vlak
bij hem te komen.
„Wel vervloekt!"
Deze uitdrukking ontsnapte hem, toen Bar
bara hem voorbijvloog. Hij greep vergeefs en
bleef een oogenblik stom-verbaasd staan,
terwijl Barbara de trap afrende, de straat
op. Toen vloog hij achterna, vloekend, terwijl
zijn sporen rinkelden.
HOOFDSTUK VI.
VERGELDING.
Zich met den rug naar Fantoom keerend,
nadat hij voor de woning van den sheriff was
afgestegen, wendde Harlan zich tot de drie
mannen, die voor het huis stonden en hem
gadesloegen.
Het nauw merkbaar glimlachje, dat om zijn
lippen speelde, zou de reden, waarom hij hier
afsteeg kunnen verraden, want Harlan had
Laskar zien staan bij de anderen. Maar nie
mand kon zeggen of hij naar Laskar keek,
behalve dan Lasker zelf ,die durfde zweren,
dat Harlan zijn blik niet van hem afwendde
sinds hij uit het zadel was gesprongen.
Maar Harlan's oogen verrieden niets. Die
schenen niets te zien en toch ook weer alles.
Want Gage, die den man gadesloeg, was er
zeker van. dat Harlan naar hem keek: en
Deveny was er zoo goed als Laskar van
overtuigd, dat Harlan den blik op hem
richtte. Allen stonden zwijgend, elkander's
onrust wetend, te wachten op hetgeen komen
zou.
Deveny ontdekte, dat Harlan hen drieën
tegelijk aankeek een truc, die mogelijk
wordt door het oog te vestigen op een vor-
werp. dat zich vlak voor iemand bevindt.
In dit geval was het de boord van Deveny
zoodat ook degenen, die aan weerszijden van
dit puntbevonden, te zien waren.
Stalen zenuwen en onbuigbaren wil zijn
noodig om den blik niet af te wenden. Deveny
wist daaruit, dat hij stond voor iemand, wiens
durf en zelfcontrole bewonderenswaardig
moesten zijn. Hij wist ook, dat Harlan de
geringste beweging van een hunner zou op
merken.
Deveny. Laskar en de sheriff hadden af
gesproken, gezamenlijk op te treden. Zij had
den Laskar gedwongen naar buiten te gaan,
verwachtend, dat Harlan precies zou op
treden als hij gedaan had en zooals zijn
oogen deden vermoeden omtrent zijn plan
nen,
„Het is jouw beurt, Laskar", begon hij op
zachten toon. Laskar verstijfde. Hij bewoog
zich niet, maar liet zijn handen rusten op
de heupen, reeds sed-ert het oogenblik waarop
Harlan was afgestegen.
Met een snellen blik keek hij naar Deveny
en den sheriff. Het was tijd voor Deveny en
Gage om te handelen volgens het beraamde
plan.
Maar de sheriff bewoog zich niet en even
min veranderde Deveny van houding. Een
vreemde huivering overviel Deveny, een vage
angst. Besluiteloosheid greep hem aan; het
werd hem onmogelijk helder te denken.
Hij had meermalen en dan onbevreesd ge
staan tegenover beruchte vechters. Maar dit
maal gonsde in zijn ooren, dat dit geen ge
woon man was: dat nu op drie pas afstand
voor hem stond, gereed om toe te slaan. Har
lan Drag Harlan de schieter uit Parao,
een maai, die nooit geslagen was.
Zou hij, Deveny, er toe in staat zijn? Zou
hij, met eenige hoop op succes, zijn revolver
kunnen trekken, vóór het bliksemsnelle schot
van den ander hem het leven benam?
Deveny verbleekte, hij durfde het er niet
op te wagen. Tersluiks keek hij naar den
sheriff. Harlan zag dien blik, lachte meedoo-
genloos en zeide kortaf tot Lasker; „Ik heb
je gezegd, dat je tegen den wind in moest
loopen tot er geen wind meer was. Ik had je
ginds, bij de rotsen, al moeten toedienen wat
ik je collega bezorgde. Je hebt je kans gehad.
Schiet!"
„Harlan!"
Het was Gage, die sprak. Zijn stem klonk
moeilijk en schor.
Harlan bewoog zich niet, noch wendde zijn
oogen in een andere richting. Hij bleef staan,
koel, maar in de uiterste spanning. En zijn
stem beet:
„Jij bent de sheriff, hé? Je wou zeker wat
zeggen? Maar doe het dan gauw, voor deze
kerel probeert te schieten!"
De sheriff kuchte. „Je bent mijn gevangene
in verband met den moord op Lane Morgan,
gisteren in de woestijn gepleegd". De oogen
van Harlan werden tot spleetjes. Zijn lippen
krulden zich verachtelijk. En hij veranderde
niet van houding.
„Wie treedt op als getuige?"
„Laskar".
„Heeft hij al wat verteld?"
„Dat komt dadelijk".
Harlan deed een paar stappen achteruit.
Zijn houding werd als van een tijger. Een
woesU> licht straalde uit zijn oogen. Laskar,
die zich plotseling rekenschap gaf, dat hij
niet hoefde te rekenen op hulp van de zijde
van Gage of Deveny, werd desparaat.
Hij wist, dat de dood hem aangrijnsde.
Dood of roem. Het noodlot wilde het een of
ho* ander. Hij was bereid de kans te wagen,
welke Dolver en de éhef hadden geweigerd
ten opzichte van Lane Morgan.
j Wordt vervolgtQ,