coupe
EEN PACANINI VAN HET TOONEEL
Modeshow op de eerste Haarlemsche
Voorjaarsbeurs.
FILMNIEUWS.
HAARLEM'S DAGBLAD
DERDE BLAD
VRIJDAG 19 MEI 1933
HET TOONEEL
Edmund Kean herdacht.
(Van onzen correspondent).
Londen, 16 Mei.
Op 15 Mei hebben tooneelspelers en -speel
sters, schrijvers en critici in den foyer van
het koninklijk theater van Drury Lane hulde
gebracht aan de nagedachtenis van Edmund
Kean. Het was de honderdste verjaardag van
Kean's overlijden. Hij stierf in Richmond, op
15 Mei 1833, nadat hij drie weken tevoren op
het tooneel van den Covent Garden-schouw
burg, terwijl hij Othello speelde, in de armen
van zijn zoon was gezakt, uitroepend dat hij
ging sterven. Zijn zoon Charles was de Iago
in het stuk. Dat was het einde van een kun
stenaar hij was toen 46 jaar die te
vroeg was verteerd door de hevigheid van
zijn gemoedswerking, het dramatisch einde
van een leven dat aan drama was opgebruikt
en niet alleen het verbeelde drama van
de planken.
Het begin van Edmund Kean was ook on
gewoon en droevig en smartelijk geweest.
Zijn vader was een bediende op een aanne
merskantoor en zijn moeder een zekere Ann
Carey, een zwervende actrice van onaanzien-
lijken staat en onzekere zeden. Er heerscht
twijfel over den geboortedag van Edmund.
Er heerscht geen twijfel over de hardheid en
de ontbering van zijn teederste jaren. Zijn
ouders verwaarloosden hem. De verwaarloo-
zing ging zoo ver dat zij hem aan zijn lot
overlieten. Maar een verstootene vindt licht
bescherming van wat ruwen en rationeelen
aard in een troep rondtrekkende tooneel-
menschen, die zeker in dien tijd half-ver-
stootenen waren. En Edmund, die een schran
der, fijn en levendig kind was, trad reeds als
vierjarige voor het voetlicht in de aanklee
ding of wellicnt zal er van aankleeding
weinig te bespeuren zijn geweest van een
Cupido. Maar zijn eerste openbaring van too-
neelgaven was een vorm van simulatie. Een
actrice, die zich zijn lot had aangetrokken,
had hem op zevenjarigen leeftijd naar school
gezonden. Hij dronk er onderwijs in als een
dorstige het koele water. Maar de regelmaat
en de tucht waren te knellend voor een kind
d t in de wreedheid van zijn eerste jaren
tl' neigingen had ontwikkeld, die hem
n'mmcï zouden verlaten. Hij liep weg van
de school en monsterde als kajuitsjongen op
een schip, om te ervaren dat dit bestaan nog
knellender was dan dat van een schooljon
gen. Hij wendde daarom lamheid en stom
heid voor met een overtuigingskracht, die de
geneesheeren van Madeira, waarheen het
schip hem had gebracht, bedroog. En zoo
keerde de jonge Kean spoedig raar Engeland
terug, waar dezelfde actrice, een zekere Miss
Tidswell, die hem naar school had gestuurd,
zich weer over hem ontfermde en hem be
gon in te wijden in de geheimen van de ro
mantische tooneelspeelkunst. Toen hij veer
tien jaar was kreeg hij een engagement in
den schouwburg van York, waar hij rollen als
Hamlet, Hastings en Cato vervulde op een
gansch eigen en oorspronkelijke wijze, geheel
verschillend van de interpretaties van Kem-
ble, den voorna^amsten acteur van den tijd.
De faam van deze merkwaardige nieuwe ster
aan den tooneelhemel begon zich te versprei
den maar hij zou nog vele jaren zijn zeer
persoonlijke en zeer hevige tooneelkunst blij
ven geven aan de provinciesteden voordat
Londen, door een toevalligen samenloop van
omstandigheden, hem zou gaan toejuichen
zooals nimmer een acteur toegejuicht was.
Het ging slecht met den in 1812 herbouw
den schouwburg van Drury Lane. De trek was
naar de nieuwe instelling in Covent Garden
die uit ruime beurs de gunstelingen van het
publiek kon betalen. Het bestuur van Drury
Lane besloot Kean een kans te geven. Het
waseen der experimenten waarmede werd
beproefd den loop naar den schouwburg te
doen terugkeeren. Als een bewijs van de be
wogenheid van Kean's natuur staat geboek
staafd dat hij bij het naderen van zijn eer
ste optreden in Londen zich niet meer kon
inbinden en in dien schellen hoogen toon,
welke hem zoo te stade kwam bij de weer
gave van de hevigste gemoedsaandoeningen
op het tooneel, uitschreeuwde: Als ik slaag
word ik gek!
Edmund Kean slaagde, en al werd hij niet
gek, het succes steeg hem op noodlottige
wijze naar het hoofd. Zijn vertolking van
Shylock in Drury Lane, op den 26sten Jan.
1814 hij was toen 27 jaar bracht het
publiek in de hoogste vervoering. In de ver
tolking van andere rollen in denzelfden
schouwburg, Richard III, Hamlet, Othello,
Macbeth en King Lear, toonde hij een vol
ledig meesterschap in de uitbeelding van
driften en ontroering in alle denkbare nuan
ces. Volgens zijn eigen getuigenis benam de
geestdrift, die uit het groote auditorium over
het voetlicht kwam rollen, hem vaak den
adem „en voelde ik het tooneel onder mijn
voeten wijken". Dit optreden in Drury Lane
was het begin van zijn glanstijd, die nauwe
lijks tien jaar zou duren. Van rondtrekkend
acteur, vechtend met armoede en ongerief,
was hij een ster geworden van het. tooneel,
waarbij de glans van een Garripk of een
Kemble verduisterde. Hij bracht Drury Lane
er bovenop en genoot zelf stoffelijk in ruime
mate van deze praestatie. „Nu krijg je een
rijtuig", zeide hij tot zijn vrouw Mary, „en
Charles (de zoon) moet naar Eton". Mary
reed inderdaad in een rijtuig maar de gever
behandelde haar later schandelijk. En Char
les ging naar Eton maar moest de school te
vroeg verlaten om voor zijn moeder te zor
gen, die door den vader was verlaten.
Volgens de voorstellingen van critici van
den tijd was Kean's uitbeeldend vermogen
zoo schrikwekkend dat zijn medespelers zelfs
overstelpt werden door de dramatische illu
sie. Kean was klein van gestalte, een nadeel
voor een tooneelspeler. Het was het eenige.
Zijn gezicht was in menig opzicht zijn for
tuin. Het was interessant en ongewoon be
wegelijk en kon stil zijn als een vijver bij
windstilte, rimpelend als een vijver waar
over een zomerzuchtje glijdt en woest als een
oceaan opgezweept door storm. Van zijn stem
is gezegd dat ze om beurten kon fluisteren
«net de betoovering van de ijlste muziek en
in de lage tonen kon daveren met onweer
staanbaar doordringende kracht. Ofschoon
Kean vele rollen heeft gespeeld moet men
aannemen dat de gevarieerde schoonheid en
de grandeur van zijn spel zich in de hoogste
vormen openbaarden in de vertolkingen van
de groote scheppingen van Shakespeare's
genie. In zijn hoogste vermogen moet Kean
in zijn rollenkeus beperkt zijn geweest. Woe
de, drift en tragedie waren zijn kracht. En
naarmate er meer van was in de karakters,
die hij uitbeeldde, ontroerde hij dieper. De
acteur zelf mag de schokkende ervaringen
van zijn dramatische personen niet hebben
gevoeld, de uitbeelding er van kostte meer
physieke en geestelijke inspanning dan een
altijd fragiel lichaam kan weerstaan. Kean
kreeg meer en meer behoefte aan den prikkel
van sterken drank. En hij was van huis uit
een wilde, dwarse, bandelooze man. Hij was
zijn eigen vijand en die van de zijnen. Hij
verspeelde de openbare gunst door de minne
manier waarop hij zijn vrouw behandelde.
De strijd om die gunst terug te winnen en
om zich te handhaven was te zwaar. Daar
om begaven hem zijn krachten te vroeg, op
geteerd als ze waren in wilde escapades en
onmatigheid op velerlei gebied. Toch behield
tot het laatste oogenblik toe op het tooneel
de geest de overhand zelfs toen een onzekere
stap en een schelle stem in de plaats waren
gekomen van den fieren tred en het meest
betooverende spreekorgaan dat de geschie
denis van het Engelsch tooneel had gekend.
Kean leeft niet meer in levende herinne
ring, alleen in de geschriften van den tijd
en in ^enige portretten. Men mag aannemen
dat de nieuwe wereld hem niet zou kunnen
verdragen. Men kan zich geen breedere kloof
voorstellen dan die welke gaapt tusschen het
tooneel van een eeuw geleden en dat van
thans. Kean moet het theatrale hebben op
gezweept tot hoogten die in zijn hevigste mo
menten wellicht door onzen Bouwmeester
zijn genaderd. En hoe denken wij over Bouw
meester? De kleeding, waarin Kean zich hul
de en die wij zien op zijn portretten, zijn ge
baren, zijn standen, de grimmigheid en de
felheid van mond en oog zijn voor onzen
smaak overdreven tot in het belachelijke.
Maar Madge Kendal, de oude tooneelspeel-
ster die werd geboren vrij kort nadat Kean
was gestorven en die Maandag bij de hulde
in Drury Lane een krans heeft gelegd aan
den voet van Kean's standbeeld in den foyer,
blijft volgens haar uitspraak Kean den groot
sten acteur van den tijd vinden, die de tra
dities en de conventies van het tooneel in
leven en in vuur hield. Sir Frank Benson, een
andere veteraan, maakte een moderne ver
gelijking toen hij het dynamisch vermogen
van Kean schetste. „Wanneer hij Shylock
speelde", verklaarde hij, „scheen hij een
combinatie te zijn van alle electrische stroo
men in de wereld". Deze veteranen treuren
ongetwijfeld over tooneelglorie die is ver
gaan en waarvoor bloedeloosheid en in pre-
cieuse woorden gehulde psychologie in de
plaats zijn gekomen. Met de tradities en de
conventies, die Madge Kendal zoo ter harte
gaan, is gebroken. Velen moeten het gevoel
hebben dat dit het tooneel heeft verzwakt en
ontaard.
RICHARD STRAUSS TE PRAAG GEBOYCOT
Naar aanleiding van de houding, welke
Richard Strauss ten opzichte van de gebeur
tenissen in Duitschland heeft aangenomen,
en in het bijzonder nadat hij zijn zegel hecht
te aan de actie tegen Thomas Mann. en als
dirigent optrad bij een concert, dat oorspron
kelijk Bruno Walter had zullen leiden, heeft
de directie van den Duitschen Schouwburg
te Praag, den Rosenkavalier ostentatief van
het programma der - Maifestspiele geschrapt.
Lohengrin zal thans de plaats van den
Rosenkavalier innemen.
CABARET PING PONG.
Dotz Son Rethel.
Zaterdag 20 en Zondagavond 21 Mei zul
len door het Internationale Cabaret „Ping-
Pong" voorstellingen worden gegeven in den
Stadsschouwburg. Het geheel staat onder
leiding van Kurt Egon Wolff. In dit inter
nationale „Lente Cabaret", zooals het ge
noemd wordt, treden op eenige Duitsche
(Joodsche) artisten en eenige Nederlanders.
Dora Gerson, Dotz Son-Rethel, de man met
de 1000 geluiden, Kurt Egon Wolff, Irmgard
Andersen. Géza L. Weisz. Bep Stoy. Julia
Marcus met karikaturistiscne dansen, waar
van enkele met Louis David's gezelschap cp
tournée zijn geweest. Ook eenige sketches
zullen worden opgevoerd.
Nieuv/e abonnements
tarieven voor kleeding
naar maat. Volle waar
borg voor echt kleer
makers handwerk.
Dat dit voordeelen heeft, is buiten kijf: de
meeste bioscoopbezoekers kunnen veel be
ter Duitsch volgen dan Araerikaansch. Dat
er echter veel van het oorspronkelijke verlo
ren moet gaan. staat eveneens vast. En voor
een betere bcoordeeling van de acteurs zou
men ze met hun eigen stemmen dienen te
hooren.
A. J. C. VL.
JEUGDFAXFARE „VOOR ONS GENOEGEN".
De „Jeugdfanfarc „Voor ons genoegen"
houdt Zaterdag haar eerste uitvoering in het
gebouw „Harmonie
Medewerking wordt verleend door den heer
de Vries (humorist». De tooneelvereenigmg
„Vooruit" voert een klucht in êcn bedrijf op,
getiteld: Dolle Dries.
Zomer- en vacantiemode.
(Adv. Ingez. Med.)
LUXOR THEATER
Titanen der Lucht.
Over het vliegwezen bij het leger en de
sensationeele avonturen van de stoutmoedige
vliegers daarbij zijn in den loop der tijden al
verschillende films verschenen. Men denke
bijv. aan Lilac Time, aan Vlammende Vleu
gels, aan het Legioen der Gedoemden. Thans
heeft de Metro Goldwyn Mayer een vliegfilm
uitgebracht, die echter, in afwijking van de
vorige, geen oorlogstafereelen weergeeft,
doch zich bepaalt tot oefeningen in vredes
tijd. De bekende spreuk: Si vis pacem. para
bellum. als gij den vrede wilt. bereid u dan
voor op den oorlog, wordt in de film in praktijk
ebracht.En wie nog net overtuigd is van de
vreeselijke en gevaarlijke moorddadigheid
van oorlogsvliegtuigen, van den oorlog Lit de
lucht dus, ga deze film zien: in weinige mi
nuten is een oude kruiser met ontzettende
zekerheid bestrooid met ettelijke bommen,
die hem vrijwel onmiddellijk doen zinken.
De geschiedenis in de film heeft weinig om
het lijf. Tusschen twee vliegers, die elkan
der toch al niet. goed kunnen zetten, komt
het tot een volslagen breuk, als de eene. een
ruwe, doch in zijn hart goedige lobbes (Wal
lace Beery) door een verre van fijn grapje
verwijdering teweegbrengt tusschen den an
der (Clark Gable) en zijn meisje. Als dan
tenslotte door een hevige mist bij een oefe
ning het toestel van Gable verongelukt en
hijzelf in zee terecht komt, redt Beery hem
echter, waarbij hij zelf het leven verliest
Wallace Beery speelt zijn rol forsch en
krachtig. Zijn buitengewoon expressief ge
laat weerspiegelt de minste gemoedsbewe
ging en hoewel deze film hem niet veel ge
legenheid biedt om zijn talenten te toonen (de
hoofdzaak toch is het vliegen), zooals bijv.
the Champ of Min and Bill wel doen, bewijst
hij toch nu ook weer een prachtig acteur te
zijn. Hij is in zijn element, als hij in een
hemd met open hals loopen kan, een riem
draagt en de pet dwars op het hoofd mag
zetten. Dat hij echter óók anders kan. weet
ieder die zich hem in zijn creatie van direc
tor Preysing in Menschen im Hotel herin-
nnert. Het kost moeite in Windy uit Titanen
der Lucht denzelfden persoon te herkennen.
Clark Gable is de jeune premier, die het, in
tegenstelling met zijn soortgenootcn Mont
gomery en Fritsch. nu eens niet van knap
heid en zoete glimlachjes moet hebben.
De aantrekkingskracht van de film ligt
echter in de opnemingen van het vliegen- Op
zeer suggestieve wijze leeft men liet. leven
der vliegers mee, in hun opstijgen. In het
landen, en dat voornamelijk op een moeder
schip, in hun loopings en andere gevaarlijke
en sensationeele toeren in de lucht. Regis
seur Hill heeft dat alles uitgebuit tot het
laatste toe. Men zou de film voor het grootste
deel een gespeelde documentaire kunnen
noemen. De Amerikaansche luchtvloot ver
leende haar medewerking. Drie luchtschepen
ziet men tegelijk in de lucht en tientallen
vliegtuigen stijgen als een vlucht meeuwen
op. Spannend is het luchtgevecht in het be
gin, spannend de strijd om het behoud, als
een vleugel afbreekt.
Wie van sensatie houdt, en dan op het
gebied van het vliegen, zal door deze film
stellig niet worden teleurgesteld.
Van deze film is een Duitsche copy in om
loop, d.w.z. door de luidsprekers in de bios
copen klinken de stemmen niet van Beery
en Gable, maar van Duitsch-sprekende men
schen, wier woorden, later uitgesproken en
op den geluidsband gebracht, kloppen met
de lipbewcgingwi van de acteurs op het doek.
Modeshow op de Voorjaarsbeurs
Op de Eerste Haarlemsche Voorjaarsbeurs
in de Gemeentelijke Concertzaal organiseer
de gisteren de firma Vogelzang een show
van voorjaars- en zomermode en inder
daad zocht zij daar niet den ongeschiktsten
dag voor uit, want het was gisteren voor het
eerst in de schoone maand Mei, die volgens
de traditie de lentemaand moet zijn, maar
zich helaas niet altijd aan dien toch zeer lof-
felijken regel houdt, dat de zon niet alleen
werkelijk scheen, maar ook een beetje echte
warmte gaf zij het dan dat de wind er
duidelijke kenteekenen van droeg, dat hij
uit de richting van de Poolzeeen en de ijs
bergen kwam. Maar de blauwe lucht en de
gouden zon en de witte wolken, die toch be,
ter passen bij vroolijke. luchtige zomerjurk
jes dan bij een grijzen regenhemel en natte
straten, waren er: en waarschijnlijk heeft
menigeen met mij zitten watertanden bij
het zien van die aanlokkelijke modellen, vrij
wel allemaal in zachte pasteltinten of wit, die
anderhalf uur lang en gedragen door een
buitengewoon groot aantal mannequins, tus
schen ons door defileerden.
Voor ik in details treed, doe ik overigens
beter met even een paar opmerkingen te
maken over de mode van het oogenblik. die
sedert het najaar wel geen grondige veran
deringen heeft ondergaan, maar die toch de
noodige vorderingen heeft gemaakt als
men ten minste het woord vorderingen mag
gebruiken daar het ieder, die een der
gelijk verschijnsel meer heeft meegemaakt,
duidelijk moet zijn. dat die vorderingen
eigenlijk vorderingen in de verkeerde rich
ting zijn. Vergeleken bij verleden jaar, is de
mode er op achteruit gegaan, en vertoont on
miskenbare teekenen van „vast loopen"; het
vervallen in te veel details, het steeds mc-er
imiteeren van stijlen van vroeger, het gebrek
aan werkelijke vindingrijkheid bij de mode
ontwerpers zijn even zoovele teekenen van
decadentie zoodat men zich begint af te
vragen, of het werkelijk waar zou zijn. dat
deze mode zijn langsten tijd gehad heeft.
Het hoeft natuurlijk nog niet zoo te zijn, het
is mogelijk, dat men de groote lijn nog zal
weten te behouden en bijtijds terug komen
van de al te erge buitenissigheden, die veelal
overgenomen zijn uit een anderen tijd en in
den onze niet meer passen: maar wat de toe
komst zal brengen voor de wonderlijke be
schavingsuiting ,mode" is een vraag, die op
het oogenblik werkelijk moeilijk te beant
woorden is. Men zou kunnen aanvoeren, dat
in vroeger tijden modes dikwijls tientallen
van jaren bleven heerschen, en dat „natuur
lijk'' deze mode voovloopig nog wel de over
hand zal houden: ik zou als tegenargument
kunnen aanvoeren, dat in den tegenwoordi-
een tijd. waarin alles zoo ongelooflijk veel
sneller gebeurt dan vroeger, dergelijke regels
niet meer opgaan; wat een verschil is er niet
bij vroeger, toen de mode er dikwijls jaren
over deed om in alle uithoeken van de we
reld door te dringen? Op het oogenblik is dc
toestand zoo. dat vandaag de ontwerpers in
Parijs en Wecnen een nieuw idee lanceeren.
en dat morgen het nieuwe idee per telegram
'of radio in Peking. Sydney, en Kaapstad ar
riveert. terwijl het overmorgen verhuist naar
het achterland van die steden en den dag
daarna besproken wordt door de ..belles" van
de meest afgelegen dorpen in alle uithoeken
van de wereld. Elk proces is versneld tegen
woordig. en ook dit; mij in allen gevalle zal
het benieuwen, wat er gebeuren zal met. een
mode als die van het oogenblik, die al bijna
geen mode met één groote lijn meer is. maar
een samenraapsel van een ongelooflijk groote
hoeveelheid details, die meerendeels recht
streeks uit de oude doos gehaald zijn. Alle?
mag op het oogenblik en bijna zou men
kunnen zeggen: hoe buitennissiger. hoe lie
ver
Men meene overigens niet, dat deze boutade
over een mode. die bezig is vast te 'oopen in
haar eigen neiging tot detailleering. zoodat
zij daarbij de groote lijn uit het oog verliest,
tekort wil doen aan de tientallen honderd
tallen zou men bijna kunnen zeggen van
modellen, die de firma Vogelzang toonde:
integendeel, als men dat bezwaar van gebrek
aan groote lijn en te veel aan detail over hot
hoofd wil zien. dat een onvermijdelijk gevolg
is van de thans heorschcnde mode. dan wa
ren velen van dc getoonde modellen, op zich
zelf beschouwd, buitengewoon aantrekkelijk,
en vooral de zomcrschc avondjaponnetje. die
gemaakt waren van het weer in dc mode ge
komen organdie, een zeer dun katoenen, be
trekkelijk stijf uitstaand stofje, dat vooral
veel in effen wit en in verschillende be
drukte patronen voorkwam, waren de clou
van den heelen middag, en zullen waarschijn
lijk ook de clou van het aanstaande zomer
seizoen worden, ze staan allecharmantst met
hun wijde, bestrookte rokken, hun pof- of
strookmouwen en hun breede centuurs van
ciré satijn van afstekende kleur, die ge
woonlijk met een grooten strik op den rug
dicht gaan. De tweede in het oog vallende
nieuwigheid was het buitengewoon veelvul
dig gebruik van datzelfde ciré satijn, dat niet
allen verwerkt werd tot ceintuurs, maar
waarvan zelfs lange mantels, korte mantel
tjes en schoudercapetjes op de show gedra
gen werden, en dat ook veel werd gebruikt
als garneering op japonnen en complets. Wat
betreft de kleuren: als men oordeelt naar
wat hier vertoond werd, dan zal matblauw i
van den zomer veel gedragen worden: daarop
volgen rood en het hardgroen van het vo
rige jaar, alleen nu in een nuance, waarin
iets meer geel zit, vervolgens beige, en na
tuurlijk. zooals vrijwel ieder jaar. zwart en
wit. Bedrukte stoffen waren ir. alle moge
lijke soorten vertegenwoordigd: ruiten, nop
pen. strepen, gebloemde dessins: de laatste
zelfs zeer veel, en meestal in betrekkelijk
kleine, bonte patronen op een wit fond. Dc
buitengewoon groote hoeveelheid modellen,
die de revue passeerden, maken een be
schrijving van alle aardige en frappante toi
letjes onmogelijk, en ik zal moeten volstaan
met het releveeren van een gedeelte er van,
dat ik om hun bijzondere aantrekkelijkheid
noteerde; uit den aard der zaak zijn dit
meest middag- en avondjaponnetjes, hoewel
de vertoonde sport.jurkjcs in hun simpelheid
ook verdienstelijk genoeg waren!
De minder gekleedc middagjaponnen dan
waren dikwijls gecombineerd met een lange
of driekwart lange mantel met halve of
lange mouwen, die gemaakt was van de stol'
in één van de kleuren van het patroon: er
was een frapanle roodc jurk met een drie
kwart lange, zwarte mantel van ciré. terwijl
de mouwen van de jurk ook van dat ciré
satijn waren, een effect, dat niet flatteus, en
zelfs niet bijzonder mooi te noemen is. en
dat alleen maar door slanke vrouwen met
een buitengewoon goed figuur gedragen zal
kunnen wordener was een combinatie
van zwart ciré satijn met grijsblauw, waarbij
bijpassende zwarte handschoenen met groote
kappen hoorden; er was een donkerbruin
ciré jasje op een wollen jurkje van een mooie
café au lait-kleur, dat een bovenstuk van
hetzelfde ciré had; er was een buitengewoon
apart completje van fijne, kleurig bedrukte
crêpe de chine, waarvan de driekwart lange
mantel van dezelfde stof van een los. wijd
model was. dat een Chineesch effect maak
te. en die afgewerkt was met zwart ciré
satijn.
De gekleedc middagjurken zijn alle Iets
langer, terwijl de zeer verschillende lengtes
van de mouwen en de jasjes met lange of
halve mouwen, die op de mouwlooze avond
jurken gedragen werden, de overgang tus
schen de gekleede middagjurken en de avond
jurken tot een zeer geleidelijke en haast op-
merkbare maakt, die in de praktijk van groot
nut kan zijn: een japon, die tegelijk middag
en avondjurk is. is een groot voordeel bij het
uitzoeken van een vacantiegarderobe. dlc
wel in alle mogelijkheden moet voorzien,
maar die niet al te veel plaats mag Innemen.'
In dit soort japonnen toonde de firma Vogel
zang een verscheidenheid, die bijna aan liet
ongelooflijke grensde, en die aangeven van
wat het mooiste was. buitengewoon moeilijk
maakt; toch zullen velen met mij zich waar
schijnlijk het zwarte avondjurkje, waarover
later een wijde, met rood gevoerde, drie
kwart lange cape word gedragen, herinneren,
dat met zoo'n bijzonder persoonlijke gratie
door een donkere mannequin werd vertoond,
terwijl door dezelfde draagster een toiletje
ten tooneel werd gevoerd, dat werkelijk een
meesterstuk van ..workmanshin" was: oen
japonnetje van crème crêpe die chine met
een rok, die oneindig verwijd werd door in
gezette geeren van crème kant; daarbij be
hoorde een jasje, waarin weer crème crêpe
de chine en kant verwerkt waren. Een zwarte
avondjurk (Parijs verloochent nog steeds zijn
geliefd zwart niet. zelfs niet voor den zo
mer!) waarbij zwarte mitaines van dezelfde
stof hoorden, was bijzonder mooi en eenvou
dig van lijn te midden van veel minder sim
pels; een toilet van bleeke saumon kant, met
een berthe van hetzelfde materiaal afgezet
met zwarte kant was buitengewoon mooi van
kleur; een paar avondjaponnen van witte,
golvende organdie waren sprookjesachtig fijn
'hoewel wit. nog meer dan zwart, het zeer
groote bezwaar heeft, dat het alleen gedra
gen kan worden door fijne gezichten, daar
hot gauw boersch maakt en vergroft); een
ander toilet van zwart met grijsblauwe kant
is ook een vermelding ten volle waard.
Een ander toilet van zwarte tafzij met zeer
groote. bestrookte pofmouwen. i.s misschien
ook de moeite van het vermelden waard zij
het. om een andere reden, namelijk om hel,
feit. dat het zóó als het was uit, een mode
blad uit do negentiger jaren overgenomen
scheen, en dat hot nu..., niet mooi was, en
een voor zichzelf sprekend voorbeeld van
mijn bovenstaande bewering, als zou te veel
na-aperij van vroeger oen mode van nu scha
den: hoe veel aardiger waren niet de luchtige,
eenvoudige organdie toiletjes met wijden be-
strookten rok. waarbij dc lijn van het geheel
bewaard bleef, al werd dan een klein pof
mouwtje overgenomen?
Dat organdie zal. en ik herhaal het nog
maals. waarschijnlijk een groot succes heb
ben van den zomer Elegant, luchtig, en uiter
mate geschikt om zeer „vrouwelijke" japon
netjes van te maken. Als de weergoden maar
meehelpen willen en dc zoele zomeravonden
geven, waarop ze gedragen moeten worden,
dan zullen ze waarschijnlijk ook in Holland
furore maken en velen herinneren aan den
goeden ouden tijd, toen dc vrouwen nog geen
beenen, en alleen maar deinende, bestrookte
rokkenmassa's en kleine elegante voetjes
hadden
WILLY VAN DER TAK,