SH3Q:-
3
BRIEVENBUS.
Deze raadsels zijn ingezonden door Jon
gens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.
Iedere maand worden onder de beste op
lossers vier boeken verloot.
AFDEELING I.
(Leeftijd 10 jaar en ouder)
1. (Ingez. door Beppie Koster.)
Welke schuilnaam staat hierin verborgen?
2. (Ingez. door Concordiaan).
Wie kent een Nederlandsche plaats, waar
driemaaldc letter e in voorkomt? En een
met driemaal de letter a? En een met drie
maal dc letter o?
3. (Ingez. door het kleine Verpleegstertje)
Vul dc puntje in met letters, zoodat je een
bekend rijmpje krijgt.
D tga-neluikt e w1.
4. (Ingez. door Zwartje.)
Mijn geheel is een schuilnaam van 16 let
«ers.
14 15 16 is een knaagdier,
1 2 is een lidwoord.
5 6 is voedzaam.
9 10 11 12 13 is een gezonde drank.
3 4 5 6 is een grondsoort.
T 8 3 is een lichaamsdeel.
5. (Ingez. door Ansepans).
Het bovenste is zwart,
Het middelste is geel.
Het onderste is groen.
Hoe rijmt dit tezamen?
6. (Ingez. door Alpenroosje.)
Vul de kruisjes in met klinkers, zoodat er
een eigenaardig gezegde komt.
xxn kxttxng xs nxxt stxrkxr dxn zxn
zwxkstx schxkxl.
AFDEELING II
(Leeftijd 9 jaar en jonger.)
1. (Ingez. door het kleine Strijkstertje.)
Welken schuilnaam kun je hier uithalen?
(Ingez. door Beppie Koster.)
wij
3. (Ingez. door W. B. Z.)
Neem uit onderstaande zinnen telkens één
woord, zoodat je den naam van een bekend
'spelletje krijgt.
In dat boek staan mooie platen.
Dat Indische meisje kwam voor haar ge
zondheid in Holland.
Weet je niet, waar dat plaatje staat?
Er is een heele boel water in de goot.
Dat. maakt ons huis vochtig.
4. (Ingez. door W. B- Z.) Strikvragen.
a. Met welke schijven moet je voorzichtig
zijn?
b. Wat is het sterkste dier?
c. Welke bloemen vragen geen verzorging?
d. Welken spiegel gooi je met steenen zelfs
niet stuk?
5. (Ingez. door W. B. Z.)
Toen Olga jarig was, kwamen Sofie, Ida,
Els. Anna. Lonie, Bets, Ursula en Mien op
visite. Broer Piet mocht zijn vriend Ernst
vragen. Als je de namen in goede volgorde zet
noemen de beginletters het cadeau dat Olga
van haar ouders gekregen heeft.
6. (Ingez. door W. B. Z.) Verborgen gereed
schap.
a. Waar is de ham- Ei* staat wel rookvieesch
op tafel.
b. Daar is weer een aardbei. Telkens zie ik
er een tusschen de bladen.
c. Wat angstig- om in storm alleen op zee
te zijn.
d. Bob oordeelt altijd streng over anderen.
e. Woon jij in Doornspijk? Er was ook een
jongen uit Elburg.
f. Wat een strop! Riemen waren liergens
te vinden.
g. Trek de scha af van de rekening.
RAADSELOPLOSSINGEN.
De raadseloplossingen der vorige week zijn:
AFDEELING I.
1. Philadelphia.
2. Ananas, Aardappel, Plataan.
3. Ansepans.
4. Gelukspop.
5. a. Februari, b- een gat. c. ouder worden.
6. Vecrc. Terneuzen. Made, Den Haag,
Vecndam, Stavoren, Aalten, Heusden.
AFDEELING II
1. Kruidje roer mij niet.
2. Kerstroosje.
3. Oog. arm, teen, neus. oor, hand, kin.
4. Wingerd.
5. Kat. aap. hond, os, haan, mol.
6. ijs. stoel, kat.
Goede oplossingen ontvangen van: Wim 6
Vaders Jongen 5 Moeders Troost 6 Zilver
schoon 6 Rozekroontje 2 De kleine Timmer
man 6 Netty Zijlstra 6 Sneeuwvlokje 6 Rood
kapje 6 Puckie 6 Rietje Luyten 5.
Oeverkevertje 6 Zandkevertje 6 Blondkopje
6 Schrikkelkindje 6 Poppen verpleegstertje 6
Gouden Regen 6 Kitty 6 Aran ka 6 De kleine
Timmerman 6 Rozekroontje 4 Poppenkind 6
Blauwdruifjc 6 Herderinnetje 6 Riek Luyten
4 Dc kleine Dammer 6 De kleine Rekenbaas
6 Juffertje Spring in 't Veld 6 Het kleine Ver
pleegstertje 6 Het kleine Strijkstertje 5
Zwartje 6 Slaapmutsje 6 Duifje 5 De tuin
man 6 Leits Feint 6 Paaschhaasje 6 Bosch
roos 6 Kruidje roer mij niet 6 De Tuinman 6
Alpenroosje 6 Nelly F. 6 Haakstertje 6 Cro-
cusje 6 Zomerkindje 6 Accaciatakje 5 Klein
Duimpje 6 Roomsoesje 6 Dierenvriend 3 Par
kietje 6 Gelukspop 6 Seringenknopje 6 Avro-
vink 6 Hermien Janssen 6.
RUIL-RUBRIEK.
ZILVERSCHOON. Asterstraat 16 heeft van
Onze Bibliotheek de volgende letters dubbel:
N I en (aanhalingsteekens)- Daarvoor
vraagt ze B B L Ruiltijd rs avonds na 6 uur.
ARANKA, Borskistraat 12, Haarlem-Noord
heeft 28 Franken en 3 Droste. Hiervoor vraagt
ze 30 Miss Blanche. Ook geeft ze 30 Sickesz
voor 30 Miss Blanche. Dan heeft ze nog 22
Haka, die ze wil ruilen voor Amstel.
RIEK LUYTEN. Brouwersstr. 19 heeft Vet-
planten, Jamin, Carels. D. E. Haka. Voetbal,
Cigaret, van Dijk. Wïjbert, Pleines, Ira, Hoe
heet die vogel? Hiervoor gaarne terug Weeg
schaal ol Kwatta-
POPPENKIND. Molukkenstr. 20 heeft Ja-
min en Sickesz. Ze vraagt daarvoor Kiazim.
Ruiltijd Woensdag' van 35 en andere dagen
van half 5 tot half 6.
ACACIATAKJE, Spaarnwouderstr. 110
heeft 50 Filmsterren, 18 Funke. 1 Haas, 3
Scholten. 38 Athletiek, 40 Voetbal, 1 Wandel
en fietskaart, 1 groote Voetbal, 25 Vetplanten
1 Benito, 1 Jamin, 1 Leupen. I-Iieiwoor vraagt
ze: Duifjes en Duifjespl. Felix, Klaverblad,
Lido, .Weegschaal, Bussink, (Groningen) en
Dobbelman.
AVROVINK. v. Marumstr. 24 rood, heeft
van alles tc ruilen. Wie komt. heeft zeker
succes. Hij verlangt: Hille (N.H.) Weegschaal
V. S., Kwatta. Sickesz, Bali, Batco, Kiazim,
Turmac, Cocktail. Xanthia.
WAT ONZE BELANGSTELLING
WEKT.
Welke is de breedste rivier? De Ama
zonerivier in Brazilië, want ze is ongeveer
3 Kilometer breed.
Waar komt de sinaasappel oorspronkelijk
vandaan? Uit achter-Indië en 't Zuiden
van China.
De Chineeschc muur. Hiermee duidt
men den muur aaix,, die de Chineezen on
geveer 2200 jaar geleden in 't Noorden van
hun rijk gebouwd hebben tegen aanvallen
van dien kant. Een groot deel is in den loop
der tijden verdwenen, vooral door invloed
van 't weer; ze was ongeveer 3000 Kilometer
lang en gemiddeld 7 Meter dik en op som
mige plaatsen 16 Meter hoog; op de laagste
plaatsen was hij toch nog 4 Meter hoog.
De Sint Gotthardspoorweg. Deze spoor-
weg is evenals het gebergte waar hij door
loopt genoemd ïxaar Bisschop Gotthard van
Hildesheim, die in de 12c eeuw leefde.
In 1872 begon men met den aarleg en het
duurde tot het eind van 1881 voor men met
dezen reuzenarbeid gereed was. De geheele
spoorweg is 276 Kilometer lang, ze heeft 80
tunnels met een gezamenlijke lengte van 4b
Kilometer en telt 324 bruggen.
POSTZECELRUBRIEK.
r
/O
'sr
Jó
*/0
o~o
Óo
9°
'Jf
'■/r
'K.
r
r
O
/j-
JO
</o
ro
6 o
/3"
O
9°
/X
J
In 1920 verscheen ook nog een nieuwe serie
dienstzegels; op witten grond in gekleurd
ovaal staat in den buitenrand Dienstmarke-
Bayern- In het midden staat de waarde on
der een leeuw. Men krijgt dan 5 p. (geel
groen) 10 p. (oranje) 15 p. «rood) 20 pf.
(violet) 30 p. (blauw) 40 p. (geelbruin).
In nieuwe teekening liggend verschenen
50 pf. (vermiljoen), 60 pf. (groen), 70 p.
(violet). 75 p. (karmijn), 80 pf. (blauwgrijs)
90 pf. (olijf) 1 M. (bruin), 1 1:4 M. (groen)
11/2 M. (vermiljoen) 2 12 M. (blauw) 3 M.
(karmijn). 5 M- (zwart olijf) Afmeting der
vakjes 28 x 24.
Met opdruk Deulsches Reich verscheen la
ter eveneens nog in 1920 een precies gelijke
serie.
NB. De zendingen zijn weer verzonden be
halve voor groep 1 en 2. De hoofdgroepen
kunnen niet rondgaan als C niet thuis is.
Waar zit dit zending? H. Meurs, Borskistr. 28
is de laatste. Wil je even xxagaan hoe het
daarmee zit? Vóór 1 Juni moet ik de zending
C terug hebben om de hoofdgroepen nog
éénmaal vóór de vacantie te kunnen laten
doorgaan.
Rustenburgerlaan 23
ONZE BIBLIOTHEEK.
Denk er om!
Boeken terug:
Woensdag 31 Mei a.s. vóór 5 uur.
W. F. M. H. LASSCHUTT,
Emmastraat 36.
Haarlem, 26 Mei 1933.
WIE FOPT ER GRAAG?
Vraag een van je vriendjes, of hij kan
spellen- Dan zal hij zeggen:
„Natuurlijk: stel me maar op de proef."
..Ik geloof het niet! Je zult drie gemakkè-
lijke woorden. die ik je opgeef, niet binnen
dertig seconden kunnen spellen."
„Wel waar. Geef maar op!"
„Amstei'dam!"
„A-m-s-t-e-r-d-a-m".
„Keuken."
„K-e-u-k-e-n".
„Fout".
„Wat?" zal je vriend zeggen. „Ik heb het
goed gespeld. Het is niet fout.
„De dertig seconden zijn om!" moet je dan
zeggen.- „Maar waarom spelde je niet het
woord: fout? Zie je wel. dat je het niet kunt!"
DE KABOUTER EN DE PAD.
(In dezen titel is niets verborgen)
Onder een bloeienden struik zat een kleine
kabouter. Nu liep hij langs het kleine laantje,
't Was er heel stil en alles geurde zoo heer
lijk. De kabouter durfde zijn voetzooltjes
haast niet neer te zetten. Zoo bang was hij
om de stilte te verbreken. Plotseling hoorde
hij een gekrijsch. De kabouter kroop weg
achter een bloemperk, 't Was een uil. die een
vogeltje wou pakken. Hij kon den dik bebla-
derden boom niet uit en stootte zich telkens
aan de takken. Onze kabouter vond 't wel
grappig. Hij verstopte zich nog een poosje.
Toen keek hij eens rond. Daar liep een
bruine pad. Die haalde wormpjes van.de
bladen.
„Mag ik met je meeloopen?" vroeg het
ventje.
„Ga je gang maar," antwoordde de snug
gere pad.
Hij keek met schele oogjes naar de sierlijke
puntmuts van den kabouter.
„Ligt daar geen cocon van de zijderups?"
vroeg hij aan den kabouter.
„Ik durf 't niet aan te raken," was 't ant
woord.
..Dan vind ik je een bangen kabouter. Ga
eens met me mee, dan sta je vast verbaasd
over mijn moed
..Misschien ga je zoo ver, mijn huis is dicht
bij," zei de kabouter.
„Je gaat toch zeker nog niet slapen, 't is
lang nog geen nacht," zei de pad.
„Wijs je me dan een verborgen schat??"
„Ik breng je naar een mooi varenbosch."
„Kan mij daar geen ongeluk overkomen?"
..Rare snuiter, wie zal jouw kwaad doen?"
De kabouter luisterde naar de wijze pad.
Hij wist wel, dat er geen leeuwen of beren
in 't boseh konden zijn.
Afdeeling II moet eens een ketting maken
van bloemen, vruchten en vogels. Begonnen
moet worden met de letter a, b.v. aap—per
zikkerssijsjeezel enz. Voor de drie lang
ste kettingen loof ik 3 prijzen uit. 15 Juni
moeten de inzendingen in mijn bezit zijn.
De prijzen voor beide af deelingen zullen zijn:
1ste prijs: een reiskoffertje.
2e prijs; een rugzak.
3de prijs: een plantent.rommel.
Werk zonder naam of leeftijd wordt ter
zijde gelegd.
Brieven, aan de Redactie van de Kinder-
Afdéeling moeten gezonden worden aan
Mevrouw BLOMBERGZEEMAN, Marnix-
straat 20.
WIM. Je schrijft wel wat kriebelig. En
je vergist je zoo dikwijls. Eerst nadenken jon-
cfgn voor je iets neerschrijft. Daar heeft de
bril toch geen schuld aan. Draag je hem pas.
VADERS JONGEN. Staat de fuchsia m
je tuintje? Jammer, dat de slaplantjes ver
droogd zijn. Dat heb je nu gauw. Je raadsel
is o-oed
MOEDERS TROOST. Prettig, dat vader
en moeder zoo tevreden waren over je werk.
Dan zul je zeker wel overgaan. Daar heb ik
nu net zoo'n voorgevoel van.
ROZEKROONTJE. 'k Wil hem versje wel
plaatsen, maar er moet wel wat aan veran
derd worden.
DE KLEINE TIMMERMAN. Misschien
ga je straks met de Pinkstervacantie wel eens
met vader en moeder naar iJmuiden. Op een
weekschen dag is het juist zoo levendig aan
den haven.
WIM L. -- 't Is zeker geen kwaad teeken,
als de zaak eerst eens goed overwogen wordt.
Maar iederen dag een poedertie geduld in
nemen. Er zijn schrijvers, die jaar op jaar
met wat nieuws komen, maar er zijn er ook,
die soms in jaren niets van zich laten hoo
ien. Je bent vol goeden moed en dat is een
best ding. Zijn de boeken nu gekaft?
MEJ. G. Rika mag best Rubriekertje blij
ven. Misschien kan ze Onze Jeugd van een
vriendinnetje krijgen.
SNEEUWVLOKJE. Gezellig voor je beid
jes. dat. je met. elkaar hebt kennis gemaakt
èn nu samen je brief wegbrengt. Los je ook
samen de raadsels op?
PUCKIE Was broertje blij met zijn
mooie slabbetje! Ik denk. dat hij nog blijder
was met den rammelaar. De koekjes waren
zeker gauw op. Wordt 't paplepeltje dagelijks
gebruikt? Jullie hebben dien kleinen baas
maar goed bedacht.
CORRY TER S. Hartelijk dank voor je
kaart uit Esmond. Hoe gaat 't er nu mee
kind? Ben je al lekker bruin gebrand? En
kom je geregeld flink aan? Wat ziet Kerdijk
er gezellig uit.
KITTY. Is de schoonmaak nu achter den
rug? 't Valt niet meer, als de zon zoo lekker
schijnt, liè? Flink van je. dat je moeder mee
helpt. Wat heb je Zondag genoten met Gerne.
Daar kan wel weer een flinke werkweek op
volgen, hè?
SCHRIKKELKINDJE. Jij kunt wel wan
delkindje heeten. Heb je die drie uur niet
gerust? Ik denk, dat dc roode klaver lang
goed is gebleven- Vind je ze niet lekker rui
ken?
BLONDKOPJE. Ik hoop, dat we Zondag
weei' zoo'n zomevschen dag hebben, dan denk
ik. dat je wel weer met moeder en Hans en
Grietje zult gaan wandelen. Heb je al dik
wijls gezwommen? En heb je in den kano
van broer geroeid? Hartelijk gefeliciteerd
met den verjaardag van Miep en Arend. Heb
ie het boek al ontvangen van de kwatta?
Vind je de kleine Lord geen prachtig hoek?
ARANKA. 't Is niet noodig. dat je bij
ieder raadsel een opgave schrijft, 't Antwoord
is voldoende. Wat prettig, dat je met Sneeuw
vlokje hebt kennis gemaakt. Blijven jullie
maar trouwe vriendinnen. Je buurmeisje
mag ook wel meedoen. Ik wensch je verder
succes met de ruilerij.
W. v. d- L. Van jouw standpunt beke
ken. kon ik me niet goed begrijpen, hoe je
deze inleiding neer kon schrijven. Ik kan 't
er onmogelijk mee eens zijn. Maar natuurlijk
moeten we de meening van andersdenken
den eerbiedigen, 't Is onmogelijk, dat we alle-
1 maal hetzelfde zouden denken. Dat lijkt mij
ook niet noodzakelijk. Elkaar respecteeren
en doen, wat je zelf denkt, dat goed is. Wan
neer is de Jeugd-Conferentïe in A.?
PAASCHHAASJE. Kom je wel eens bij
mevrouw M.? Als dit zoo is, doe je haar dan
vooral de groeten van mij-terug.
LIJTS FEINT. Dat is juist aardig, dat
vader en moeder die familie zoo goed ge
kend hebben. Wie is nu in de banketbakke
rij? Waar woont je grootmoeder? Is er ook
niet een appelmarkt? Ik zou best met je mee
willen. In je schooltuintje groeit nu zeker
alles prachtig.
DE TUINMAN. Schrijf voortaan je brief
voor Woensdag anders schiet het er telkens
bij in. Natuurlijk behoort een tuinman veel
tijd aan zijn tuntje te besteden. De volgende
week worden de raadselprijzen verloot. Je
kunt nog meeloterï, als je deze week je
raadsels oplost en instuurt.
KRUIDJEROERMIJNIET. Heb je deze
week fijn gezwommen? Zou je gauw je di
ploma kunnen halen? Waarom hoorde ik
deze week niets van Prikkeldraad? Ik heb
haar wel geantwoord, maar 't briefje schijnt
op onverklaarbare wijze er tusschen uit ge
glipt te zijn. Weet je al. waar je vanwege
Concordia heengaat? Ik kan me begrijpen,
dat je brandt van nieuwsgierigheid.
BOSCHROOS. Je raadsels waren goed.
Daar ben je al gauw een bolleboos in ge
worden.
HET KLEINE STRIJKSTERTJE. Als
broers plagen, meenen ze 't nooit zoo erg.
Daar moet je nooit zoo gauw boos om worden.
SLAAPMUTSJE. De regen maakt alles
mooier en frisscher. Hoe gaat 't nu met moe
der? Is de hoofdpijn over? Hoe was de open
lucht-uitvoering? Kreeg je een mooi cijfer?
Ja, nu begrijp ik wel hoe jij zoo in den
kweektuin kwam.
HAAKSTERTJE. Blijf jij je ouden schuil
naam maar trouw. Nu heb je zeker al vaak
gezwommen. Ben je Donderdag nog met
Jantje naar de duinen geweest? ïk hoop voor
je, dat de roeitocht Zaterdag doorgaat. Wat
kranig, dat jij al roeien kunt. Is Jantjes ver
koudheid over? Wat heeft hij hooge koorts
gehad.
NELLY F. Zoo'n regenbuitje brengt ze
gen. zegt het versje. Buiten is 't daarna eens
zoo mooi. Ik geloof zeker, dat vaders bewe
ring niet uit zal komen. De fietstocht is toch
doorgegaan? Als herinnering' bewaar je je
vlaggetje zeker.
ALPENROOSJE. ITeb jij ook genoten op
Hemelvaartsdag? Jc bofte maar, dat je bij
Moeder achterop dc fiets mocht zitten. Wan
neer zal de autotocht plaats hebben? En
waar gaan jullie dan naar toe?
HET KLEINE VERPLEEGSTERTJE. Wat
prettig', dat grootvader nog zoo kras is. Jam
mer dat grootmoeder zoo weinig meer kan
zien. En ze is misschien nog zoo heel graag
bezig.
JUFFERTJE SPRING IN T VELD. Ben
je Donderdag' nog naar Zandvoort geweest?
En heb je er heerlijk kunnen springen?
DE KLEINE REKENBAAS. En was er ook
een brandje om te blusschen? Spoot de
brandweer met echt water? Heb je Woensdag
fijn gewandeld?
DE KLEINE DAMMER Nu heb je zeker
al meer keeren gezwommen? 't Is wel ver
standig van je. dat je telkens eens naar het
Frans Halsmuseum gaat. Dan kun je alles
rustiger bekijken.
HERDERINNETJE. 't Doet. me genoe
gen. dat je zoo in je schik bent met het boek.
Heb je 't al uitgelezen? Heb je goed op zusje
gepast? Natuurlijk mag je broertje ook mee
doen. Laat hij maar dadelijk aan den wed
strijd beginnen-
BLAUWDRUIFJE. Ja. stuur maar eens
wat raadsels in. Wat een snoezig poesje heb
ben jullie. Luistert 'I naar zijn naam? Zoo'n
klein diertje moest altijd maar zoo lief en
klein blijven. Maar dat gaat eenmaal niet.
Die poes van tante An is misschien schuw.
Nu moeten jullie juist lief voor haar zijn.
POPPENKIND. Jij was de vorige week
geloof ik, de naamlooze. Nu zul je den nieu
wen wedstrijd vinden'. Ik hoop, dat hij naar
je zin zal zijn.
ROZEKROONTJE. Kind, wat heerlijk,
dat je een fiets hebt gekregen. Je raadsels
van de vorige week staan bij mij opgetee-
kend. Dus dat is in orde.
DE KLEINE TIMMERMAN. Jouw raad
sels schijnen er ook bij ongeluk uitgewipt te
zijn; maar ik heb ze opgeteekend. Maar tim
mermannetje, wat schrijf je toch veel fouten.
Ik zal enkele van die woorden overschrijven-
kersttroosje, wingert, stont, juegt enz.
DUIFJE. Alles, wat er van carton ge
maakt wordt, mag je zeker mee naar huis
nemen. Heb je de margriet in den grond ge
zet? 't Is een sterke plant, waar je veel ple
zier van kunt beleven. Ben je op Hemel
vaartsdag nog met je vriendinnetje uitge
weest?
ZOMERKINDJE. Je hebt nu zeker nog
wel eens gezwommen? Moeder is maar goed
op .ie geweest om je zulk mooi postpapier te
geven. Ik wou, dat alle Rubriekertjes zoo
mooi schreven als jij.
ACACIATAKJE. "k Heb altijd prettige
voorgevoelens. Je zult eens zien. welk een
mooi weer ons nog te wachten staat. Kroko
dillentranen huilen beteekent verdriet heb
ben dat niet veel om 't lijf heeft. Waarschijn
lijk heeft een krokodil altijd vochtige oogen.
Dus die tranen beteekenen niet veel. Tot
mijn spijt kan ik je niet aan duifiesnl. heipen
Ik hoop. dat je Ruil-aanvraag succes heeft.
MEVR. D. Wat jammer, dat Parkietje
wel de raadsels heeft opgelost, maar ik ze
met ontvangen heb. Gelukkig, dat het met
de heup* weer in orde is gekomen. Was ze
gevallen? ik ben erg blij. dat ze zich weer
heeft aangemeld. Mijn dank voor uw waar-
deerend schrijven.
DE KLEINE DIERENVRIEND. Is Ama-
ha nu weer heelemaal beter? Is 't een rose
begonia? Flink water geven en niet te veel
in de schaduw zetten. Je balt zeker alle da
gen. Nog geen ruitje ingegooid?
ROOMSOESJE. Nu komt er zeker een
goede zwemtijd voor je aan 't Water wordt
allengs warmer. Je zult den slag wel weer
gauw te pakken hebben.
AVROVINK. ik had zeker gedacht, nu
je een jaartje ouder was. je ook mooier ging
schrijven. Maar ik schrok heusch van dat
krabbelpootje. Je bent op je verjaardag niet
vergeten. 1-Ieb je al met de schaaf gewerkt?
Wat knap, dat je voor moeder die plint hebt
gemaakt. En dan zoo zonder hulp. Don
derdag ben je er zeker fijn op uit geweest.
ANNEKE. Logeer je nog bij de groot
ouders? En komen er goede berichten van
huis. Ik kan me voorstellen, hoe erg je ver
langt om 't kleine zusje te zien. Wat zal er
nu veel thuis anders worden, hè?
WIM v. d. V. Ja. Wim, al dc opgenoemde
namen zijn er al. Maar je mag best je eigen
naam houden. Of maak er Veertje of Veder
bos van.
DE TWEE ZUSJES. Wat is dat een
vroolijfce bruiloft geweest. Ik kan me begrij
pen, dat jullie het nog telkens over die grap
pige voordrachten hebt. Zingen jullie de vers
jes nog wel eens?
ALPENROOSJE. Groeit het edelweisz
nog flink? Aardig is dat. Heb je het in een
potje of staat het. in den vollen grond?
WILLY. 'k Ben blij voor je. dat alles met
Suus weer in orde is gekomen. Nu maar niet
meer er over praten. Zand erover. Komt je
broer met Pinkster thuis? En Marie misschien
ook? Dan is jullie huis weer vol Druk voor
moeder, maar toch ook heel gezellig, hè?
WEDSTRIJD OVER BLOEMEN,
VRUCHTEN EN VOGELS.
Voor de grooten (leeftijd 10 jaar en ouder)
schrijf ik eens een echten zomerwedstrijd
uit. Onderstaand verhaaltje bevat 30 zinnen.
In de eerste 10 zinnen zijn 10 bloemen ver
borgen. De letters staan door elkaar gegooid,
b.v. „Er was eens een booze man" bevat roos,
enz.
Dan volgen 10 zinnen, waarin 10 vruchten
verborgen zijn. Ten slotte 10 zinnen, waaruit
je 10 vogels moet halen. Ik moet van jullie
dus hebben drie rijtjes woorden. Bloemen,
vruchten, vogels.
Daaronder staan telkens 10 woorden
geschreven- 15 Juni moeten de inzendingen
in mijn bezit zijn. Bewaar vooral goed deze
Rubriek. Ziehier het verhaaltje.
JARIG.
W. BLOMBERG—ZEEMAN
Marnixstraat 20.
ROZEKROONTJE
oud 14 jaar
Onze Rie was gistren jarig
Moeder bakte pannekoek,
En ze kreeg een reep chocolade
Van de juffrouw om den hoek.
's Middags kwam er nog visite!
En cadeautjes, dat ze kreeg,
Nu, dat was wel prettig weet je,
Want de speelgoedkast was leeg.
ZWEMMENDE VISSCHEN VAN PAPIER.
Eerst knip je uit papier een paar visschen
en teekent er kop en schubben op, zooals dat
op de teekening is aangegeven. Wie er zin in
heeft, kan de visschen met kleurkrijt kleuren.
Dan knip je, bij den staart te beginnen,
een split in de visschen, legt ze in een kom
met water zoodat ze vlak blijven drijven en
laat voorzichtig' een druppel slaolie op het
einde van het split vallen. Dit kun je het
beste doen, door een draad in de slaolie te
hangen en hem daarna op de spleet te
houden.
Nauwelijks hebben we de olie op de visch
gegooid, of hij begint in allerlei bochten op
het water te zwemmen. Deze grappige be
wegingen duren een heelen tijd, net zoolang
tot de kracht van de visch verlamd schijnt.
Dan zal een volgend druppeltje olie weer
nieuwe krachten verleenen.
De verklaring voor het zonderlinge ge
drag van de papieren visschen ls. heel een
voudig: olie heeft dë 'neiging zich' zoo breed
mogelijk op het water uit te spreiden. Er is
geen andere weg, als door de spleet, die in
den visch geknipt is. Op deze wijze krijgt de
lichte papieren visch telkens een klein duw
tje, dat hem zoolang voortduwt, tot de olie
over het geheele oppervlak verspreid is.
WELK DIER IS DIT?
In deze acht stukjes zit een dier verbor
gen. Als je de acht stukjes uitknipt, en ze
op de juiste manier aan elkaar legt. kun je
zien, welk dier het is. Doe er dus maar flink
je best op. Oplossing komt de volgende week.
Haarlem, 26 Mei 1933-
HET WONDER.
Er was eens een vlindertje
Een vlindertje zoo fijn.
Zijn glanzend mooie vleugeltjes,
Die leken wel satijn.
Zij vloog naar alle bloempjes
En ook van blad tot blad.
Soms rustte ze heel eventjes
Al op het klinkerpad.
Dan legde 't kleine vlindertje
Een massa eitjes neer.
Bedekte ze heel warm en zacht
Voor 't koude, natte weer.
Ze vloog nog eenmaal in 't rond,
Of ze een weinig honing vond.
Ze had haar laatste werk gedaan.
Toen is ze dood gegaan.
Er was eens een kleine rups,
Die kwam uit 't vlinderei
Ze at van boom en bloemen
En leefde vrij en blij.
Haar buikje werd heel dik en rond.
Toen kroop ze in den grond.
De rups veranderde in een pop
't Leek net, als was ze dood.
Ze lag maar stil, at niet of dronk.
En bleef maar even groot.
Maar op een dag brak er haar huid
Een vlinder vloog er uit.
't Spelletje begon opnieuw.
Van 't vlindertje zoo fijn.
Zijn glanzend mooie vleugeltjes
Geleken weer satijn.
En 't wonder ging opnieuw zijn gang.
Zoo was het eeuwen, eeuwen lang
W. B.—Z.