SH3Q:- 3 BRIEVENBUS. Deze raadsels zijn ingezonden door Jon gens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen. Iedere maand worden onder de beste op lossers vier boeken verloot. AFDEELING I. (Leeftijd 10 jaar en ouder) 1. (Ingez. door Beppie Koster.) Welke schuilnaam staat hierin verborgen? 2. (Ingez. door Concordiaan). Wie kent een Nederlandsche plaats, waar driemaaldc letter e in voorkomt? En een met driemaal de letter a? En een met drie maal dc letter o? 3. (Ingez. door het kleine Verpleegstertje) Vul dc puntje in met letters, zoodat je een bekend rijmpje krijgt. D tga-neluikt e w1. 4. (Ingez. door Zwartje.) Mijn geheel is een schuilnaam van 16 let «ers. 14 15 16 is een knaagdier, 1 2 is een lidwoord. 5 6 is voedzaam. 9 10 11 12 13 is een gezonde drank. 3 4 5 6 is een grondsoort. T 8 3 is een lichaamsdeel. 5. (Ingez. door Ansepans). Het bovenste is zwart, Het middelste is geel. Het onderste is groen. Hoe rijmt dit tezamen? 6. (Ingez. door Alpenroosje.) Vul de kruisjes in met klinkers, zoodat er een eigenaardig gezegde komt. xxn kxttxng xs nxxt stxrkxr dxn zxn zwxkstx schxkxl. AFDEELING II (Leeftijd 9 jaar en jonger.) 1. (Ingez. door het kleine Strijkstertje.) Welken schuilnaam kun je hier uithalen? (Ingez. door Beppie Koster.) wij 3. (Ingez. door W. B. Z.) Neem uit onderstaande zinnen telkens één woord, zoodat je den naam van een bekend 'spelletje krijgt. In dat boek staan mooie platen. Dat Indische meisje kwam voor haar ge zondheid in Holland. Weet je niet, waar dat plaatje staat? Er is een heele boel water in de goot. Dat. maakt ons huis vochtig. 4. (Ingez. door W. B- Z.) Strikvragen. a. Met welke schijven moet je voorzichtig zijn? b. Wat is het sterkste dier? c. Welke bloemen vragen geen verzorging? d. Welken spiegel gooi je met steenen zelfs niet stuk? 5. (Ingez. door W. B. Z.) Toen Olga jarig was, kwamen Sofie, Ida, Els. Anna. Lonie, Bets, Ursula en Mien op visite. Broer Piet mocht zijn vriend Ernst vragen. Als je de namen in goede volgorde zet noemen de beginletters het cadeau dat Olga van haar ouders gekregen heeft. 6. (Ingez. door W. B. Z.) Verborgen gereed schap. a. Waar is de ham- Ei* staat wel rookvieesch op tafel. b. Daar is weer een aardbei. Telkens zie ik er een tusschen de bladen. c. Wat angstig- om in storm alleen op zee te zijn. d. Bob oordeelt altijd streng over anderen. e. Woon jij in Doornspijk? Er was ook een jongen uit Elburg. f. Wat een strop! Riemen waren liergens te vinden. g. Trek de scha af van de rekening. RAADSELOPLOSSINGEN. De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDEELING I. 1. Philadelphia. 2. Ananas, Aardappel, Plataan. 3. Ansepans. 4. Gelukspop. 5. a. Februari, b- een gat. c. ouder worden. 6. Vecrc. Terneuzen. Made, Den Haag, Vecndam, Stavoren, Aalten, Heusden. AFDEELING II 1. Kruidje roer mij niet. 2. Kerstroosje. 3. Oog. arm, teen, neus. oor, hand, kin. 4. Wingerd. 5. Kat. aap. hond, os, haan, mol. 6. ijs. stoel, kat. Goede oplossingen ontvangen van: Wim 6 Vaders Jongen 5 Moeders Troost 6 Zilver schoon 6 Rozekroontje 2 De kleine Timmer man 6 Netty Zijlstra 6 Sneeuwvlokje 6 Rood kapje 6 Puckie 6 Rietje Luyten 5. Oeverkevertje 6 Zandkevertje 6 Blondkopje 6 Schrikkelkindje 6 Poppen verpleegstertje 6 Gouden Regen 6 Kitty 6 Aran ka 6 De kleine Timmerman 6 Rozekroontje 4 Poppenkind 6 Blauwdruifjc 6 Herderinnetje 6 Riek Luyten 4 Dc kleine Dammer 6 De kleine Rekenbaas 6 Juffertje Spring in 't Veld 6 Het kleine Ver pleegstertje 6 Het kleine Strijkstertje 5 Zwartje 6 Slaapmutsje 6 Duifje 5 De tuin man 6 Leits Feint 6 Paaschhaasje 6 Bosch roos 6 Kruidje roer mij niet 6 De Tuinman 6 Alpenroosje 6 Nelly F. 6 Haakstertje 6 Cro- cusje 6 Zomerkindje 6 Accaciatakje 5 Klein Duimpje 6 Roomsoesje 6 Dierenvriend 3 Par kietje 6 Gelukspop 6 Seringenknopje 6 Avro- vink 6 Hermien Janssen 6. RUIL-RUBRIEK. ZILVERSCHOON. Asterstraat 16 heeft van Onze Bibliotheek de volgende letters dubbel: N I en (aanhalingsteekens)- Daarvoor vraagt ze B B L Ruiltijd rs avonds na 6 uur. ARANKA, Borskistraat 12, Haarlem-Noord heeft 28 Franken en 3 Droste. Hiervoor vraagt ze 30 Miss Blanche. Ook geeft ze 30 Sickesz voor 30 Miss Blanche. Dan heeft ze nog 22 Haka, die ze wil ruilen voor Amstel. RIEK LUYTEN. Brouwersstr. 19 heeft Vet- planten, Jamin, Carels. D. E. Haka. Voetbal, Cigaret, van Dijk. Wïjbert, Pleines, Ira, Hoe heet die vogel? Hiervoor gaarne terug Weeg schaal ol Kwatta- POPPENKIND. Molukkenstr. 20 heeft Ja- min en Sickesz. Ze vraagt daarvoor Kiazim. Ruiltijd Woensdag' van 35 en andere dagen van half 5 tot half 6. ACACIATAKJE, Spaarnwouderstr. 110 heeft 50 Filmsterren, 18 Funke. 1 Haas, 3 Scholten. 38 Athletiek, 40 Voetbal, 1 Wandel en fietskaart, 1 groote Voetbal, 25 Vetplanten 1 Benito, 1 Jamin, 1 Leupen. I-Iieiwoor vraagt ze: Duifjes en Duifjespl. Felix, Klaverblad, Lido, .Weegschaal, Bussink, (Groningen) en Dobbelman. AVROVINK. v. Marumstr. 24 rood, heeft van alles tc ruilen. Wie komt. heeft zeker succes. Hij verlangt: Hille (N.H.) Weegschaal V. S., Kwatta. Sickesz, Bali, Batco, Kiazim, Turmac, Cocktail. Xanthia. WAT ONZE BELANGSTELLING WEKT. Welke is de breedste rivier? De Ama zonerivier in Brazilië, want ze is ongeveer 3 Kilometer breed. Waar komt de sinaasappel oorspronkelijk vandaan? Uit achter-Indië en 't Zuiden van China. De Chineeschc muur. Hiermee duidt men den muur aaix,, die de Chineezen on geveer 2200 jaar geleden in 't Noorden van hun rijk gebouwd hebben tegen aanvallen van dien kant. Een groot deel is in den loop der tijden verdwenen, vooral door invloed van 't weer; ze was ongeveer 3000 Kilometer lang en gemiddeld 7 Meter dik en op som mige plaatsen 16 Meter hoog; op de laagste plaatsen was hij toch nog 4 Meter hoog. De Sint Gotthardspoorweg. Deze spoor- weg is evenals het gebergte waar hij door loopt genoemd ïxaar Bisschop Gotthard van Hildesheim, die in de 12c eeuw leefde. In 1872 begon men met den aarleg en het duurde tot het eind van 1881 voor men met dezen reuzenarbeid gereed was. De geheele spoorweg is 276 Kilometer lang, ze heeft 80 tunnels met een gezamenlijke lengte van 4b Kilometer en telt 324 bruggen. POSTZECELRUBRIEK. r /O 'sr Jó */0 o~o Óo 9° 'Jf '■/r 'K. r r O /j- JO </o ro 6 o /3" O 9° /X J In 1920 verscheen ook nog een nieuwe serie dienstzegels; op witten grond in gekleurd ovaal staat in den buitenrand Dienstmarke- Bayern- In het midden staat de waarde on der een leeuw. Men krijgt dan 5 p. (geel groen) 10 p. (oranje) 15 p. «rood) 20 pf. (violet) 30 p. (blauw) 40 p. (geelbruin). In nieuwe teekening liggend verschenen 50 pf. (vermiljoen), 60 pf. (groen), 70 p. (violet). 75 p. (karmijn), 80 pf. (blauwgrijs) 90 pf. (olijf) 1 M. (bruin), 1 1:4 M. (groen) 11/2 M. (vermiljoen) 2 12 M. (blauw) 3 M. (karmijn). 5 M- (zwart olijf) Afmeting der vakjes 28 x 24. Met opdruk Deulsches Reich verscheen la ter eveneens nog in 1920 een precies gelijke serie. NB. De zendingen zijn weer verzonden be halve voor groep 1 en 2. De hoofdgroepen kunnen niet rondgaan als C niet thuis is. Waar zit dit zending? H. Meurs, Borskistr. 28 is de laatste. Wil je even xxagaan hoe het daarmee zit? Vóór 1 Juni moet ik de zending C terug hebben om de hoofdgroepen nog éénmaal vóór de vacantie te kunnen laten doorgaan. Rustenburgerlaan 23 ONZE BIBLIOTHEEK. Denk er om! Boeken terug: Woensdag 31 Mei a.s. vóór 5 uur. W. F. M. H. LASSCHUTT, Emmastraat 36. Haarlem, 26 Mei 1933. WIE FOPT ER GRAAG? Vraag een van je vriendjes, of hij kan spellen- Dan zal hij zeggen: „Natuurlijk: stel me maar op de proef." ..Ik geloof het niet! Je zult drie gemakkè- lijke woorden. die ik je opgeef, niet binnen dertig seconden kunnen spellen." „Wel waar. Geef maar op!" „Amstei'dam!" „A-m-s-t-e-r-d-a-m". „Keuken." „K-e-u-k-e-n". „Fout". „Wat?" zal je vriend zeggen. „Ik heb het goed gespeld. Het is niet fout. „De dertig seconden zijn om!" moet je dan zeggen.- „Maar waarom spelde je niet het woord: fout? Zie je wel. dat je het niet kunt!" DE KABOUTER EN DE PAD. (In dezen titel is niets verborgen) Onder een bloeienden struik zat een kleine kabouter. Nu liep hij langs het kleine laantje, 't Was er heel stil en alles geurde zoo heer lijk. De kabouter durfde zijn voetzooltjes haast niet neer te zetten. Zoo bang was hij om de stilte te verbreken. Plotseling hoorde hij een gekrijsch. De kabouter kroop weg achter een bloemperk, 't Was een uil. die een vogeltje wou pakken. Hij kon den dik bebla- derden boom niet uit en stootte zich telkens aan de takken. Onze kabouter vond 't wel grappig. Hij verstopte zich nog een poosje. Toen keek hij eens rond. Daar liep een bruine pad. Die haalde wormpjes van.de bladen. „Mag ik met je meeloopen?" vroeg het ventje. „Ga je gang maar," antwoordde de snug gere pad. Hij keek met schele oogjes naar de sierlijke puntmuts van den kabouter. „Ligt daar geen cocon van de zijderups?" vroeg hij aan den kabouter. „Ik durf 't niet aan te raken," was 't ant woord. ..Dan vind ik je een bangen kabouter. Ga eens met me mee, dan sta je vast verbaasd over mijn moed ..Misschien ga je zoo ver, mijn huis is dicht bij," zei de kabouter. „Je gaat toch zeker nog niet slapen, 't is lang nog geen nacht," zei de pad. „Wijs je me dan een verborgen schat??" „Ik breng je naar een mooi varenbosch." „Kan mij daar geen ongeluk overkomen?" ..Rare snuiter, wie zal jouw kwaad doen?" De kabouter luisterde naar de wijze pad. Hij wist wel, dat er geen leeuwen of beren in 't boseh konden zijn. Afdeeling II moet eens een ketting maken van bloemen, vruchten en vogels. Begonnen moet worden met de letter a, b.v. aap—per zikkerssijsjeezel enz. Voor de drie lang ste kettingen loof ik 3 prijzen uit. 15 Juni moeten de inzendingen in mijn bezit zijn. De prijzen voor beide af deelingen zullen zijn: 1ste prijs: een reiskoffertje. 2e prijs; een rugzak. 3de prijs: een plantent.rommel. Werk zonder naam of leeftijd wordt ter zijde gelegd. Brieven, aan de Redactie van de Kinder- Afdéeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERGZEEMAN, Marnix- straat 20. WIM. Je schrijft wel wat kriebelig. En je vergist je zoo dikwijls. Eerst nadenken jon- cfgn voor je iets neerschrijft. Daar heeft de bril toch geen schuld aan. Draag je hem pas. VADERS JONGEN. Staat de fuchsia m je tuintje? Jammer, dat de slaplantjes ver droogd zijn. Dat heb je nu gauw. Je raadsel is o-oed MOEDERS TROOST. Prettig, dat vader en moeder zoo tevreden waren over je werk. Dan zul je zeker wel overgaan. Daar heb ik nu net zoo'n voorgevoel van. ROZEKROONTJE. 'k Wil hem versje wel plaatsen, maar er moet wel wat aan veran derd worden. DE KLEINE TIMMERMAN. Misschien ga je straks met de Pinkstervacantie wel eens met vader en moeder naar iJmuiden. Op een weekschen dag is het juist zoo levendig aan den haven. WIM L. -- 't Is zeker geen kwaad teeken, als de zaak eerst eens goed overwogen wordt. Maar iederen dag een poedertie geduld in nemen. Er zijn schrijvers, die jaar op jaar met wat nieuws komen, maar er zijn er ook, die soms in jaren niets van zich laten hoo ien. Je bent vol goeden moed en dat is een best ding. Zijn de boeken nu gekaft? MEJ. G. Rika mag best Rubriekertje blij ven. Misschien kan ze Onze Jeugd van een vriendinnetje krijgen. SNEEUWVLOKJE. Gezellig voor je beid jes. dat. je met. elkaar hebt kennis gemaakt èn nu samen je brief wegbrengt. Los je ook samen de raadsels op? PUCKIE Was broertje blij met zijn mooie slabbetje! Ik denk. dat hij nog blijder was met den rammelaar. De koekjes waren zeker gauw op. Wordt 't paplepeltje dagelijks gebruikt? Jullie hebben dien kleinen baas maar goed bedacht. CORRY TER S. Hartelijk dank voor je kaart uit Esmond. Hoe gaat 't er nu mee kind? Ben je al lekker bruin gebrand? En kom je geregeld flink aan? Wat ziet Kerdijk er gezellig uit. KITTY. Is de schoonmaak nu achter den rug? 't Valt niet meer, als de zon zoo lekker schijnt, liè? Flink van je. dat je moeder mee helpt. Wat heb je Zondag genoten met Gerne. Daar kan wel weer een flinke werkweek op volgen, hè? SCHRIKKELKINDJE. Jij kunt wel wan delkindje heeten. Heb je die drie uur niet gerust? Ik denk, dat dc roode klaver lang goed is gebleven- Vind je ze niet lekker rui ken? BLONDKOPJE. Ik hoop, dat we Zondag weei' zoo'n zomevschen dag hebben, dan denk ik. dat je wel weer met moeder en Hans en Grietje zult gaan wandelen. Heb je al dik wijls gezwommen? En heb je in den kano van broer geroeid? Hartelijk gefeliciteerd met den verjaardag van Miep en Arend. Heb ie het boek al ontvangen van de kwatta? Vind je de kleine Lord geen prachtig hoek? ARANKA. 't Is niet noodig. dat je bij ieder raadsel een opgave schrijft, 't Antwoord is voldoende. Wat prettig, dat je met Sneeuw vlokje hebt kennis gemaakt. Blijven jullie maar trouwe vriendinnen. Je buurmeisje mag ook wel meedoen. Ik wensch je verder succes met de ruilerij. W. v. d- L. Van jouw standpunt beke ken. kon ik me niet goed begrijpen, hoe je deze inleiding neer kon schrijven. Ik kan 't er onmogelijk mee eens zijn. Maar natuurlijk moeten we de meening van andersdenken den eerbiedigen, 't Is onmogelijk, dat we alle- 1 maal hetzelfde zouden denken. Dat lijkt mij ook niet noodzakelijk. Elkaar respecteeren en doen, wat je zelf denkt, dat goed is. Wan neer is de Jeugd-Conferentïe in A.? PAASCHHAASJE. Kom je wel eens bij mevrouw M.? Als dit zoo is, doe je haar dan vooral de groeten van mij-terug. LIJTS FEINT. Dat is juist aardig, dat vader en moeder die familie zoo goed ge kend hebben. Wie is nu in de banketbakke rij? Waar woont je grootmoeder? Is er ook niet een appelmarkt? Ik zou best met je mee willen. In je schooltuintje groeit nu zeker alles prachtig. DE TUINMAN. Schrijf voortaan je brief voor Woensdag anders schiet het er telkens bij in. Natuurlijk behoort een tuinman veel tijd aan zijn tuntje te besteden. De volgende week worden de raadselprijzen verloot. Je kunt nog meeloterï, als je deze week je raadsels oplost en instuurt. KRUIDJEROERMIJNIET. Heb je deze week fijn gezwommen? Zou je gauw je di ploma kunnen halen? Waarom hoorde ik deze week niets van Prikkeldraad? Ik heb haar wel geantwoord, maar 't briefje schijnt op onverklaarbare wijze er tusschen uit ge glipt te zijn. Weet je al. waar je vanwege Concordia heengaat? Ik kan me begrijpen, dat je brandt van nieuwsgierigheid. BOSCHROOS. Je raadsels waren goed. Daar ben je al gauw een bolleboos in ge worden. HET KLEINE STRIJKSTERTJE. Als broers plagen, meenen ze 't nooit zoo erg. Daar moet je nooit zoo gauw boos om worden. SLAAPMUTSJE. De regen maakt alles mooier en frisscher. Hoe gaat 't nu met moe der? Is de hoofdpijn over? Hoe was de open lucht-uitvoering? Kreeg je een mooi cijfer? Ja, nu begrijp ik wel hoe jij zoo in den kweektuin kwam. HAAKSTERTJE. Blijf jij je ouden schuil naam maar trouw. Nu heb je zeker al vaak gezwommen. Ben je Donderdag nog met Jantje naar de duinen geweest? ïk hoop voor je, dat de roeitocht Zaterdag doorgaat. Wat kranig, dat jij al roeien kunt. Is Jantjes ver koudheid over? Wat heeft hij hooge koorts gehad. NELLY F. Zoo'n regenbuitje brengt ze gen. zegt het versje. Buiten is 't daarna eens zoo mooi. Ik geloof zeker, dat vaders bewe ring niet uit zal komen. De fietstocht is toch doorgegaan? Als herinnering' bewaar je je vlaggetje zeker. ALPENROOSJE. ITeb jij ook genoten op Hemelvaartsdag? Jc bofte maar, dat je bij Moeder achterop dc fiets mocht zitten. Wan neer zal de autotocht plaats hebben? En waar gaan jullie dan naar toe? HET KLEINE VERPLEEGSTERTJE. Wat prettig', dat grootvader nog zoo kras is. Jam mer dat grootmoeder zoo weinig meer kan zien. En ze is misschien nog zoo heel graag bezig. JUFFERTJE SPRING IN T VELD. Ben je Donderdag' nog naar Zandvoort geweest? En heb je er heerlijk kunnen springen? DE KLEINE REKENBAAS. En was er ook een brandje om te blusschen? Spoot de brandweer met echt water? Heb je Woensdag fijn gewandeld? DE KLEINE DAMMER Nu heb je zeker al meer keeren gezwommen? 't Is wel ver standig van je. dat je telkens eens naar het Frans Halsmuseum gaat. Dan kun je alles rustiger bekijken. HERDERINNETJE. 't Doet. me genoe gen. dat je zoo in je schik bent met het boek. Heb je 't al uitgelezen? Heb je goed op zusje gepast? Natuurlijk mag je broertje ook mee doen. Laat hij maar dadelijk aan den wed strijd beginnen- BLAUWDRUIFJE. Ja. stuur maar eens wat raadsels in. Wat een snoezig poesje heb ben jullie. Luistert 'I naar zijn naam? Zoo'n klein diertje moest altijd maar zoo lief en klein blijven. Maar dat gaat eenmaal niet. Die poes van tante An is misschien schuw. Nu moeten jullie juist lief voor haar zijn. POPPENKIND. Jij was de vorige week geloof ik, de naamlooze. Nu zul je den nieu wen wedstrijd vinden'. Ik hoop, dat hij naar je zin zal zijn. ROZEKROONTJE. Kind, wat heerlijk, dat je een fiets hebt gekregen. Je raadsels van de vorige week staan bij mij opgetee- kend. Dus dat is in orde. DE KLEINE TIMMERMAN. Jouw raad sels schijnen er ook bij ongeluk uitgewipt te zijn; maar ik heb ze opgeteekend. Maar tim mermannetje, wat schrijf je toch veel fouten. Ik zal enkele van die woorden overschrijven- kersttroosje, wingert, stont, juegt enz. DUIFJE. Alles, wat er van carton ge maakt wordt, mag je zeker mee naar huis nemen. Heb je de margriet in den grond ge zet? 't Is een sterke plant, waar je veel ple zier van kunt beleven. Ben je op Hemel vaartsdag nog met je vriendinnetje uitge weest? ZOMERKINDJE. Je hebt nu zeker nog wel eens gezwommen? Moeder is maar goed op .ie geweest om je zulk mooi postpapier te geven. Ik wou, dat alle Rubriekertjes zoo mooi schreven als jij. ACACIATAKJE. "k Heb altijd prettige voorgevoelens. Je zult eens zien. welk een mooi weer ons nog te wachten staat. Kroko dillentranen huilen beteekent verdriet heb ben dat niet veel om 't lijf heeft. Waarschijn lijk heeft een krokodil altijd vochtige oogen. Dus die tranen beteekenen niet veel. Tot mijn spijt kan ik je niet aan duifiesnl. heipen Ik hoop. dat je Ruil-aanvraag succes heeft. MEVR. D. Wat jammer, dat Parkietje wel de raadsels heeft opgelost, maar ik ze met ontvangen heb. Gelukkig, dat het met de heup* weer in orde is gekomen. Was ze gevallen? ik ben erg blij. dat ze zich weer heeft aangemeld. Mijn dank voor uw waar- deerend schrijven. DE KLEINE DIERENVRIEND. Is Ama- ha nu weer heelemaal beter? Is 't een rose begonia? Flink water geven en niet te veel in de schaduw zetten. Je balt zeker alle da gen. Nog geen ruitje ingegooid? ROOMSOESJE. Nu komt er zeker een goede zwemtijd voor je aan 't Water wordt allengs warmer. Je zult den slag wel weer gauw te pakken hebben. AVROVINK. ik had zeker gedacht, nu je een jaartje ouder was. je ook mooier ging schrijven. Maar ik schrok heusch van dat krabbelpootje. Je bent op je verjaardag niet vergeten. 1-Ieb je al met de schaaf gewerkt? Wat knap, dat je voor moeder die plint hebt gemaakt. En dan zoo zonder hulp. Don derdag ben je er zeker fijn op uit geweest. ANNEKE. Logeer je nog bij de groot ouders? En komen er goede berichten van huis. Ik kan me voorstellen, hoe erg je ver langt om 't kleine zusje te zien. Wat zal er nu veel thuis anders worden, hè? WIM v. d. V. Ja. Wim, al dc opgenoemde namen zijn er al. Maar je mag best je eigen naam houden. Of maak er Veertje of Veder bos van. DE TWEE ZUSJES. Wat is dat een vroolijfce bruiloft geweest. Ik kan me begrij pen, dat jullie het nog telkens over die grap pige voordrachten hebt. Zingen jullie de vers jes nog wel eens? ALPENROOSJE. Groeit het edelweisz nog flink? Aardig is dat. Heb je het in een potje of staat het. in den vollen grond? WILLY. 'k Ben blij voor je. dat alles met Suus weer in orde is gekomen. Nu maar niet meer er over praten. Zand erover. Komt je broer met Pinkster thuis? En Marie misschien ook? Dan is jullie huis weer vol Druk voor moeder, maar toch ook heel gezellig, hè? WEDSTRIJD OVER BLOEMEN, VRUCHTEN EN VOGELS. Voor de grooten (leeftijd 10 jaar en ouder) schrijf ik eens een echten zomerwedstrijd uit. Onderstaand verhaaltje bevat 30 zinnen. In de eerste 10 zinnen zijn 10 bloemen ver borgen. De letters staan door elkaar gegooid, b.v. „Er was eens een booze man" bevat roos, enz. Dan volgen 10 zinnen, waarin 10 vruchten verborgen zijn. Ten slotte 10 zinnen, waaruit je 10 vogels moet halen. Ik moet van jullie dus hebben drie rijtjes woorden. Bloemen, vruchten, vogels. Daaronder staan telkens 10 woorden geschreven- 15 Juni moeten de inzendingen in mijn bezit zijn. Bewaar vooral goed deze Rubriek. Ziehier het verhaaltje. JARIG. W. BLOMBERG—ZEEMAN Marnixstraat 20. ROZEKROONTJE oud 14 jaar Onze Rie was gistren jarig Moeder bakte pannekoek, En ze kreeg een reep chocolade Van de juffrouw om den hoek. 's Middags kwam er nog visite! En cadeautjes, dat ze kreeg, Nu, dat was wel prettig weet je, Want de speelgoedkast was leeg. ZWEMMENDE VISSCHEN VAN PAPIER. Eerst knip je uit papier een paar visschen en teekent er kop en schubben op, zooals dat op de teekening is aangegeven. Wie er zin in heeft, kan de visschen met kleurkrijt kleuren. Dan knip je, bij den staart te beginnen, een split in de visschen, legt ze in een kom met water zoodat ze vlak blijven drijven en laat voorzichtig' een druppel slaolie op het einde van het split vallen. Dit kun je het beste doen, door een draad in de slaolie te hangen en hem daarna op de spleet te houden. Nauwelijks hebben we de olie op de visch gegooid, of hij begint in allerlei bochten op het water te zwemmen. Deze grappige be wegingen duren een heelen tijd, net zoolang tot de kracht van de visch verlamd schijnt. Dan zal een volgend druppeltje olie weer nieuwe krachten verleenen. De verklaring voor het zonderlinge ge drag van de papieren visschen ls. heel een voudig: olie heeft dë 'neiging zich' zoo breed mogelijk op het water uit te spreiden. Er is geen andere weg, als door de spleet, die in den visch geknipt is. Op deze wijze krijgt de lichte papieren visch telkens een klein duw tje, dat hem zoolang voortduwt, tot de olie over het geheele oppervlak verspreid is. WELK DIER IS DIT? In deze acht stukjes zit een dier verbor gen. Als je de acht stukjes uitknipt, en ze op de juiste manier aan elkaar legt. kun je zien, welk dier het is. Doe er dus maar flink je best op. Oplossing komt de volgende week. Haarlem, 26 Mei 1933- HET WONDER. Er was eens een vlindertje Een vlindertje zoo fijn. Zijn glanzend mooie vleugeltjes, Die leken wel satijn. Zij vloog naar alle bloempjes En ook van blad tot blad. Soms rustte ze heel eventjes Al op het klinkerpad. Dan legde 't kleine vlindertje Een massa eitjes neer. Bedekte ze heel warm en zacht Voor 't koude, natte weer. Ze vloog nog eenmaal in 't rond, Of ze een weinig honing vond. Ze had haar laatste werk gedaan. Toen is ze dood gegaan. Er was eens een kleine rups, Die kwam uit 't vlinderei Ze at van boom en bloemen En leefde vrij en blij. Haar buikje werd heel dik en rond. Toen kroop ze in den grond. De rups veranderde in een pop 't Leek net, als was ze dood. Ze lag maar stil, at niet of dronk. En bleef maar even groot. Maar op een dag brak er haar huid Een vlinder vloog er uit. 't Spelletje begon opnieuw. Van 't vlindertje zoo fijn. Zijn glanzend mooie vleugeltjes Geleken weer satijn. En 't wonder ging opnieuw zijn gang. Zoo was het eeuwen, eeuwen lang W. B.—Z.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 16