DAGAVOND
1=
DE VOLTZBERG.
PINKSTERCEBRUIKEN.
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Van alles en nog wat.
UIT DE WERELD VAN
DE FILM.
II
VIJFDE BLAD.
ZATERDAG 27 MEI 1933
Met de stroomversnellingen mee.
De 250 Meter hooge Voltzberg.
In het land der blinden is éénoog koning.
De Voltzberg is een alleenstaande graniet
knobbel van enkele hectaren oppervlakte en
240 meter hoogte. Maar juist omdat hij alleen
staat en aan drie kanten loodrecht uit het
oerwoud oprijst, is het een imposante figuur.
Bij hem lijken de reuzeboomen klein en nie
tig. Hij domineert de heele omgeving. Reeds
in den middag van den eersten roeidag had
den wij het donkere massief even boven de
boomen zien verrijzen, waar op de kaart
Bergzicht staat en ook niet anders dan een
vrij uitzicht op den berg te vinden is. Een
oud kamp van den opnemingsdienst, dat is
alles. Daarna hebben de kronkels der rivier
en het hooge geboomte ons. steeds alle ver
dere uitzicht belet en ook als wij onze wan
deling beginnen is er niets te zien, dat op
iets anders dan bosch wijst. De boschpolitie
is weer vooruitgegaan en heeft wat ze hier
noemen een pasje gekapt in het bosch. Eerst
worden met behulp van daarheen gesleepte
korjalen een paar diepe kreeken overgesto
ken en dan begint de eigenlijke wandeling.
Is men eenmaal in het bosch zelf, dan blijkt
de ondergroei vrij licht te zijn, natuurlijk
weer door gebrek aan licht Slechts nier en
daar is de bodem met mosvarentjes (Selagi-
nella) bedekt, maar verder ziet men veel
oud blad en halfvergane takken en stam
men. De meest voorkomende lage boom, die
de onderste étage van het oerwoud vormt is
de Maccapalm, een verschrikkelijk stekelig
ding: stam, bladstelen, zelfs de onderzijde
der bladeren is met lange zeer dunne en
harde stekels bedekt. Daarop moet je voort
durend letten en o wee als je, uitglijdende,
aan een dergelijken stam steun wilt zoeken.
De lange dunne stekels breken dan af in de
wond en er is Indianengeduld voor noodig
om ze er weer uit te krijgen. Voortdurend
kijken waar ge de voeten neerzet is dus nood
zakelijk en dus moet ge stil staan om wat
van het bosch te kunnen zien. Vogelgeluiden
vragen daar ook om, maar dat is vrijwel ho
peloos. Vogels in het oerwoud blijven meestal
onzichtbaar, tenzij ge, als de Djoeka's. de
kunst verstaat om hun geluiden na te boot
sen en ze zoo tot zich te lokken. Er klinken
dan ook nog al eens schoten om hen heen
en af en toe komt er een vol trots zijn buit,
meestal pauwisi, een groot soort korhoen,
vertoon en. Een keer zien wij een troepje
kleine grijze apen, dat er luid snaterend
vandoor gaat en ook vind ik een schildpad,
midden op het pad. een stuk slingerplant er
omheen gebonden en zoo aan een boom
stammetje opgehangen. Een boschneger
sjouwt nooit meer met zijn wild dan noodig
is. Hangt het rustig op in het bosch. Eigen
dom wordt hier altijd gerespecteerd. Het ter
rein wordt een beetje heuvelachtig, er lig
gen groote steenen in het bosch en als wij
verder van de rivier komen, staan er wat
meer van die reuzeboomen, wier kroon soms
tien of twintig meter boven de rest van het
bosch uitsteekt. Dan naderen wij, na drie
uur loopen zoowat. een bladermuur. waar
achter het zonlicht fonkelt en plotseling tre
den wij uit het bosch op een kale graniet
vlakte, een soort van golvend plateau met
diepe regengeulen en eikelronde diepe gaten,
zooals de gletschermuhlen in Luzern, Op den
steen groeien cactussen, wat lelieachtigen en
orchideeën, rondom is het plateau weer door
oerwoud omgeven en daar boven uit rijst nu
vlak voor ons de loodrechte wand van den
Voltzberg, een paar honderd meter omhoog.
Het is prachtig helder weer. dus gauw ver
der naar boven. Wij duiken weer onder in
het dichte bosch en ik struikel over een va
nillestengel. die groeit hier ook zoo maar
langs den weg.
Weer hoog bosch. veel omgevallen boomen
en steeds groote steenen met reusachtige
groeven, crosierichels, die zeer sterk aan ijs
en sneeuwwerking doen denken, zooals trou
wens het heele landschap. De laatste ijstijd
is hier echter vast wel geweest, maar deze
graniet is zóó oeroud, dat de permische ijs
tijd er schuld aan geweest kan zijn.
Een dik half uur gaat het weer langs den
voet van den berg. om den uitersten West
punt te bereiken, vanwaar de beklimming
mogelijk moet zijn. Daar hangt weer een
pauwies, maar ook hangen er drie geweren
cn in een droog boomholletje liggen een paar
patronen Onze jagers zijn blijkbaar al weer
vooruit. En daar ligt de berg nu vlak voor
ons. Zoo vlak. dat je hem haast zonder buk-
fccn met de hand kunt aanraken. De helling
van het benedenste stuk is bijna 45 graden,
hooger op slechts 25 a 35. En denk er om,
veel cacteeën, vol stekels natuurlijk, veel ste
kelige ananas en wat daar tusschen staat
zijn de allervenijnigste tropische brandne
tels. De Boschnegers zijn vooruit. Dus moet
het kunnen, voorzichtig probeeren en jawel,
mijn zware bergschoenen houden het. Lang
zaam maar zeker kom ik omhoog. Achter mij
een mannetje van de boschpolitie; die een
touw meesleept en als dat boven- is vastge
maakt volgen ook de anderen. Dan een glib
berig stuk vol plantengroei. Sappige Brome-
lia's en lelieachtige die een akelig bladsapje
vormen onder onze voeten. En als wij einde
lijk op gladden kalen steen komen is de hel
ling zoowat 35 graden zoodat het voetje voor
voetje voorwaarts moet. De Gouverneur is
de eerste om tennisschoenen met caoutchouc
zolen aan te trekken dat gaat veel beter en
Portrettiman tracht iedereen in de pijnlijkste
situatie te treffen. Menigeen wordt in den
waren zin des woords opgebracht" tusschen
twee Djoeka's in. Maar onze moeite wordt be
loond; als wij boven komen beginnen de eer
ste wolken zich te vormen boven het Wilhel-
minagebergte. Hendriktop en Bakhuis ge
bergte liggen vlak voor ons oprijzende uit de
zee van oerwoudgroen; boerenkool, noemen
onze Indië-vliegers dat. Links en rechts het
plateau dat wij passeerden en net zoo'n rots
vlakte en even verder de van Stockumberg,
iets hooger, iets minder steil en wat meer be
groeid dan onze top.
Trouwens, de plantengroei bij ons is ook
interessant genoeg. Vijf cactussoorten, waar
onder twee meloencactussen, terwijl je in het
bosch nooit een cactus ziet. Een Euphorbia,
een Saxifraga (steenbreek) en verder weer
Bromelia, Amaryllis enz.
Wij genieten van het uitzicht.,bewonderen
den gedenksteen die Prof. Stahel hier aan
bracht nadat Gouverneur van Heemstra deze
plaats had bezocht, voegen ieder ons
steentje bij den pilaar, die op den top is op
gericht en beginnen dan de afdaling, die nog
gevaarlijker en angstiger is dan de bestijging.
Maar alles loopt goed af. Men zet er vaart
achter op de Nassi goreng af maar ik blijf
met een paar Djoeka's achter om wat pieren
te zoeken, waarvan hier intevessante soorten
moeten voorkomen De anderen zaten achter
hun pierenverschrikkertje toen de donderbui
los kwam. Ik zat nog een uur ver in het
bosch, zoo uitgedroogd en warm. dat ik den
gietbui hartelijk welkom heette. Maar na een
half uurtje wordt het toch koud en kil als
het water zoo voortdurend langs je rug enz.
je schoenen inloopt. Ik was precies vier uur
in het kamp, van 's morgens zes af, tien
uur aan een stuk, dat is een mooie wande
ling in de Tropen. En ik ging in mijn bosch
plunje in bad, nat was ze toch. dan meteen
maar schoon ook. Toen Na^si goreng met
bier en geslapen
Maar om half zes was alles al weer gepakt
en opgebroken. Ik had een Djoeka overge
haald mij voor een mes zijn zitplaats in de
korjaal af te staan. Dat was goed op voor
waarde, dat ik in de versnellingen zou mee-
pcddelen. Best natuurlijk. En al gauw zat ik
in den uitgeholden boomstam, voor mij in
een waterdichte zak fototoestel en filmca
mera. Dood jammer, dat het zoo vroeg en
nog zoo donker was. De snelheid en handig
heid. waarmee die kerels manouvreeren als
ge met- vollen stroom mee die vallen afsuist,
is een genot om te zien en mee te maken. En
dan die heerlijke ongebondenheid. Joelen
van vreugde als het lekker hard gaat, even
een race roeien met de Kapiteinsboot. die
vier roeiers heeft, dus moet de bakra, de
blanke man. helpen. Met een grijns tot dank
als wij winnen. En dan gooit onze boeg ach
ter een grooten steen eens even zijn hen
geltje uit. vangt een vischje en dan gaat
het weer kalm aan verder.
Daar beweegt iets in de takken. Meteen
staat de slag overeind met pijl en boog in
i de hand. maar het was slechts een vallende
I tak. Pijlen met ijzeren punten. Niks aan. Dan
gaat er een aan land. sjouwt een eindje het
I bosch in en komt met wat eetbare noten te
rug. Daar drijft de keuken naar de groote
tentboot toe. Gauw er heen. Een leege be-
schuitblik is de buit en wij zwerven
weer verder over de breede rivier. Een an
dere korjaal roeit gelijk met ons op. Even om
het hardst en als wij een halve bootlengte
vóór zijn, werp ik den parel neer en grijp
naar de camera om den Hercules in de an
dere boot in volle werking te fotografeeren.
Hij ziet de camera, grijpt zijn zitbankje en
zet dat boven op de zitplank der korjaal om
beter op de foto te komen. Die kleine meest
uit cederhout gesneden en kunstig versierde
bankjes nemen ze overal mee. Voor mij is
het zitplankje van de korjaal al te wankel en
te hoog. Ik zit liever op den bodem, maar de
Djoeka houdt zijn evenwicht in de versnel
lingen boven op zijn vaak nog een voet hoog
bankje. En zoo verloopt de dag weer snel. Zes
uur vertrokken, zijn wij om drie uur reeds in
Kaaimanstone. In negen uur afgelegd, wat
op de heenreis twintig uur had gekost. Uit
betaling en een blaadje tabak als toegift, nog
wat handel in houtsnijwerk en dan nemen
wij afscheid van onzen vrienden en voert de
bark ons in snelle vaart stroomafwaarts. De
gevaarlijke plekken worden bij daglicht ge
passeerd en in den nacht stoomen wij door
naar den Coppenamemond na een kort op
onthoud midden in den nacht bij Kalebas
kreek. De ochtendzon vindt ons allen aan
dek in den Coppenamemond, waar de kleu
ren van den zonsopgang ons weer een heer
lijk half uur bezorgen. Roode ibissen vliegen
weer overal rond. Wij bezoeken even Tijger
kreek en het mooi gelegen Groningen. Om
twee uur wordt Uitkijk gepasseerd en om vijf
uur stappen wij in Paramaribo aan wal. Om
half zes stortregent het.'Het Oranjezonnetje
is met ons geweest.
VAN DER SLEEN.
Een olifant-huis.
In den Amerikaanschen staat New-Yersey
is onlangs een der zonderlingste huizen der
wereld gebouwd. Het heeft den vorm van een
olifant en bevat zes vertrekken, die men door
middel van wenteltrappen, welke in de ach-
terpooten zijn aangebracht, kan bereiken.
40 c.M. per uur.
In verhouding tot hun lichaamsgrootte is
de bewegingsmogelijkheid der bacteriën zeer
groot.
De levendigste soorten leggen in een kwartier
een afstand van tien centimeter af.
Niet ons Haarlem!
In New-York (in Harlem) wonen -ond
350.000 negers. In die wereldstad wonen dien
tengevolge meer zwarten dan in eenige an
dere stad ter wereld.
Boomen die gemolken worden.
De „koeboom" in Guatemala, uit de schors
waarvan melk naar buiten dringt wordt gere
geld „gemolken".
Het is hier dus niet botertje tot den boom.
maar uit den boom.
Iets voor Veraart.
Des te hooger de wolk drijft des te grooter
is ook de regendroppel. De grootste regen
droppels wegen tot 5 gram en hebben een
doorsnede van 4 millimeter.
Een groote brug.
In Juni zal met den bouw van Europa's
grootsten brug begonnen worden, die de beide
Deensche eilanden Masnödi en Falster zullen
verbinden en een lengte van 3300 Meter zal
hebben.
Wie aan een film werken,
Vóór het studio-werk begint.
Het „filmklaar" maken van een gegeven.
Op het besluit van de productieleiders der
filmmaatschappijen om de een of andere ge
schiedenis te verfilmen heeft haar letterkun
dige afdeeling grooten invloed uitgeoefend.
De meeste studio's hebben de medewerking
van ee.n heelen staf van personen, die ro
mans lezen, tooneclstukken zien. persberich
ten over alle soorten litteratuur in velerlei
talen onder oogen krijgen en oorspronke
lijke manuscripten bestudeeren, die hun
worden toegezonden. Ook zijn er by die zelf
scenario's schrijven, vooral, wanneer een be
paald soort rol voor een filmster benooöigd
is.
Zij hebben niet alleen met gefantaseerde
geschiedenissen te doen. Ook levensgeschie
denissen van bekende personen worden ge
bruikt. Zoo zal de Fox een film maken, die
het leven van den gestorven burgemeester
van Chicago. Cermak behandelt. Zoo is on
langs een film over den Zweedschen Lucifer
koning Kreuger -in Hollywood beëindigd.
Per korjaal terug.
gekort tot een beknopt overzicht, dat de al-
gemecne lijn van het te verfilmen werk aan
geeft. Geen geschiedenis kan verfilmd wor-
der precies zooals ze is geschreven, en daar
om zoekt men eerste de kern. ontdaan van
franje, eruit. Een tooneclstuk duurt eenige
uren cn veel daarin wordt verklaard In den
dialoog. Een roman, die gefilmd werd
zooals hij geschreven is. zou een film opleve
ren waarvan het afdraaien in een bioscoop
eer. week zou duren. Daarom moet elk onder
werp in een vorm gegoten worden die ge
schikt is voor een film van ongeveer 80 mi
nuten.
Dc volgende phase is het omwerken van
het beknopte gegeven tot twee a driehonderd
korte scènes, die elkaar opvolgend, precies in
elkaar passen en het publiek den draad zon
der moeite doen volgen.
Als al deze dingen in orde zijn en dan
kan het voorkomen, dat van het oorspron
kelijke verhaal weinig meer is overgebleven
komen andere factoren in het spel. meest
al is dan al besloten, aan welke sterren de
hoofdrollen zullen worden opgedragen en
hun eigenaardigheden en bijzonderheden
dienen bij het verder „filmklaar"-maken van
het stuk duchtig bestudeerd te worden.
En dan de financieele kwestie! Soms blijkt
pas. als de geschiedenis vele malen bewerkt is
en omgewerkt en veranderd, hoe veel moge
lijkheden er in zitten. Plotseling soms kan
men ontdekken dat het een onderwerp is dat
een kostbare ensceneering on opzet waard is.
Het staat aan de productieleiders om te
beslissen of het onderwerp tot een film rnoet
worden gemaakt, die 5000 of 10.000 bioscopen
bereiken zal.
En als dit allemaal vast staat cn geregeld
is. dan gaat het veelbesproken, veranderde
en herziene verhaal naar den man. die het
draaiboek maakt. Dit ls een technisch docu
ment. waarmee de regisseur veel te maken
heeft. Er staat in. waar in een bepaalde scène
I de camera is opgesteld, wat 't geluid is. dat er
I bij hoort, hoe lang een ..shot" mag zijn. welke
close-ups genomen moeten worden enz. enz.
En dan pas begint dc regisseur met het
studio-werk!
DE TWEE WEEZEN ALS FILM.
Een der groote Pransche succesfilms mag
men wel Les deux Orphclincs noemen, een
werk van Maurice Tourneur. dat reeds maan
den achtereen in tientallen Parijsche cine
ma's vertoond wordt. Een der hoofdrollen
vervult de beroemde Yvettc Guilbcrt. Ook in
Nederland zal deze film vermoedelijk geen
kwaad figuur slaan. De Twee Weezen name
lijk is nog steeds een zeer populair volksstuk
op ons Hollandsch tooneel.
Warren William als Kreuger in dc film
„De Luciferskoning".
De meeste onderwerpen worden eerst in-
VERBODEN WAPEN
Een vulpenhouder, gevuld met traangas,
valt naar de opvatting der rechtbank te
Lyon.... onder de verboden wapens.
We kennen echter menschen. die schrijvers
van boeken, waarbij men moet huilen, niet
straffen, maar integendeel verafgoden....
Van Bloemen en luilakken.
Als zinnebeeld van het verdwijnen van den
winter en het aanbreken van den zomer ken
nen we de Pinksterkoningin, Pinksterbruid
en den Pinksterlummel of Luilak.
De Pinksterkoningin werd gekozen door den
Pinksterkoning, die bij het zoogenaamde ko-
ningschieten den vogel had getroffen. De
schuttersgilden, die deze feesten op Pinkste
ren hielden, kregen dan ook langzamerhand
den naam van Pinkstergilden cn hun maal
tijden dien van Pinksterbieren.
Van deze schuttersfeesten zijn nog eenige
herinneringen bewaard gebleven, b.v, uit De
venter in 1370 en uit Haarlem in 1531. Ii\ de
laatste stad schoten de handboogschutters
den papegaai in Den Hout op den lstcn
Maandag na Pinksteren.
De Pinksterkoningin werd ook wel Pink
sterbruid of Pinksterbloem genoemd en haar
optreden is geheel in overeenstemming met
het karakter van de maand, waarin het Pink
sterfeest meestal valt. De Meimaand toch is
de tijd der liefde en van ontwakend leven,
gelijk Geibel zingt:
Der Himmel selbst ist tief herabgesunken
Dass liebend er der Erde sich vermahle.
In de 17de eeuw had het kiezen van een
Pinksterbruid nog plaats in Amsterdam,
Utrecht, Deventer. Enkhuizen en in Kenne-
merland. In Schermerhorn werd een jong
meisje als Pinksterbloem rondgevoerd, staan
de op een burrie, die werd gedragen door vier
meisjes, als nabootsing van het schild, waar
op de Friezen den held ronddroegen, dien ze
als hun hertog of koning huldigden. In Scher
merhorn. Beemster en Purmerend gingen in
het einde van de vorige eeuw de weeskinde
ren langs de huizen rond om Pinksterbloem te
zingen, voorop een meisje, in het wit met een
bekransten beker, naast haar een jongen met
een stok in de hand.
In Limburg en Noord-Brabant bestaat de
Pinksterbloem nog. evenals in sommige plaat
sen van Vlaanderen.
Op het eiland Marken kende men vroeger
de Pinksterkermis. waarop de Markers de
zelfde kleederen droegen als hun voorvaderen
vóór drie eeuwen en waaraan men zóó ge
hecht was. dat niemand, zelfs al was hij nog
zoo arm. zich ervan zou willen ontdoen.
De Zaterdag vóór Pinksteren is de Luilak
dag. Wie het laatst opstaat, wie het laatst op
zijn werk komt, het laatst het vee uitdrijft. Is
Luilak en wordt daarmee den geheelen dag
geplaagd.
In den Luilak hebben we te zien de symbo
liseering van den zomer, die door de plaag
zieke jeugd om zijn laatkomen wordt gesard
Schande wie niet. voor den dag
Oprees uit de veeren.
Om de schoone Pinksterbloem
Zingend te vereeren.
Hoewel veel minder ln zwang dan vroeger,
zijn dc Luilakgcbruiken toch niet geheel uit
gestorven. Op Luilakmorgen gaan de kinde
ren voor dag en dauw naar dc naburige dor
pen. Van groene takken en brandnetels heb
ben ze een luilak of looielak gevormd, die
wordt rondgedragen. In Zaandam moet de
laatkomer de overigen onthalen op warme
bollen met stroop.
In vroeger dagen ging het op Luilak dik
wijls veel wilder toe. Vrijdagnacht begon de
pret dikwijls reeds en zc duurde den geheelen
Zaterdag, waarbij vooral ln Amsterdam
jongens en ook wel mannen optrokken mei
stokken en vaandels en met elkander op brug
gen en pleinen slaags raakten! Natuurlijk
maakten de regecringen hiertegen keuren,
o.a. die van 22 Mei 1597. waarin wel niet dc
naam Luilak wordt genoemd, maar waarin
gesproken wordt van „toecommende Pinxter-
nacht".
In Haarlem is thans nog bekend de „Lui-
lakmarkt", een bloemenmarkt die van Vrij
dag op Zaterdagnacht wordt gehouden en
waarbij kinderen, doch ook wel ouderen, er
een eer ln stellen zoo vroeg mogelijk met een
potje bloemen thuis te komen.
Hier en daar werd op Pinksteren een jonge
boer van top tot teen met groen behangen.
In Engeland heette hij Jack in the Green, in
Holland de Groene Man en ln Haarlem Klis-
seboer. omdat hij geheel met klissen werd
overdekt.
Wat elders met Paschen geschiedt, doet
men in Schwaben met Pinksteren. Men houdt
dan een optocht te paard, de pastoor met
een kruis In de hand voorop en achter hem
alle jonge mannen van het dorp. Aan de vier
hoeken van het dorp wordt het Evangelie ge
lezen en „het weer gezegend'Deze Pinkster-
rit is in sommige plaatsen, zooals Weisslngen,
uitgebreid tot een wedren.
Een eigenaardig Pinkstergebruik heeft
steeds plaats gehad in de streek tusschen
Dachau en Ingolstadt in Opper-Beieren. Op
Pinkstermaandag trok een optocht door het
dorp van jongens en meisjes met voorop de
wonderlijk toegetakelde ..Pfingsll" of „Pfingst-
lummel". van het hoofd tot de voeten be
hangen met groen en linten. Hij symboliseer
de den winter, die werd uitgedreven. Zingend
en joelend trok de troep van huis tot huis,
dansend op de muziek van een mondharmo
nica en intusschen geld en etenswaren inza
melend.
Als schadeloosstelling voor de dikwijls
hardhandige plagerijen (soms werd hij wel
eens in 't water gedompeld> kreeg de Pfingstl
een derde van de opbrengst en hij mocht met
het mooiste meisje van het dorp in den her
berg den dans openen. In de pauze had hij
nog tot taak den dansvloer schoon te maken,
bij welke bezigheid hij bij voorkeur een gieter
gebruikte.
W. S, 4