a
Stockholm iin de Lente»
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Van alles en nog wat.
I
ZATERDAG 3 JUNI 1933
Het artistenpension van „moeder" van Hesteren.
En ditmaal waagden we ons nog een beetje
verder achter de „schermen van het variété".,
dat is te zeggen, we namen geen genoegen
met het al te vluchtige en al te oppervlakki
ge kijkje in het privéleven van den variété-
artist, dat een gesprek met hem of haar, een
half uur of een uur lang in de kleedkamer
achter het tooneel, oplevert, maar we lieten
ons in een van ouds bekend artistenpension
in Amsterdam neer aan den gemeenschappe-
lijken maaltijd, indachtig aan Heine's over
tuiging, dat niets de menschen zoo verbroe
dert als het gezamenlijk genieten van het
goede der aarde.
Het artistenpension van „Moeder" van
Hesteren, moeder van een oneindig aantal
kinderen, waarvan er zich gewoonlijk een
dertig of veertigtal onmiddellijk onder haar
vleugelen bevindt, en de rest als evenzoovele
vliegende Hollanders over de wereld zwalkt,
tot er weer een engagement in Amsterdam op
hun weg verdwaalt en zij zich plotseling het
oude pension aan den Amstel herinneren, is
er één van de vele in Amsterdam, en het ligt
niet voor niets aan den Amstel, vlak achter
het Rembrandtplein ,waar de Amsterdam
mer nu eenmaal van oudsher zijn vermaak
zoekt. Twee oude huizen, waarvan de gangen
zijn doorgebroken, om de inwendige commu
nicatie tot stand te brengen en waarvan de
ééne voordeur permanent gesloten is en van
binnen gebarricadeerd met een paar cheve-
lures in potten en twee stoelen en een tafel,
als om te demonstreeren, dat door die ééne
voordeur allen onder precies dezelfde
voorwaarden een weg kunnen zoeken in moe
der van Hesteren's ruim huis en moeder van
Hesteren's warm hart. Want men is geen één
en dertig jaar artistenmoeder zonder het
voor de volle honderd percent te worden en
als moeder van Hesteren de twee vreemde
eenden in de bijt, die wij waren, dan al niet
toeliet op hun eerlijke gezichten, zij bezweek
voor de ovei-weging, dat zij voor het op het
oogenblik allerongunstigste lot van haar
pleegkinderen misschien een heel kleinen
invloed ten goede zou kunnen aanwenden
door twee menschen „van de krant" toe te
laten, die in nauwer contact dan zij staan
met het almachtige publiek, dat zoo genade
loos onbarmhartig kan zijn en zoo weinig
weet van hen, die het door die onbarmhartig
heid veroordeelt tot een zoo ongelooflijk
moeilijk leven. En te dien einde werden we.
voordat we toegelaten werden tot het beloof
de land, in casu de eetkamer, eerst door moe
der van Hesteren apart genomen, zoodat zij,
oordeelende naar een ervaring van over de
dertig jaar, nu ook eens onomwonden kon
zeggen wat zij vond, dat er hoognoodig eens
voor haar pleegkinderen gezegd moest wor
den. Geen kloek ooit, die trouwer voor haar
kuikens opkwam dan moeder van Hesteren!
De varlétéartisten, zegt zij, hebben nog nooit
onder zulke slechte omstandigheden gewerkt
als tegenwoordig: zij heeft er op het oogen
blik in huis, die al zes maanden zonder'werk
zitten, en hoewel zij met haar prijzen naar
beneden is gegaan, tot zij niet verder naar
beneden gaan kon, zijn er ettelijke, die zelfs
dat minimale sommetje niet kunnen betalen,
en die zelf op een gehuurde kamer rondschar
relen, hun eigen potje kokend, hun eigen
wasch doend, en de voorzienigheid dankend,
als zij nog iederen dag te eten hebben. Dooi
de geweldige concurrentie gaan de gages van
hen, die nog wat te doen hebben, naar bene
den tot het 't werken bijna niet loont, terwijl
het toch een werken is. dat, in tegenstelling
met het gewone verhaal van het „makkelijk
verdiende geld" van den variété-artist, geen
kleinigheid is, te meer, waar er een vrij groo-
te categorie bij is, die bij ieder optreden zijn
leven riskeert. ..Makkelijk verdiend geld", zegt
moeder van Hesteren minachtend. „De heele
wereld zal zoo hard moeten werken voor zijn
geld als de variété-artist. Ik heb er hier ge
had, die acht maal, acht maal op één Zondag-
zeg ik u, moesten optreden, als ze werkten
bijvoorbeeld in Tuschinski en La Gaité tege
lijkEn musici, ik heb op het oogenblik
musici, die van twaalf uur 's middags tot
twaalf uur 's avonds moeten spelen, met een
uurtje voor het eten er tusschen uit. Nee,
wat werken aangaatEn doet u mij nou
meteen es het plezier, en zet u erbij, dat, wat
ze altijd zeggen over het lichtzinnige leven
van variété-artisten een leugen is: menschen,
die hard moeten werken, hebben meestal
maar weinig tijd over om een lichtzinnig le
ven te leiden, en het is een waarheid, die zoo
oud als de wereld is, dat juist ledigheid des
duivels oorkussen is! Moeder van Hesteren
kan het weten, na één en dertig jaar!"
Waarvan akte. En vervolgens, gezegd heb
bende wat haar na op het hart lag, geleidt zij
ons naar de eetkamer, waar op schragen de
lage, gemeenschappelijke tafel gedekt staat
en een bos bloemen en een radio zorgen voor
de vroolijkheid, die van den maaltijd een
feestelijkheid belooft te maken. Door de
deur komen door en achter elkaar de bewij
zen van de activiteit van de pensionnaires
binnen: een tenor op de eerste verdieping
oefent er dtvars door een sopraan op de
tweede heen: van nog wat hooger komen
andere vage klanken naar beneden gezakt,
die niet thuis te brengen zijn. maar in allen
gevalle ook wijzen op een onder hoogspan
ning staand individu, dat zijn mond als uit
laat gebruikt. Wij zijn de eersten en wach
ten, en trachten ons zoo spoedig en zoo gron
dig mogelijk in te werken in de sfeer van een
omgeving als deze, die den gewonen Hol-
landschen bourgeois volkomen vreemd is, en
met al zijn doodgewone gemoedelijkheid van
kamer met ouderwetsch gebloemd behang en
schoorsteenmantel met spiegel erboven toch
van top tot teen doortrokken is met dat, wat
men vroeger met een misleidend, romantisch
klinkend woord „bohème" pleegde aan te ge
ven, en waar toch minder romantiek, dan
wel de aantrekkelijkheid van veelbewogen,
moeilijke, maar intens geleefde levens achter
zit. En het op „stof" ingestelde hart van den
zij het pen, zij het penseel voerenden ge-
interesseerde gaat open, en hij overweegt snel
de mogelijkheid van een verblijf van een paar
weken, een maandMmmmm!
Want het steeds wisselend publiek hier is
van een groote en kleurige verscheidenheid.
naar we later hooren vrijwel ..alles"
komt hier en stelt zich voor langeren of kor-
teren tijd onder het oppertoezicht van moe
der van Hesteren. Italianen. Franschen. Ame
rikanen, Engelschen, Duitschers, Spanjaar
den, Chineezen. negers. Indianen. Zij allen
komen en gaan, en laten zich met de pan
toffel regeeren door de huisjuffrouw, dik.
rond, rood en gul, die een Duitsche is en al
leen maar Duitsch spreekt, en in tweede in
stantie door moeder van Hesteren, die een
Hollandsche is en alleen maar Hollandsch
spreekt. Geen nood integendeel: de huis
juffrouw heeft behalve een engelengeduld en
een steeds gereeden dragonderlach armen en
beenen ter beschikking, waarmee ze alles kan
uitdrukken wat ze met haar woord niet be
grijpelijk kan maken, en de tweede instan
tie deelt later in vertrouwen mee, dat op
zekere oogenblikke haar volkje beter te re
geeren is met onbegrip dan met begrip, en ze
met onbegrip ten minste geen verantwoor
delijkheid op zich laadt. Zooveel verschillen
de landaarden, zooveel verschillende men
schen. zooveel verschillende kwesties! Geluk
kig hij. die er zich nu en dan uit kan redden
met een schouderophalen en een verbijsterd
gezichtOp het oogenblik logeeren er bij
voorbeeld en onder anderen en zij ko
men de één na den ander binnen druppelen,
tot er aan tafel een ware Babylonische
spraakverwarring begint te heerschen, waar
in ten slotte het Italiaansch 't laatste woord
behoudt"
Fritzi Brocke, vroeger schoonrijdster in een
circus, nu cabaretière, met een lichte over
eenkomst met Mariene Dietrich en een groo
te bereidwilligheid om de twee ingénues ter
wille te zijn. Was overal. Turkije, Bulgarije,
Duitschland uit den aard der zaak veel.
moest tijdens den oorlog uit Rusland vluch
ten en verloor er al haar bezittingen bij,
trouwde ten slotte met een Hollander, en
heeft nu, na zijn dood, niettegenstaande er
varing en reputatie, de grootst mogelijke
moeite om in dezen tijd weer emplooi te vin
den. Beloften vele, daden weinige, en over
weegt of Parijs....? of Engeland
Vervolgens Herr ik-weet-zijn-naam-niet-
meer, die achteraf heelemaal geen Herr. noch
Signore of iets anders blijkt te zijn, maar
„maar"' een doodgewone Hollander, en musi
cus bij het Lanfredi-orkest, dat evenwel ver
der niet onder valsche vlag vaart, maar
waarvan de kapelmeester Inderdaad Signore
Lanfredi heet en Italiaan is. en een zanger
onder zijn gelederen telt. die Siciliaan is. en
Napolitaansche en Siciliaansche liederen zing-
mmmmm! Een tweede onderdaar
van Signore Lanfredi komt binnen en ver
sterkt ten tweeden male de Hollandsche ge
lederen. waar het verder bij blijft. Italië
wordt van nu af aan steeds sterker vertegen
woordigd.
Er komt een Italiaansche tenor binnen,
die geen Italiaansch uiterlijk, en wel een Ita
liaansch temperament heeft, en hij blijkt de
tenor te zijn van daar straks. En er komt nog
iemand binnen, dien we nog niet zagen,
maar wel hoorden, namelijk de vage klanken
van de bovenste verdieping, en ook hij is
Italiaan en tenor. Hij blijkt bovendien de eeni-
ge tenor van het stervende cabaret Dorado
te zijn, waarvan we al eerder hoorden ver
lulden, en hij praat somber over voortdu
rend nieuwe directies en het feit, dat ook
Dorado binnenkort geen werk voor variété-
artisten meer zal hebben.
Er komen drie Italianen binnen, die Indi
rect, via het reclamebedrijf, bij het variété
werkzaam blijken te zijn: zij zijn de bezitters
of de beheerders in allen gevalle, van de drie
struisvogelkarretjes, die iederen dag. groote
reclameborden dragend, den hoofdstede-
lingen de lof van het variété in Amsterdam
verkondigen.
Er komt een meneer met een somber, en
een juffrouw met een spits en nog een juf
frouw met een rond gezicht binnen: zij zijr.
een acrobatennummer. dat in één van de
bioscopen werkt. Ze trekken zich weinig aan
van de menschen om hen heen, eten zonder
van hun bord op te zien en praten weinig,
en alleen de juffrouw met het spitse gezicht,
die polsjes als rietstengels heeft, vraagt twee
maal aan de gulle huisjuffrouw, die de ééne
dampende schaal na de andere aandraagt,
om een glas melk, dat ze zwijgend en plicht
matig opdrinkt. Het zijn Duitschers. en ze
zien er niet uit, of ze het leven liefhebben.
Misschien ook heeft het hen niet lief, omdat
ze het drie maal, vier maal, zes maal per dag
riskeeren om zich een armzalig en oncomfor
tabel bestaan te verzekeren, maar wat wil
men?
En aan tafel heerscht een geweldig tu
mult, waarbij de Italianen in een rappe
woordenvloed tegen elkaar, en in een iet of
wat. vertraagd tempo tegen ons. verreweg de
overhand hebben. Zij praten niet alleen met
hun mond. maar ook nog met armen en
beenen, en met vork en mes in de hand kun
nen zij niet converseeren. omdat dan een be
langrijk deel van hun uitdrukkingsmiddelen
buiten werk gesteld zou zijn, dus leggen zij
die neer voor ze zich in het gesprek storten
Ze praten nog steeds veel over Mussolini, en
ae ..fascisti" en één van de struisvogelhoe
ders schijnt vrij recent over de grens te zijn
gekomen en bij die gelegenheid een macht
van avonturen te hebben beleefd: zijn soep
wordt er koud bij. een portefeuille met zijr;
pas erin vliegt tot drie. vier maal toe in en
uit zijn vestjeszak, en hij praat en praat, dat
de anderen er zwijgzaam bij worden. Als we
allemaal klaar zijn, moet. hij nog beginnen
en iedei*een maakt van de gelegenheid ge
bruik om een gesprek te beginnen met een
ander, die aan het andere uiterste van de
tafel is gezeten waarschijnlijk alleen om
het genoegen van het feit dat er op die ma
nier gebruik gemaakt moet worden van de
meeste stemverheffing. Tusschen alles door
laveert, steeds met dezelfde breede glimlach.,
de gulle huisjuffrouw met haar zwarte pie!:
haren en haar glimmend gezicht: ze jong
leert met de kreten om melk en bier en zou:
en water en lepels zonder er een enkeier.
keer haar humeur bij te verliezen en draaf!
geen pas harder dan ze van plan is. ter wij'
toch ieder zonder mankeeren het zijne krijgt
Op het laatste oogenblik komt moedor var.
Hesteren nog even stilletjes binnen schuiven,
zonder dat iemand het merkt, en zet zich aar
den hoek van de tafel en vraagt bezorg:!
naar onze bevindingen. Ze heeft, tot nu toe in
de keuken gestaan en moet zelf nog eten.
Haar witte gezicht met de vriendelijke, bolle,
blauwe oogen glimt vochtig in het lamplicht,
en ze is doodmoe. Een en dertig jaar artlsten
moeder, met al den aankleve van dien!
Maar één ding is zeker; dat er verborgen
voor hen die er buiten staan, ver achter de
schermen van het variété verborgen, nog
zulken zijn, die de lasten en lusten van een
dergelijk moederschap voor geen geld zouden
willen ruilen voor iets anders, al zou het dan
honderd maal iets beters zijn, is één van de
.goede keerzijden van de medaille, die het ar-
tistenleven is, en die werkelijk wel menige
kwade zijde heelt ook. Heil!
WILLY VAN DER TAK
ie W
Tegen de blauwe lucht en de witte lente
wolken waaien de jonge bladerslierten van
de berken. De eschdoorns pronken als won
derlijke puur-gouden bouquetten in de par
ken en op bet naar 't zuiden hellende kerk
hof van Kungsholmen; midden tusschen de
grauwe huizen van de stad, komen de vroege
tulpen in bloei en zal :t er over een dag of
wat van zonneschijn en warmen wind als
een klein brokje Hollandsch bloemenveld,
zijn.
Het is lente in Stockholm.
Een lente zooals we in jaren niet gehad
hebben, peins je, gelijk je dat telkenjare in
de Meimaand weer doet, wanneer eindelijk
de grauwe herfstige weken van den nawinter
voorbij zijn. wanneer de winter werkelijk
wijkt en plots op een dag het voorjaar in
de lucht zit, wanneer we hier in weinige
weken al die stadia van 't langzaam purpe
ren der berken en de sneeuwen anemoontjes-
bloei, van 't botten van boom en struik en
't weelderig bloesemen van pruimen en ap
pelaars. peren en kersen, doorleven. Het gaat
met zoo n vaart, met zoo'n snelle opvolging
van telkens weer nieuwe dingen en kleuren,
dat het wat verwarrend is. onvatbaar lijkt.
Op een schrale noorderhelling staan „de
eerste lenteboden", de hemelsblauwe ster
retjes van het leverkruid nog wijd open naast
de stralende schijfjes van klein hoefblad,
terwijl tegen een zonnige schutting de lei-
boomen hun kantwerk van bloesems reeds
weven en boven het laatste speenkruid aan
den slootrand zwellen de knoppen van de
wilde roos.
Ietwat huiverig denk je er aan. dat het
over een maand Midzomer is, volzomer reeds
in het Zweedsche land, dat zich nu nog pas
tooit met al het teere groen en al de felle
kleuren van de lente.
Langs de kaden van Blasieholmen en
Nybrohamnen en Strandvagen liggen de witte
scherenstoomers zij aan zij. De rood-pluch©
kussens uit de salons krijgen hun jaarlijk-
sche klopbeurt, op de boorden waar 't ijs
langs schuurde, plekt vurige menie en de
verschc verf glanst in de zon. Reeds brom
men de motoren van de racers, van de snelle
glijbooten, die heel den zomer 't breede water
aan beide zijden van de stad onveilig zullen
maken, maar overal, waar langs de rotsen
een strookje strand ligt, breed genoeg om
er een motorboot of een klein zeiljachtje den-
winter door te bewaren onder planken van
sinaasappelkisten, oude dekzeilen of stukken
asfaltpapier, wordt er gemenied en geverfd
en gekrabd, gepoetst en geschuurd aan de
boorden van groote en kleine zware en lichte
booten van allerlei vorm en klas. Want, het
heeft er soms veel van of iedereen hier een
boot er op na houdt, of iedereen, die er
lust in heeft om zoo uit te gaan over het
water, het breede lichte water van de Zweed
sche meren en de Zweedsche scheren, die er
zijn vrijen tijd voor wil geven en zijn
handteekening onder een afbetalingscon-
tract daar ergens aan een van de tal-
looze boeien en steigers zoo'n blank zes-
me ter tje of j olie tje of scherenkruisertje,
zoo'n glanzend gelakte sloep met een buiten
boordmotor of zoo'n keurige, ranke scherp
door het water snijdende echter motorboot
heeft. Volgens de al-wetende statistiek telt
Stockholm een kleine zesduizend „particu
liere pleziervaartuigen", en goed vijf honderd
duizend inwoners
En zoo wordt er daar tegen de grijze rot
sen geprutst en gepeuterd aan oude motoren
aan ..achterpoffers", die immers nooit willen
en heel de aangeboren technische vaardig
heid van den Zweed opeischen. er wordt
geschaafd aan nieuwe masten en boomen,
en overal is er zoo langs den Stockholm-
schen waterkant in deze voorjaarsche dagen
een drukte en een doening, worden er in de
lichte avonduren als koude nevels over het
water vegen, de booten opgekalefaterd, die
op zomersche avonden en Zaterdagmiddagen
duizenden hoofdstcdelingen naar de wilde
schoonheid van de scheren en de stille
kreeken en altoos wind-gekruifde vlakken
van het Malarmccr zullen brengen.
En nu is er kermis op Söder.
Stockholm bestaat feitelijk uit drie deelen:
Norrmalm, de city, met het nieuwe Kungs
holmen en het negentiend' eeuwsche, koud-
deftige Ostermalm, dan ..de stad tusschen
de bruggen", de Oude Stad, die in haar net
van nauwe straten nog heel de topografie
van de middeleeuwsche stad bewaard heeft,
en tenslotte Södermalm, het zuidelijke stads
deel. dat hoog van zijn rotsenrand neerziet
op Gamla Sta'n met zijn torens en over
Norrmalm heen blikt naar den groenen
bosschengordel, die t' allen kant de hoofd
stad omsluit.
Söder, dat moderne huurkazernes van
zeven, acht verdiepingen en met woningen
voor honderden gezinnen zag verrijzen naast
de oude, half-vervallen en telkens weer op
gelapte houten huizekes met hun door
hcoge, roode schuttingen omgeven tuintjes
Söder, waar de arbeider en de kleine
burgerman en de bohemien muur aan muur
wonen, het stadsdeel dat zoo'n bekorend,
warm. eigen karakter heeft.
En nu zijn menschen van Söder op de ge
dachte gekomen om een kermis te houden
om de bloemetjes eens buiten te zetten, feest
te vieren in van die smalle, hellende straat
jes, op zoo'n oud stil plein, waar de boomen
in 't groen komen, op terrassen aan den
rotswand, terrassen, waarvan je een uit
zicht hebt over de stad, dat je stil maakt.
Ook als'achter je een man op zijn kleine
een-pootige draaiorgeltje als-maar 't. zelfde
oude operadeuntje zeurt, als daar kleine be
weeglijke Italiaansche meisjes tusschen 't
gewoel doorkruipen met hun vuile parkietjes,
die je een briefje in de hand stoppen met
,.U wacht een groot geluk, Een zwarte vrouw
zal over zee komenenz. Al zijn hier
dan de meisjes en do vrouwen blond, relatief
vaker dan de mannen, schijnt het. Maar de
groote feestestrade, waar beroemdheden wat
liedjes ten beste geven en een groep meisjes
een ballet danst, waar deze dagen van vroeg
's middags tot laat 's avonds altijd wat te
zien en te beleven is, die estrade staat tegen
Södra Tea tem, waar een juffrouw Greta
Gustafsson het eerst de planken betrad, waar
Greta Garbo haar eerste kleine succesjes
behaalde en Söder is er trots op dat de „God
delijke" per slot van rekening toch maar
een meisje van Söder is. En dus zie je ner
gens in de Zweedsche hoofdstad zooveel meer
of minder gelukkige Garbo-imitaties als juist
op SÖder.
En nu is er daar kermis. Met kleurige
Lampions als bonte bloemen in de boomen.
met groote vlaggen overal van de dakgoten
tot de trottoirs, met bosjes ballonnetjes als
ruikers reuzen-bloemen in de donkere raam
openingen en 's avonds met een weelde van
electrische lampjes en, langs den rand van
de rotsen, hoog op-laaiende flambouwen.
Het ruikt er naar wafels, er is muziek van
trekharmonica's. er is gelach en geschreeuw
bij de priktenten en de tombola's en bij
wat verder tot een echte kermis behoort.
En tegen de schuttingen van een oud
straatje hebben kunstenaars van Söder hun
werken gehangen „zooals men dat in Parijs
doet", aldus het programma En her is druk
en vroolijk, zooals dat hier in *t kille Noorden
maar zoo zelden het geval is. Maar daar
voor is het ook lente, lente over de stad.
die er zoo wonder-mooi ligt tusschen het
water aan beide zijden, dat heel den nacht
blijft- lichten met een wonderen paarlmoe-
ren glans.
Maar over een week of wat is het zomer.
Dan woont half Stockholm buiten, in land
huisjes en volkstuintjes en tenten en booten
En er sluipt dan al weer iets van het leege
het doodsche, het Noordsche van den grij
zen herfst en den witten winter over deze
stad.
C. G. <B.
Stockholm, Mei.
430 jaar werk.
De hoogste dom der wereld is nog altijd de
Sint Pieter te Rome. waaraan 430 jaar ge
werkt werd.
Ecuador's vulkaan.
De Cotopaxi is do hoogste vulkaan. Hij ligt
in Ecuador en is 6943 M. hoog.
De grootste bloemen bij ons.
De grootste bloemen groeien op Sumatra.
Zij he eten Rafflesia Arnoldia. hebben een
doorsnee van 1 Meter en wegen 15 pond.
De Vliegende Schot naar Chicago.
Engeland zendt zijn snelste spoortrein, de
„Vliegende Schot", naar de wereldtentoon
stelling te Chicago.
Seneca, de beroemde Romeinsche s: Dicijn
kon. na ze slechts éénmaal gehoord te heb
ber.. 2000 woorden die niet in onderling ver
band stonden, herhalen.
LANGS DE STRAAT.
De Gentleman.
Voor een zeer korstondig oogenblik had de
pijpesteelregen zich ergens in de nog immer
dreigende, groezelige wolken opgeborgen en
het was in die minuut, dat een haastige boe
renjuffer, met breede en lange pelerine om,
zich voegde bij de zes, die wachtten op de
tram. De tram was overigens nog verre en
daarvoor was de zenuwachtige, onbegrijpe
lijke haast van de juffer niet noodig geweest.
Zelfs nu ze dan toch haar voorlooplg doel had
bereikt, bleven echter ook haar verdere han
delingen van een vreemde haast doortrokken.
Met korten, driftigen ruk haalde ze haar pa
raplu omlaag, sloot die op dezelfde wijze en
liep. weer even vlug en haastig, naar het
paaltje, dat „tramhalte" aankondigde, voen
stond deze juffer pal naast een oud. keurig
gekleed heertje, dat, met lichten schrik, een
stap opzij ging. Ja. hij was maar klein en
overmoedig was hij niet.
Er gebeurde met hem nochtans niets,
maar met de juffrouw scheen weer het een
ol andere niet in orde. Even plotseling, ais
ze zich naar deze plek begeven had, scheen
een invallende gedachte haar oorspronkelijk
plan, met de eerstvolgende tram te vertrek
ken, te hebben gewijzigd, want zonder ver
dere complimenten liep ze. nog vlugger dan
toen ze kwam. ook weer weg, den zelfden
kant op, vanwaar ze verschenen was. En pas
op dit oogenblik ging het toeval zich be
moeien met al. wat nu in razend tempo, door
de juffrouw aangegeven, gebeuren ging.
Tegen het haltepaaltje was de oer-dege-
lijke. zwaar gebouwde paraplu blijven staan
en het oude. keurige heertje aarzelde geen
moment. Er zijn in Europa weinig gentlemen
meer. maar dit was er één en wel een van
den ouden, zeer solieden en zeer fijnen
stempel.
De juffer achterna schreeuwen kwam niet
overeen met zijn opvatting van wat een
gentleman past, maar hij deed meer. Hij ris
keerde het missen van de tram. greep de pa
raplu en liep. zoo vlug als zijn ouderdom en
zwakke borst gedoogden, de haastige juffer
achterna. Helaas, die juffer liep nu zéér hard.
Met niet geringe belangstelling sloegen ne
vijf overblijvenden den wedstrijd gade. Nu
eens leek het. of de juffer het zeker winnen
en daardoor haar paraplu verliezen zou. d m
weer scheen het, of de dapperheid van het
heertje, gevoegd bij zijn goeden wil om zoo
hard mogelijk te loopen, succes zou hebben,
zoodat de eerlijkheid aan het eind zou triom
feerenzou hijzou hijnog vóór
de straat ten einde was, haar hebben inge
haald. om haar triomfantelijk de vergeten
paraplu in de eerlijke werkstershanden te
kunnen drukken.
Er kon nog van alles gebeuren, toen er
juist datgene plaatsgreep, wat nu letterlijk
niemand verwachtte. Eén van de vijf overge
blevenen. een stevige knaap, die je zonder
afstraffing niet lastig kon vallen, stootte
plots een kreet uit en nog vóór do anderen
konden vragen naar zijn gezondheid of zijn
ziekte, deed hij méé aan den wedstrijd. Het
was verbluffend, het was komisch, hei w ts
tegelijk beangstigend. Was dit een nieuwe
epidemie, waaraan geen mensch.... ^een
menschzou kunnen ontkomen? Was dit
een grap, was dit sportiviteit, of wat.wat...
bij den hemel.wat was het? Zou er dade
lijk wéér een verdwijnen, als in het liedje van
de nikkers? Neen. dit gebeurde niet. want wat
in werkelijkheid geschiedde, was alweer neel
iets anders.
Het. oude heertje was er in geslaagd, nog
juist vóór de juffrouw den hoek van de straat
omsloeg, haar vast te grijnen aan een slip
van haar pelerine en werkelijk was hot een
triomfkreet, welke hij. maar zeer beschaafd,
uitte .toen hij de paraplu aan haar tooncn
kon. De uitwerking was verrassend. Zonder
veel woorden sloeg de juffrouw haar pelerine
terug en toondeook een paraplu.... de
hare.
Nee, nee, ik heb de mijne bU me. zei ze,
óók nog haastig sprekend. Ik wou alleen
maar even een andere gaan hale die van
mijn dochter, die heb 'k laatst laten staan.
ik moet nou toch naar d'r toe en toen ik op
de tram wachtte dacht ik 'r ineens anik
woon hier vlak om den hoek.... ik dacht,
misschien haal ik 't nog maar ncc. nee,
die u daar heb. die is niet van mij
Zelfs zoozeer was het heertje gentleman,
dat hij zich nu nog beheerschen kon. maar hij
raakte toch geheel overstuur, toen nog gee:i
twee tellen later een kerel als een boom een
hand als een deurmat op zijn smalle schou
dertjes legde en met dreigende stem vroeg:
Wat doe jij met mijn paraplu, vader?
TON RUÏGROK.