a Stockholm iin de Lente» BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD Van alles en nog wat. I ZATERDAG 3 JUNI 1933 Het artistenpension van „moeder" van Hesteren. En ditmaal waagden we ons nog een beetje verder achter de „schermen van het variété"., dat is te zeggen, we namen geen genoegen met het al te vluchtige en al te oppervlakki ge kijkje in het privéleven van den variété- artist, dat een gesprek met hem of haar, een half uur of een uur lang in de kleedkamer achter het tooneel, oplevert, maar we lieten ons in een van ouds bekend artistenpension in Amsterdam neer aan den gemeenschappe- lijken maaltijd, indachtig aan Heine's over tuiging, dat niets de menschen zoo verbroe dert als het gezamenlijk genieten van het goede der aarde. Het artistenpension van „Moeder" van Hesteren, moeder van een oneindig aantal kinderen, waarvan er zich gewoonlijk een dertig of veertigtal onmiddellijk onder haar vleugelen bevindt, en de rest als evenzoovele vliegende Hollanders over de wereld zwalkt, tot er weer een engagement in Amsterdam op hun weg verdwaalt en zij zich plotseling het oude pension aan den Amstel herinneren, is er één van de vele in Amsterdam, en het ligt niet voor niets aan den Amstel, vlak achter het Rembrandtplein ,waar de Amsterdam mer nu eenmaal van oudsher zijn vermaak zoekt. Twee oude huizen, waarvan de gangen zijn doorgebroken, om de inwendige commu nicatie tot stand te brengen en waarvan de ééne voordeur permanent gesloten is en van binnen gebarricadeerd met een paar cheve- lures in potten en twee stoelen en een tafel, als om te demonstreeren, dat door die ééne voordeur allen onder precies dezelfde voorwaarden een weg kunnen zoeken in moe der van Hesteren's ruim huis en moeder van Hesteren's warm hart. Want men is geen één en dertig jaar artistenmoeder zonder het voor de volle honderd percent te worden en als moeder van Hesteren de twee vreemde eenden in de bijt, die wij waren, dan al niet toeliet op hun eerlijke gezichten, zij bezweek voor de ovei-weging, dat zij voor het op het oogenblik allerongunstigste lot van haar pleegkinderen misschien een heel kleinen invloed ten goede zou kunnen aanwenden door twee menschen „van de krant" toe te laten, die in nauwer contact dan zij staan met het almachtige publiek, dat zoo genade loos onbarmhartig kan zijn en zoo weinig weet van hen, die het door die onbarmhartig heid veroordeelt tot een zoo ongelooflijk moeilijk leven. En te dien einde werden we. voordat we toegelaten werden tot het beloof de land, in casu de eetkamer, eerst door moe der van Hesteren apart genomen, zoodat zij, oordeelende naar een ervaring van over de dertig jaar, nu ook eens onomwonden kon zeggen wat zij vond, dat er hoognoodig eens voor haar pleegkinderen gezegd moest wor den. Geen kloek ooit, die trouwer voor haar kuikens opkwam dan moeder van Hesteren! De varlétéartisten, zegt zij, hebben nog nooit onder zulke slechte omstandigheden gewerkt als tegenwoordig: zij heeft er op het oogen blik in huis, die al zes maanden zonder'werk zitten, en hoewel zij met haar prijzen naar beneden is gegaan, tot zij niet verder naar beneden gaan kon, zijn er ettelijke, die zelfs dat minimale sommetje niet kunnen betalen, en die zelf op een gehuurde kamer rondschar relen, hun eigen potje kokend, hun eigen wasch doend, en de voorzienigheid dankend, als zij nog iederen dag te eten hebben. Dooi de geweldige concurrentie gaan de gages van hen, die nog wat te doen hebben, naar bene den tot het 't werken bijna niet loont, terwijl het toch een werken is. dat, in tegenstelling met het gewone verhaal van het „makkelijk verdiende geld" van den variété-artist, geen kleinigheid is, te meer, waar er een vrij groo- te categorie bij is, die bij ieder optreden zijn leven riskeert. ..Makkelijk verdiend geld", zegt moeder van Hesteren minachtend. „De heele wereld zal zoo hard moeten werken voor zijn geld als de variété-artist. Ik heb er hier ge had, die acht maal, acht maal op één Zondag- zeg ik u, moesten optreden, als ze werkten bijvoorbeeld in Tuschinski en La Gaité tege lijkEn musici, ik heb op het oogenblik musici, die van twaalf uur 's middags tot twaalf uur 's avonds moeten spelen, met een uurtje voor het eten er tusschen uit. Nee, wat werken aangaatEn doet u mij nou meteen es het plezier, en zet u erbij, dat, wat ze altijd zeggen over het lichtzinnige leven van variété-artisten een leugen is: menschen, die hard moeten werken, hebben meestal maar weinig tijd over om een lichtzinnig le ven te leiden, en het is een waarheid, die zoo oud als de wereld is, dat juist ledigheid des duivels oorkussen is! Moeder van Hesteren kan het weten, na één en dertig jaar!" Waarvan akte. En vervolgens, gezegd heb bende wat haar na op het hart lag, geleidt zij ons naar de eetkamer, waar op schragen de lage, gemeenschappelijke tafel gedekt staat en een bos bloemen en een radio zorgen voor de vroolijkheid, die van den maaltijd een feestelijkheid belooft te maken. Door de deur komen door en achter elkaar de bewij zen van de activiteit van de pensionnaires binnen: een tenor op de eerste verdieping oefent er dtvars door een sopraan op de tweede heen: van nog wat hooger komen andere vage klanken naar beneden gezakt, die niet thuis te brengen zijn. maar in allen gevalle ook wijzen op een onder hoogspan ning staand individu, dat zijn mond als uit laat gebruikt. Wij zijn de eersten en wach ten, en trachten ons zoo spoedig en zoo gron dig mogelijk in te werken in de sfeer van een omgeving als deze, die den gewonen Hol- landschen bourgeois volkomen vreemd is, en met al zijn doodgewone gemoedelijkheid van kamer met ouderwetsch gebloemd behang en schoorsteenmantel met spiegel erboven toch van top tot teen doortrokken is met dat, wat men vroeger met een misleidend, romantisch klinkend woord „bohème" pleegde aan te ge ven, en waar toch minder romantiek, dan wel de aantrekkelijkheid van veelbewogen, moeilijke, maar intens geleefde levens achter zit. En het op „stof" ingestelde hart van den zij het pen, zij het penseel voerenden ge- interesseerde gaat open, en hij overweegt snel de mogelijkheid van een verblijf van een paar weken, een maandMmmmm! Want het steeds wisselend publiek hier is van een groote en kleurige verscheidenheid. naar we later hooren vrijwel ..alles" komt hier en stelt zich voor langeren of kor- teren tijd onder het oppertoezicht van moe der van Hesteren. Italianen. Franschen. Ame rikanen, Engelschen, Duitschers, Spanjaar den, Chineezen. negers. Indianen. Zij allen komen en gaan, en laten zich met de pan toffel regeeren door de huisjuffrouw, dik. rond, rood en gul, die een Duitsche is en al leen maar Duitsch spreekt, en in tweede in stantie door moeder van Hesteren, die een Hollandsche is en alleen maar Hollandsch spreekt. Geen nood integendeel: de huis juffrouw heeft behalve een engelengeduld en een steeds gereeden dragonderlach armen en beenen ter beschikking, waarmee ze alles kan uitdrukken wat ze met haar woord niet be grijpelijk kan maken, en de tweede instan tie deelt later in vertrouwen mee, dat op zekere oogenblikke haar volkje beter te re geeren is met onbegrip dan met begrip, en ze met onbegrip ten minste geen verantwoor delijkheid op zich laadt. Zooveel verschillen de landaarden, zooveel verschillende men schen. zooveel verschillende kwesties! Geluk kig hij. die er zich nu en dan uit kan redden met een schouderophalen en een verbijsterd gezichtOp het oogenblik logeeren er bij voorbeeld en onder anderen en zij ko men de één na den ander binnen druppelen, tot er aan tafel een ware Babylonische spraakverwarring begint te heerschen, waar in ten slotte het Italiaansch 't laatste woord behoudt" Fritzi Brocke, vroeger schoonrijdster in een circus, nu cabaretière, met een lichte over eenkomst met Mariene Dietrich en een groo te bereidwilligheid om de twee ingénues ter wille te zijn. Was overal. Turkije, Bulgarije, Duitschland uit den aard der zaak veel. moest tijdens den oorlog uit Rusland vluch ten en verloor er al haar bezittingen bij, trouwde ten slotte met een Hollander, en heeft nu, na zijn dood, niettegenstaande er varing en reputatie, de grootst mogelijke moeite om in dezen tijd weer emplooi te vin den. Beloften vele, daden weinige, en over weegt of Parijs....? of Engeland Vervolgens Herr ik-weet-zijn-naam-niet- meer, die achteraf heelemaal geen Herr. noch Signore of iets anders blijkt te zijn, maar „maar"' een doodgewone Hollander, en musi cus bij het Lanfredi-orkest, dat evenwel ver der niet onder valsche vlag vaart, maar waarvan de kapelmeester Inderdaad Signore Lanfredi heet en Italiaan is. en een zanger onder zijn gelederen telt. die Siciliaan is. en Napolitaansche en Siciliaansche liederen zing- mmmmm! Een tweede onderdaar van Signore Lanfredi komt binnen en ver sterkt ten tweeden male de Hollandsche ge lederen. waar het verder bij blijft. Italië wordt van nu af aan steeds sterker vertegen woordigd. Er komt een Italiaansche tenor binnen, die geen Italiaansch uiterlijk, en wel een Ita liaansch temperament heeft, en hij blijkt de tenor te zijn van daar straks. En er komt nog iemand binnen, dien we nog niet zagen, maar wel hoorden, namelijk de vage klanken van de bovenste verdieping, en ook hij is Italiaan en tenor. Hij blijkt bovendien de eeni- ge tenor van het stervende cabaret Dorado te zijn, waarvan we al eerder hoorden ver lulden, en hij praat somber over voortdu rend nieuwe directies en het feit, dat ook Dorado binnenkort geen werk voor variété- artisten meer zal hebben. Er komen drie Italianen binnen, die Indi rect, via het reclamebedrijf, bij het variété werkzaam blijken te zijn: zij zijn de bezitters of de beheerders in allen gevalle, van de drie struisvogelkarretjes, die iederen dag. groote reclameborden dragend, den hoofdstede- lingen de lof van het variété in Amsterdam verkondigen. Er komt een meneer met een somber, en een juffrouw met een spits en nog een juf frouw met een rond gezicht binnen: zij zijr. een acrobatennummer. dat in één van de bioscopen werkt. Ze trekken zich weinig aan van de menschen om hen heen, eten zonder van hun bord op te zien en praten weinig, en alleen de juffrouw met het spitse gezicht, die polsjes als rietstengels heeft, vraagt twee maal aan de gulle huisjuffrouw, die de ééne dampende schaal na de andere aandraagt, om een glas melk, dat ze zwijgend en plicht matig opdrinkt. Het zijn Duitschers. en ze zien er niet uit, of ze het leven liefhebben. Misschien ook heeft het hen niet lief, omdat ze het drie maal, vier maal, zes maal per dag riskeeren om zich een armzalig en oncomfor tabel bestaan te verzekeren, maar wat wil men? En aan tafel heerscht een geweldig tu mult, waarbij de Italianen in een rappe woordenvloed tegen elkaar, en in een iet of wat. vertraagd tempo tegen ons. verreweg de overhand hebben. Zij praten niet alleen met hun mond. maar ook nog met armen en beenen, en met vork en mes in de hand kun nen zij niet converseeren. omdat dan een be langrijk deel van hun uitdrukkingsmiddelen buiten werk gesteld zou zijn, dus leggen zij die neer voor ze zich in het gesprek storten Ze praten nog steeds veel over Mussolini, en ae ..fascisti" en één van de struisvogelhoe ders schijnt vrij recent over de grens te zijn gekomen en bij die gelegenheid een macht van avonturen te hebben beleefd: zijn soep wordt er koud bij. een portefeuille met zijr; pas erin vliegt tot drie. vier maal toe in en uit zijn vestjeszak, en hij praat en praat, dat de anderen er zwijgzaam bij worden. Als we allemaal klaar zijn, moet. hij nog beginnen en iedei*een maakt van de gelegenheid ge bruik om een gesprek te beginnen met een ander, die aan het andere uiterste van de tafel is gezeten waarschijnlijk alleen om het genoegen van het feit dat er op die ma nier gebruik gemaakt moet worden van de meeste stemverheffing. Tusschen alles door laveert, steeds met dezelfde breede glimlach., de gulle huisjuffrouw met haar zwarte pie!: haren en haar glimmend gezicht: ze jong leert met de kreten om melk en bier en zou: en water en lepels zonder er een enkeier. keer haar humeur bij te verliezen en draaf! geen pas harder dan ze van plan is. ter wij' toch ieder zonder mankeeren het zijne krijgt Op het laatste oogenblik komt moedor var. Hesteren nog even stilletjes binnen schuiven, zonder dat iemand het merkt, en zet zich aar den hoek van de tafel en vraagt bezorg:! naar onze bevindingen. Ze heeft, tot nu toe in de keuken gestaan en moet zelf nog eten. Haar witte gezicht met de vriendelijke, bolle, blauwe oogen glimt vochtig in het lamplicht, en ze is doodmoe. Een en dertig jaar artlsten moeder, met al den aankleve van dien! Maar één ding is zeker; dat er verborgen voor hen die er buiten staan, ver achter de schermen van het variété verborgen, nog zulken zijn, die de lasten en lusten van een dergelijk moederschap voor geen geld zouden willen ruilen voor iets anders, al zou het dan honderd maal iets beters zijn, is één van de .goede keerzijden van de medaille, die het ar- tistenleven is, en die werkelijk wel menige kwade zijde heelt ook. Heil! WILLY VAN DER TAK ie W Tegen de blauwe lucht en de witte lente wolken waaien de jonge bladerslierten van de berken. De eschdoorns pronken als won derlijke puur-gouden bouquetten in de par ken en op bet naar 't zuiden hellende kerk hof van Kungsholmen; midden tusschen de grauwe huizen van de stad, komen de vroege tulpen in bloei en zal :t er over een dag of wat van zonneschijn en warmen wind als een klein brokje Hollandsch bloemenveld, zijn. Het is lente in Stockholm. Een lente zooals we in jaren niet gehad hebben, peins je, gelijk je dat telkenjare in de Meimaand weer doet, wanneer eindelijk de grauwe herfstige weken van den nawinter voorbij zijn. wanneer de winter werkelijk wijkt en plots op een dag het voorjaar in de lucht zit, wanneer we hier in weinige weken al die stadia van 't langzaam purpe ren der berken en de sneeuwen anemoontjes- bloei, van 't botten van boom en struik en 't weelderig bloesemen van pruimen en ap pelaars. peren en kersen, doorleven. Het gaat met zoo n vaart, met zoo'n snelle opvolging van telkens weer nieuwe dingen en kleuren, dat het wat verwarrend is. onvatbaar lijkt. Op een schrale noorderhelling staan „de eerste lenteboden", de hemelsblauwe ster retjes van het leverkruid nog wijd open naast de stralende schijfjes van klein hoefblad, terwijl tegen een zonnige schutting de lei- boomen hun kantwerk van bloesems reeds weven en boven het laatste speenkruid aan den slootrand zwellen de knoppen van de wilde roos. Ietwat huiverig denk je er aan. dat het over een maand Midzomer is, volzomer reeds in het Zweedsche land, dat zich nu nog pas tooit met al het teere groen en al de felle kleuren van de lente. Langs de kaden van Blasieholmen en Nybrohamnen en Strandvagen liggen de witte scherenstoomers zij aan zij. De rood-pluch© kussens uit de salons krijgen hun jaarlijk- sche klopbeurt, op de boorden waar 't ijs langs schuurde, plekt vurige menie en de verschc verf glanst in de zon. Reeds brom men de motoren van de racers, van de snelle glijbooten, die heel den zomer 't breede water aan beide zijden van de stad onveilig zullen maken, maar overal, waar langs de rotsen een strookje strand ligt, breed genoeg om er een motorboot of een klein zeiljachtje den- winter door te bewaren onder planken van sinaasappelkisten, oude dekzeilen of stukken asfaltpapier, wordt er gemenied en geverfd en gekrabd, gepoetst en geschuurd aan de boorden van groote en kleine zware en lichte booten van allerlei vorm en klas. Want, het heeft er soms veel van of iedereen hier een boot er op na houdt, of iedereen, die er lust in heeft om zoo uit te gaan over het water, het breede lichte water van de Zweed sche meren en de Zweedsche scheren, die er zijn vrijen tijd voor wil geven en zijn handteekening onder een afbetalingscon- tract daar ergens aan een van de tal- looze boeien en steigers zoo'n blank zes- me ter tje of j olie tje of scherenkruisertje, zoo'n glanzend gelakte sloep met een buiten boordmotor of zoo'n keurige, ranke scherp door het water snijdende echter motorboot heeft. Volgens de al-wetende statistiek telt Stockholm een kleine zesduizend „particu liere pleziervaartuigen", en goed vijf honderd duizend inwoners En zoo wordt er daar tegen de grijze rot sen geprutst en gepeuterd aan oude motoren aan ..achterpoffers", die immers nooit willen en heel de aangeboren technische vaardig heid van den Zweed opeischen. er wordt geschaafd aan nieuwe masten en boomen, en overal is er zoo langs den Stockholm- schen waterkant in deze voorjaarsche dagen een drukte en een doening, worden er in de lichte avonduren als koude nevels over het water vegen, de booten opgekalefaterd, die op zomersche avonden en Zaterdagmiddagen duizenden hoofdstcdelingen naar de wilde schoonheid van de scheren en de stille kreeken en altoos wind-gekruifde vlakken van het Malarmccr zullen brengen. En nu is er kermis op Söder. Stockholm bestaat feitelijk uit drie deelen: Norrmalm, de city, met het nieuwe Kungs holmen en het negentiend' eeuwsche, koud- deftige Ostermalm, dan ..de stad tusschen de bruggen", de Oude Stad, die in haar net van nauwe straten nog heel de topografie van de middeleeuwsche stad bewaard heeft, en tenslotte Södermalm, het zuidelijke stads deel. dat hoog van zijn rotsenrand neerziet op Gamla Sta'n met zijn torens en over Norrmalm heen blikt naar den groenen bosschengordel, die t' allen kant de hoofd stad omsluit. Söder, dat moderne huurkazernes van zeven, acht verdiepingen en met woningen voor honderden gezinnen zag verrijzen naast de oude, half-vervallen en telkens weer op gelapte houten huizekes met hun door hcoge, roode schuttingen omgeven tuintjes Söder, waar de arbeider en de kleine burgerman en de bohemien muur aan muur wonen, het stadsdeel dat zoo'n bekorend, warm. eigen karakter heeft. En nu zijn menschen van Söder op de ge dachte gekomen om een kermis te houden om de bloemetjes eens buiten te zetten, feest te vieren in van die smalle, hellende straat jes, op zoo'n oud stil plein, waar de boomen in 't groen komen, op terrassen aan den rotswand, terrassen, waarvan je een uit zicht hebt over de stad, dat je stil maakt. Ook als'achter je een man op zijn kleine een-pootige draaiorgeltje als-maar 't. zelfde oude operadeuntje zeurt, als daar kleine be weeglijke Italiaansche meisjes tusschen 't gewoel doorkruipen met hun vuile parkietjes, die je een briefje in de hand stoppen met ,.U wacht een groot geluk, Een zwarte vrouw zal over zee komenenz. Al zijn hier dan de meisjes en do vrouwen blond, relatief vaker dan de mannen, schijnt het. Maar de groote feestestrade, waar beroemdheden wat liedjes ten beste geven en een groep meisjes een ballet danst, waar deze dagen van vroeg 's middags tot laat 's avonds altijd wat te zien en te beleven is, die estrade staat tegen Södra Tea tem, waar een juffrouw Greta Gustafsson het eerst de planken betrad, waar Greta Garbo haar eerste kleine succesjes behaalde en Söder is er trots op dat de „God delijke" per slot van rekening toch maar een meisje van Söder is. En dus zie je ner gens in de Zweedsche hoofdstad zooveel meer of minder gelukkige Garbo-imitaties als juist op SÖder. En nu is er daar kermis. Met kleurige Lampions als bonte bloemen in de boomen. met groote vlaggen overal van de dakgoten tot de trottoirs, met bosjes ballonnetjes als ruikers reuzen-bloemen in de donkere raam openingen en 's avonds met een weelde van electrische lampjes en, langs den rand van de rotsen, hoog op-laaiende flambouwen. Het ruikt er naar wafels, er is muziek van trekharmonica's. er is gelach en geschreeuw bij de priktenten en de tombola's en bij wat verder tot een echte kermis behoort. En tegen de schuttingen van een oud straatje hebben kunstenaars van Söder hun werken gehangen „zooals men dat in Parijs doet", aldus het programma En her is druk en vroolijk, zooals dat hier in *t kille Noorden maar zoo zelden het geval is. Maar daar voor is het ook lente, lente over de stad. die er zoo wonder-mooi ligt tusschen het water aan beide zijden, dat heel den nacht blijft- lichten met een wonderen paarlmoe- ren glans. Maar over een week of wat is het zomer. Dan woont half Stockholm buiten, in land huisjes en volkstuintjes en tenten en booten En er sluipt dan al weer iets van het leege het doodsche, het Noordsche van den grij zen herfst en den witten winter over deze stad. C. G. <B. Stockholm, Mei. 430 jaar werk. De hoogste dom der wereld is nog altijd de Sint Pieter te Rome. waaraan 430 jaar ge werkt werd. Ecuador's vulkaan. De Cotopaxi is do hoogste vulkaan. Hij ligt in Ecuador en is 6943 M. hoog. De grootste bloemen bij ons. De grootste bloemen groeien op Sumatra. Zij he eten Rafflesia Arnoldia. hebben een doorsnee van 1 Meter en wegen 15 pond. De Vliegende Schot naar Chicago. Engeland zendt zijn snelste spoortrein, de „Vliegende Schot", naar de wereldtentoon stelling te Chicago. Seneca, de beroemde Romeinsche s: Dicijn kon. na ze slechts éénmaal gehoord te heb ber.. 2000 woorden die niet in onderling ver band stonden, herhalen. LANGS DE STRAAT. De Gentleman. Voor een zeer korstondig oogenblik had de pijpesteelregen zich ergens in de nog immer dreigende, groezelige wolken opgeborgen en het was in die minuut, dat een haastige boe renjuffer, met breede en lange pelerine om, zich voegde bij de zes, die wachtten op de tram. De tram was overigens nog verre en daarvoor was de zenuwachtige, onbegrijpe lijke haast van de juffer niet noodig geweest. Zelfs nu ze dan toch haar voorlooplg doel had bereikt, bleven echter ook haar verdere han delingen van een vreemde haast doortrokken. Met korten, driftigen ruk haalde ze haar pa raplu omlaag, sloot die op dezelfde wijze en liep. weer even vlug en haastig, naar het paaltje, dat „tramhalte" aankondigde, voen stond deze juffer pal naast een oud. keurig gekleed heertje, dat, met lichten schrik, een stap opzij ging. Ja. hij was maar klein en overmoedig was hij niet. Er gebeurde met hem nochtans niets, maar met de juffrouw scheen weer het een ol andere niet in orde. Even plotseling, ais ze zich naar deze plek begeven had, scheen een invallende gedachte haar oorspronkelijk plan, met de eerstvolgende tram te vertrek ken, te hebben gewijzigd, want zonder ver dere complimenten liep ze. nog vlugger dan toen ze kwam. ook weer weg, den zelfden kant op, vanwaar ze verschenen was. En pas op dit oogenblik ging het toeval zich be moeien met al. wat nu in razend tempo, door de juffrouw aangegeven, gebeuren ging. Tegen het haltepaaltje was de oer-dege- lijke. zwaar gebouwde paraplu blijven staan en het oude. keurige heertje aarzelde geen moment. Er zijn in Europa weinig gentlemen meer. maar dit was er één en wel een van den ouden, zeer solieden en zeer fijnen stempel. De juffer achterna schreeuwen kwam niet overeen met zijn opvatting van wat een gentleman past, maar hij deed meer. Hij ris keerde het missen van de tram. greep de pa raplu en liep. zoo vlug als zijn ouderdom en zwakke borst gedoogden, de haastige juffer achterna. Helaas, die juffer liep nu zéér hard. Met niet geringe belangstelling sloegen ne vijf overblijvenden den wedstrijd gade. Nu eens leek het. of de juffer het zeker winnen en daardoor haar paraplu verliezen zou. d m weer scheen het, of de dapperheid van het heertje, gevoegd bij zijn goeden wil om zoo hard mogelijk te loopen, succes zou hebben, zoodat de eerlijkheid aan het eind zou triom feerenzou hijzou hijnog vóór de straat ten einde was, haar hebben inge haald. om haar triomfantelijk de vergeten paraplu in de eerlijke werkstershanden te kunnen drukken. Er kon nog van alles gebeuren, toen er juist datgene plaatsgreep, wat nu letterlijk niemand verwachtte. Eén van de vijf overge blevenen. een stevige knaap, die je zonder afstraffing niet lastig kon vallen, stootte plots een kreet uit en nog vóór do anderen konden vragen naar zijn gezondheid of zijn ziekte, deed hij méé aan den wedstrijd. Het was verbluffend, het was komisch, hei w ts tegelijk beangstigend. Was dit een nieuwe epidemie, waaraan geen mensch.... ^een menschzou kunnen ontkomen? Was dit een grap, was dit sportiviteit, of wat.wat... bij den hemel.wat was het? Zou er dade lijk wéér een verdwijnen, als in het liedje van de nikkers? Neen. dit gebeurde niet. want wat in werkelijkheid geschiedde, was alweer neel iets anders. Het. oude heertje was er in geslaagd, nog juist vóór de juffrouw den hoek van de straat omsloeg, haar vast te grijnen aan een slip van haar pelerine en werkelijk was hot een triomfkreet, welke hij. maar zeer beschaafd, uitte .toen hij de paraplu aan haar tooncn kon. De uitwerking was verrassend. Zonder veel woorden sloeg de juffrouw haar pelerine terug en toondeook een paraplu.... de hare. Nee, nee, ik heb de mijne bU me. zei ze, óók nog haastig sprekend. Ik wou alleen maar even een andere gaan hale die van mijn dochter, die heb 'k laatst laten staan. ik moet nou toch naar d'r toe en toen ik op de tram wachtte dacht ik 'r ineens anik woon hier vlak om den hoek.... ik dacht, misschien haal ik 't nog maar ncc. nee, die u daar heb. die is niet van mij Zelfs zoozeer was het heertje gentleman, dat hij zich nu nog beheerschen kon. maar hij raakte toch geheel overstuur, toen nog gee:i twee tellen later een kerel als een boom een hand als een deurmat op zijn smalle schou dertjes legde en met dreigende stem vroeg: Wat doe jij met mijn paraplu, vader? TON RUÏGROK.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 13