LETTEREN EN KUNST Het afaeloopen Tooneeiseizoen. f Radiomuziek der week. KANTTEEKENINCEN. WANDGEDIERTE ZUIVERAARS Nieuwe Uitgaven. TOONEEL TE LONDEN. „AAusic in the Air." EEN VOORBESPREKING door KAREL DE JONG. Daventry's Grondslagen kondigen een serie pianomuziek van Brahms aan. die behalve twee van de vier Ballades op. 10 alle klavier- stücke op. 76 en nagenoeg alle Intermezzi etc. op. 117, 118 en 119 bevat. Dat is. met alle respect voor Brahms' pianomuziek, een beet je teveel van het goede. Niet alleen mist de klank zijner pianozetting vaak te zeer klaar heid en glans, maar de grondtoon van zijn meeste pianostukken is somber of tenminste weemoedig. Dit geldt vooral voor zijn laat ste bundels, waarin het allerlaatste nummer, de van kracht overschuimende Rhapsodic op. 119 no. 4 een laatste poging tot het herkrij gen van levensmoed schijnt. En ook deze Rhapsodic, zoo vol vuur in Es gr. t. aanvan gend, eindigt in een trotseerend mineur. Het eerste nummer van dit opus toont een volsla gen gebrokenheid, het tweede onrust, die slechts tijdelijk door een vriendelijke herin nering verdreven wordt, het derde neemt vroolijkc allures aan. maar die schijnen eer geforceerd dan Vecht. Van op. 118 zijn alleen de nos. 2 en 5 vriendelijk van aard: no. 6 is weer een van de somberste uitingen van Brahms' muze. Het Es gr. t. van het wiege liedje op. 117 no. 1 wordt door een droefgees tig middengedeelte verduisterd en de beide andere nummers van dit opus zijn weer zeer somber gestemd. Ook de beide Ballades uit op. 10 zijn alles behalve opgewekt. Of het noodig is in deze weinig vroolijke tijdsom standigheden een serie muziek te geven waarin het pessimisme overheerschend is? Men behoeft ze natuurlijk niet te beluisteren, maar dat is met alle uitzendingen zoo. Een als die van Dinsdagochtend uit Hilversum, schijnt, althans wat de uiterst afgezaagde of afgetrommelde stukken van Chopin en De bussy betreft ook vrijwel overbodig. Wat meer selectie in de programma's zou af en toe geen kwaad kunnen. Op twee achtereenvolgende dagen, n.l. Zondag uit Londen reg. en Maandag uit Hil versum (dit laatste per gramofoonplaat) zal men Prelude. Air et Final, één der twee be langrijkste pianowerken van César Franck. kunnen hooren. Degenen, die dit prachtige stuk niet kennen, kunnen met voordeel beide uitzendingen beluisteren. In dit werk heerscht geen pessimisme, maar eer een on beperkt en hooggestemd geloof, dat tegen alle schokken bestand is en allen twijfel op heft. Het is een werk uit Franck's laatste pe riode (het dateert van 1886en doet dus ook óe voorliefde van den componist voor chro matische harmonie-veranderingen uitkomen, doch niet op zóó op den voorgrond tredende wijze als in sommige andere zijner werken (b.v. „Prélude. Choral et Fugue". „Les Boli des". ..Les Djinns") het geval is. Het Prélude ls eenlgszins te vergelijken met een geïdeali seerde marsch onder de banier van het ge loof. In het midden treedt een soort van koraaïmelodie op. waartegen een dreigend basmotief in achtsten zich doet hooren. Dit basmotief vormt later den aanvang der fina le. In de Aria wordt een eenvoudige melodie afgewisseld door korte tusschenspelen, ge varieerd, waarna een innige coda, (waarvan de melodie ontwikkeld is uit de maten die de Aria inleiden) als afsluiting volgt. Men trachte deze melodie goed te onthouden, want zij komt aan het eind van het Final terug als tegenmelodie van het marschthema van het Prélude. Van het Final heb ik den aanvang al beschreven. Het is alsof infernale machten de rotsveste van het Godsvertrou wen dreigen te bestormen: een wild triomf lied klinkt, maar de terugkeer der Aria doet het rumoer voor een wijle verstommen. Weer komen de infernale machten op. weer klinkt hun triomflied te vroeg echter: in volle kracht wordt de marsch ingezet en onder de vaan van het geloof wordt alle tegenstand voor goed gebroken. Dan volgt de prachtige combinatie van het marschthema met dat van de coda der Aria en als in gebed stijgen de laatste klanken ten hemel. Dit heerlijke werk vormt wel een unicum in de mij beken de klavierlitteratuur. De karakteriseering. die ik hierboven gaf, is niet door Franck aan geduid: het is-slechts een résumé van In drukken en een poging om het werk nader tot den hoorder te brengen. Tot een ideale hoogte stijgt ook de Sonate op. 110 van Beethoven, die men aanstaande week tweemaal zal kunnen hooren. Zij ver klankt het genezingsproces van den geest na doorgestane ziekte van het lichaam. Na een recitatief, waarin Beethoven de beving op één enkele toon aangewend heeft komt een smartelijk Arioso, dan een Fuga. herha ling van het Arioso, Fuga in de omkeering, waarna een merkwaardig metamorfosee- ringsproces aanvangt, waaruit ten slotte het fugathema in grootste bevrijding opklinkt. Van de verdere uitzendingen noem ik eene van Brussel VI. op Zondag, die de krachtige en uiterst karakteristieke liederen van Da Fa 11 a benevens Italiaansche volksliederen zal brengen, terwijl Brussel Fr. een interessant vioolprogramma vermeldt, waarvan ik voor al de fascineerende „Fontaine d'Arethuse" van Szymanowski vermeld. Beide Brusselsche sta tions kondigen voorts elk een „concert voor dubbelklavler" aan: het eene van A. de Baeck, het andere van R. Barbier, beide te spelen door Mevr. Scapus. Wat met dat dubbelklavier bedoeld is blijkt niet verder. In elk geval schijnt het mij de moeite wel waard er kennis van te nemen. Dit is ook het geval met de twee Cantates van Bach die Huizen Maandag zal uitzenden en de blindenmuziek van hetzelfde station op Dinsdag. Ik heb het orkest van de blinden- inrichting te Grave eens gezien en gehoord en me verbaasd over de juistheid van het samenspel van jongens, die geen dirigeer stok kunnen volgen en dus geheel op hun scherp gehoor zijn aangewezen. Trouwens ook in andere opzichten waren de resultaten van het blindenonderwijs geschikt om ons te verbazen en eerbied in te boezemen voor hen die het geven. Wellicht zal ook menigeen het concert on der leiding van den beroemden dirigent Otto Klempen er, een der velen die van de nieuwe .Duitsch:.' regeering „verlof" gekregen heeft, willen hooren, te meer waar een der hoofd figuren der moderne Weensche school, Bela Bartok. zich daarop als solist zal doen hoo ren. Woensdagavond zal dit door Parijs Rad. en Wecrjii worden uitgezonden. LETTERKUNDE. Een roman uit de tooneelwereld. Tienduizend Kaarsen, door Bets RanucciBeekman (Amsterdam. Querido). Hier trekken inderdaad komedianten voor bij. Wij maken met hen een gansch speel seizoen dcor. zitten met de directie op haar kandoor met de eerste vrouw in haar kleed kamer. bii verschillende leden van het ge zelschap thuis op bezoek, en met anderen, of dezelfden, op tournee in de provincie. Wij zien de tooneelmenscnen zooals het publiek ze ziet, bij hun arbeid in de in&ginaire wereld die zij voor ons scheppen, wij zien ze ook zoo als ze in het reëelc leven staan en gaan. als de tienduizend kaarsen van schijnwerpers en voetlicht gedoofd zijn Mevrouw Ranucci geef;; van dat, alles een beeld dat dm, indruk van waarachtigheid maakt en dat alleen door een insider zoo geschreven kon zijn. Daarmee wil volstrekt niet gezegd zijn. dat men deze roman als een pic-ce a clef heeft te beschou wen. waarin leven en doen van bepaalde too- neelisten onder vermommimig wordt gerod deld. Integendeel: al zullen der schrijfster typen en gebeurtenissen voor oogen gestaan hebben, zij heeft haar indrukken op vol maakt artistieke wijze verwerkt, geschift, ge ordend en tot een interessant, beeld veralge meend van een kleine gemeenschap die, on danks alles, van die zooveel grootere samen leving, die maatschappij heet. blijft afwijken. De tijden mogen dan voorbij zijn dat de too- neelist per sé een onmaatschappelijk wezen was. de aard van individu en werking brengt nog immer een zekere afzonderlijkheid in op vatting en gedraging mede die niet boven of beneden, doch buiten die van den gewonen burger staat. Als dat niet zoo ware. waar zou dan de aantrekkelijkheid, de nieuwsgie righeid vaak ook. door gevoed worden welke de gewone burger voor iedere artisten-ge- meenschap. meer of min bewust, aan den dag legt? Meer nog dan eenig ander kunste naar leeft de tooneelspeler in een wereld van fictie: wat hem van andere kunstenaars on derscheidt bovendien is, dat zijn fictie met het stuk, waarin hij optreedt, wisselt. Wispel turigheid zal derhalve een natuurlijk ken merk van zijn wezen zijn en juist bij acteurs die in hun vak opgaan vaak als zoodanig worden opgemerkt. De "vrij intieme arbeids gemeenschap vergemakkelijkt het opkomen, ontbloeien en weer doorvoeren van allerlpl genegenheden tusschen de sexen. waarbij de natuurlijke wispelturigheid een ongeïnvi teerde gastrol vervult. Waar fantasie zulk een integreerend deel eener levenstaak uitmaakt, wordt een plotselinge opwelling gemakkelijk tot harts tochtelijk begeeren. en wordt hartstocht ge makkelijk met liefde verward. Met. opzet laten wij dan nog allerhand doening, uit lager-bij-den-grondsche motieven voortsprui tend, buiten beschouwing, deze immers zal men ook in absoluut ón-artistïeken kring, op kantoren en fabrieken, zonder kenmerkend verschil, aantreffen. Het spreekt vanzelf dat ook door dit boek de roode draad der genegenheden loopt, draad die maar een enkele maal een hechte band blijkt, doch het vaakst met het slappe koord te vergelijken is waarop de artisten hun levensdans ten uitvoer brengen. Het is de verdienste van mevrouw Ranucci dat zij juist in deze dingen volkomen waar blijkt, niets te mooi en niets te leelijk maakt en toch telkens het navrante eener situatie ter dege suggereert. Daardoor blijft Tienduizend Kaarsen een boeiend boek dat men met ge noegen ten einde leest .en stoort het niet dat haar figuren psychologisch relatief oninte- ressante wezens blijven. Die door haar vlot en vaak geestig geteekend worden in een schrijf techniek waar geen aanmerking op te maken valt, en die te vergelijken is met de wijze waarop een getraind reporter uit de hooge journalistiek levendige schetsen maakt van een belangrijke bijeenkomst van e-en sport- feest of een slachtveld. En is het leven door deze lieden van den spele niet vaak een slachtveld eerder dan een feest? Voor dit boek. dezen komediantenroman derhalve niet dan waardeering. In zijn soort is het goed, uitmuntend zelfs. Al zou een Flaubert, be schikkende over al de gegeven en de fac- tische kennis dier gegeven, die mevr. Ranucci ten dienste staan, er nog wel wat geweldi- gers van gemaakt hebben. Maar iemand die Totale verdelging van kakkerlakken, torren, krekels enz. FIRMA H. VAN LOON, Telef. 23037 MARNIXSTRAAT 116, HAARLEM (Adv. Ingez. Med romanticus, psycholoog én meester-schrijver te gelijk is. wandelt niet dagelijks door onze straten. Doch de behandelende materie zou een Flaubert waard zijn. dat mag men zeg gen zonder mevrouw Ranucci te kort te coen. die het weer op haar manier be handelde. J. DE BOIS. 23-5-33 Bommen op Nederland door M. J. M, Gemmeke. Onder den titel: Bommen op Nederland heeft de inspecteur van politie te Amster dam M. J. M. Gemmeke een boek geschreven waarin hij het vraagstuk van de bescher ming der burgerbevolking tegen gevaren uit de lucht-Sn geval van oorlog behandelt. Na een algemeene beschouwing bespreekt schr. wat ons bij een volgenden oorlog te wach ten staat, wat andere landen doen. welke rol de politie moet spelen, en hij geeft feiten van den laatsten tijd. Het boek. dat voor zien is van talrijke, verduidelijkende foto's is uitgegeven bij drukkerij Jacob van Cam- pen te Amsterdam. T>oe mee! Toon je vredeswil goed. Maak de vriendschapsband hecht. Dat geen macht in de toekomst ie bouwwerk meer slecht. Laat het zijn als een rots in de woelige zee. Roep de jeugd van de wereld: Bouw mee! Rein Valkhoff heeft een lied gedicht, waar van het eerste couplet hier is afgedrukt, waar voor Charles Heynen de muziek componeer de. Het lied is gemaakt voor den Jeugdvre- desdag op 18 Mei en andere vredesbijeen komsten, en richt zich tot de jeugd van Nederland om mee te werken aan het vredes bouwwerk en te helnen de vredesgedachte algemeen te verbreiden. Van Gorcum en Comp. te Assen verzorgde de uitgave. Het herziene Goederentarief. Gids voor het goederenvervoer. De Nederlandsche Spoorwegen hebben uitgegeven twee boekjes, gidsen voor het goe derenvervoer onder bovenstaande titels, die inlichtingen in beknopten vorm geven om trent het vervoer van goederen. Vele staatjes verduidelijken in beide boekjes de gegeven inlichtingen De vos duikt weg, door Mary Webb In de Wereldbibliotheek is uitgekomen het boek van Mary Webb: Gone to Earth, in de vertaling van Anthonie Donker. De Vos duikt weg. Hoofdpersoon uit dezen ontróe renden roman is Hazel, dochter van een zi geunerin en een muzikant, een natuurkind, dat verscheurd wordt door innerlijken twee strijd tusschen de liefde der zinnen en der ziel en tenslotte tenonder gat. Het band ontwerp van de uitgaaf is van Fré Cohen De Socialistische Idee door Hendrik de Man. Dit wo k is een voortzetting van De Psy chologie van het Socialisme, en houdt zich bezig met den concreten inhoud van de so cialistische gedachtenwereld en de samen hang daarvan met de burgerlijke cultuur. Het boek verscheen in de vertaling van dr. K. F. Proost en dr. J. C. ProostThoden van Velzen, bij van Loghum Slaterus' Uit geversmij. te Arnhem BIJ GAL- EN LEVERZIEKTEN, galsteenen en geelzucht, regelt het natuurlijke „Franz-Josef'-bitterwater de spijsvertering op absoluut volkomen wijze. Door medici ten zeerste aanbevolen. (Adv. Ingez. Med.) HET TOONEEL. De Dilettanten. De crisis schijnt op het liefhebberijtooneel al van heel weinig invloed te zijn. De schouw burgen waren in het aigeloopen seizoen bij dilettanten-voorstellingen althans even vol als vorige jaren en er zün zelfs vereenigln- gen zooals Hermar. Heijermans en Thalia waarvan het ledental zoo is gegroeid, dat zij in de toekomst evenals de Haar!. Tooneel- club en Nieuw Leven dat reeds sinds lang doen twee voorstellingen van elk nieuw stuk zullen kunnen geven. Het is wel opmerkelijk, dat die belangstel ling voor het dilettanten-tooneel te Haarlem in alle kringen bestaat, zoowel bij de oeter gesitueerden als bij de lieden met kleine beurzen. Men moge dat betreuren in zoo verre, dat het bezoek aan de voorstellingen van het beroepstooneel er onder te lijden heeft, het is nu eenmaal een feit. waarmee wij rekening hebben te houden. Dat die be langstelling enkel zou voortkomen uit waar achtige liefde voor de tooneelspeelkunst zal wel niemand in ernst willen volhouden. Voor zeer velen misschien wel de meesten ibe- teekent het bijwonen van een dilettanten voorstelling „'n avondje gezellig uit zijn". Men is er in zijn eigen milieu, ziet er vrienden en kennissen en de volle zaal werkt mee om de gezelligheid te verhoogen. Er is bij dilettan ten-voorstellingen altijd een heel andere, een opgewekter stemming die van „en familie zijn" dan op de gewone tooneelavondcn en dit is dan ook wel de voornaamste reden, waarom het '.iifhebberij-tooneel zich in een zoo groote belangstelling mag blijven verheu gen. Want ten slotte heeft de mensch juist in een tijd van malaise behoefte om zich eens te verzetten en hij vindt ziin genoegen waar schijnlijk meer in een goed bezetten schouw burg vol kennissen dan in een half leege zaal te midden van een hem vreemd publiek. Wat de dilettanten dit seizoen hebben ge bracht, verschilt niet zoo heel veel van wat wij sinds jaren gewoon zijn. Het zijn voor het meerendeel stukken, welke het beroepstoo neel reeds vroeger heeft gespeeld en het komt maar zelden voor. dat wij eens iets ge heel nieuws te zien krijgen. Een uitzondering op deze regel hebben de Haarl. Toonelclub en de Arbeiders Tooneelvereeniging Vooruit gang gemaakt. De opvoering van De Trage die van den Prins door de H.T.C. ter gelegen heid van de Oranie-herdenklng was een daad. niet alleen reeds wegens de keuze van dit voor dilettanten moeilijke stuk van Dr. H. P Schroder maar ook door de vertooning. die dank zij de uitstekende bezetting van dc twee hoofdrollen den Prins en Balthazar Gerard uitstekende kwaliteiten had. Met Jean III van Saeha Guitry gaf de H.T.C. eveneens een stuk, dat niet te voren door het beroepstooneel in ons land was gespeeld en ook hierin dus onderscheidde deze tooneel- club zich weer van de meeste andere lief- hebberijvereenigingen in ons land. Het uit het Duitsch vertaalde drama Cyaan kali. dat Vooruitgang in besloten kring gaf. omdat de burgemeester gemeend had een opvoering van dit stuk in het openbaar te moeten verbieden, was wel van heel ander gehalte, maar het was in ieder geval een „ge tuigen". Men had met deze voorstelling een andere bedoeling dan enkel een avond van ontspanning aan de leden te geven. „Getuigen" was ook het doel van de op voering door de Geheel Onthoudersvereeni- ging Nieuw Leven van Copper en Co. een tooneelspel van Daan van der Zee. dat in het vorige seizoen door Het Schouwtooneel in enkele steden van ons land gespeeld was ge worden. Het stuk mocht bij het groote pu bliek geen genade vinden, wat mij na de kennismaking bij Nieuw Leven allerminst verwonderde, maar het had een uitgesproken tender.z, welke een voorstelling door een ver- ceniging. die algeheele onthouding van ster ken drank propageert, begrijpelijk maakt. Een nobele tendenz was er ook al was het dan van heel andere strekking in Sc- bastiaan, de Heilige Proletariër, dat het R.-K. Volkstooneel een dilettanten-vereeniging uit Amsterdam hier gaf. Als tooneelwerk was het allerminst sterk, al was het dan ook vol edele bedoelingen. Een tendenz-stuk was eveneens De Familie Loberg van Cor Her mus, door de R.-K. tooneelvereeniging Tha lia eenige malen voor volle zalen gespeeld, maar ook in dit stuk is het den schrijver niet gelukt aan zijn bedoelingen een vol doend stevigen dramatischen vorm te geven. Voor het overigen waren het over het alge meen stukken, die wij vroeger reeds bij het (Van onzen Londenschen correspondent) Londen, Mei Een paar minuten nadat het gordijn van His Majesty's Theatre is opengega'an voor de vertooning van „Music in the"Air" weet men het motief voor den titel tegelijk met dat voor de muziek. Dr. Walther Lessing, die muziekonderwijzer en koorleider is in Eden- dorf ongetwijfeld een voor-Hitleriaansch Beiersch dorp heeft een kneutje hooren zingen in den vroegen ochtend terwijl, blij kens het uitzicht door het venster, de zon hooge bergen in zachten gloed heeft gezet. Het fantastisch schoone natuurtafereel moest stemmen tot bezieling en droomerij. Maar de brave oude Lessing durfde op dat oogenblik nog niet droomen dat zijn vriend uit het verleden, de Münchensche muziekuitgever Ernst Weber in Edendorf geboren, maar wijs en grijs geworden in het gekunstelde bestaan van de hoofdstad de melodie eens zou publiceeren, „muziek van Walther Les sing, woorden van Karl Reder" 'den jongen schoolmeester van het dorp). Deze droom kwam pas toen het koor de nieuwste compo sitie van Edendorf met de lieflijke woorden van Karl ten beste gaf en het fijne stemme tje van Sieglinde, 's componisten dochter, solo-partijtjes zong, welke de gemoederen der dorpelingen (met uitzondering van dat van de lijvige sopraan die luidruchtig klaag de over den tocht in het schoollokaal) innig ontroerden. En Edendorf had een wandelclub, die zich juist had voorgenomen honderd kilometer over bergen en door dalen te gaan naar Mün- chen. Toen vatte Lessing het denkbeeld op de vrucht van zijn inspiratie voor Weber ten gehoore te brengen. Het was het begin van een lijdensgeschiedenis, waarvan later, toen de wandelclub al lang weer het normale leven In Edendorf had hervat, het einde zou worden verguld door den Edendorfschen brievenbesteller, die een rolletje muziek uit Mlinchen bracht. Lessing's oeuvre in druk en in een topografisch kleed dat den groot sten liederencomponist welgevallig zou zijn geweest. Hiermede is slechts het begin en einde van het verhaal verteld. De kenner van operettes heeft al beseft dat Sieglinde en Karl meer voor elkaar zijn dan kameraden. In München ontstaat de vervreemding. De geliefden ra ken er in een waar wespennest van intrigue. Weber is er met zijn medewerkers, een diva van meer dan stormachtig temperament, een tooneelschrijver die aan het hart van de diva niet genoeg heeft en een kapelme^-ter dm weet wat hij wil en die beseft hoeveel kwaad amateur-actrices aan een opvoering kunnen doen bezig aan de voorbereiding van een nieuwe operette, waarvan het eerste bedrijf gereed is gekomen. In het kantoor van den muziekuitgever geven de schrijver en de ope rette-ster een geïmproviseerde repetitie van dit bedrijf. Wanneer het dorpsvolk binnen komt met het doel Weber te bewegen Les sing's liedje uit te geven, raakt de voor nieu we indrukken zoo vatbare schrijver onder de bekoring van Sieglinde: en Karl, onnoozele bloed die hij is. kan geen weerstand bieden aan dc attenties van Frieda de ster van het Miinchensch operette-tooneel. De ruzies tus schen Frieda en Bruno iden schrijver) zijn. even hevig als vermakelijk. Maar als zij el kaar lang genoeg hebben geërgerd met hun flirtaties en wanneer blijkt dat Sieglinde in de rol. die voor Frieda was bestemd, hope loos tekortschiet, komt aan de koortsige avonturen spoedig een einde en keert de wan delclub naar het vredige dorp en keeren Sieglinde en Karl er naar simpel liefdesgeluk terug. En dat is genoeg van het verhaal. Bcier- sche kleeding en Beiersche grond geven pret tige kleurigheid, frischheld en schilderach tigheid aan de tooneelen. En het verhaal, waarin een muziekspel wordt geïntrodu ceerd in een muziekspel, geeft gelegenheid, waarvan dankbaar en met voortreffelijk ef fect gebruik wordt gemaakt, om de hande ling geheel in harmonie tc brengen met de muziek. Een gemoedelijk en lieflijk-romantisch stuk is „Music in the Air" dat dc oogen ruim werk geeft, ze verzadigt met uitbundige kleuren en beweging, ze warm maakt met sentiment, ze doet tranen van het lachen. Maar de glanspunten zijn die van Frieda, wanneer zij gelukkig veelvuldig, dc lieflijkheid vaneen rijt met de manifestaties, in zang en gebaar, van haar hevig temperament. In Mary Ellis, een Elzaasche van geboorte, die in Amerika is opgegroeid en dank zij vele vacanties In Engeland geen Amerikaansch spreekt, heef: het Londensch tooneel een aanwinst gekre gen die het wel mag waardccren. Zij heeft zich reeds in gewoon tooneel a!s een zeer begaafde actrice doen kennen. Nu heeft zij zich in „Music in the Air" ontpopt als een artiste van verbluffende veelzijdigheid, die in haar vocale gaven een even goed uitdruk kingsmiddel heeft voor haar verscheiden stemmingen als in haar acteeren. zij is niet alleen een lust, om te zien maar ook om te hooren, zingend of pratend. Zonder een Marv Ellis zou „Music in the Air" onderhoudend zijn geweest, mét haar in de rol van de ope rette-diva wordt een bezoek aan His Ma jesty's een avond van nieuwe en onvergete lijke indrukken. A. K. VAN R. dilettanten-tooneel of van het beroepstooneel hebben gezien, al werden dan ook enkele nieuwe tooneelwerken geïntroduceerd. Nieuw voor dilettanten waren Gromple, dat Jacob van Lennep in een verdienstelijke opvoering speelde. De Ideale Vrouw door Nieuw Leven gegeven, en de drie vroolüke stukken De Familie van mijn Vrouw. Het Parfum van mijne Vrouw en Polly Perkins, welke Haar lems Tooneel gaf. Voorts speelde Thalla uit IJmuiden hier voor de Ned. Reisvereeniging Overschotje, waaraan ook nog nooit een Haarlemsche di- lettantenclub zich tot nu toe had gewaagd en gaf Litteris Sacrum uit Leiden in den kring van Cremer een voor liefhebbers wel uitzonderlijk goede voorstelling van Mol- nar's Nachtrepetitie. Cremer mocht weer eens een klucht De Ridder van den Kouseband - van zijn ar- ristieken leider Henk Bakker voor dilettanten introduceeren en het was een groote voldoe ning voor onze Kon. Letterlievende Vereeni- ging, dat haar voorstelling waarin de zeer verdienstelijke dilettante mevrouw Lucas ju bileerde ver uit ging boven die, welke De Vereenigde Schouwspelers hier te Haarlem eenige maanden te voren van hetzelfde stuk hadden gegeven. „Eén dag Dame" was dit seizoen wel favo riet. Het ging bij Jacob van Lennep, den R.K. Kring en Thalia en het had telkens een uit bundig lachsucces. „Onder één Dak" is weer eens uitgekozen door Jacob van Lennep. dat er mee naar een wedstrijd toog ditmaal echter zonder veel succes en door Nieuw Leven. Bij beide vereenigingen was de rol van Dora zeer gelukkig bezet. bO Van Lennep door mevrouw Toni Groeneweg die er een per- soneelen prijs mee mocht behalen te Bergen op Zoom en bij Nieuw Leven door mevrouw Kerkhof-Blokkers, welke laatste zich ook on derscheidde in de opvoering van Copper en Co. en De 7 Sleutels van Baldpate. Cremer had een zeer gelukkig seizoen, doordat het van den tooneelwedstrijd tc Ber gen op Zoom met haar opvoering van Bak kers Dokter Bavino de voornaamste prijzen mede naar Haarlem bracht. De auteur zelf sleepte den eersten personeelen prijs binnen in de titelrol, die hij dan ook op bijzondere wijze vervulde. En wij moeten hier ook mel ding maken van het succes van Haarlem's Tooneel op den wedstrijd tc Leeuwarden, waar het met „Dat wat je niet hebt" den eersten prijs behaalde. Mevrouw Tijssellng zeer zeker een der beste actrices onder de dilet tanten van Nederland werd er onderschei den met den eersten personeelen prijs, ter wijl van der Horst met een tweeden prijs mocht terugkeeren. Deze overwinningen van Haarlemsche too- neelvereenigingen geven wel het beste bewijs, dat het dilettanten-tooneel In onze stad op een flinke hoogte staat. Cremer gaf ook nog een eerste opvoering van Marijke, de laatste tooneelbewerking van een meisjesboek van Cissy van Marxveldt, door den in Maart gestorven Dom de Gruvter en speelde voorts Stapelveld's Wat Vrouwen willen, welk stuk hier ook niet eerder bij di lettanten ging. Van de R.K Rederijkerskamer Albcrdingk Thym moeten wij nog de opvoeringen van Meesters en Dienaren en van Drie wijze Jokken vermelden, welke stukken werden in gestudeerd onder de artistieke leiding van Herman Moerkerk. Heijermans gaf een verdien^t«'iiic« herha ling van Allerzielen en speelde later De Duis tere Gast van Bakker en Hot Zevende Gebod van Heijermans, Vooruitgang bracht in het laatst van het seizoen Hans Hopper maakt Carrière, het blijspel van Fabricius. waarvan Cremer verleden jaar de première heeft ge geven. Ten slotte wil ik hier nog ln herinnering brengen de alleraardigste en uitstekend go- monteerde revue „Takomst Neat?" waarmee de Frlesche tooneelvereeniging Gysbert Japicx haar zevende lustrum vierde cn de opvoering van Drügjende Leechte door de zelfde ver- eenlging in de maand April. Uit dit overzicht blijkt wel. dat het dilet tanten-tooneel te Haarlem ondanks de ma laise nog vol leven is. Zoowat alle vereeni gingen waarbij wij ook Onderling Genoe gen en Vriendschap zij ons Doel noemen verkeeren In bloeienden toestand en gaan het aanstaande seizoen met vertrouwen tege moet, Jacob van Lennep misschien nog het meest, omdat het in September zijn zilveren jubileum met een internationalen tooneel wedstrijd hoopt te herdenken. J. B. SCHUIL. MUZIEK IN DEN HOUT. De Haarlemsche Orkestvereeniglng geeft een concert op Maandag 5 Juni te 2.30 uur (2e Pinksterdag) in den Hout. onder leiding van Marlnus Adam. Het programma luidt: 1. Pomp and Circumstance (marsch) El. Elear. 2. Ouverture „Die Zigeunerin" v. Balfe 3. O. Frühling. wie bist du so schön, (wals) P. Lincko 4. Fragmenten uit de Opera „Lucle di Lammcrmoor" Donizetti 5. Ouverture „Hans Sachs" Lortzing. 6. Mazurka Russe Gannc 7. Potpourri uit „Frühlingsluft" Josef Strauss Daar kan men mee kijken Voor vele weggebruikers is dat 'n nieuwtje. Die maken er namelijk een gewoonte van omniet uit te kijken. KIJK UW KIJK 'm KIJK IJJT!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 15