LETTEREN EN KUNST
Het afaeloopen Tooneeiseizoen.
f
Radiomuziek der week.
KANTTEEKENINCEN.
WANDGEDIERTE
ZUIVERAARS
Nieuwe Uitgaven.
TOONEEL TE LONDEN.
„AAusic in the Air."
EEN VOORBESPREKING
door KAREL DE JONG.
Daventry's Grondslagen kondigen een serie
pianomuziek van Brahms aan. die behalve
twee van de vier Ballades op. 10 alle klavier-
stücke op. 76 en nagenoeg alle Intermezzi
etc. op. 117, 118 en 119 bevat. Dat is. met alle
respect voor Brahms' pianomuziek, een beet
je teveel van het goede. Niet alleen mist de
klank zijner pianozetting vaak te zeer klaar
heid en glans, maar de grondtoon van zijn
meeste pianostukken is somber of tenminste
weemoedig. Dit geldt vooral voor zijn laat
ste bundels, waarin het allerlaatste nummer,
de van kracht overschuimende Rhapsodic op.
119 no. 4 een laatste poging tot het herkrij
gen van levensmoed schijnt. En ook deze
Rhapsodic, zoo vol vuur in Es gr. t. aanvan
gend, eindigt in een trotseerend mineur. Het
eerste nummer van dit opus toont een volsla
gen gebrokenheid, het tweede onrust, die
slechts tijdelijk door een vriendelijke herin
nering verdreven wordt, het derde neemt
vroolijkc allures aan. maar die schijnen eer
geforceerd dan Vecht. Van op. 118 zijn alleen
de nos. 2 en 5 vriendelijk van aard: no. 6 is
weer een van de somberste uitingen van
Brahms' muze. Het Es gr. t. van het wiege
liedje op. 117 no. 1 wordt door een droefgees
tig middengedeelte verduisterd en de beide
andere nummers van dit opus zijn weer zeer
somber gestemd. Ook de beide Ballades uit
op. 10 zijn alles behalve opgewekt. Of het
noodig is in deze weinig vroolijke tijdsom
standigheden een serie muziek te geven
waarin het pessimisme overheerschend is?
Men behoeft ze natuurlijk niet te beluisteren,
maar dat is met alle uitzendingen zoo. Een
als die van Dinsdagochtend uit Hilversum,
schijnt, althans wat de uiterst afgezaagde of
afgetrommelde stukken van Chopin en De
bussy betreft ook vrijwel overbodig. Wat
meer selectie in de programma's zou af en
toe geen kwaad kunnen.
Op twee achtereenvolgende dagen, n.l.
Zondag uit Londen reg. en Maandag uit Hil
versum (dit laatste per gramofoonplaat) zal
men Prelude. Air et Final, één der twee be
langrijkste pianowerken van César Franck.
kunnen hooren. Degenen, die dit prachtige
stuk niet kennen, kunnen met voordeel beide
uitzendingen beluisteren. In dit werk
heerscht geen pessimisme, maar eer een on
beperkt en hooggestemd geloof, dat tegen
alle schokken bestand is en allen twijfel op
heft. Het is een werk uit Franck's laatste pe
riode (het dateert van 1886en doet dus ook
óe voorliefde van den componist voor chro
matische harmonie-veranderingen uitkomen,
doch niet op zóó op den voorgrond tredende
wijze als in sommige andere zijner werken
(b.v. „Prélude. Choral et Fugue". „Les Boli
des". ..Les Djinns") het geval is. Het Prélude
ls eenlgszins te vergelijken met een geïdeali
seerde marsch onder de banier van het ge
loof. In het midden treedt een soort van
koraaïmelodie op. waartegen een dreigend
basmotief in achtsten zich doet hooren. Dit
basmotief vormt later den aanvang der fina
le. In de Aria wordt een eenvoudige melodie
afgewisseld door korte tusschenspelen, ge
varieerd, waarna een innige coda, (waarvan
de melodie ontwikkeld is uit de maten die de
Aria inleiden) als afsluiting volgt. Men
trachte deze melodie goed te onthouden,
want zij komt aan het eind van het Final
terug als tegenmelodie van het marschthema
van het Prélude. Van het Final heb ik den
aanvang al beschreven. Het is alsof infernale
machten de rotsveste van het Godsvertrou
wen dreigen te bestormen: een wild triomf
lied klinkt, maar de terugkeer der Aria doet
het rumoer voor een wijle verstommen. Weer
komen de infernale machten op. weer klinkt
hun triomflied te vroeg echter: in volle
kracht wordt de marsch ingezet en onder de
vaan van het geloof wordt alle tegenstand
voor goed gebroken. Dan volgt de prachtige
combinatie van het marschthema met dat
van de coda der Aria en als in gebed stijgen
de laatste klanken ten hemel. Dit heerlijke
werk vormt wel een unicum in de mij beken
de klavierlitteratuur. De karakteriseering.
die ik hierboven gaf, is niet door Franck aan
geduid: het is-slechts een résumé van In
drukken en een poging om het werk nader
tot den hoorder te brengen.
Tot een ideale hoogte stijgt ook de Sonate
op. 110 van Beethoven, die men aanstaande
week tweemaal zal kunnen hooren. Zij ver
klankt het genezingsproces van den geest
na doorgestane ziekte van het lichaam. Na
een recitatief, waarin Beethoven de beving
op één enkele toon aangewend heeft komt
een smartelijk Arioso, dan een Fuga. herha
ling van het Arioso, Fuga in de omkeering,
waarna een merkwaardig metamorfosee-
ringsproces aanvangt, waaruit ten slotte het
fugathema in grootste bevrijding opklinkt.
Van de verdere uitzendingen noem ik eene
van Brussel VI. op Zondag, die de krachtige
en uiterst karakteristieke liederen van Da
Fa 11 a benevens Italiaansche volksliederen zal
brengen, terwijl Brussel Fr. een interessant
vioolprogramma vermeldt, waarvan ik voor
al de fascineerende „Fontaine d'Arethuse" van
Szymanowski vermeld. Beide Brusselsche sta
tions kondigen voorts elk een „concert voor
dubbelklavler" aan: het eene van A. de
Baeck, het andere van R. Barbier, beide te
spelen door Mevr. Scapus. Wat met dat
dubbelklavier bedoeld is blijkt niet verder.
In elk geval schijnt het mij de moeite wel
waard er kennis van te nemen.
Dit is ook het geval met de twee Cantates
van Bach die Huizen Maandag zal uitzenden
en de blindenmuziek van hetzelfde station op
Dinsdag. Ik heb het orkest van de blinden-
inrichting te Grave eens gezien en gehoord
en me verbaasd over de juistheid van het
samenspel van jongens, die geen dirigeer
stok kunnen volgen en dus geheel op hun
scherp gehoor zijn aangewezen. Trouwens
ook in andere opzichten waren de resultaten
van het blindenonderwijs geschikt om ons te
verbazen en eerbied in te boezemen voor hen
die het geven.
Wellicht zal ook menigeen het concert on
der leiding van den beroemden dirigent Otto
Klempen er, een der velen die van de nieuwe
.Duitsch:.' regeering „verlof" gekregen heeft,
willen hooren, te meer waar een der hoofd
figuren der moderne Weensche school, Bela
Bartok. zich daarop als solist zal doen hoo
ren. Woensdagavond zal dit door Parijs Rad.
en Wecrjii worden uitgezonden.
LETTERKUNDE.
Een roman uit de tooneelwereld.
Tienduizend Kaarsen, door Bets
RanucciBeekman (Amsterdam.
Querido).
Hier trekken inderdaad komedianten voor
bij. Wij maken met hen een gansch speel
seizoen dcor. zitten met de directie op haar
kandoor met de eerste vrouw in haar kleed
kamer. bii verschillende leden van het ge
zelschap thuis op bezoek, en met anderen, of
dezelfden, op tournee in de provincie. Wij
zien de tooneelmenscnen zooals het publiek
ze ziet, bij hun arbeid in de in&ginaire wereld
die zij voor ons scheppen, wij zien ze ook zoo
als ze in het reëelc leven staan en gaan. als
de tienduizend kaarsen van schijnwerpers en
voetlicht gedoofd zijn Mevrouw Ranucci
geef;; van dat, alles een beeld dat dm, indruk
van waarachtigheid maakt en dat alleen door
een insider zoo geschreven kon zijn. Daarmee
wil volstrekt niet gezegd zijn. dat men deze
roman als een pic-ce a clef heeft te beschou
wen. waarin leven en doen van bepaalde too-
neelisten onder vermommimig wordt gerod
deld. Integendeel: al zullen der schrijfster
typen en gebeurtenissen voor oogen gestaan
hebben, zij heeft haar indrukken op vol
maakt artistieke wijze verwerkt, geschift, ge
ordend en tot een interessant, beeld veralge
meend van een kleine gemeenschap die, on
danks alles, van die zooveel grootere samen
leving, die maatschappij heet. blijft afwijken.
De tijden mogen dan voorbij zijn dat de too-
neelist per sé een onmaatschappelijk wezen
was. de aard van individu en werking brengt
nog immer een zekere afzonderlijkheid in op
vatting en gedraging mede die niet boven of
beneden, doch buiten die van den gewonen
burger staat. Als dat niet zoo ware. waar
zou dan de aantrekkelijkheid, de nieuwsgie
righeid vaak ook. door gevoed worden welke
de gewone burger voor iedere artisten-ge-
meenschap. meer of min bewust, aan den
dag legt? Meer nog dan eenig ander kunste
naar leeft de tooneelspeler in een wereld van
fictie: wat hem van andere kunstenaars on
derscheidt bovendien is, dat zijn fictie met
het stuk, waarin hij optreedt, wisselt. Wispel
turigheid zal derhalve een natuurlijk ken
merk van zijn wezen zijn en juist bij acteurs
die in hun vak opgaan vaak als zoodanig
worden opgemerkt. De "vrij intieme arbeids
gemeenschap vergemakkelijkt het opkomen,
ontbloeien en weer doorvoeren van allerlpl
genegenheden tusschen de sexen. waarbij
de natuurlijke wispelturigheid een ongeïnvi
teerde gastrol vervult.
Waar fantasie zulk een integreerend
deel eener levenstaak uitmaakt, wordt een
plotselinge opwelling gemakkelijk tot harts
tochtelijk begeeren. en wordt hartstocht ge
makkelijk met liefde verward. Met. opzet
laten wij dan nog allerhand doening, uit
lager-bij-den-grondsche motieven voortsprui
tend, buiten beschouwing, deze immers zal
men ook in absoluut ón-artistïeken kring, op
kantoren en fabrieken, zonder kenmerkend
verschil, aantreffen.
Het spreekt vanzelf dat ook door dit boek
de roode draad der genegenheden loopt,
draad die maar een enkele maal een hechte
band blijkt, doch het vaakst met het slappe
koord te vergelijken is waarop de artisten
hun levensdans ten uitvoer brengen. Het is
de verdienste van mevrouw Ranucci dat zij
juist in deze dingen volkomen waar blijkt,
niets te mooi en niets te leelijk maakt en
toch telkens het navrante eener situatie ter
dege suggereert. Daardoor blijft Tienduizend
Kaarsen een boeiend boek dat men met ge
noegen ten einde leest .en stoort het niet dat
haar figuren psychologisch relatief oninte-
ressante wezens blijven. Die door haar vlot en
vaak geestig geteekend worden in een schrijf
techniek waar geen aanmerking op te maken
valt, en die te vergelijken is met de wijze
waarop een getraind reporter uit de hooge
journalistiek levendige schetsen maakt van
een belangrijke bijeenkomst van e-en sport-
feest of een slachtveld. En is het leven door
deze lieden van den spele niet vaak een
slachtveld eerder dan een feest? Voor dit
boek. dezen komediantenroman derhalve niet
dan waardeering. In zijn soort is het goed,
uitmuntend zelfs. Al zou een Flaubert, be
schikkende over al de gegeven en de fac-
tische kennis dier gegeven, die mevr. Ranucci
ten dienste staan, er nog wel wat geweldi-
gers van gemaakt hebben. Maar iemand die
Totale verdelging van
kakkerlakken, torren, krekels enz.
FIRMA H. VAN LOON, Telef. 23037
MARNIXSTRAAT 116, HAARLEM
(Adv. Ingez. Med
romanticus, psycholoog én meester-schrijver
te gelijk is. wandelt niet dagelijks door onze
straten. Doch de behandelende materie zou
een Flaubert waard zijn. dat mag men zeg
gen zonder mevrouw Ranucci te kort te
coen. die het weer op haar manier be
handelde.
J. DE BOIS.
23-5-33
Bommen op Nederland
door M. J. M, Gemmeke.
Onder den titel: Bommen op Nederland
heeft de inspecteur van politie te Amster
dam M. J. M. Gemmeke een boek geschreven
waarin hij het vraagstuk van de bescher
ming der burgerbevolking tegen gevaren uit
de lucht-Sn geval van oorlog behandelt. Na
een algemeene beschouwing bespreekt schr.
wat ons bij een volgenden oorlog te wach
ten staat, wat andere landen doen. welke
rol de politie moet spelen, en hij geeft feiten
van den laatsten tijd. Het boek. dat voor
zien is van talrijke, verduidelijkende foto's
is uitgegeven bij drukkerij Jacob van Cam-
pen te Amsterdam.
T>oe mee!
Toon je vredeswil goed.
Maak de vriendschapsband hecht.
Dat geen macht in de toekomst ie
bouwwerk meer slecht.
Laat het zijn als een rots in de woelige
zee.
Roep de jeugd van de wereld: Bouw mee!
Rein Valkhoff heeft een lied gedicht, waar
van het eerste couplet hier is afgedrukt, waar
voor Charles Heynen de muziek componeer
de. Het lied is gemaakt voor den Jeugdvre-
desdag op 18 Mei en andere vredesbijeen
komsten, en richt zich tot de jeugd van
Nederland om mee te werken aan het vredes
bouwwerk en te helnen de vredesgedachte
algemeen te verbreiden.
Van Gorcum en Comp. te Assen verzorgde
de uitgave.
Het herziene Goederentarief.
Gids voor het goederenvervoer.
De Nederlandsche Spoorwegen hebben
uitgegeven twee boekjes, gidsen voor het goe
derenvervoer onder bovenstaande titels, die
inlichtingen in beknopten vorm geven om
trent het vervoer van goederen. Vele staatjes
verduidelijken in beide boekjes de gegeven
inlichtingen
De vos duikt weg,
door Mary Webb
In de Wereldbibliotheek is uitgekomen het
boek van Mary Webb: Gone to Earth, in
de vertaling van Anthonie Donker. De Vos
duikt weg. Hoofdpersoon uit dezen ontróe
renden roman is Hazel, dochter van een zi
geunerin en een muzikant, een natuurkind,
dat verscheurd wordt door innerlijken twee
strijd tusschen de liefde der zinnen en der
ziel en tenslotte tenonder gat. Het band
ontwerp van de uitgaaf is van Fré Cohen
De Socialistische Idee
door Hendrik de Man.
Dit wo k is een voortzetting van De Psy
chologie van het Socialisme, en houdt zich
bezig met den concreten inhoud van de so
cialistische gedachtenwereld en de samen
hang daarvan met de burgerlijke cultuur.
Het boek verscheen in de vertaling van dr.
K. F. Proost en dr. J. C. ProostThoden
van Velzen, bij van Loghum Slaterus' Uit
geversmij. te Arnhem
BIJ GAL- EN LEVERZIEKTEN, galsteenen
en geelzucht, regelt het natuurlijke
„Franz-Josef'-bitterwater de spijsvertering op
absoluut volkomen wijze. Door medici ten
zeerste aanbevolen.
(Adv. Ingez. Med.)
HET TOONEEL.
De Dilettanten.
De crisis schijnt op het liefhebberijtooneel
al van heel weinig invloed te zijn. De schouw
burgen waren in het aigeloopen seizoen bij
dilettanten-voorstellingen althans even vol
als vorige jaren en er zün zelfs vereenigln-
gen zooals Hermar. Heijermans en Thalia
waarvan het ledental zoo is gegroeid, dat
zij in de toekomst evenals de Haar!. Tooneel-
club en Nieuw Leven dat reeds sinds lang
doen twee voorstellingen van elk nieuw
stuk zullen kunnen geven.
Het is wel opmerkelijk, dat die belangstel
ling voor het dilettanten-tooneel te Haarlem
in alle kringen bestaat, zoowel bij de oeter
gesitueerden als bij de lieden met kleine
beurzen. Men moge dat betreuren in zoo
verre, dat het bezoek aan de voorstellingen
van het beroepstooneel er onder te lijden
heeft, het is nu eenmaal een feit. waarmee
wij rekening hebben te houden. Dat die be
langstelling enkel zou voortkomen uit waar
achtige liefde voor de tooneelspeelkunst zal
wel niemand in ernst willen volhouden. Voor
zeer velen misschien wel de meesten ibe-
teekent het bijwonen van een dilettanten
voorstelling „'n avondje gezellig uit zijn". Men
is er in zijn eigen milieu, ziet er vrienden en
kennissen en de volle zaal werkt mee om de
gezelligheid te verhoogen. Er is bij dilettan
ten-voorstellingen altijd een heel andere, een
opgewekter stemming die van „en familie
zijn" dan op de gewone tooneelavondcn
en dit is dan ook wel de voornaamste reden,
waarom het '.iifhebberij-tooneel zich in een
zoo groote belangstelling mag blijven verheu
gen. Want ten slotte heeft de mensch juist
in een tijd van malaise behoefte om zich eens
te verzetten en hij vindt ziin genoegen waar
schijnlijk meer in een goed bezetten schouw
burg vol kennissen dan in een half leege zaal
te midden van een hem vreemd publiek.
Wat de dilettanten dit seizoen hebben ge
bracht, verschilt niet zoo heel veel van wat
wij sinds jaren gewoon zijn. Het zijn voor het
meerendeel stukken, welke het beroepstoo
neel reeds vroeger heeft gespeeld en het
komt maar zelden voor. dat wij eens iets ge
heel nieuws te zien krijgen. Een uitzondering
op deze regel hebben de Haarl. Toonelclub
en de Arbeiders Tooneelvereeniging Vooruit
gang gemaakt. De opvoering van De Trage
die van den Prins door de H.T.C. ter gelegen
heid van de Oranie-herdenklng was een
daad. niet alleen reeds wegens de keuze van
dit voor dilettanten moeilijke stuk van Dr.
H. P Schroder maar ook door de vertooning.
die dank zij de uitstekende bezetting van dc
twee hoofdrollen den Prins en Balthazar
Gerard uitstekende kwaliteiten had. Met
Jean III van Saeha Guitry gaf de H.T.C.
eveneens een stuk, dat niet te voren door het
beroepstooneel in ons land was gespeeld en
ook hierin dus onderscheidde deze tooneel-
club zich weer van de meeste andere lief-
hebberijvereenigingen in ons land.
Het uit het Duitsch vertaalde drama Cyaan
kali. dat Vooruitgang in besloten kring gaf.
omdat de burgemeester gemeend had een
opvoering van dit stuk in het openbaar te
moeten verbieden, was wel van heel ander
gehalte, maar het was in ieder geval een „ge
tuigen". Men had met deze voorstelling een
andere bedoeling dan enkel een avond van
ontspanning aan de leden te geven.
„Getuigen" was ook het doel van de op
voering door de Geheel Onthoudersvereeni-
ging Nieuw Leven van Copper en Co. een
tooneelspel van Daan van der Zee. dat in het
vorige seizoen door Het Schouwtooneel in
enkele steden van ons land gespeeld was ge
worden. Het stuk mocht bij het groote pu
bliek geen genade vinden, wat mij na de
kennismaking bij Nieuw Leven allerminst
verwonderde, maar het had een uitgesproken
tender.z, welke een voorstelling door een ver-
ceniging. die algeheele onthouding van ster
ken drank propageert, begrijpelijk maakt.
Een nobele tendenz was er ook al was
het dan van heel andere strekking in Sc-
bastiaan, de Heilige Proletariër, dat het R.-K.
Volkstooneel een dilettanten-vereeniging
uit Amsterdam hier gaf. Als tooneelwerk
was het allerminst sterk, al was het dan ook
vol edele bedoelingen. Een tendenz-stuk was
eveneens De Familie Loberg van Cor Her
mus, door de R.-K. tooneelvereeniging Tha
lia eenige malen voor volle zalen gespeeld,
maar ook in dit stuk is het den schrijver
niet gelukt aan zijn bedoelingen een vol
doend stevigen dramatischen vorm te geven.
Voor het overigen waren het over het alge
meen stukken, die wij vroeger reeds bij het
(Van onzen Londenschen correspondent)
Londen,
Mei
Een paar minuten nadat het gordijn van
His Majesty's Theatre is opengega'an voor de
vertooning van „Music in the"Air" weet men
het motief voor den titel tegelijk met dat
voor de muziek. Dr. Walther Lessing, die
muziekonderwijzer en koorleider is in Eden-
dorf ongetwijfeld een voor-Hitleriaansch
Beiersch dorp heeft een kneutje hooren
zingen in den vroegen ochtend terwijl, blij
kens het uitzicht door het venster, de zon
hooge bergen in zachten gloed heeft gezet.
Het fantastisch schoone natuurtafereel moest
stemmen tot bezieling en droomerij. Maar de
brave oude Lessing durfde op dat oogenblik
nog niet droomen dat zijn vriend uit het
verleden, de Münchensche muziekuitgever
Ernst Weber in Edendorf geboren, maar
wijs en grijs geworden in het gekunstelde
bestaan van de hoofdstad de melodie eens
zou publiceeren, „muziek van Walther Les
sing, woorden van Karl Reder" 'den jongen
schoolmeester van het dorp). Deze droom
kwam pas toen het koor de nieuwste compo
sitie van Edendorf met de lieflijke woorden
van Karl ten beste gaf en het fijne stemme
tje van Sieglinde, 's componisten dochter,
solo-partijtjes zong, welke de gemoederen
der dorpelingen (met uitzondering van dat
van de lijvige sopraan die luidruchtig klaag
de over den tocht in het schoollokaal) innig
ontroerden.
En Edendorf had een wandelclub, die zich
juist had voorgenomen honderd kilometer
over bergen en door dalen te gaan naar Mün-
chen. Toen vatte Lessing het denkbeeld op
de vrucht van zijn inspiratie voor Weber
ten gehoore te brengen. Het was het begin
van een lijdensgeschiedenis, waarvan later,
toen de wandelclub al lang weer het normale
leven In Edendorf had hervat, het einde zou
worden verguld door den Edendorfschen
brievenbesteller, die een rolletje muziek uit
Mlinchen bracht. Lessing's oeuvre in druk
en in een topografisch kleed dat den groot
sten liederencomponist welgevallig zou zijn
geweest.
Hiermede is slechts het begin en einde van
het verhaal verteld. De kenner van operettes
heeft al beseft dat Sieglinde en Karl meer
voor elkaar zijn dan kameraden. In München
ontstaat de vervreemding. De geliefden ra
ken er in een waar wespennest van intrigue.
Weber is er met zijn medewerkers, een diva
van meer dan stormachtig temperament, een
tooneelschrijver die aan het hart van de diva
niet genoeg heeft en een kapelme^-ter dm
weet wat hij wil en die beseft hoeveel kwaad
amateur-actrices aan een opvoering kunnen
doen bezig aan de voorbereiding van een
nieuwe operette, waarvan het eerste bedrijf
gereed is gekomen. In het kantoor van den
muziekuitgever geven de schrijver en de ope
rette-ster een geïmproviseerde repetitie van
dit bedrijf. Wanneer het dorpsvolk binnen
komt met het doel Weber te bewegen Les
sing's liedje uit te geven, raakt de voor nieu
we indrukken zoo vatbare schrijver onder de
bekoring van Sieglinde: en Karl, onnoozele
bloed die hij is. kan geen weerstand bieden
aan dc attenties van Frieda de ster van het
Miinchensch operette-tooneel. De ruzies tus
schen Frieda en Bruno iden schrijver) zijn.
even hevig als vermakelijk. Maar als zij el
kaar lang genoeg hebben geërgerd met hun
flirtaties en wanneer blijkt dat Sieglinde in
de rol. die voor Frieda was bestemd, hope
loos tekortschiet, komt aan de koortsige
avonturen spoedig een einde en keert de wan
delclub naar het vredige dorp en keeren
Sieglinde en Karl er naar simpel liefdesgeluk
terug.
En dat is genoeg van het verhaal. Bcier-
sche kleeding en Beiersche grond geven pret
tige kleurigheid, frischheld en schilderach
tigheid aan de tooneelen. En het verhaal,
waarin een muziekspel wordt geïntrodu
ceerd in een muziekspel, geeft gelegenheid,
waarvan dankbaar en met voortreffelijk ef
fect gebruik wordt gemaakt, om de hande
ling geheel in harmonie tc brengen met de
muziek.
Een gemoedelijk en lieflijk-romantisch stuk
is „Music in the Air" dat dc oogen ruim werk
geeft, ze verzadigt met uitbundige kleuren
en beweging, ze warm maakt met sentiment,
ze doet tranen van het lachen. Maar de
glanspunten zijn die van Frieda, wanneer zij
gelukkig veelvuldig, dc lieflijkheid vaneen
rijt met de manifestaties, in zang en gebaar,
van haar hevig temperament. In Mary Ellis,
een Elzaasche van geboorte, die in Amerika
is opgegroeid en dank zij vele vacanties In
Engeland geen Amerikaansch spreekt, heef:
het Londensch tooneel een aanwinst gekre
gen die het wel mag waardccren. Zij heeft
zich reeds in gewoon tooneel a!s een zeer
begaafde actrice doen kennen. Nu heeft zij
zich in „Music in the Air" ontpopt als een
artiste van verbluffende veelzijdigheid, die
in haar vocale gaven een even goed uitdruk
kingsmiddel heeft voor haar verscheiden
stemmingen als in haar acteeren. zij is niet
alleen een lust, om te zien maar ook om te
hooren, zingend of pratend. Zonder een Marv
Ellis zou „Music in the Air" onderhoudend
zijn geweest, mét haar in de rol van de ope
rette-diva wordt een bezoek aan His Ma
jesty's een avond van nieuwe en onvergete
lijke indrukken.
A. K. VAN R.
dilettanten-tooneel of van het beroepstooneel
hebben gezien, al werden dan ook enkele
nieuwe tooneelwerken geïntroduceerd. Nieuw
voor dilettanten waren Gromple, dat Jacob
van Lennep in een verdienstelijke opvoering
speelde. De Ideale Vrouw door Nieuw Leven
gegeven, en de drie vroolüke stukken De
Familie van mijn Vrouw. Het Parfum van
mijne Vrouw en Polly Perkins, welke Haar
lems Tooneel gaf.
Voorts speelde Thalla uit IJmuiden hier
voor de Ned. Reisvereeniging Overschotje,
waaraan ook nog nooit een Haarlemsche di-
lettantenclub zich tot nu toe had gewaagd
en gaf Litteris Sacrum uit Leiden in den
kring van Cremer een voor liefhebbers wel
uitzonderlijk goede voorstelling van Mol-
nar's Nachtrepetitie.
Cremer mocht weer eens een klucht De
Ridder van den Kouseband - van zijn ar-
ristieken leider Henk Bakker voor dilettanten
introduceeren en het was een groote voldoe
ning voor onze Kon. Letterlievende Vereeni-
ging, dat haar voorstelling waarin de zeer
verdienstelijke dilettante mevrouw Lucas ju
bileerde ver uit ging boven die, welke De
Vereenigde Schouwspelers hier te Haarlem
eenige maanden te voren van hetzelfde stuk
hadden gegeven.
„Eén dag Dame" was dit seizoen wel favo
riet. Het ging bij Jacob van Lennep, den R.K.
Kring en Thalia en het had telkens een uit
bundig lachsucces. „Onder één Dak" is weer
eens uitgekozen door Jacob van Lennep. dat
er mee naar een wedstrijd toog ditmaal
echter zonder veel succes en door Nieuw
Leven. Bij beide vereenigingen was de rol van
Dora zeer gelukkig bezet. bO Van Lennep door
mevrouw Toni Groeneweg die er een per-
soneelen prijs mee mocht behalen te Bergen
op Zoom en bij Nieuw Leven door mevrouw
Kerkhof-Blokkers, welke laatste zich ook on
derscheidde in de opvoering van Copper en
Co. en De 7 Sleutels van Baldpate.
Cremer had een zeer gelukkig seizoen,
doordat het van den tooneelwedstrijd tc Ber
gen op Zoom met haar opvoering van Bak
kers Dokter Bavino de voornaamste prijzen
mede naar Haarlem bracht. De auteur zelf
sleepte den eersten personeelen prijs binnen
in de titelrol, die hij dan ook op bijzondere
wijze vervulde. En wij moeten hier ook mel
ding maken van het succes van Haarlem's
Tooneel op den wedstrijd tc Leeuwarden, waar
het met „Dat wat je niet hebt" den eersten
prijs behaalde. Mevrouw Tijssellng zeer
zeker een der beste actrices onder de dilet
tanten van Nederland werd er onderschei
den met den eersten personeelen prijs, ter
wijl van der Horst met een tweeden prijs
mocht terugkeeren.
Deze overwinningen van Haarlemsche too-
neelvereenigingen geven wel het beste bewijs,
dat het dilettanten-tooneel In onze stad op
een flinke hoogte staat.
Cremer gaf ook nog een eerste opvoering
van Marijke, de laatste tooneelbewerking van
een meisjesboek van Cissy van Marxveldt,
door den in Maart gestorven Dom de Gruvter
en speelde voorts Stapelveld's Wat Vrouwen
willen, welk stuk hier ook niet eerder bij di
lettanten ging.
Van de R.K Rederijkerskamer Albcrdingk
Thym moeten wij nog de opvoeringen van
Meesters en Dienaren en van Drie wijze
Jokken vermelden, welke stukken werden in
gestudeerd onder de artistieke leiding van
Herman Moerkerk.
Heijermans gaf een verdien^t«'iiic« herha
ling van Allerzielen en speelde later De Duis
tere Gast van Bakker en Hot Zevende Gebod
van Heijermans, Vooruitgang bracht in het
laatst van het seizoen Hans Hopper maakt
Carrière, het blijspel van Fabricius. waarvan
Cremer verleden jaar de première heeft ge
geven.
Ten slotte wil ik hier nog ln herinnering
brengen de alleraardigste en uitstekend go-
monteerde revue „Takomst Neat?" waarmee
de Frlesche tooneelvereeniging Gysbert Japicx
haar zevende lustrum vierde cn de opvoering
van Drügjende Leechte door de zelfde ver-
eenlging in de maand April.
Uit dit overzicht blijkt wel. dat het dilet
tanten-tooneel te Haarlem ondanks de ma
laise nog vol leven is. Zoowat alle vereeni
gingen waarbij wij ook Onderling Genoe
gen en Vriendschap zij ons Doel noemen
verkeeren In bloeienden toestand en gaan het
aanstaande seizoen met vertrouwen tege
moet, Jacob van Lennep misschien nog het
meest, omdat het in September zijn zilveren
jubileum met een internationalen tooneel
wedstrijd hoopt te herdenken.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK IN DEN HOUT.
De Haarlemsche Orkestvereeniglng geeft
een concert op Maandag 5 Juni te 2.30 uur
(2e Pinksterdag) in den Hout. onder leiding
van Marlnus Adam.
Het programma luidt:
1. Pomp and Circumstance (marsch)
El. Elear.
2. Ouverture „Die Zigeunerin" v. Balfe
3. O. Frühling. wie bist du so schön,
(wals) P. Lincko
4. Fragmenten uit de Opera „Lucle
di Lammcrmoor" Donizetti
5. Ouverture „Hans Sachs" Lortzing.
6. Mazurka Russe Gannc
7. Potpourri uit „Frühlingsluft"
Josef Strauss
Daar kan men
mee
kijken
Voor vele weggebruikers is
dat 'n nieuwtje. Die maken er
namelijk een gewoonte van
omniet uit te kijken.
KIJK UW KIJK 'm KIJK IJJT!