Fa. A. H. de Wilde SPOTPRIJZEN Hommen Go. J. W®ILILM®TrS„ Radiumemanatiewater Agenturenkantoor „Volharding" REIZEN EN ZINGEN. KOOLPLANTEN 3 LINNEN SCHOENEN SANDALEN 1 voor op reis VLECHTSCHOENEN en voor bosch en strand OPANKEN WEEK-END SCHOENEN WELFSCHOENEN SCHOENMAGAZIJN III ANEGANG 12 111 DE OUWE GAPER LANGE VEERSTRAAT 20 tegen rheumatische aandoeningen, jicht, ischias, etc. Ged. Oude Gracht 47, Haarlem, Tel. 10203 BANDENCENTRALE De mooiste sorteering in: iS££tLÊ!l Zomer Zijden KatoeneJ sto"en Speciaalhuis Turfmarkt hoek Kampervest Het adres voor: Bloemkool, Roode kool, JAN ROOZEN, Zaadhandel op uw wandel- of fietstochten. Een eerste eisch is, dat U een paar goed passende schoenen draagt. Deze zijn in RUIME KEUZE aanwezig in het bekende Onze prijzen zijn aanmerkelijk verlaagd V. P. No. 8 GOEDKOOPE DROGISTERIJ ASS. APOTH. v. a m Het kleine, handige Radiumemanatietoestel bespaart reis- en hotelkosten, daar men er een drink- of badkuur mede bij zich thuis kan volgen. Aangezien Radium door de eeuwen heen zijn activiteit behoudt, is het toestel van duurzame waarde en vereischt bovendien in gebruik hoe genaamd geen kosten. De behandeling van het toestel, alsook de geneeswijze zelf, die op wetenschappelijken grondslag berust, is uiterst eenvoudig en geriefelijk. Uitvoerig prospectus gratis. ALLE MERKEN - ALLE MATEN KERSVERSCH - VOLLE GARANTIE KINDERHUISVEST 43 en 45, TEL. 13039 ALLE SOORTEN ACCU'i, OLIE, BOUGIE'. EN BENZINE Kinderwagens Vouwwagens Poppenwagens Tafelstoelen Driewielers VI. Hollanders vindt U in het Vonden de' Duitschërs liet heiligschennis 'dat over den Rijn hun Duitschen Rijn inplaats van nationale liederen Louis Da vid's ode aan het Hoilandsche Zandvoort weerklonk? De stemming van de Duitschërs werd merkbaar vijandig,- maar du Hollanders waren zich geen kwaad bewust. Zij galmden dat het een lieve lust was,het eene liedje na het andere. Het Meisje van de Zangvereeni- ging was Zandivoort opgevolgd en na de Zang- vereeniging kwam Speenhoff's Brief van den Marinier aan de beurt. Bij elk nieuw lied steeg de ergernis der Duitschërs. Hun priemende blikken gingen nu eens naar de zingende Hollanders, dan weer naar drie Fransche officieren, die aan een afzon- derlijk tafeltje op het achterdek gezeten i - waren. Ik voelde, dat er iets broeide. Toen opeens zag ik een Duitsch predikant opstaan en langs de verschillende tafeltjes gaan. Bij elk tafeltje werd even geconfereerd; de Duitschërs knikten dankbaar den geeste lijke toe en blijkbaar voldaan ging deze dan verder. De Hollanders merkten niets en had den met onverdroten moed een nieuw lied dat van den Bergschen Plas van Speenhoff aangeheven. De Duitschërs zaten als „in aanvalshou- ding" af te wachten. Zij keken allen naar den predikant, die weer aan zijn tafeltje had plaats genomen en nu en dan bemoedigend knikte, als wilde hij zeggen: So fort geht's los!" Met een langen uithaal kwam het slot van den Bergschen Plas. Daar op eens stond een dikke Duitscher aan een der midden tafeltjes boven op een stoel. Zijn gezicht bolde op, alsof hij een trombone zou gaan bespelen en met een stem om kinderen mee naar bed te jagen, zette hij het lied in: Draag speciaal voor Wandeltochten Bloemendaalsche gele, vroege en late groene Savoye kool, Witte kool en Spruitkool. PER 100 F 0,80 GROOTE HOUTSTRAAT 15, TEL. 16061 Een Hollandsch-Duitsch zangduel. De maaltijd van den trekleer. Uit loelJce provincie komen wij? Jjrchshpe - iV^J/^BoeP SCHOEN- MAGAZIJN L. Veerstr. 19 Tel. 10135 BEZICHTIG ONZE SPECIALE ETALAGE Een Vacanfie-Herinnering. Ieder, die wel eens gekampeerd of „getrok ken" heeft, weet welk een belangrijke plaats de factor „eten" daarbij inneemt. Zooals de schrijvers, de heeren J. II. Bouman en J. van de Spieghel is het aanbevelenswaardige kookboek voor kampeerders en trekkers (uit gave De Spieghel te Amsterdam, tweede drukl terecht opmerken is de gang van zaken meestal zoo: De kampeerder, die er een week end op uittrekt zal denken: waarom al die zorgen, ik neem een flinke hoeveelheid brood mee, het een en ander om die boterhammen mee te meubileeren en als deze wat droog zijn geworden, dan is oen flinke slok water of melk wel voldoende om ze naar beneden te spelen". Maar als die week-ends zich vaak herhalen en wanneer iedere mooie Zater dag en Zondag benut wordt om buiten door te brengen, dan gaan de meesten toch wel voelen voor een minder sober maal en wan neer er niet alleen op week-ends maar ge durende vacanties gekampeerd wordt, dan is het zelfs een vereischte te zorgen voor be hoorlijke voeding, d.w.z. voor een stevig ont bijt, een warmen maaltijd en goed avond eten! In genoemd boekje vindt de kampeerder alle aanwijzingen, die hem bij de bereiding van een groot aantal gerechten van dienst zijn. Er is zelfs een plaats voor de „Rohkost" Ingeruimd. Ook aan de inrichting van de kampeerkeuken is de noodige aandacht be steed. Wij. Hollanders, hebben gebrek aan liederen. Nooit heeft mij dat ster ker getroffen dan wanneer ik met een groep op reis was. Animo om te zingen was er altijd genoeg, maar liederen, die een ieder kende, bestonden er blijkbaar weinig of niet. Toen ik indertijd met de Ne- derlandsche Reisvereeniging op de Olivia een reis maakte naar de Noorsche fjorden, moest ik minstens tien maal per dag hooren, dat wij vrij en blij leven op „Neêrland's die- erbaren grond" en minstens even veel kee- ren: ,,'k Heb u lief, o, Neeheederland". En dat waren dan nog tenminste liederen, waarbij je van zang kon spreken, maar wan neer men begon met „Houdt er den moed maar in!" of „En de N. R. V. gaat nooit ver loren", dan besefte je eerst volkomen, dat het met de zangkunst in Nederland maar heel poovertjes gesteld was. Laat ik het maar bekennen, dat ik mij op mijn reizen wel eens over mijn landgenooten 'n weinig gegeneerd heb. vooral in Duitsch- land, het land, waar men wel degelijk zin gen kan. Heb ik niet eens op een der mooiste plekjes van het Bode Thai in den Harz het vei-heven „En je Bokkie, Bokkie Bokkie, Bokkie, hè!" hooren galmen, en er de con clusie uit moeten trekken, dat er Hollanders in de buurt waren? En kondigde een andere groep landgenooten in Altenahr haar komst niet aan met het al even fraaie toen sterk in de mode zijnde: „En laat de boel maar waaien"? O, ik weet wel,'dat het heel on schuldige liederen waren, vrij wat onschul diger dan het „Wenn Judenblut vom Messer spritzt", dat de nazzi's tegenwoordig in Duitschland plegen te zingen, maar ik heb toen toch maar gedaan, alsof ik geen Hol- landsch verstond en mijn nationaliteit voor eenige minuten verloochend. De zanglust van mijn landgenooten heeft mij in een van mijn vacanties nog eens een vrij penibel oogenblik bezorgd, waarvan ik hier vertellen wil. Het was op een Rijnboot tusschen Coblenz en Keulen in de dagen, toen de Rijnstreek nog door de Franschen bezet was. Met ons mede reisde ook een groep Hollanders, voor 't meerendeel jongelui, die in een opgewekte stemming verkeerden en het dus noodig vonden aan hun vroolijkheid in zangen uiting te geven, De liedjes die zij zongen, waren van beter gehalte dan „Bokkie, Bokkie, hè", ja zij verhieven zich zelfs nog aanmerkelijk boven het geliefde „Houdt er den moed maar in!". Zij begonnen met Dirk Witte's Asperine, vervolgden met Speenhoff's Broekje van Jantje en zetten als derde lied het bekende „Zandvoort aan de Zee" in. Het was alles heel onschuldig, n^aar ik had reeds dadelijk gezien, dat de Duitschërs aan boord dat zingen der Hollanders hevig irriteerde. Zij wierpen woedende blikken naar mijn land genooten, die van deze ergernis blijkbaar niets merkten en met volle borst zaten te zingen: „Zandvoort aan de Zee! Zandvoort aan de zee!" Am Deutschen Rhein, da wollen wir leben, Am Deutschen Rhein. da wollen wir sein! en tegelijk zongen, wat zeg ik brulden alle Duitschërs mee. De dikke Duitscher was zelfs zoo fanatiek, dat hij zijn wandelstok had genomen en met breeden armzwaai diri- geérend, zijn landgenooten aanvuurde. Ik zag naar den predikant; hij stond achter zijn stoel, zijn gezicht was paars, hij zong forte, fortissimo, hij zong met een kracht, alsof hij alle Hollanders van boord wilde zingen. En na eiken versregel knikte hij de Duitschërs toe, als wilde hij hun toeroepen: „Harder, harder, harder nog!" Het Hoilandsche troep je zat een oogenblik verbluft. Toen het lied van de „Deutsche Rhein" uit was, applaudis seerden zij goedig en zij meenden in hun on schuld den Duitscher geen grooter genoegen te kunnen doen dan met „Tineke van Heulen" te antwoorden. Maar ik zag onmid dellijk, dat deze „beleefdheid" absoluut niet werd gewaardeerd. De Duitschërs zaten op sprong om op het geschikte moment den tegenaanval in te zetten. Zoodra was het eer ste couplet van Tineke niet uit, of de dikke Duitscher in het midden stond al weer op zijn stoel, den stok in de hoogte en nog ster ker dan het eerste lied klonk het nu over het water: Warum ist es am Rhein so schön? Ik begon te vreezen, dat de predikant bar sten zou: hij blies meer dan hij zong. En alle Duitschërs brulden, brulden, brulden, dat het daverde over den Rijn. Tegen zulk fanatiek zingen konden de Hollanders niet op: zij bliezen den aftocht. De Duitschërs hadden het terrein behouden en in dit zangduel over wonnen. Aan het tafeltje zaten de drie Fransche of ficieren met glimlachende gezichten toe te kijken, maar zij mengden zich niet in den strijd. En toch hadden zij het kunnen doen, indien zij gewild hadden, want het was den Duitschërs zooals ik later hoorde verbo den op de Rijnbooten te zingen. Maar in dezen strijd bleven de Franschen neutraal en •stonden zij zelfs blijkbaar aan den kant van de Duitsche overwinnaars. En ook ik genoot hoewel de Hollanders de nederlaag hadden geleden van de Duitsche overwinning en mijn sympathie ging uit naar den predikant, die zijn landgenooten ondanks het verbod deze voldoening had geschonken. J. B. SCHUIL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 13