10 GEBODEN
R
95 Cent
CRAMA
FAUNA
HUISDIEREN
79 cent
HAARSNSJ
MACHINES
l/atmUe'mtikempu
de eetste Augustus iu èwiisetiaud
voor uw vacantie!
l.Ktut
deuk et aau...
Wat Kou kou
kou Kou aUéeu
Uw adtes
A. P. cU (fcaa$
de utotteu
kauteu.
BARTELJORISSTR. 2
KI. Houtstraat 7
Eau de Cologne
G. Schous
Elastieken kousen
DOOR WILLY VAN DER TAK.
Ik denk, dat het dat jaar al een poos van
te voren geschreven stond, dat ik den
eersten Augustus in Zwitserland zijn zou:
en dat de goden wetende, dat ik erg
graag, als me iets bijzonders te wachten
staat, een beetje verder kijk dan mijn neus
lang is en dat dan liefst ook nog van te vo
ren besloten, dat men een menschenkind
ook af en toe ter wille moet zijn en me toen,
een paar maanden van te voren al, dien
kleinen Zwitserschen koopman uit Olten op
mijn weg stuurden om alles haarfijn voor
te bereiden. Het was in April, en ik kwam
bruin verbrand en met den zomer in mijn
hoofd terug uit Italië, waar geen mensch
meer aan winter, of zelfs aan voorjaar dacht
maar ik wist. dat in Zwitserland de sneeuw
nog maar net uit de dalen weggesmolten zou
zijn en dat er in Duitschland geen, in Hol
land nog minder, sprake zou zijn van zonne
warmte Mijn wintermantel hing aan zijn
haak zachtjes naast me te schommelen, toen
we door Italië reisden; maar toen we Chiasso
en de douane voorbij waren en ons een weg
door de bergen van Zuid-Zwitserland naai
den Sint Gothard zochten, er de zon lager
ging staan en zijn lange, kille schaduwen in
de dalen wierp, werd het me al te koud en
met een wat weemoedig gevoel stond ik op
en trok hem aan. Weg zon! Weg zomer! En
terwijl ik uit de ramen naar buiten staarde,
kon ik den mouw van mijn mantel niet vin
den, en mijn Zwitsersche buurman met zijn
wit baardje en zijn roodbruin buitenlucht
gezicht sprong galant op en presenteerde me
het verloren schaap, wat het ijs, dat de
meeste treinreizigers van elkaar pleegt te
scheiden, brak en mij een heel stuk nader
bracht tot den nationalen feestdag der Zwit
sers, den eersten Augustus, dan ik vóór dien
tijd ooit was geweest.
Want mijn medereiziger was een vurig pa
triot. zóó vurig, als wij ze hier in Holland
haast niet kennen en de onwetende, maar be
langstellende Hollandsche naast hem, die
bovendien uit Napels kwam en nog heele-
maal door moest naar Holland. „Bijna acht
en veertig uur reizen, Herr Gott in Himmel!"
zei hij ontzet, toen hij het hoorde, „en hij
kwam nog maar uit Milaan, waar hij een
broer had wonen, en hoefde maar mee tot
Olten, en dat vond hij al een groote reis!"
had wel recht op een verzetje en wilde bo
vendien blijkbaar werkelijk graag op de
hoogte gebracht wordenEen groen plekje
wei aan den overkant van het Vierwald-
statter-meer, waar nog net de laatste stra
len van de zon op vielen, deed de rest. Hij
greep opgewonden mijn arm en zei haastig
tegen me: „Kijk dan toch! Gauw. want an
ders kunt u het niet meer zien! 7 iet u daar,
aan den overkant, dat stukje groen? Dat is
de Rütli!"
„Natuurlijk", zei ik knikkend, „De Rütli!
Van den opstand, wanneer was het ook weer?
In vijftienhonderd zoowat? En Wilhelm Teil
en de appel en ,de landvoogd, hoe heette hij
ook weer, Gessier, niet?" En niet weinig
trotsch over al die wetenschap keek ik hem
aan, minstens een goedkeurend knikje ver
wachtend.
In plaats daarvan schudde hij streng het
spitse witte puntbaardje en keek oog eens
door het raampje naar buiten, waar hij mis
schien een laatste glimp van de zonbesche
nen Rütli kon opvangen; en toen kwamen,
keurig gerangschikt en aaneengereid, alsof
ze net pas klaar gemaakt waren voor een
lezing over dien gloriedag van het Zwitser
sche volk, die nu bijna zes en een halve eeuw
geleden is, de feiten en mededeelingen voor
den dag. Rustig en gestadig zat hij te ver
tellen, er geen oogenblik aan twijfelend, of
al die heldendaden uit Zwitserland's verle-
den moesten ongelooflijk interessant zijn
voor een van niets wetende vreemdelinge;
hij haalde er papier en potlood bij voor den
dag en teekende situaties; hij raakte op
een kalme en bedaarde wijze in vuur en
zijn hardblauwe sterke oogen straalden. In
de coupé zaten, behalve een paar Zwitsers,
die glimlachend, maar met slecht verborgen
trots, ook meeluisterden, en behalve hij en
ik, nog een paar Duitschers en een Fran-
caise; en ook zij luisterden gespannen naar
het verhaal van den patriot, en de Fran-
gaise die het Duitsch slecht volgen kon. vroeg
tusschendoor nadere verklaringen, die hij
prompt en trouw in het Fransch gaf. De
feiten zelf doen er minder toe: ieder kent
ze goed cf minder goed; Schiller's „Wilhelm
Teil" heeft wat dat betreft zijn werk ge
daan op deze wereld. Tot slot ontspon zich
een discussie over de vraag, of het meeren-
deel van dat verhaal over den oorsprong van
de vrije Zwitsersche republiek legende was
of waarheid, tusschen den kleinen, baardi-
gen Zwitserschen koopman en één van de
Duitschers: de Duitscher verklaarde met één
groot gebaar alles tot legende, en de kleine
Zwitser bestreed hem, weerlegde hem nauw
gezet en triomfantelijk punt na punt. en
bereidde toen zijn overwinning een volko
men waardig slot door ten laatste met een
$oort van bedaarde slimheid aan te komen i
dragen met de meening van „één van mijn
vrienden, der Herr Professor Karl Meyer van
de universiteit in Ziirich". die bewezen heeft
bewezen, zeg ik u dat de meest roman
tische episode uit Zwitserland's historie geen
legende, maar werkelijkheid is geweest. „Der
Teil heette alleen maar Tell van zijn voor
naam, en Gessier heette heelemaal geen
Gessier, maar hij heette Konrad von Fellen-
dorf. Maar die ganze geschichte ist Wirklich-
keit gewesen! Daar boven op de Rütli zijn ze
begonnen, daar hebben ze vuren aangesto
ken, dat heel Zwitserland het weten en ver
der zeggen kon!" En zijn heele gezicht laaide
van geestdrift. De Duitscher, geïmporteerd
door <3en naam Karl Meyer, dien hij blijk
baar kende, zweeg. De andere Duitscher
zweeg ook.
De Zwitsers schudden in heimelijken trots
hun hoofden, alsof zij nog steeds de toen her
wonnen vrijheid als een nieuw en kostelijk
bezit voelden. En de verteller zweeg plotse
ling en keek, blijkbaar wat beschaamd over
zijn eigen geestdrift, het raam uit, waar ach
ter in de schemering de donkere contouren
van de bergen voorbijgleden en de dorpjes
voorbijschietende groepjes lichten waren.
In Olten stapte hij uit, en wenschte mij
goede reis. „Komt u toch eens naar Zwitser
land op den eersten Augustus! Dan vieren
wij Zwitsers nog feest, na zes en een halve
eeuw, en kunt u eens zien, hoe mooi dat is!"
„Misschien", zei ik, „nachstes Jahr. Dit
jaar is er geen sprake van. Maar dan zal ik
aan u denken".
Ik heb de goden niet hooren lachen, toen
ik zei, dat er geen sprake van was, dat ik
datzelfde jaar nog den eersten Augustus in
Zwitserland zou komen vieren, maar ze moe
ten vrijwel zeker gelachen hebben. Want pre
cies op den eersten Augustus van datzelfde
jaar, er niet aan denkende, dat het de eerste
Augustus was, en nog minder denkende aan
de vermaning van mijn Zwitsersche mederei
zigers van een paar maanden geleden, reden
we per auto Zwitserland binnen, 's Morgens
om vijf uur waren we nog in het Schwarz-
wald geweest, dat pinkelend bedauwd was
en heerlijk geurde na een zwaren regennacht:
om zeven uur reden we door de ochtendlijke
straten van Bazel en zochten het kostelijke
Bazelsche station op, waar de waschcabines
zalige toevluchtsoorden zijn voor stoffige
autoreizigers, die al een dag en een nacht
rijden achter den rug hebben.
En dien zelfden dag. op dien eersten Augus
tus, die een verrukkelijke warme, zonnige,
feestelijke eerste Augustus was. reden we
van Bazel dwars door Zwitserland naar ons
einddoel in het Zuiden, Diablerets, waar we
dien zelfden middag grillig is soms het
weer tusschen de bergen onder een lood-
zwarten hemel en in een geweldigen plas
regen aan zouden komen om er ook nog dien
zelfden avond tusschen de bergen van het
dal den nationalen feestdag der Zwitsers
mee te vieren, alsof we ons leven lang niet
anders verwacht hadden. En toch
Toen we Bazel uitreden om een uur of acht
negen, opgefrischt. gelaafd en wel, waren we
ons van niets anders ter wereld bewust, dan
dat we een vacantie van veertien dagen voor
den boeg hadden, waarvan er, dank zij ons
gestaag doorrijden, nog maar één achter den
rug was, en dat de hemel blauw was en dat
de zon scheen, dat het een lieve lust was.
Dwars door het vroolijke Zwitserland heen
reden we naar Solothurn en in Solothurn
1 deden we onze eerste ontdekkingEr
moest benzine bijgevuld worden, we zaten
ergens op een stoepje en dronken onverstan
digerwijze de pas gevulde veldflesch weer
heelemaal leeg terwijl het langzamerhand
tot onze op andere dingen ingestelde herse
nen begon door te dringen, dat er daar in
Solothurn wat bijzonders aan de hand moest
zijn. Men versierde er de straten, er liepen
nu al kinderen met lampions en serpentines
rond. Een dorpsfeest? We kochten met onze
twee laatste klontjes een Zwitserschen kwa
jongen van acht om, en namen informaties
naar de oorzaak van al die jolijt, en pas na
dat hij de twee klontjes langzaam en pein
zend naar een betere wereld voor klontjes
had doen verhuizen, kwam langzaam en be
dachtzaam zijn antwoord, terwijl zijn twee
ronde oogen ons monsterden:
„Aber "s ist doch heufder erste
August!"
„De eerste Augustus! Ach ja, ach ja! En
ik dacht opeens weer aan mijn wïtgebaar-
den medereiziger van Milaan naar 'Olten, die
mij had gezegd, dat ik den eersten Augustus
in Zwitserland moest komen vieren, en aan
de goden, die dezen heelen gang van zaken
blijkbaar al van te voren bepaald hadden.
En we reden door van Solothurn naar
Bern en overal onderweg, en in het oude
Bern, dat zoo knus op de oevers van de Aar
ligt, het allermeest van alles, was het
der erste August!
En van Bem reden we naar Thun, en van
Thun af reden we langs het meer naar
Spiez, en bij Spiez lieten we het meer in de
steek, en schoven het Simmenthal in, en bij
Zweisimmen stapten we uit en dron'ken er
thee en bekeken benauwd de donkere wolken,
die uit de richting Diablerets ons kwamen
verwelkomen, en waschten onze stoffige ge
zichten onder de straal van de dorpspomp,
en ontdekten daar, dat we nu twee reestda-
gen hadden: de ééne helft van de bevolking
vierde „erster August" en de andere .premier
aöut!"
En we reden nog door, en bereikten in de
meer gemelde piasbui Diablerets. waar we
tot onze groote geruststelling ontdekten, dat
men daar alleen „premier aöut" vierde...
En dat hebben we 's avonds, toen de regen
opgehouden en de wereld heerlijk koel en
geurig achtergelaten had, gedaan. Boven de
donkere bergen pinkelden de sterren, en
overal in het dal pinkelden de lampions, en
de optochten trokken het dorp van links naar
rechts en van rechts naar links door en de
jongens in nationaal costuum knuffelden de
meisjes in nationaal costuum en de winnaar
van de schietwedstrijden, die in Zwitserland
bij elke feestelijkheid hooren, mocht er voor
de gelegenheid twee meisjes op na houden en
boven het gezang van de heele wereld Klonk
nog het gezang van het Diableretsche rivier
tje, dat pompeus La Grande Eau heet, uit!
Toen het later op den avond werd, en de
nacht nog donkerder en mysterieuzer sfeer
kreeg, zijn we in de auto gestapt en den weg
afgereden, door het kleine dorpje, dat den
wonderlijken naam van Vers l'Eglise heeft,
omdat daar vroeger alleen het mooie witte
kerkje stond en de omwonenden dan daar
ter kerke gingen, naar Lavalanche, dat nog
verder weg ligt en vanwaar men alle bergen
in den omtrek zien kan. Want het groote
oogenblik van den avond moest nog komen:
de bergvuren, waarvoor uren geleden al jonge
kerels uit de dorpen naar boven waren ge
klommen en die tegen negen uur aangesto
ken zouden worden, ter herinnering aan het
feit, dat in het jaar 1291 een handjevol dap
pere inwoners van de drie kantons Uri,
Schwyz en Unterwalden zich los maakten van
den Öostenrijkschen overheerscher en de
bergvuren door heel Zwitserland de bood
schap doorgaven, dat het land niet langer
Habsburgsch bezit was!
In den tuin van een cafétje zaten we. en
dronken koffie uit een glas Van de boomen
rikketikten nog wat druppels naar beneden,
de maan stond als een bleek sikkeltje aan de
lucht, in de dorpsstraat joelden nog een paar
slaperige kinderen na en speelden met de
nog niet bezweken lampions. In de deurope
ningen leunden de mannen en vrouwen. De
stilte en de droomerig spelende kinderen en
dat wachten van ons allemaal schiep een
wonderlijke spanning, alsof het niet op vage
afschaduwing van een lang verjaard feit
was, dat wij wachtten, maar op een werke
lijk vurig begeerd bevrijdingsteeken.
Toen laaide hoog op de helling vlak voor
ons, en heel klein, wat rossigs op, dat grillig
bewoog en groeide: een geheimzinnig vuur
in de duisternis van lucht en bergen.
Een stem zei: „Le voila!" en alle gezichten
keken plotseling en alle oogen zochten. En
meteen al verscheen op een anderen berg
datzelfde rossige gevlam en op nog één, en
op een derden en een vierden hoog in de
lucht, vuren die weer gezien konden worden
door de volgende dorpen, die weer hun vu
ren zouden aansteken, tot er geen uithoek
in Zwitserland meer was, die de blijde mare
niet wist
En het laatst 'van alles begon het te
gloeien op den donkeren kolos van den Dia
blerets, die de hoogste berg van den omtrek
is. en toen daar ook de vlammen rustig
omhoog stegen, was het alsof er een zucht
van verlichting door de wereld ging en ieder
een zich waarachtig bevrijd voelde....
Nog steeds tikten in den rustigen avond de
druppels van de boomen. en toen wij weer
terug reden door de verstilde dorpen, gloeide
het rood op alle bergtoppen om ons heen en
een ongelooflijk tevreden voldoening ver
vulde de wereld en ons. Mij speet het alleen,
dat mijn vurige patriot, die mij voor het
eerst leerde, wat de eerste Augustus in Zwit
serland was, niet wist, dat ik hem nog het
zelfde jaar mee gevierd had..,.
1.
Zorg voor een goed
humeur
2.
Pas U bij de omstan
digheden aan
3.
Reis nooit te ver,
voor den duur van
uw vacantie. Dar
wordt 't inspanning
4.
Neem zoo weinig
mogelijk bagage
mee.
5.
Denk aan verband
gaas, een mes, een
schaar, spelden,
naald en draad in
de hoop dat U het
niet noodig heeft.
6.
Indien mogelijk,
bespreek uw slaap
plaats vooruit.
Goede rust veraan
genaamt de reis.
7.
Maak een lijst van
wat U denkt mee
te nemen.
8.
Hang aan uw
bagage een label
met uw naam en
adres.
9,
Indien U iets koo-
pen moet, wacht
dan niet tot den
laatsten dag.
10.
Een goed horloge
is onderweg onmis
baar. U koopt dit
reeds vanaf
Juwelier Horloger HAARLEM
hoek Krocht t.o. de „Hema"
rUCCES IS
VERZEKERD IN
MODERN
ZAALGEBOUW
OSEHAGHE
HOOFMANSTR. 12
TELEFOON 14728
voor uw
BRUILOFT
FAMILIEFEEST
DINER
SOUPER
Gelegenheid voor
LEZINGEN
VERGADERINGEN e.d.
V. P. NO, 10.
i
3,50 - 2,50 - 2,25 - 1,95
Betrouwbaar fabrikaat
Ziet de speciale étalage
VOOR RIJWIELEN
SIMPLEX MOTOREN
DRIEWIELERS
KONINGINNEWEG 43, TEL. 10768
UEHKITK XI"
van ouds bekende
Drogisterij BOONACKER
v.h. ,1. PETRI
KI.. IIOUTSTR. 4. Telef. 13380
Haarlemsch Dierenatyl
PARKLAAN tel. 12292
Inrichting van vertrouwen voor
het tijdelijk verzorgen Uwer
GASKOKERSvoor.-)
petroleum, spiritus enl
benzine.
geheel uitneem baar\
vana' f 3.90
Vraagt geill. prijscourant-.
zonder naad
Correcte pasvorm
8.00 per sluk
5.75 per paar
Drogisterij BOONACKER
KI.. IlOl'TSTK. I, Telef. 18380
Rids; A.B.I S.; ShjELL-TOXj
Spuiten goedkoop en goedJ
CREOLINE
LYSOL
NAPHTALINE en -KOGELS
Firma KLINKSP00R
Apotheker- Aaaiatent
KAMPERSINGEL hoek
KAMPERSTRAAT)
TELEFOON 1 6 0 74
BABYBALANSEN
in huis verkrijgbaar
1.00 por maand
2.50 por 3 mnd.
Nieuwste modellen!
Drogisterij BOONACKER
KL. HOVTSTIÏAAT 4 HAARI.KM
TELEFOON" 13380