acui'
DE NATUUR IN.
Wie kent aas ei$ea tand?
Kano's en Kanosport.
f€n-
zitter van het Hoofdbestuur der Vereeniging
van Vreemdelingenverkeer pogingen, om ge
noemd be^irag verhoogd te krijgen, maar of
dit gelukken zal valt m.i. zeer te betwijfe
len. Amerikanen hebben we verleden jaar
hier bijna niet gehad en hetzelfde verschijn
sel zal zich ook dit jaar voordoen. Wèl een
verschil met vroeger, toen drie vierde deel
van het aantal van onze buitenlandsche be
zoekers van half Juli tot half September
uit Amerikanen bestond. Ik heb me wel eens
afgevraagd: waar moet het met ons bedrijf
heen, als de stroom van Amerikanen in den
zomer naar ons land eens zou ophouden? En
nu is het zoo! Gelukkig bezoeken in den
laatsten tijd meer Franschen en ook Scan-
dinaviërs. vooral Zweden en Denen, ons land.
Gedeeltelijk is de schade die wij hebben door
het verminderd aantal bezoekers uit de
nieuwe wereld daardoor ingehaald, maar nog
maar zéér gedeeltelijk".
„Wat denkt u vair de inrichting van onze
hotels, vergeleken met het buitenland?"
„Wij zijn lang bij het buitenkind ten
achter geweest, maar wij kunnfen nu gerust
meedcen. Ik zou u tevredenheidsbetuigingen
vain tot oordeelen bevoegde buitenlanders
kunnen laten zien. Heel veel zaken zijn uit
gebreid en verbeterd, vooral ook toen de
Olympische Spelen in 1928 naderden. Ik kan
gerust zeggen dat thans alle hotels, die een
reputatie hebben op te houden en ook de
geheel nieuwe zakcfi zorgen voor een goede
inrichting".
„En de prijzen, waarover zooveel geklaagd
is?"
„De prijzen waren vroeger hoog, vooral in
de provincie en misschien vindt men hier en
daar nog wel excessen. Maar thans zijn de
prijzen van hotels en pensions normaal en
eerder aan den lagen kant, in verhouding
met de verminderde geldswaarde in het
buitenland. Toch kan het, zooals ik reeds
zeide. voorkomen dat buitenlanders in ver
band met de lage valuta in hun land, de
bedragen die zij in onze hotels moeten be
talen hoog vinden. Duitschland is zeer zeker
duurder. Frankrijk en België hebben hun
lagen franc; daardoor komen de Neder-
landsche hotels natuurlijk in een ongunstige
positie.
Maar als ik u zeg, dat men thans in een
le klasse hotel al voor 3 a 4 gulden een uit
muntende kamer kan krijgen (zonder ont
bijt) mag dit toch niet te duur genoemd
worden".
„Het kan misschien geen kwaad", vervolg
de de heer Volmer, „eens de aandacht te
vestigen op de groote concurrentie die de
restaurants van de lunchrooms in de groote
magazijnen, de zoogenaamde „warenhuizen"
ondervinden. Deze lunchrooms behoeven
niet direct wiirst op te léveren; zij zijn meer
bedoeld als een attractie en worden onder
het winkelbedrijf gerangschikt, waardoor zij
minder personeele belasting behoeven te be
talen, als zij tenminste geen aparten. op
gang hebben. In Duitschland wordt het
restaurantbedrijf meer beschermd in dit
opzicht; het is daar aan de directies van
groote magazijnen verboden, nieuwe lunch
rooms a?in de zaak te verbinden. Wel mogen
meen ik, de bestaande lunchrooms in die
groote inrichtingen gehandhaafd blijven".
„Hebt u nog bepaalde wenken te geven,
om het vreemdelinge vrekeer te bevorderen?"
was onze laatste vraag.
..Zooals ik al zei; méér attracties organi-
seeren. Welk een groot succes heeft bij
voorbeeld hier onlangs de Amsteraamsche
Week gehad! Maar dan moet er ook door
medewerking van overheid en publiek gezorgd
worden dat er veel' meer geld vloeit in de
kassen der Vereenigingen voor Vreemdelin
genverkeer! Deze zouden veel meer kunnen
doen, als zij er ruim de middelen voor had
den.
En zou het misschien aanbeveling verdien
nen, als de hotels langzamerhand meer
gingen in de richting van het verstrekken
van vegetarisch voedsel, behalve de gewone
spijzen. Dit is niet een zaak van groot over
wegend belang, maar toch zou het goed zijn
als op dit punt meer gelet werd, want er
wordt in de hotels tegenwoordig meer dan
vroeger naar vegetarische spijzen gevraagd".
nze Spaarnestad en haar waterrijke
O omgeving is een door kanoliefhebbers
bij uitstek gezocht expeditiegebied.
Men hoeft op de vrije Woensdag- en
Zaterdagmiddagen, op de Zondagen en in
den vacantietijd maar eens een oppervlakkig
kijkje op het water te nemen om te ervaren
hoezeer het smalle vaartuigje zich in een bij
zondere populariteit mag verheugen. En zoo
zal het dan ook voor de peddelaars uit Haar
lem en omstreken van belang zijn te verne
men, dat de voorzitter van de Haagsche kano
vereeniging „De Windhappers", de heer L. M.
Schwarz, een aardig werkje heeft geschreven
over de sport, die hem zoo na aan het hart
ligt. Het draagt den titel „Kano's en kano
sport" en verscheen bij de uitgeverij „De
Spieghel" te Amsterdam °n „Het Kompas"
te Mechelen. Allerlei dingen, die den kano-
enthousiasteling belang inboezemen zijn in
het boekje op onderhoudende en duidelijke
wijze behandeld, veelal toegelicht door een
voudige teekeningen en foto's. De schrijver
geeft o.m. wenken bij de keuze van een kano,
het onderhoud en de reparatie ervan. Hij
wijdt een interessant hoofdstuk aan de ped
deltechniek, verstrekt behartigingswaardige
raadgevingen over het kampeeren per kano,
het gebruik van waterkaarten, de kleeding
van den kanovaarder bij regen en zonneschijn
enz.
Een klein citaat over het kiezen van een
naam voor de kano willen wij hier laten vol
gen.
Iedere kano moet ter weerszijden van den
boeg den naam dragen; ik weet het uit on
dervinding, dat het lastig is een origineelen
naam te bedenken. „Meeuwen", „Rekels" en
„Rakkers" zijn er genoeg! Kies als Neder
lander een Nederlandschen naam, onze taal is
rijk genoeg. Velen schijnen dit niet te weten,
want al te vaak ziet men kano's met Engel-
sche namen. Het doet me altijd denken aan
een bekend versje van Charivarius
Wij gunnen het frissche werkje van den
heer Schwarz een ruime lezersschaar.
V.
VACANTIE-NUMMER DINSDAG 13 JUNI 1933
In het Natuurmonument Veluwerzoom.
I. mijn jeugd kregen we dan vacantiewerk
een flink aantal sommen, een lijvige zins
ontleding, een opstel en een landkaartje
met kleuren. De kinderen konden toch
zoo maar niet veertien dagen of zelfs drie
weken loopen „lanterfanten". Het landkaartje
vond ik altijd nog het dragelijkst, daarbij kon
je steeds denken aan rondzwerven in de vrije
natuur.
Dat is allemaal nu anders geworden. Geen
schoolsch werk meer, sommige middelbare
scholen hebben zelfs taken en herexamens
gebannen en het rondzwerven in de vrije na
tuur geschiedt zelfs bij tijd en wijle gedu
rende de wettelijke schooltijden buiten de
vacantie. Ja, de grenzen tusschen schooltijd
en vacantie vervagen al meer en meer en zoo
zien wij nu zelfs gedurende de vacantie de
jongelui zich groepeeren in schoolverband of
klasseverband en als vacantiewerk van hoo-
ger allooi verrichten zij dan zwerftochten
door Nederland. Wat wij ons voorfantasèer-
den bij het teekenen en kleuren van het land
kaartje is nu werkelijkheid geworden, dank
Zij vooral de jeugdherbergen.
Gedurende de beide Pinksterdagen heeft
de Texelsche boot gevaren met een groot bord
waarop met groote letters te lezen stond, dat
de jeugdherberg „vol" was. Ef kan daar ge
rust nog een jeugdherberg bij en over het
heele land neemt het aantal der trekkers zoo
geweldig toe. dat nog altijd de eene jeugdher
berg na de andere geopend kan worden, zon
der dan er één overtollig zou zijn. De Neder-
landsche jeugd, het Nederlandsche volk zijn
bezig hun eigen land te ontdekken, nog juist
bijtijds om het te leeren waardeeren en mede
te willen strijden voor het behoud van ons
natuurschoon te land en te water. De kano
heeft het aantal der waterwandelaars ver
veelvoudigd en daarmede de gelederen ver
sterkt van hen, die onze bedreigde plassen
wilier, verdedigen.
We kunnen voor onze vacantiezwervers wel
aardige taken bedenken. Een zwerftocht door
al de bezittingen van de Vereeniging tot Be
houd van Natuurmonumenten is wel een te
zware opgave, maar we zouden die taak kun
nen splitsen in drieën: le. Brabant, Rijkswoud
en Veluwe; 2e. Achterhoek van Gelderland,
Twente en Drente en 3e. Texel, Vlieland, Ter
schelling. Het zal.wel per fiets moeten gebeu
ren, te voet is eigenlijk beter, maar neemt
meer tijd.
Toch lijkt het mij toe, dat het voeteeren in
den laatsten tijd al meer en meer veld wint
en daarover verheug ik mij van harte, zon
der daarom nog rijwiel of auto uit te schake
len. Een handig fietser kan wel zeer afgele
gen plaatsen bereiken, maar de voetganger
komt haast overal. In het bijzonder geldt dat
voor onze dichte bosschen, de duinen en dc
zandverstuivingen. Een halve eeuw geleden
golden de stuifzanden voor oorden van ge
vaar en verderf, thans hebben we ze leeren
waardeeren als iets zeer bijzonders. Als het er
op aan komt kunnen wij ze nog altijd weer
vastleggen.
Doch zooals ze nu zijn verheugen ze ons
door hun schilderachtigheid, door hun bij
zondere planten- en dierenwereld en niet het
minst door de mogelijkheid om daar vondsten
te doen. Oppenheim, Popping, Butter en an
deren hebben daarover in de Levende Natuur
heel smakelijke dingen verhaald. Zoowel in
de Loonsche en Drunensche duinen in Bra
bant als in de stuifzanden van Hulshorst op
de Veluwe en die bij Brantinga en Dwingeloo
inDrente kunt ge vuursteenen werktuigen
vinden van de oudste bewoners van ons land.
Waar de wind het zand weg blaast blijven
kiezelsteentjes en vuursteentjes liggen en met
eenige oefening vindt ge daarbij dan vuur
steenen mesjes en priemen en zelfs wel fraai
afgewerkte pijlspitsen, alles kleinwerk, want
de groote stukken werden natuurlijk het eerst
gevonden en die kunt ge thans bewonderen
in de locale musea. Maar de mogelijkheid van
zoo iets te vinden geeft aan een wandeling-
door die schijnbaar oninteressante zanden een
groote bekoring even goed als we in het bosch
waakzaam blijven door de kans op merkwaar
dige vogels en bloemen, reeën, wilde zwijnen
en dassen. Het gebeurt maar heel zelden, dat
een wandeling van eenige uren geen enkele
bijzonderheid oplevert. Het komt er slechts
op aan, die bijzonderheden te kennen, een
open oog te hebben voor elke afwijking of
aanvulling van het gewone.
Als de vacantie begint is het in de vogel
wereld tamelijk rustig, maar nu vragen de
insecten de aandacht. Omstreeks half Juli
trekken er veel vlinders, niet alleen de Lu-
zernevlinders, distelvlinders en doodshoofd
vlinders, die uit den vreemde komen, maar
ook onze gewone witjes. Waarom ze dat doen
en waarheen ze gaan weet niemand. Slechts
enkele malen trekken ze in troepen van hon
derden of duizenden en meestal merkt ge
die trek alleen maar. doordat er zich in uw
tuin ongewoon veel vlinders op uw bloemen
vertoonen.
De spinnen worden in Augustus hoe langer
hoe dikker, het aantal en de afmetingen der
spinsels al grooter en grooter. Soms geraken
spinnen en honingbijen in de webben ver
strikt. Eind Juli rijpen de lijsterbessen. Mei
doorn, sneeuwbal, vlier en liguster volgen en
dan begint ook al spoedig de najaarstrek dei-
vogels, waarvan de vacantiezwerver nog net
het een en ander te zien kan krijgen eer het
met zijn vrijheid gedaan is.
JAC. P. THIJSSE
Zeer bescheiden verwachtingen voor dit jaar.
In dezen tijd interesseeren velen zich weer
in 't bijzonder voor de inrichtingen, waar
zij in de vacantie tijdelijk „onderdak"
kunnen krijgen. Een praatje over hotels
en pensions is dus in een aan de vacantie
gewijd nummer op zijn plaats.
Wij hebben ons daarom gewend tot een
terzake zeer deskundig man: den heer H. W.
Volmer te Amsterdam, vice-voorzitter van
den in den lande algemeen bekenden Bond
van hotel-, restaurant- en caféhouders
(„Horecaf") en voorzitter van de afdeeling
Amsterdam van dien Bond, die wij gaarne
bereid vonden, ons inlichtingen te verschaf-
•De heer Volmer vestigde er onze aandacht
op, dat wat hij zeggen zou over de hotels
ook in meerdere of mindere mate geldt voor
de>- pensions, daar het verschil tusschen
deze beide soorten van inrichtingen voor ac-
comodatie van gasten langzamerhand
eenigszins begint te vervagen, in zooverre
dat ook de pensions- wat vroeger nooit
gebeurde er geen bezwaar tegen maken
gasten voor één nacht onderdak te ver
schaffen en aan den anderen kant verschil
lende hotels, de zoogenaamde „familiehotels
overeenkomsten voor pension afsluiten met
menschen die het geregeld verblijven in een
hotel verkiezen boven het hebben van een
eigen huishouding. Al is het aanbal van deze
hotelgasten door de tijdsomstandigheden
verminderd, toch zijn er nog vele hotelbearij-
ven die in de vaste logés een vooral in dezen
tijd zeer welkome bron van inkomsten vin
den.
Vooarl in dezen tijd. Want het is van al-
gemeene bekendheid dat ook de hotelbedrij-
ven sedert 1929 met groote moeilijkheden
te kampen hebben. Het aantal bezoekers is
in groote mate verminderd, de bedrijven
zitten op ontzettend hooge lasten en boven
dien hebben zij hun prijzen lager moeten
stellen. Verschillende zaken werken dan ook
met verlies, andere hebben het in 't geheel
niet kunnen „houden".
„Wij hopen dan ook zeer", zoo zeide ons
de heer Volmer, „dat de Regeerings en de
gemeenten meer belangstelling voor het
vreemdelingenverkeer zullen gaan toonen
dan tot nu toe het geval is geweest. Wie
hoort'en leest van de groote bedragen, waar
mede de overheid in andere landen de be
vordering van het vreemdelingenverkeer
steunt, moet wel tot de conclusie komen dat
in ons land op dit gebied nog maar zeer
weinig door Regeering en gemeenten wordt
gedaan.
En de medewei'king van particulieren laat
ook bijzonder veel te wenschen over. Het
aantal leden van de vereenigingen die het
vreemdelingenverkeer trachten te bevorde
ren is nog steeds veel te gering. Alle midden
standers. juweliers zoowel als slagers, kunst
handelaars zoowel als bakkers, behoorden
lid van zulk een organisatie in de plaats
hunner inwoning té zijn. Hoe grooter de in
komsten van deze vereenigingen zijn, des te
meer zullen zij immers kunnen doen om den
vreemdelingen het verblijf in ons land aan
genaam te maken door verschillende attrac
ties. En hoe grooter het vreemdelingenbezoek
hoe meer de middenstanders verkoopen. Het
is onbegrijpelijk, dat dit niet meer algemeen
Ingezien wordt".
„Hoe zijn uw verwachtingen voor dezen
zomer?" vroegen wij.
„Wij zullen zeer bescheiden in onze ver
wachtingen moeten zijn", meende de heer
Volmer. „Wij zijn omringd door landen met
gedeprecleerde valuta en aan eventueele
gasten uit die landen zullen onze prijzen
dus al spoedig duur lijken. Duitschers, die
anders ons land veel bezoeken, mogen nu
slechts een gering bedrag meenemen, als zij
voor huri genoegen over de grens gaan. Wij
zullen dus onze Oostelijke buren dit jaar
niet veel in ons land zien. Wel doet de voor
y. P. No. 1: In welke proviticie hoor ik thuis
Wij geven in dit Vacantie-nummer twaalf foto's van bekende plekjes in
ons land. Deze foto's zijn gemerkt met V. P. en een nummer. Onze lezers
moeten uitzoeken welke plekjes dit zijn. Natuurlijk mogen zij daarbij
de hulp van vrienden en bekenden inroepen.
Voor de goede antwoorden stellen wij prijzen beschikbaar, namelijk
één prijs van 10.één prijs van 5.en drie prijzen van 2.50.
Indien er meer goede antwoorden zijn ingekomen dan er prijzen zijn,
beslist het lot.
Inzendingen moeten vóór 1 Juli a.s. in ons bezit zijn. Daarna zal zoo
spoedig mogelijk de uitslag bekend gemaakt worden. Corres
pondentie over deze prijsvraag kunnen wij niet voeren.
Antwoorden moeten ingezonden worden aan de Redactie van
Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 93, Haarlem. Op de enveloppe
moet geschreven worden „Vacantieprijsvraag". Er moet gebruik
gemaakt worden van het hierbij afgedrukte formulier, waarbij ver
wezen is naar de genummerde foto's.
De pauw in de hertenkamp van Groenendaalte Heemstede pronkt