Haarlem's Dagblad | 1933 | 29 juni 1933 | pagina 14

Hiö€iIIF4

Telefunken en Philips' Radio

DONDERDAG 29 JUNI 1933

HAARLEM'S DAGBLAD

8

subsidie aan Haarlem zal weigeren als de ge
meente geen overgangsbepalingen voor de
leeraren wil vaststellen.

Amsterdam zal er ook niet aan denken de
rijksregeling te aanvaarden zonder over
gangsbepalingen.

Haarlem zou van het rijk f67.000 subsidie
ontvangen, terwijl van buiten de gemeenten
f 33.000 minder aan schoolgeld wordt ont
vangen. De verlaging dor salarissen enz. zal
f42.000 op brengen, zoodat de totale bespa
ring slechts f 27.000 is. Die zijn ook op andere
wijze wel te bereiken.

Spreker diende een voorstel in om over
zoo'n bezuiniging, alsnog overleg le plegen
met de betrokken onderwijs-organisaties.

Dc rijksregeling voor de leeraren !s veel
ongunstiger dan menigeen denkt. Zij is veel
grooter dan de 3 1/2 pet. die B. en W. van het
geheele personeel vragen. Buiten de 8 1/2 pet.
zal een enkele leeraar zelfs met 23 pet.
achteruitgaan. Menschen die naar Haarlem
zijn gelokt door mooie salarissen, mogen
niet op zoo'n manier behandeld worden.

B. en W. hebben berekend, dat de leeraren
niet zooveel achteruitgaan, maar dat is
gebaseerd op een berekening dat alle
leeraren 30 lesuren krijgen.

Wethouder Mr. Slingenberg (V. D.)
23 uur.

De heer Wcsterveld: Zoo'n regeling is
niet mogelijk. Veel leeraren zullen veel min
der uren en dus veel minder inkomen krij
gen. De directeuren zullen voor groote moei
lijkheden komen te staan bij het verdeelen
der lesuren.

Als men de rijkssubsidie aanvaardt moet
men bedenken, dat het aantal leerlingen per
klasse sterk opgevoerd zal worden.

De Haarlem,sche leeraren willen tenslotte
de rijksregeling wel aanvaarden als er be
hoorlijke overgangsbepalingen gemaakt
worden. Het rijk zal zijn personeel niet zoo
slecht behandelen als nu de gemeente doet.

Spreker stelde voor om B. én W. uit te noo
digen met de regeering in overleg te treden
over het toekennen der rijkssubsidie onder
billijke overgangsbepalingen.

De heer Klein (r. k.) vond het verkeerd
dat B. en W. wat de korting op de loonen be
treft hun concessie van het Overleg inge
trokken hebben nu geen overeenstemming
verkregen is.

Het is niet onbillijk om van de hoogere in
komens een evenzwaar offer te eischen dan
voor de lagere inkomens. In het voorstel van
B. en W. zouden de hoogere inkomens het
minste te lijden hebben.

Progressie zooals het rechtsche voorstel
nu wil is toe te juichen. Het Is het billijkste.
De hoogste korting zal niet hooger worden
dan 14.2 pet. Dit voorstel komt zeer nabij het
geen B. en W. in het Overleg hebben gadaan.

Spreker heeft geen bezwaar tegen een ga
rantieloon van f 28. Zoo'n garantieloon is
r.oodig, omdat de gemeente den laatsten tijd
personen aanstelt tegen loonen beneden de
regeling. Een organisatie heeft al 34 van
zulke leden. Spreker heeft gehoord, dat als
de raad niet besluit wat B, en W. willen, een
auto van Centraal Vervoer klaar staat om
het verzoek van den burgemeester naar
den Haag over te brengen om het raadsbe
sluit niet goed te keuren. (Gelach). Spre
ker hoopt dat de burgemeester dit niet zal
doen. maar zich zal neerleggen bij een uit
spraak van den raad.

De heer S c h o 11 (S. D. A. P.i had graag
van B en W. vernomen hoe het in 1933 met
de bedrijven gaat.

De voorstellen, van B. en W. zijn onvol
doende toegelicht. Het. is of men den raad
heeft willen overvallen.

B. .en W. hadden met een vast bezuini
gingsplan moeten komen. Overleg met de
betrokken instanties en organisaties is niet
geveerd- B. en W. zeiden bruutweg: ..dat en
del moet gebeuren". B. en W. hebben niet
alleen hun eerste voorstel inzake het voor
bereidend onderwijs veranderd, maar ook
hun voorstel betreffende de Meisjesschool.
De commissie van bijstand voor onderwijs
zaken wordt door B. en W. alleen als een
commissie van advies beschouwd. Dat is
onjuist.

Zonder meer het voortgezet onderwijs op
te heffen is niet goed. B. en W. hebben in
dertijd een reorganisatie toegezegd- Kan op
dit reorganisatieplan niet voortgebouwd
worden?

Spreker wil het voorstel van B. en W. over
de centralisatie der 7de klassen niet alleen
zien als bezuinigingsobject. Dq soc. dem.
fractie heeft vroeger al een voorstel voor
de centralisatie gedaan. In beginsel kan
men er dus mee medegaan. B. en W. hebben
r.iet iets nieuws uitgedacht,. Aan de uitvoe
ring zullen evenwel moeilijkhed n verbon
den zijn. Al onze scholen zijn. op 7 klassen
berekend. Een klas zal dus leeg komen te
staan. Bij de reorganisatie der klassen moet
door B. en W. prijsgesteld worden op de ad
viezen der onderwijs-organisaties.

Mr. B ij v o e t (R.K.) zei dat een scherp
onderscheid gemaakt moet worden tusschen
korting op de salarissen en het verhaal der
pensioen-premie. Het zijn twee verschillen
de zaken. Daarom wil de rechtsche fractie
meegaan met het. voorstel van B. en W. om
de volle pensioen-premie te verhalen. Daar
naast staat de vraag of het besluit der 7 pet.
korting niet herzien moet worden. Vandaar
het gedane voorstel, dat betrekking heeft op
de tijdelijke korting. Dat moet het ka-
lakter van een crisis-offer hebben. Daar
om is progressie gewenscht, want daardoor
bereikt men meer sociale rechtvaardigheid.
Men kan van een salaris van f 10.000 of
f 12.000 beter f 1000 of f 1500 korten dan op
f 2000 f 100. Wat voor bezwaar kan er bij
den raad tegen dat voorstel bestaan? B. en
W. moeten het percentage der korting na
der uitwerken. Het moet naar billijkheid ge
schieden. Nu het Overleg mislukt Is heeft, de
raad de vrijheid om dit besluit te nemen.

Het heeft spreker pijnlijk getroffen, dat
de lieer «Toosten schamper gesproken heeft
over het voorstel der rechtsche raadsfractie.
De S. D. A. P. moest de progressie juist toe
juichen.

Het nu gedane voorstel ligt de rechtsche
raadsfractie nauw aan het. hart. Als B. en W.
het niet accepteeren. zal de fractie zich zeer
ernstig moeten beraden of zij mee zal gaan
met andere voorstellen, hetzij van B. en W.
of van den heer Boes.

De lieer Weu stink (R.K.i gelooft niet,
dat de directeuren van do Middelbare Scho
len overtuigd zijn. dat. zooals zij geschre
ven hebben, het aanvaarden der rijkssubsidie
schadelijk zal zijn voor het onderwijs. De
heeren hebben wat overdreven. Anders zou
voor 90 pet. het onderwijs in ons land slecht
zijn. Dc klassen zullen niet. alle opgevoerd
worden tot 30 leerlingen, verschillende hoo
gere klassen hebben meestal slechts 14 of 15
leerlingen. 30 leerlingen kan men wel on
derwijs geven, ook al is het gemakkelijker 24
Of 25 leerlingen te hebben. Ook kan men wel
30 uren les geven als men een goed leeraar
is. Verschillende leeraren geven nu al meer
dan 26 uren en geven bovendien veel pri
vaatlessen. Bovendien willen zij- In de va
cantia graag in examencommissies zitten.
Ernstige mannen als de directeuren zijn had
den hun advies niet moeten schrijven zooals
gij gedaan hebben.

Is het niet mogelijk dat er overgangsmaat
regelen gemaakt worden, opdat enkele
leeraren niet al te sterk getroffen zullen
worden.

De tijden en de nooden dwingen om ook
de uitgaven voor het M. O. kleiner te maken,
Het vervolgonderwijs kan wel verdwijnen,
het geld dat men daarvoor geeft is wegge^
gooid geld. Indertijd heeft, spreker op reor
ganisatie aangedrongen. Misschien kan als
het nu opgeheven wordt, een ander onder
wijs voor de rijpere jeugd ingesteld worden.

Centralisatie van het 7de leerjaar bij het
lager onderwijs is toe te juichen. Reeds jaren
geleden heeft spreker als inspecteur daartoe
geadviseerd. Hel advies is toen ter zijde ge
legd. Nu komen B. en W. met het voorstel.
Aan deze centralisatie zijn veel voordeelen
verbonden.

Indertijd heeft spreker al gezegd, dat hij
opheffing van het voorbereidend onderwijs
zeer zou betreuren. Het heeft een sociale be-
teekenis. Opheffing zou hij alleen toestaan,
als alle andere bezuinijgiingsmagelijkheden
zijn uitgeput. Er zijn nog van die objecten,
o.m. de opheffing van het Lyceum. In het
rapport der commissie Flud is gezegd, dat
men 1' 24.700 zou besparen als men de klas
sieke afdeeling van het Lyceum zou ophef
fen. De leerlingen hooren thuis op de H. B. S.
Dr. Elzlnga, de inspecteur, heeft in een
schitterend rapport gezegd, dat dit onder
wijs niet op het Lyceum thuis behoort.

Er is ook een school op te heffen, die geen
reden van bestaan meer heeft, namelijk
de Middelbare school voor Meisjes. De
leerlingen kunnen over de andere scholen
verdeeld worden, de M. U- L. O. scholen, de
H. B. Scholen en Huishoudscholen." Daardoor
wordt een halve ton bespaard, In vroeger ja
ren was er reden van bestaan voor de Meis
jesschool, maar de tijden zijn veranderd.
Spreker las uit de verslagen der school voor
welke bestemming de meisjes volgen. Daar
uit blijkt, dat die. opleiding ook op andere
scholen is te krijgen.

Als de wethouder van onderwijs geld noo-
dig heeft, kan hij deze quaestie eens nader
onderzoeken. Het personeel moet wachtgeld
hebben, maar dan behoeft er geen nieuwe
directrice benoemd te worden.

Nu zou het arme voorbereidende onderwijs
het loodje moeten leggen. Dat is niet juist.

Mevrouw Maar scha 11 (s.d.a.p) bestreed
ook het voorstel om het voorbereidend onder
wijs op te heffen. Wat B. en W. zoo bruut
voorstellen mag geen werkelijkheid worden.
Het heeft spreekster genoegen gedaan
den raad van verschillende kanten te hooren.
dat het voorstel van B. en W. niet aanvaard
kan worden.

Het voorstel van de heeren Visser c.s. kan
niet gesteund worden. De heeren hebben den
treurigen moed gehad voor te stellen salaris
sen te geven van 300 en 600. Dat is geen
bestaansmogelijkheid. Wat durft men van die
menschen nog te vragen? Durft men ze aan
het hoofd van een school of kinderbewaar
plaats te zetten? Ook de S.D.A.P. wil mede
werken om bij dit onderwijs tot bezuiniging
te komen. Willen B. en W. hun voorstel te
rugnemen en het voorstel overnemen van de
fractie en anderen om tot bezuiniging te ko
men? Het voorstel tot algeheele afbraak is
een slecht voorstel.

De heer Van Tetering (r.k.) heeft be
zoek gehad van eenige leeraren bij het M.O.
Een hunner zou met 1209 achteruit gaan.
De staat van B. en W. geeft andere cijfers.
Kunnen B. en W. eens precies zeggen welke
gevolgen er voor het personeel aan verbon
den zijn? B. en W. moeten met meer gege
vens komen. Het bezwaar dat de leeraren
wat harder zouden moeten werken kan spre
ker niet deelen. Van de 365 dagen werken
dc leeraren slechts 215 dagen.

Wethouder Mr. Slingen
berg aan het woord.

Mr. Slingenberg (v.d.), wethouder,
uitte een woord van erkentelijkheid voor de
wijze waarop de debatten gevoerd zijn. Ook
een woord van hulde aan allen die bewezen
hebben, dat zij den ernst der tijden inzien
en willen medewerken om tot een sluitende
begrooting te komen. Tegen zakelijke critiek,
al is die scherp, heeft spreker nooit bezwaar
'gehad.

De critici hebben in discussie gebracht de
positie van Haarlem in vergelijking met an
dere gemeenten. De heer Reinalda heeft ge
zegd, dat Haarlem in een moeilijke positie
verkeert door het vroegere verkeerde beheer.
Dat is niet juist. Haarlem verkeert in een
goede positie, omdat het gemeentebestuur in
den crisistijd steeds met open kaarten op tafel
gekomen is. Binnen enkele maanden zal blij
ken, dat andere gemeenten in dezelfde of
nog erger moeilijkheden verkeeren. Misschien
ziet men daar den ernst nog niet voldoen
de in.

Het was een oude koe, te zeggen dat Haar
lem niet voor voldoende reserves gezorgd
heeft. Vroeger heeft spreker de juistheid van
die critiek ook al bestreden. Zou een sociaal
democratisch beleid een betere financieele
politiek gevoerd hebben. De heer Reinalda
knikt van ja, maar dat zal hij moeten be
wijzen met het voorbeeld van gemeenten
waar de socialisten aan het bewind geweest
zijn. Het zijn de gemeenten Amsterdam, Rot
terdam en Zaandam. Is de financieele positie
daar beter? Als de sociaal-democraten in
Haarlem achter de tafel van B. en W. geze
ten hadden, zouden zij hoogere belastingen
hebben geheven, maar die meerdere ont
vangsten zouden uitgegeven zijn. De S. D. A.
P. had vele verlangens waaraan nu niet vol
daan is. Er zouden zweminrichtingen gebouwd
zijn, waschhuizen, parken aangelegd enz.

'Men zou nu nog met de lasten van die
idealen gezeten hebben.

Geen der leden die gesproken heeft, heeft
de juistheid van de mededeelingen van B. en
W. in hun nota aangevallen.

Er zullen natuurlijk bezwaren bestaan te
gen de voorstellen van B. en W., die nu ter
tafel liggen, maar zijn die bezwaren zoo
groot, dat- de voorstellen van B. en W. moeten
worden afgewezen?

Ged. Staten en het Rijk zien nauwkeurig
toe op dc financieele geste van de gemeen
ten. Haarlem heeft nog de garantie van het
rijk voor de kasgeldleening. De gemeente
tracht daarvan af te komen en het zal bin
nenkort wel gelukken.

Ged. Staten maken bezwaar tegen de be
grooting voor 1933. Dc post voor maatschap
pelijk hulpbetoon wordt onvoldoende geacht.
De minister van financiën heeft heden per
soonlijk aan B. en W. geschreven, dat die
oost verhoogd moet worden.

Dit moeten de fracties bedenken. Als B. en
W. niet gesteund worden, kunnen er hier om
standigheden komen zooals er nu in de Zaan
voorkomen. Haarlem moet niet met Ged. Sta
ten en de Regeering gaan bakkeleien over de
begrooting. De begrooting moet goedgekeurd
worden, anders gaat de gemeente in positie
veel achteruit. Het credlet van Haarlem zou
daardoor een schok krijgen, waardoor het mo
gelijk zou zijn, dat later herstel van dingen
die men nu tijdelijk moet afschaffen, moei
lijk wordt.

Dit ernstige woord zegt spreker namens het
college van B. en W.

Aanvankelijk had spreker den post voor
maatschappelijk hulpbetoon voor 1933 opi

C. C. KROUWELS

TEL. 14024

KONINGINNEWEG 6

(Adv. lngez. Med.)

1.400.000 gesteld. Als dit gehandhaafd was,
zouden er in het eind van 1932 al grootere
bezuinigingen ingevoerd moeten zijn. Spreker
heeft in het college meegewerkt om den post
tot 1.150.000 te verlagen, omdat er toen
kans was op een opleving. Die verwachting is
evenwel niet vervuld. B. en W. hebben toen
evenwel al gezegd dat bij het uitblijven van
de opleving drastische maatregelen genomen
zouden moeten worden.

In het voorjaar had men de belasting kun
nen verhoogen. maar in Maart was de ver
wachting, dat in den zomer een belangrijke
daling der werkloosheid zou komen. Tot op
heden is deze verwachting niet vervuld. De
uitkeeringen 30.00u per week voor Maat
schappelijk Hulpbetoon en 16.000 voor den
Werkloosheidsdienst) blijven tot op dit oogen-
blik constant.

In de tweede helft van Mei is spreker in
het college van B. en W. gekomen met de
mededeeling, dat er maatregelen genomen
moesten worden.

In April hadden B. en W. niet met een
voorstel kunnen komen om de opcenten op
de Gemeentefondsbelasting van 80 op 90 of
100 te brengen, want Ged. Staten en de Re
geering hebben medegedeeld, dat niet boven
de 80 opcenten op de Fondsbelasting gegaan
mag worden, als er niet 150 opcenten op de
Personeele Belasting worden geheven. Haar
lem had pas de opcenten op de Personeele
Belasting van 50 op 100 gebracht.

Het verwijt van de heeren Peper en Joos-
ten is dus ongegrond; er is geen enkele re
den voor om te zeggen, dat spreker zoo laat
gekomen is met zijn noodkreet, dat geen be-
lastingverhooging meer mogelijk was. B. en
W. hebben gedaan wat mogelijk was om meer
steun van het Rijk te krijgen voor de werk-
loozenzorg. Bovendien heeft de Vereeniging
van Nederlandsche gemeenten gedaan wal
mogelijk is, maar de regeering blijft weige
ren. Alleen de volksvertegenwoordiging in den
Kaag is bij machte om de regeering tot an
dere gedachten te brengen.

In de Commissie is overwogen om de tarie
ven voor gas en electriciteit te verhoogen.
Het, bleek dat de opbrengst der fabrieken
achteruitgaat. Men bezuinigt op gas omdat
men goedkooper petroleum kan branden. Op
electriciteit wordt bezuinigd door lampen met
mindere kaarssterkte te branden. De meening
van de directie was, dat verhooging der ta
rieven de inkomsten niet zouden verhoogen,
maar vermoedelijk doen dalen.

Als de begrooting voor 1934 aan de orde
komt, zullen B. en W. moeten overwegen of
belastingverhooging noodig is. Spreker is het
er evenwel mee eens, dat daarbij groote voor
zichtigheid moet betracht worden. Spreker
ziet er niet tegenop om op de openbare in
komens meer belasting te vragen, maar de
gemeente moet rekening houden met de
grensgemeenten die slechts lage belastingen
heffen. Iemand die niet. blind is kan niet
ontkennen, dat verschillende Haarlemmers
naar de omliggende gemeenten trekken. Men
kan daaraan niets doen. Belasting kan snij
den in eigen vleesch beteekenen. Het is de
vraag of belastingverhooging meer inkom
sten zal beteekenen.

Er is veel critiek gekomen op de voorstellen
van B. en W. Spreker kan dit begrijpen. Veel
daarvan kan hij onderschrijven, maar er is
niets aan te doen. Het zijn allemaal pijnlijke
maatregelen. Rauw en ruw zijn de voorstel
len van B. en W. niet. Zij zijn in de keuken
van B. en W. behoorlijk gestoofd.

De rijksregeling voor het M.O. geldt voor
het geheele rijk, slechts 4 gemeenten uit
gezonderd. Ruw is het dus niet te noemen.

Men moet nagaan met welk doel vragen B,
en W. deze pijnlijke offers. Het is niet om een
park aan te leggen of een brug te bouwen,
maar om geld te hebben voor werkloozen-
steun en kindervoeding en kinderkleeding. De
raad moet B. en W. daartoe in staat stellen.
De voorstellen van B. en W. moeten daarom
gesteund worden. Er is nog f 500.000 noodig
voor werkloozensteun en f 40.000 voor kinder
voeding. Daartegenover moeten groote be
zuinigingen staan. Ernstige kwalen vragen
krachtige geneesmiddelen. Zachte genees-
heeren maken stinkende wonden.

B. en W. zullen nog naar andere middelen
zoeken voor bezuiniging. O.a. verpachting
van' den Stadsschouwburg. B. en W. willen die
bereiken met behoud van de school- en de
volksvoorstellingen. B. en W. zullen den
dienst der Lichamelijke Opvoeding nagaan,
overwegen of er te bezuinigen valt op den
Hout en Plantsoenen. Maar alle bezuinigings
plannen ontmoeten bezwaren. Ieder wil be
zuinigen, maarten koste van een

ander.

B. en W. komen nu met een volledig stel
bezuinigingen. Het college zal zich ernstig
beraden over de voorstellen door raadsleden
ingediend. Als het mogelijk is, als de op
brengst niet in gevaar komt, zullen er ge
dachten vap raadsleden overgenomen
worden.

Men moet dc voorstellen van B. en W. als
een geheel bezien. Men moet de vraag
voor oogen stellen, hoe kan men zijn positie
als gemeentebestuur handhaven. Het gaat,
zooals Colijn het duidelijk gezegd heeft, of
wij het stelsel der volksvertegenwoordiging
kunnen handhaven. Als de raad dat goed
overziet, zal hij de voorstellen van B. en W.
aanvaarden.

Om 12 uur werd de zitting verdaagd tot
Donderdagmiddag 1.30 uur.

Ingekomen stukken.
Bij den raad is ingekomen: een verzoek
schrift van C. J. Blaauw e.a.. allen leden en
plaatsvervangende leden der Schoonheids
commissie. om voor het te bouwen Sport-
fondsenbad één der vele andere daarvoor ge
schikte terreinen aan te wijzen.

Een verzoekschrift van het Algemeen Co
mité van Verweer tegen Terreur en Vervol
ging in Duitschland om, zoolang het huidige
bewind in Duitschland aan de Regeering is.
te trachten geen artikelen e.d. uit Duitsch
land te betrekken en geen werkzaamheden
aan Duitsche firma's op te dragen.

(Besloten werd dit adres, als zijnde onge
zegeld, terzijde te leggen).

Een adres van ouders van de leerlingen der
kleuterschool ..Rehobot-h" Patrimoniumstraat
inzake het in stand houden van de kleuter
scholen in Haarlem.

Een adres van de N.V. Haarlemsche Brock-
way-Bus Maatschappij inzake het nemen van
maatregelen tegen de z.g. klein-taxis.

Schriftelijke vragen waren ingezonden
door den heer Peper inzake:

Io. de loonen welke worden betaald bij het
gereedmaken van de gem. sportvelden aan
do Van Oosten de Bruijustraat:

2o. de verstrekking van baden aan werk-
loozen in de badhuizen van het „Witte Kruis"' i

„VEILIG VERKEER"

HOE DE HAARLEMSCHE VEREENIGING
WIL WERKEN.

„Het gaat om menschenleven". Onder dit
motto is men het eerst in Engeland en Ame
rika de moeilijke strijd tegen de gevaren van
het verkeer begonnen. Moeilijk was deze
strijd omdat men besefte, dat de veiligheid
van den weg niet alleen door de aanleg van
goede wegen c-n door het geven van wel
doordachte verkeersvoorschrïften kan wor
den bewerkstelligd. Uit de beschikbare sta
tistische gegevens bleek duidelijk, dat het
streven naar veiligheid niet in hoofdzaak
moet uitgaan van de overheid, doch dat de
weggebruiker zelf, door'juiste toepassing van
verkeersregelen zijn eigen veiligheid en die
van anderen moet verzekeren. Hiermede zij
niet gezegd, dat de vele verkeersongevallen
aan den weggebruiker moeten worden gewe
ten. Integendeel: aan de wettelijke regehnt
van het verkeer ontbreekt nog veel, aan d-i
vervoermiddelen valt nog veel te verbeteren,
het werk der verkeerspolitie dient te worden
uitgebreid (hetgeen in dezen tijd van bezui
niging voorloopig wel niet zal geschieden,
Evenwel de statistieken stellen onomstoote-
lijk vast, dat verreweg het grootste deel der
verkeersongevallen zijn oorzaak vindt in ge
dragingen van den weggebruiker. Niet dat
steeds opzet of grove schuld bij den wegge
bruiker geconstateerd kan worden. Helaas
doen deze gevallen zich veelvuldig voor. Maar
meestal blijkt, dat onbekendheid met ver-
keersvoorschriften of verkeerde toepassini
daarvan de oorzaak van het ongeval is ge
weest.

Men beseft nog te weinig dat het „vak'
van weggebruiker een zekere vakkennis ver-
eischt. Door de verrassend-snelle ontwikke
ling van het verkeer sinds den oorlog werden
geheel nieuwe en veel zwaardere eischen aan
den weggebruiker gesteld. Het aantal ver-
keersvoorschriften nam enorm toe, het ver
keersrecht werd een nieuw en veel omvat
tend deel van het recht. Het vereischt een
speciale en langdurige studie om eenigszins
met de voorschriften van de Motor- en Rij-
wielwet vertrouwd te raken. Voegt men hier
aan toe de talrijke plaatselijke verordeningen
(die helaas in verschillende plaatsen wel heel
sterk uiteenloopen), dan beseft men, dat het
verkeersrechten de kennis van de verkeers-
voorschriften een apart vak is geworden. Hier
komt nog bij, dat de ontwikkeling van de
wettelijke voorschriften geen gelijke tred
heeft kunnen houden met de ontwikkeling
van het verkeer zelf.

Uit het bovenstaande moge blijken, dat
regeling van het verkeer alléén, nimmer de
beoogde veiligheid kan teweeg brengen. Be
kendheid met en behoorlijke toepassing van
de gegeven voorschriften zijn noodzakelijke
aanvullingen van het werk van de Overheid.
De overheid alléén zal nimmer het verkeer
veilig kunnen maken: de individueele wég
gebruiker zal bovendien aan zekere vereisch-
ten moeten voldoen.

Hieraan ontbreekt nog veel. Wel is er door
organisaties propaganda gemaakt voor veilig
heid een propaganda waaraan men veelal
een soort opvoeding in de verkeersregelen
verbond, wel is door particulieren (hoofden
van scholen politiebeambten e.a.) getracht
hier en daar verkeersonderwijs te geven, doch
van een algemeene veiligheidspropaganda en
een algemeen streven naar het organiseeren
van verkeersopvoeding was geen sprake.

De kwestie is urgent. Dagelijks worden
menschenlevens geofferd aan het verkeer,
het aantal verkeersongevallen, dat men in
de dagbladen beschreven vindt neemt dage
lijks toe, het aantal verkeersdelicten dat door
rechterlijke colleges wordt berecht vermeer
dert steeds.

Er moet iets gedaan worden, om dezen
steeds wassen den stroom te stuiten. Uit het
geen hier boven is betoogd, blijkt wel duide
lijk, dat slechts door een algemeene inten
sieve veiligheidspropaganda het beoogde doel
bereikt kan worden.

Nadat eenige andere steden in ons land
waren voorgegaan, is thans ook voor Haar
lem en Omstreken een vereeniging voor Vei
lig Verkeer opgericht, zij het nog in klein
bestek. Het stemde hoopvol, dat de plannen
van het destijds voor de oprichting georga
niseerde voorloopig comité bij de autoriteiten
in goede aarde vielen en aan de toekomstige
vereeniging alle mogelijke steun van offi-
cieele zijde werd toegezegd.

Hiervoor getuige het feit, dat verschillen
de autoriteiten, onder wie drie burgemeesters
in het bestuur hebben zitting genomen, ter
wijl de burgemeester van Haarlem het Eere
voorzitterschap heeft willen aanvaarden. Van
verschillende zijden kwamen sympathiebe
tuigingen binnen, terwijl velen zich geheel
uit eigen beweging reeds als lid opgaven.
Doch hoe belangrijk deze feiten ook zijn, wij
hebben bovendien noodig de medewerking
van vele, vele weggebruikers. Willen wij ons
doel bereiken, dan zal de vereeniging moeten
worden uitgebouwd tot een zeer omvangrijke
en veel omvattende organisatie, die zeer vele
leden zal moeten tellen. De contributie kan
bijna geen bezwaar zijn: zij bedraagt slechts
f 1 per jaar.

Op Vrijdag 30 Juni des avonds te 8 1/4 uur
zal onze vereeniging een openbare propa-
gandavergadering houden in 't gebouw van
den Protestantenbond. Het doel en de werk
wijze der vereeniging zal door eenige spre
kers nader worden uiteengezet, terwijl van
de practische resultaten van de vereeniging
te Amsterdam een overzicht zal worden ge
geven.

Wij wekken een ieder op deze vergadering
te bezoeken. Indachtig aan het motto „Het
gaat om menschenlevens" zal een ieder de
ernst van onze zaak beseffen en met ons
streven sympathiseeren.

Mr. J. H. VAN GELDEREN,
Secretaris van „Veilig Verkeer".

EXAMENS.

H. B. S. 5"j. B, (Santpoorterplein).
Geslaagd: J. L. Alta, E. J. Broekers, E. H.
Cohen. A. Vrijer, mej. S. M. Jongepier, W.
Langeraar. K. Rol, J. Volmüller, J. Bakker,
mej J. Fonkert. P. C. v. d. Graaf, mej. J. C,
v. d. Meulen, J. Saltzherr, W. Wolff, mej. M. L.
van Wijngaarden, H. Ch. Bottelier, H. A.
Brouwer. F. P. K. de Jong, mej. J. C. Lorrier,
S. van Musscher. P. Rol. D Rozeboom, J. N.
Vos, G. Dekker, mej. J. C. L. van Eerden, A.
van Kersen, H. G. J. de Langen, F. G. Pape,
K. de Pous, J. Scherpenhuysen, R. de Vries

Kennemer Lyceum (Litt. Econ. afd.)

Boonacker, M. Hol-
Meisz, R. Teer N. Uy-

Geslaagd de dames:
ster. E. v. d. Hijden. E.
lenhoed, A. de Vletter,
heeren: J. Hollander, W.

Mej A. Sluiter.

K. Weidema en de
d Mandele.

Litt. Hist. afd.

Voor den Kantonrechter.

Over dubbeltjes-taxi's.

..We kennen de voordeelen van de goed-
koope taxi's" zei de ambtenaar van het
O. M. Woensdagmorgen, „thans hebben we
ook met de nadeelen kennis gemaakt. Met
een manier van rijden als deze is het publiek
niet gebaat".

Deze wijze bestond uit zóódanig rijden,
dat de veiligheid van het verkeer in gevaar

gebracht wasuit concurrentienijd. Want

men tracht elkaar vliegen af te vangen (met
vliegen worden hier passagiers bedoeld door
daarop af te vliegen, zoo snel mogelijk en
daarbij raakte men een enkelen keer met el
kaar in botsing. Ik heb hierbij het oog op
twee goedkoope-taxi-ondernemingen te
dezer stede, die in dezelfde straat haar ga
rages hebben, dicht bij elkaar. Op 30 Mei
nu„ des avonds om ruim 12 uur, reed een taxi
door de straat (laten we deze de Eén-taxi
noemen) terwijl een autotje van de andere
onderneming (Twee-taxi) op dat oogenblik
uit zijn garage kwam pal, tegen de ander op
boem! Nu stond de chauffeur van Eén
terecht omdat Twee van rechts kwam en
dus voorrang had.

Twee getuigde en sprak van concurrentie
strijd.

Kantonrechter tot Eén (verd.)„Is er con
currentienijd?"

Eén: „Weet ik niet: moet u aan mijn baas
vragen. Hij Twee) kan niet velen, dat wij
de meeste vrachtjes krijgen en dan komt-ie
hard aanrijden".

Twee: „Zijn wielen stonden recht tegen
mijn wagen op en daarom kreeg ik den in
druk van opzet, want anders had-ie z'n wie
len wel gedraaid gehad voor dc bocht".

Garagehouder Twee: „Concurrentiestrijd
gaat tusschen de patroons, en daar heeft
een chauffeur zich niet mee te bemoeien".

Eén: „Die moet zich zeker het brood uit
den mond laten nemen".

Hierna kwamen nog drie chauffeurs van
garage Eén, die de schuld gaven aan Twee,
evenals Twee de schuld had gegeven aan
Eén. En vrij onverkwikkelijk geval van con-
curreeren, dat zich uit op deze manier! De
eene partij sprak wel, de andere niet van
opzet, de een wel van signalen de andere
niet.

De Ambtenaar liet het opzet buiten be
schouwing, maar vond dat er roekeloos en
onvoorzichtig gereden was en dat de vei
ligheid van het verkeer in gevaar was ge
bracht. De aangereden wagen mag een
snelle vaart gehad hebben, de aanrijder heeft
niet genoeg rekening gehouden met het ver
keer van rechts. Eisch f 20 of 10 dagen.

Kantonrechter tot verd.: „Hebt u nog iets
te zeggen?"

Verd.: „Ik teeken appèl aan!"

Kantonrechter maakte den verdachte er
attent op, dat deze nog niet veroordeeld was.
Wat slechts een kwestie van luttele seconden
bleek te zijn, omdat de kantonrechter den
verdachte vrijwel op het zelfde oogenblik tot
veroordeelde maa-kte. Vijftien gulden of tien
dagen.

Een jeugdig uiterlijk

is een van de beste mid
delen om uw persoonlijk
heid te doen gelden. Het
elixer, dat de vernieuwing
en verfraaiing tot stand
brengt, is hetLecitliin, dat
zich in de zenuwcellen be
vindt. Prof. Habermann is
er in geslaagd een Lecithin
te verkrijgen, dat werke
lijk den naam van zenuw,
voedsel verdient. Het is
wereldbekend geworden
onder den naam

Het geeft U een heerlijk gevoel van kracht,
stalen zenuwen en een bloeiend, jeugdig uiter
lijk. Bij Apothekers en Drog. a 1.30 en f 2.50.
Uitvoerig drukwerk met monster gratis.
N.V. „Hermeias" Ridderstraat 42.b.b.
Telefoon 44S0S. Rotterdam.

(Adv. lngez. Med.)

EINDEXAMEN.

Gem. Lyceum afd. Gymnasium. Haarlem.

Na verlengd examen alsnog geslaagd voor
diploma A: de heeren: J. W. Sipkema, F. W.
Teding van Berkhout, M. H. H. In den Bosch.

EINDEXAMEN.

Stedelijk Gymnasium Haarlem.
Geslaagd voor diploma B de dames: J. Smink,
E. R. Brandon, de heeren S. J. A. Hazewinkel,
A. Bouwer, Th. Prins.

Met 3 candidaten wordt het examen voort-
;ezet Afgewezen 1.

PERSONALIA.

Geslaagd aan de Rijks-Universiteit te
Utrecht voor het Prop.-examen Theologie de
heer J. A. Dankbaar te Haarlem.

TERAARDEBESTELLING H. H. OPPELAAR.

Gistermiddag werd op de Algemeene Be
graafplaats aan de Kleverlaan onder zeer
groote belangstelling het stoffelijk overschot
van wijlen den heer H. H. Oppelaar. in leven
hoofdagent bij de Haarlemsche politie, ter-
aardebesteld.

Voor in den stoet werd het omfloersde
vaandel van de Chr. Politievereeniging Sur-
sum Corda meegevoerd, terwijl de baar ge
volgd werd door vele agenten met de om
floersde vaandel van den R.-K. Politiebond
,,St. Michael" en den Alg. Bond van Politie
personeel „Verbetering zij ons streven".

Onder de honderden aanwezigen merkten
wij op den commissaris van politie, den heer
H. Tenckinck, hoofdinspecteur Woud, vele
inspecteurs, collega's en oud-collega's.

Aan het graf werd eerst het woord gevoerd
door een lid van de vereeniging Sursum
Corda, die woorden van troost sprak tot de
weduwe en de kinderen. De commissaris, de
heer Tenckinck, dankte den overledene voor
zijn trouwe dienstjaren en de goede samen
werking.

De heer v. Tongeren spi-ak als lid van de
oude garde en namens de inspecteurs. Spr.
heeft den overledene gekend in den morgen
en middaghoogte van het leven. Hij is heen
gegaan in de schemering van den levens
avond. In de 26 jaar dat hij hem heeft ge
kend bleek hij een plichtsgetrouw ambtenaar
een goed echtgenoot en vader te zijn.

Hij laat een leegte en een herinnering aan
een goed vriend na.

Een broer van den ontslapene dankte na
mens de familie. Hierna werd gezongen: „Zijn
naam moet eeuwig eer ontvangen".