z ^Tielemmi ®JÊrms ZOMERSCH KUNSTGENOT. WOENSDAG 5 JULI 1933 HA'ARL'E M'S DAGBLAD 8 STADSNIEUWS „DE HOLLANDSCHE MOLEN" EEN ADRIAAN-FONDS GEVORMD. Onder voorzitterschap van mr. P. G. van Tienhoven heeft Dinsdagmiddag de vsreeni- ging „De Hollandsche Molen" haar jaarver gadering gehouden in het gebouw van de „Burgerwacht" te Amsterdam. In het jaarverslag, uitgebracht door de waarnemende secretaresse wordt medege deeld, dat een bijzonder groot aantal molens pl.m. 150 in behandeling moest worden ge nomen. Korenmolens vormden hiervan ver reweg de meerderheid. Het hoogtepunt was wel: de toepassing van stroomlijn-wieken op veel ruimer schaal, dan tot dusverre, zoo dat aangenomen mag worden, dat deze be langrijke verbetering allengs vasten voet in ons land krijgt. Het verslag geeft dan een opsomming van de behouden molens. De vereeniging is verheugd over een be trekkelijk groot aantal molens, dat gered kon worden, nl. 50 stuks waarvan 22 in ons land van stroomlijnwieken werden voorzien en één in België. Een groot verlies was, dat het eerst verwor ven bezit „De Adriaan" te Haarlem, door brand werd vernield. Het is te betreu ren, dat nog niet tot wederopbouw kon wor den overgegaan, doch de benoodigde gelden kwamen nog niet bijeen. Evenwel de ingeza melde gelden werden tot een Adriaant'onds gemaakt en de vereeniging blijft hopen, dat vroeg of laat een nieuwe Adriaan den, thans zoo doodschen hoek aan het Spaarne weer zal verlevendigen. In het verslag wordt voorts herinnerd aan het verlies, dat geleden werd door het over lijden van dr. J. Th. de Visser en mr. A. Th. ten Houten uit Winterswijk. Het aantal ingeschreven molens bedroeg op 1 Mei 1933: 7133, waarvan 2515 bestaande en 4618 verdwenen. FASCISTEN-PROPAGANDA-VERG ADERING In café Slot op het Pretoriaplein hield de kring Haarlem en Omstreken, groep 32, van de Nationaal Socialistische Beweging in Nederland een besloten propagandavergade- ring. Als eerste sprak de heer Smit Kleine, groepsleider, die de bedoelingen der beweging uiteenzette. Men wil de politiek bevrijden van den par tijstrijd, politiek zonder godsdienst, een corporatieven staat, waarin de deskundig heid der regeerende personen hoofdzaak is. Ons tegenwoordig parlementair stelsel noem de spr. een chaotisch geheel; in een fasclsti- schen staat zal echter orde heerschen omdat arbeid heilig is, en stakingen e.d. verboden zijn. Geschillen worden beslecht. De menschheid heeft behoefte aan inter nationale banden, doch de wanorde die bin nen de grenzen der verschillende naties heerscht, moet eerst opgeheven worden. „De boosdoeners moeten voor het fascisme rillen en beven, zooals men in Duitsdhland ook heeft gezegd", aldus de heer Smit Kleine. (Applaus). Als tweede sprak de heer Vlekke, die zeide dat in den komenden tijd slechts twee,par tijen zullen bestaan: het fascisme en het communisme. Spr. noemde de spreuk „Tegen oorlog en fascisme" een gruwel, daar dc na tionaal socialisten tegen den oorlog zijn. (Krachtig applaus). Oorlog en fascisme zijn niet synoniem. Het fascisme is de regeer in gsvorni der toekomst, omdat het den arbeider een rede lijk bestaan garandeert. De arbeider is zijn loon waard! De samenwerking aller volksgroepen, de solidariteit is het fascistisch ideaal. Spr. bracht hulde aan diegenen die oprecht ge tracht hebben den arbeider een beter be staan te verzekeren, doch zij hebben gefaald omdat zij in de zedelijke opvoeding tekort schoten, en aan de moraal afbreuk deden. Als derde sprak de heer v. d. Weide, plaats vervangend kringleider. Spr. stelde aan de vergadering twee vragen: „Is onze maat schappelijke orde goed" en „Moet er ver andering komen", die de aanwezigen in koor beantwoordden met „Neen!" en „Ja!". 1-Iet feit dat het fascisme zich tegen het parlementarisme keert, doet alle partijen aaneensluiten tegen de fascistische gedachte. Spr. critiseerde de S.D.A.P. en het N.V.V. De toekomst moet zijn dat de arbeider een vrij mensch is,onafhankelijk van financieelen overheidssteun. De fascisten en de communisten hebben veel gemeen (o.a. anti-parlementarisme). De fascisten willen echter een productie-appa raat dat ven overheidswege wordt geregeld en waar iedereen hoog en laag, zich aan heeft te houden, De communisten willen daarentegen de vernietiging van de bezittende klasse. Rumoer na afloop. Eooals gewoonlijk was het na afloop dei- bijeenkomst weer rumoerig in de stad. De meesten gingen naar het Bruine huis op het Spaarne. en werden onderweg lastig' gevallen door anti-fascisten, die met steenen van allerlei tnrmaat gooiden. Een fascist werd niet ernstig aan den voet getroffen. De politie heeft enkele malen in de lucht ge schoten en een paar charges uitgevoerd. Som mige anti-fascisten zagen kans van cic- cene zijde van het Spaarne naar den anderen kant steenen te slingeren, echter zonder dat Iemand )yerd getroffen. Tc ongeveer half twaalt waren de fascisten velen met taxis, vertrokken en trokken ook de andersdenkenden allengs af, BADHUIZEN WITTE KRUIS. HAARLEM Het aantal genomen baden in de afgeioo- nen maand Juni was: Badhuis Kouden hom: mannen 897, vrouwen 426. werkloozen 111, totaal 1434, Badhuis Leidschepleinmannen 1515, viou wen 747, schoolbaden 873, werkloozen 150, to- ad huis Schotersingel: mannen 2036. vrou wen 1017, schoolbaden 717, werkloozen 182, totaal 3952. Badhuis Hofdijk plein: mannen 1554. vrou wen 755, schoolbaden 1251. werkloozen 197, totaal 3757. Badhuis van Egmondstraat: mannen 1621. vrouwen 1017. schoolbaden 1055, werkloozen 260, totaal 3953. CRISISCOMITé. Opbrengst Angora-poesje F. P. 10 7.50 FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem zijn de volgende Faillissementen uitgesproken op Dinsdag 4 Juli 1933. 1. A. C. R. Kouijzer, bakker, wonende te Haarlem, Nicoiaas Beetsstraat 11. Curator Mr. P. Tidcman, alhier. 2. F. G. Wesseling, banketbakker, wonen de te Lisse, Heerenweg 237. Curator Mr. Dr. W. P. Vis alhier. 3. C. van Lierop, chauffeur, wonende te Haarlem, Pleter Maritzstraat 26. Curator Mr. J. H. J. Simons, alhier. 4. J, H. J. Stommel, vertegenwoordiger, wonende te Haarlem, Kleverlaan 210. Curator Mr. P. Tideman, alhier. Rechter-Commissaris in deze faillissemen ten Mr. A. L. M. van Berckel. 5. C. Besseling, meubelfabrikant, vroeger wonende te Hillegom, thans te Heemstede, Oude Posthuisstraat 21. Curator Mr. F. A. Davidson alhier. Rechter-Commissaris in dit faillissement Jhr, Mi'. E. F. Strick von Linschoten. Opgeheven werden de faillissementen we gens gebrek aan actief van: 1. De Vennootschap onder de firma L. D. Papendrecht en Co. gevestigd te Hillegom, Meerstraat 30. Curator Mr. K. A. F. J. Pliester, alhier. 2. Th. van de Reep, voorheen kantoorbe diende, te Hillegom, thans wonende te Haar lemmermeer. Curatrice Mej. Mr. D. M. 't Hooft te Aals meer. 3. J. E. C. Schmeink, wonende te Haarlem. Curator Mi-. H. Bogaardt alhier. 4. Th. van der Maat wonende te Kaag gem. Alkemade. Curatrice Mej. Mr. D. M. 't Hooft te Aals meer. 5. W. van Eerde, wonende te Velsen. Curator Mr. II. J. M. Tonino, alhier. Geëindigd zijn de faillissementen door het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst van: 1. J. Michel, wonende te Haarlem. Curator Mr. II. O. Drilsma, alhier. 2. N.V. Kennemer Potterij, gevestigd te Velsen. Curator Mr. T. A. M. A. van Löben Seis, alhier. 3. Y. Otte, wonende te Zaandam. Curator Mr. A. Bruch, alhier. 4. M. A. Lansen, wonende te Edam. Curator Mi-. F. van der Goot alhier. 5. A. M. B. Rijkenberg wonende te Haar lem. Curator Mr. J. A. P. C. ten Bokkel, alhier. EXAMENS GYMNASIUM Na verlengd examen alsnog' geslaagd voor diploma A: de dames C, M. A. van Munster van Heuven, S. S. D. P. H. V. Boks, J. A. E. van Borssum Buisman en de heer P. A. Gunning ORGELBESPELING in de Groote- of St. Bavokerk te Haarlem op Donderdag 6 Juli 1933, des namiddags van 34 uur. door den heer George Robert. Programma: 1. Dorische Toccata, J. S. Bach 2. Choralvorspiel und Fuge: „O Traurigkeit, o Herzeleid", Joh. Brahms. 3. Pastoral Sonate, J. Rheinberger. Pastorale. Intermezzo, Fuge. 4. Adoratio et Vox Angelica, Th. Dubois. 5. Final, César Franck. EEN STUDIE VAN PROF. ANEMA OVER HET FACISME. Naar de N.R.Crt. verneemt heeft Prof. Mr. A. Anema het voornemen, binnen niet al te langen tijd een uitvoerige studie over het fascisme in het licht te geven. UITVOERINGEN VOOR OUDEN VAN DAGEN. Men schrijft ons: We waren toevallig Dinsdagavond In het Haarlem's Tehuis voor Ouden van Dagen aan de Schobersingel, toen in den tuin door de Haarlemsche Politie Muziekvereeniging dir. de heer B. D. Peters) voor de bijna 100 verpleegden een uitvoering werd gegeven. 1-Iet was een lust te zien, hoe de talrijke oudjes het gebodene waardeerden. Het kwartet „Euphonia" (directeur Nico Hoogerwerf) zong ter afwisseling verschei dene liederen, die met veel aandacht werden aangehoord. Het moet voor de uitvoerenden een voldoe ning zijn geweest op dezen mooien zomer avond vreugde in het tehuis gebracht te heb ben. We wekken onze vereenigingen in de stad op. zich eens een avond voor dit mooie werk beschikbaar te stellen. Zij zullen hun moeite ruim beloond vinden. DE VERDEDIGING VAN DEN GOUDEN STANDAARD STEUN AAN DE NEDERLANDSCHE BANK BEPLEIT. Als hoofdartikel plaatste de „Indépendance Beige" Dinsdag een beschouwing over de verdediging van den gouden standaard. Wat zal men thans doen met het monetair plan? vraagt het blad. Nu de Vereenigde Staten hun eigen weg gaan met het oog' op een „nieuwe, frissche en vroolijkc" speculatie campagne, hebben de vertegenwoordigers dei- landen, die den gouden standaard trouw ge bleven zijn, hun vasten wil uitgedrukt om hun munt tot het einde toe te verdedigen. Dit is van groote beteekenis, aldus het blad. Nemen wij het voorbeeld van Nederland, dat zoo sterk is aangevallen. Rekening hou dend met wat Nederland sedert den jongsten gepubliceerden weekstaat aan goud mag hebben verloren, beschikt het land zeker nog' over een metaaldekking van 80 pet. Om ver der goud te kunnen onttrekken, moet men over" bankbiljetten beschikken, doch de bankbiljettencirculatie kan niet beneden een zeker minimum dalen, zonder dat het economisch leven tot stilstand wordt ge bracht. Het oogenblik zal spoedig gekomen zijn, waarop een ieder slechts over dc hoogst noo- dige biljetten zal beschikken, die voor de da- gelijksche betalingen noodig zijn en waarop dan' ook geen biljetten zullen worden aan geboden in ruil voor goud. Dit oogenblik zal echter slechts komen, wanneer de Nederland- schc Bank geen bijetten in omloop brengt. Derhalve moet zij de voorschotten aan het publiek verminderen. Daarom ook heeft zij haar disconto verhoogd. Hoe kunnen nu de andere centrale banken de zusterbank van Amsterdam steunen? Door verschuldigde be dragen terug' te betalen, door haar niets te onttrekken, zoo noodig ook door haar goud voor tee schieten. Dit zijn technische mid delen om de Nederlandsche munt. of welke munt dan ooi: te verdedigen. De klare en Rijpe frambozen, heerlijke, fluweelzachte vruchten, geven een bij zonder fijn aroma aan de Frambozen-jam Met recht: een vruchtenjam! Prima jam 55 ets. p. pot. Huishoudjam 35 ets. p. pot. (Adv. Ingez. Med.) krachtig uitgedrukte wil om zich niet te la ten verdringen en vooral het volharden in dezen vasten wil zal voldoende zijn om de baissiers te ontmoedigen. Het monetair défaitisme, zooals alle andere vormen van vrees, wordt genezen door de tegenstanders strak in het aangezicht te zien. Het accoord van Frankrijk, Zwitserland Nederland en België verspert op het oogen blik den weg, die tot de anarchie voert. LANGS DE STRAAT. De weg terug. Wat men den langen, zeer mageren man, die aan het hoofd van een droeven, met re gen overgoten stoet liep, ook zou kunnen ver wijten en welke niet malsche vragen men dezen „pater familias", door het moderne kroost kortweg „pa" genoemd, ook met gemo tiveerd wantrouwen zou kunnen stellen, toch was het zeer zeker gerechtvaardigd hem een zeer groote hoeveelheid optimisme toe te schrijven en zelfs een dosis moed, welke aan roekeloosheid nauw verwant was. Tenslotte doet men ook op de Bilt nog iets anders dan vliegjes vangen en de uitspraak van dit ora kel had in de krant gestaan. Regen. En wei nig verandering. Ze waren er blijkbaar gevieren, pa. ma en de twee kinderen tóch op uit getogen; had den, wie weet waar?, gekampeerd en ze liepen nu, bij het vallen van den avond in de stille, verlaten straat, zelf ook stil en verlaten, als afgesnauwde honden. Nogmaals: stil was het in die straat, want wie anders, dan terugkee- rende kampeerders zouden er lust in gehad hebben, in den staag vallenden regen te plas sen. Ongetwijfeld lustten ook zij den regen niet, pa niet en ma niet en de kindertjes niet-' maar er doorheen te gaan was ijzeren nood zaak, want zij móesten naar huis toe. Voorop liep pa, blootshoofds en met een polo-shirt aan. Om de schuld, vanwege het gaan, heel zuiver te kunnen beoordeelen, zou men ook den invloed van de mater familias, bij verkorting ma genoemd, heel streng moe ten onderzoeken, maar formeel en wettelijk aansprakelijk voor het met vrouw en kinde ren en op uit trekken, bij een zoo slechte weersgesteldheid, was alleen de vader. Zijn schuld stond onomstootelijk vast en het was dit schuldbewustzijn, dat hem murw had ge maakt en hem iets voorover deed loopen. Er was echter ook een voordeel aan verbonden, want zóó kon de regen niet regelmatig zijn gezicht striemen, en zijn haar kon door den regen nog sslechts gedeeltelijk voor afvoer pijp worden gebruikt. Want aan de achter zijde werd het gedekt door het jongetje, dat op pa's schouders zat en dat het ongetwij feld op een zeker oogenblik had vertikt nog een voet verder te zetten. Ja, hoe gaat dat? Dan heeft ook ma een paar opmerkingen en het gevolg is, zooals nu viel te aanschouwen. Den hoed van pa had het jongetje op, als een droeve grap. Pal daarachter liep ma en sjorde aan een vierwielig, houten voertuigje, waarin aller hande, zelfs nog een kind, ten deele afgedekt met zeildoek. Het gezicht van ma glom, doch niet van plezier, want daarvoor keken haar oogen te dreigend, afgezien nog van de totale onmogelijkheid in dit-weer en in dezen te rugtocht schik te hebben. Tenslotte zijn den menschen grenzen gesteld en die grens was nu bereikt. Sjors. gilde ze ineens, Sjors! Sjors was pa en hij stond stil, als een paard dat de stem zijns meesters hoort. Langzaam draaide hij zich om, acrobatische toeren ma kend om den jongeling op zijn schouders niet te verliezen. Wa's 't nou weer? zei hij, een ernstige poging wagend zijn gezag alsnog te herwin nen. Ma wachtte even. De stilte en de dreiging waren verschrikkelijk. Ik gaan niet verder, ik kan niet meer. zei ze en toen gebeurde, ook voor pa, iets zeer onverwachts. Ma huilde, werkelijk ze huilde, moe, óp, lam geregend. Toen huilde ook eensklaps het jongetje, daarna het kind in het houten voertuig, met wilde snik-vlagen en zonder één seconde ver- poozing. 'Het zijn zulke situaties, welke hel den maken. Pa nam 'n besluit. Zijn rechterhand greep omhoog, pakte den jongen in zijn lenden, zette hem op den grond. Toen hernam hij zijn hoed, zoo resoluut ineens, dat het huilen een oogenblik verstomde. Dan greep hij den jongen weer opnieuw beet, zette hem op den stoep van een portiek, deed hetzelfde met het kind in den wagen en het leek er een oogenblik op, of hij ook ma, in al haar ge wichtigheid, zou optillen en dragen naar de veilig droge plaats, Hij bedacht zich. Die tijd was voorbij. Hier schuilen, zei hij kort. Ik ga 'n taxi halen Maar.zei ma. Hij luisterde niet eens. Hoe hij aan de taxi komen zou, was zijn zaak. Hij bewees het, Vijf minuten later kwam hij vóór en werd er in- en opgeladen. Nu was het uit met het sportieve, Zóó komen échte kampeerders nooit terug. Da's ééns, maar De chauffeur zette den motor aan. Wat ma nog meer zei, ging verloren in het lawaai TON RUYGROKJ eker zeker, het is een moeilijke tijd. Ook voor de schilderende kunstenaars, over wier doen en laten ik u. lezers, pleeg in te lichten. Maar deze heer lijke zomertijd verdrijft althans eenigszins de schaduwzijden van hun bestaan en doet de zon schijnen op hun zoo sympathiek streven, der menschheid schoonheid te bren gen. De menschheid waardeert dat niet altijd voldoende en vergeet te vaak dat de artist van den hem toegezwaaiden lof alléén niet leven kan. Hoe hij zich er, desondanks, door heen werkt het is mij, die er zoo talloos velen van nabij kon volgen, immer een van bewondering vervuld raadsel geweest. Maar met den zomer wordt hun leven lichter en kleuriger. De landschapschilder trekt er op uit, de figuurschilder behoeft zich niet meer arm te stoken om zijn model op temperatuur te houden, de dilettant zelfs gaat zijn zalig ste uren tegemoet ais hij zijn vacanties ge bruiken kan om zich gedurende luttele we ken artist te voelen. Gebenedijde zalige zomerijd! Toch kan de boterham niet uit het gezicht verloren wer den Het exposeer-en moet voortgezet en het nieuwste, ook het goedkoopste in gebruik is thans het exposeeren in de open lucht, in. op, langs en tegen een vrachtauto aan die ergens op een mooi plekje, doch in de nabij heid van veel menschen, wordt neergezet. Het is nog zoo gek niet en vindt grond in ^e historie. Men is een beetje vergeten dat een kleine honderd vijftig jaar geleden de kunst handel niet anders bedreven werd en dat op zomersche kermissen in Holland, de Italiaan- sch-e kunstkramen rijke en prachtige ten ten steeds veel bekijks trokken en goede nering deden. De Buffa's, Cossa's, Tessaro's, Caramelli's, altemaal nog namen van klank in het kunstbedrijf, deden oorspronkelijk, wat de artisten met de vrachtauto thans doen En wie in Parijs een beetje thuis is, weet van de Fondation Bergère, die, elke week één dag, door jonge artisten langs de trottoirs laat exposeeren, elke week een andere boulevard tot salon der nog onbekende beroemdheden promoveerend. En waarom zouden ze niet! Den jongeren wordt gemeenlijk geen kasteel Nijenrode aangeboden. Waar ze bovendien ook maar gevaar zouden loopen van gestolen te worden, na door diverse vereenigingen van huisvrouwen bezocht te zijn. Dan zijn de dansvloer bij Hamdorff of de hal van menig strandhotel nog altijd verkie selijker. Vermoedelijk ook weer kansen bie dend, Plet is volstrekt niet buitengesloten, dat men zich. al dansend, voor een Jan Sluy- ters emporteert, of, na een heeten middag aan het strand, de koele kunst van een Piet Mondriaan eerst gaat waa'deeren. Het heeft mij altijd gemakkelijker toegeschenen de kunst aan het volk. dan het volk naar de kunst te krijgen, maar het lastigst is mis schien, de kunst aan den man te brengen. De zomer biedt een onbegrensd aantal mo gelijkheden.- En als het nu weer bij mogelijkheden blijft? Dan, broeders van den penseele, nog niet getreurd. Zoo gek kan de tijd niet wezen, of hij is al meer vertoond. En de kunst is er altijd weer safe uit te voorschijn gekomen al hebben er enkele beoefenaars het bijltje bij neergelegd. Deze jaren doen vaak den ken aah dé"eei''ste "jaren na de Fransche re volutie van 1792, U kent) uit die jaren na tuurlijk- den Schilder Evariste Gamelin. U kent hem niet? Nu. eerlijk gezegd, ik ook niet. Maar hij is de held van dien fameusen roman van Anatole France, „Les dieux ont soif". Als u' zich kostelijk wilt amuseeren met een Parijschen kunstenaarsbent uit die ja ren, kan ik u dat boek als zomerlectuur ten zeerste aanbevelen. Gamelin ondergaat dezelfde misère die wij nu al een paar jaar lang aan den lijve voe len. De regeering, de Conventie in die da gen. deed al het mogelijke, „ze was kunst en wetenschap wel gezind, hervormde den ka lender, stichtte speciale scholen en schreef wedstrijden in schilder en beeldhouwkunst uit, stelde prijzen voor kunstenaars beschik baar om ze aan te moedigen richtte jaar- lijksche „salons" in en opende de musea. Maar de Fransche kunst, tevoren zoo be geerd in Engeland, Duitschland, Rusland en Polen, vond in den vreemde geen afzet meer. De liefhebbers der schilderkunst, de voor kunst gevoeligen, groote heeren en finan ciers, waren of geruïneerd of het land uitge trokken of hadden zich verstopt. Terwijl zij, die door de Revolutie rijk waren geworden, boeren die zich nationale goederen toegewe zen zagen, legerleveranciers en beursspecu lanten hun weelde nog niet dorsten uit te stallen en overigens aan kunst vierkant lak hadden". Vervang Conventie eenvoudig door stads bestuur of regeering en Fransche door Hol landsche en de toestand hier en van van daag lijkt als twee druppelen water op die van voor honderd veertig jaar. Alleen voor het „lak hebben aan kunst" zoude voor het tegenwoordige nog een extra aantal motieven aangevoerd kunnen worden. En toch heeft de schilderkunst een prachtiger opbloei ge kend dan die welke de negentiende eeuw ge bracht heeft? Mogen derhalve ook onze Hollandsche schilders den moed niet verliezen en deze zomer hun gunstig zijn. De tijden zijn niet meer zoo gemoedelijk als toen Evariste Ga»- melin met zijn kunstkooper monsieur Blaise en nog een stelletje dames en heeren, die de kunst beoefenden, inleen groote Jan Ple zier een weekje op stap gingen om een beetje „buiten te werken". Blaise gaf ze allerlei motieven aan de hand voor schilderijen die hij dacht te kunnen gebruiken en onderwijl amuseerden de heeren zich kostelijk mis schien niet geheel zuiver volgens de regelen der rein-leven beweging, doch die kende men toen nog niet zoo. En om zoo'n enkel klein vlekje behoeft men dien prachtigen histori- schen roman niet ongelezen te laten, waar men er geen bezwaar in ziet de allernieuwste creaties in badcostuums te bestudeeren die van zomer tot zomer grilliger, fantastieker en hyper-rein geworden zijn. Met den zomer is voor den kunstverslag gever een korte rustpoos aangebroken. De exposities „en plein air" laat hij zwemmen, „en pleine mer". Maar met een stapeltje mooie boeken gaat hij de duinen in of het water op, en verzamelt, rustig van de stilte genietend, nieuwe stof voor na de vacantie. GeheQl kunstloos blijft ook voor hem de zo mer niet, reeds wenkt Amsterdam met zo merfeesten, in België wordt Rops herdacht, in Frankrijk de Goueourts. Doch onze aan dacht blijve in hoofdzaak op onze Holland sche kunst gericht. Deze zit dieper in de put dan men denkt. Hoe ze er uit komt is een probleem dat de overpeinzing waard is. Geen beter gelegenheid tot bepeinzing dan een rustige avond aan het strand of een raiddag in de schaduw der Geldersche eiken. De zee, de plassen Brabant en Drenthe, Wolfhezen en Nieuwkoop daar zijn de bronhen 'geweest eener Hollandsche kunst. De zomer is de tijd om die bronnen weder om te ontdekken .Eerst als ons cosmopoli- tisme in de put gaat zitten komt onze kunst er weer uit. Het zal niet zoo glad gaan, maar 't zal toch moeten. Enfin laten wij er van den zomer vast eens over denken. J. H. DE BOIS. NIEUWE ECIKEN. De ontrechting der Joden in Duitschland. In opdracht van het Comité voor bijzon dere Joodsche belangen is uitgegeven„De ontrechting der Joden in Duitschland". een verzameling documenten en beschouwingen, ontleend aan binnen- en buitenlandsche dag en weekbladen. De ziekte van Weill en het zwemmen. De N.V. Leidsche Uitgevers-Mij. te Leiden geeft uit: „De ziekte van Weill en het zwem men", door Dr. P. H. van Thiel, Conservator aan het Laboratorium voor tropische hygiëne te Leiden. Het boekje bevat verschillende nuttige wenken. Voor het geluk onzer kinderen. Bij den uitgever Andries Blitz te Amster dam lieeft Dr. I. H. J. Vos het licht doen zien. „Voor het geluk onzer kinderen". Uitvoerig bespreekt Dr. Vos de gevaren, waaraan de jeugd in 't bijzonder in dezen moeilijken tijd zelf- blootstaat. De schrijver noemt zelf zijn boek een moderne behande ling van het onderwerp: „Wat volwassen meisjes en jongens moeten weten". Ziekten en haar verzorging. Bij G. Naeff te 's-Gravenhage is de tweede druk verschenen van Van Haeften's Schets der ziekten en haar verzorging'. Deze nieuwe druk is bewerkt door Dr. W. Schuurmans Stekhoven. Practijk Bibliotheek. Dr. P. II. Rifcter Jr. heeft in de serie Prac tijk Bibliotheek (Uitg. N.V. Maandblad Suc ces, Den Haag) een aardig boekje geschre ven: „Examen doen", een behulpzame hand voor examenslachtoffers. Het werkje kan juist in dezen tijd veel goed doen. „Zomer 1933, Goedkoope Treinen, Goedkoope Tarieven". In het boekje uitgegeven door de Ned. Spoorwegen is opgenomen een volledig' over zicht der Goedkoope Treinen in alphabetïsche volgorde gerangschikt naar de plaats van vertrek. Tevens is aan dit boekje toegevoegd een rubriek „Attracties voor Goedkoope-trein- reizigers". bevattende een opgave van attrac ties. (bezienswaardigheden, autorondrihten, boottochten enz.) die den reizigers in ver schillende plaatsen van bestemming tegen geveduceerden prijs worden geboden. Bovendien is opgenomen een opgave van de goedkoope tarieven voor het vervoer van reizigers gedurende het a.s. zomerseizoen. Het geheel is geïllustreerd met foto's van verschillende plaatsen uit ons land. Nederlanderschap en Sovjet-Unie- Bij de Erven F. Bohn N.V. te Haarlem heeft het licht gezien: „Nederlanderschap en Sovjet-Unie", door Dr. J. Valkhoff, repe titor in Burgerlijk en Handelsrecht te Am sterdam. Sebastiaan, de heilige proletariër. Bij het Nederlandsche Boekhuis te Tilburg is verschenen Sebastiaan, bewerkt voor het tooneel naar De Heilige Proletariër, een le gende van Franz Herwig door Jacques Benoit met spelaanwijzingen van Anton Sweers, in een voorspel en zes tafereelen. Door den heer Schuil is dit stuk indertijd al besproken bij een opvoering door het R.K. Volkstooneel. De omslagteekening is van H. Schoonbrood De kleine camera en wat men er mee doen kan, door E. A. Loeb. Bij de N.V. Uitgevers Maatschappij „Kos mos" te Amsterdam verscheen dezer dagen bovengenoemd werkje, dat al dadelijk op valt door de uitstekende technische verzor ging. Zij die in de fotowereld thuis zijn, kennen den schrijver zeker reeds door vroegere pu blicaties en zullen zich daardoor zeker aan gespoord voelen ook dit werkje te lezen. De heer Loeb zegt in zijn voorwoord: „Er gaan stemmen op, in de kringen van in dustrie en handel die de kleine camera als een ééndagsvlieg', als een modeverschijnsel beschouwen, dat wel weer verdwijnen zal. Wij kunnen die opvatting niet deelen. Zij berust op een zoo logischen grondslag van fotogra fische efficiency", zij is zoo volkomen ver antwoord en gerechtvaardigd door hare resultaten, dat zij zeer zeker een blijvende plaats zal innemen." Het geheele boekje is eigenlijk een onder streping' van deze uiting. Achtereenvolgens worden alle bekende kleine camera's onder de loupe genomen. Eerst de Leica, en deze wellicht omdat het de eerste was, wat uitge breider dan de andere, daarna de Contax, Peg'gy, de kleine Rolleiflex. Pilot, Perkeo, Korelle, Gucki, Pupille en ook de vergroo- tingsapparaten die bij deze toestellen ge bruikt kunnen worden. De heer Loeb heeft zijn taak niet gemakkelijk opgevat, hij heeft zooveel dat eenigszins mogelijk was de ca mera's zelf geprobeerd en geeft dan ook hiel en daar de nadeelen en wenschelijkheden aan. Het boekje bevat verder algemeene aanwij zingen over gebruik van negatiefmateriaal, over de kwaliteiten der meest gebruikt wor dende filmmerken enzoovoort. Fraaie foto's versieren den inhoud en we durven gerust verklaren, dat het boekje z'n weg wel zal vinden. Kleine camera's, vooral de goede soorten die hier behandeld zijn, zijn niet goedkoop, de heer Loeb wijst evenwel den weg om door besparing op materiaal den aanschaffingsprijs weer aanneembaar te maken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 8