Jtmmveek EN THANS. Hofstede „OUD-BUSSUM" Onze Buitenlandsche Correspondenten. van Oost veen Co. IDE FIETS VOOR 50 JAAR I INCASSO-BANK n.V. HANDELS- EN BOUW-CREDIETEN HUIZIN G'S ZATERDAG 8 JULI 1933 HAARLEM'S DAGBLAD '17 Modelmelk uit de 20 cent per halve Literflesch. Hoogste hygiëne bij de bereiding. Filiaal te Haarlem: Verbindingsweg 59. Telefoon 22754 (Adv. Ingez. Med.) GEMEENTE-SECRETARIE P.H.Kade 169, Tel. 41070, Amsterdam (Adv. Inaez. Med.) (Adv, Ingez. Med.) In 1883 en in 1933 In de metamorphose, welke ook de Groote Markt in deze 50-jarige pariode heeft ondergaan is niet betrokken het gebouw waar de stedelijke overheid zetelt. Nog onveranderd, zelfs in zijn oorspronke lijkheid van eenige eeuwen geleden nader gebracht door herstel van het torentje, ver heft zich dit historisch bouwwerk als mees terstuk van voormalige architectuur. Dat het interieur beantwoordt aan de een voudigste eischen voor moderne kantociioca- liteit, kan ten opzichte van het centrale punt onzer gemeentelijke huishouding moeilijfc worden beweerd. Zeker er is in het Stadhuis herhaaldelijk gemetseld en getimmerd, maar voor een ad ministratie van grooten omvang blijft het minder geschikt. Het is ook niet de aanvankelijke bestem ming geweest. Intusschen is met de beschikbare ruimte gewoekerd om een indeeling te verkrijgen, welke althans aan de behandeling en afdoe ning van zaken bevorderlijk kan zijn. Nadat het „Bureau van Politie" was over gebracht naar de Smedestraat werd dit deel van het gebouw, gelegen aan de Zijlstraat, ingericht voor de Afdeeling „Burgerlijke Stand en Bevolking. Dat is ook al weer geschiedenis want de hedendaagsche Haarlemmer wandelt voor al wat daarmede annex is naar de Ged. Oude Gracht Als „dependance" dienen thans ook eenige vroegere winkelhuizen aan de Koningstraat. De Afdeeling Belastingen etc. verheugt!?) zich daar in haar huisvesting. De administratie heeft zich in den loop dei- jaren dermate uitgebreid, dat ook het „Frans Halsmuseum" is verplaatst, waardoor gele- Ged. Oude Gracht. Waar nu het Postkantoor staat. Het vroegere Station. Verordeningen tegen de Trapwielen. „Dat idiote wielrijder)" gemeente in Nederland het rijwiel in bij de politie in 1897. Veel is veranderd in de afgeloopen vijftig jaar, veranderingen, die zonder uitzondering verbeteringen zijn gebleken. En daarvoor mag den A.N.W.B. groote dank gebracht worden. Er zijn rijwielpaden gekomen, te be ginnen met het jaar 1887 in Utrecht en later voortgezet door het heele land heen. De A.N.W.B. legde zijn eerste pad aan in 1898 in Den Haag langs de Stadshouderslaan. De wegwijzers kwamen in 1893 evenals de waarschuwingsborden en thans staan er ruim 3600 wegwijzers langs onze wegen. En zoo is er veel, veel meer. Wat de rijwielprijzen betreft, tot 1890 kostte een fiets tusschen de f 120 en f 275 en een ergmooie omstreeks f 300. Het spreekt vanzelf, dat de belastingen op het rijwiel niet uitbleven. Reeds in 1895 begon men daar plaatselijk mee, terwijl een rijwielbelasting wet ingevoerd werd op 1 Febr. 1897 als zesden grondslag van de Personeele belasting. Men stelde toen voor een wierijderskaart in te voeren, die in 1924, bij de invoering van de Rijwielbelastingwet (van 1919 tot 1924 werd geen belasting van fietsen geheven) vervangen werd door het rijwielplaatje. I Volgeitort Kapitaal f30.000.000.— Re.erve f9.300.000.— Kantoor: HAARLEM. genheid werd verkregen enkele af deelingen behoorlijk onderdak te verschaffen. Een getrouw relaas over de eindelooze ver huizingen en schikkingen zullen wij onze lezers besparen. Het heeft voor hen ook minder beteekenis. Van meer belang kan het zijn eens te verge lijken den toestand van voorheen en dien van heden, waarbij eenige getallen en bedra gen aan het voorstellingsvermogen goede dien sten kunnen bewijzen. Dat een vruchtbare legislatieve periode van invloed is geweest op het aantal ambte naren en de daaraan toe te leggen wedden en belooningen spreekt van zelf. Rekenen we op 1 Januari 1883. Hoofdstuk I der begrooting voor dat jaar. vraagt in eindcijfer voor de kosten van „Huishoudelijk Bestuur", inbegrepen de jaar wedden van den Burgemeester, de Wethou ders. den Secretaris, den ontvanger en alle ambtenaren en bedienden ter secretarie, de kapitale som van 34.000. De vroede va deren deden het toen blijkbaar „Pro Deo"", want gelden zijn er niet voor op de begroo ting uitgetrokken. Dezelfde post komt voor op de begroo ting 1933, ten bedrage van f 612.700. Het aantal ambtenaren ter secretarie (ont vangerskantoor inbegrepen) met boden en bedienden was op 1 Januari 1883: 30. Op 1 Januari 1933 tellen we er: 135. Een dorre opsomming van cijfers, welke de verschillen kunnen aanduiden van vele on dergeschikte posten, willen we liever vermij den. Het interesseert weinig. De enkele hiervoren genoemde drukken wel zeer sprekend uit hoe belangrijk de zor gen en bemoeiingen der gemeente-besturen 'dan Greshofti Brussel. W. M. Bekaar, Weenen* Ch. G. Behrens, Stockholm. Henry A. Th. Lesturgeon, Parijs. A. H. van Riemsdijk, Londen. H. Lohman, Berlijn. Wat zoudt gij zeggen, fietsenthousiasten, wanneer gij uw tochten moest maken op een der hier afgebeelde oude velocipedes, hooges, kangaroes, wieiers. of hoe onze fiets vijftig jaar (en langer) geleden heeten mocht? Wat zoudt gij zeggen, wanneer gij op de houten of massieve rubberbanden op de hobbelige wegen voortschokte? Zoudt ge dan niet de uitdrukking van de vroegere gymnastiekonderwijzers overnemen en spre ken van dat „idiote wielrijden?" En als men u dan op uw verjaardag een model van voor vijftig jaar aan zou bieden, dan zoudt gij ongetwijfeld angstig-verwon- derd naar het vehikel staren en voor u uit mompelen: „Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen?".... A. J. C. VI. Hoe onze grootouders, hoogverheven, hun fietstochtjes maakteii. Van 10 tot 16 JULI SPECIALE AANBIEDINGEN van LINNEN SCHOEISEL. DAMES vanaf ƒ1.— HEEREN vanaf 1.50 KINDER vanaf„0.95 SCHOENENMAGAZIJN Groote Houtstraat 4244 zijn toegenomen. Dat de sociale wetgeving der laatste jaren hieraan in menig opzicht niet vreemd is valt licht te begrijpen. Hm, 28-6-'33. C. B. M. SEGAAR. Onze medewerker voor natuur-historische onderwerpen: C. Sipkes. Wat zoudt gij zeggen, fietsenthousiasten, wanneer gij op uw rijwiel een tochtje wilde maken en gij werd bekogeld met koolstronken? Wat zoudt gij zeggen, als gemeenten het rustig genieten Van uw ritje onmogelijk maakten door Ver ordeningen tegen de Trapwielen, door rijwie len absoluut te verbieden? Wat zoudt gij zeggen, als de u tegemoetkomende wagens niet wilden uitwijken op wegen zonder fiets pad, of als stokken tusschen uw spaken ge stoken werden? Zoudt gij niet pijnlijk ver wonderd zijn en vervolgens heftig veront waardigd worden? Gij zoudt u afvragen hoe dergelijke dingen ter wereld mogelijk zou den zijn, gij, alleen maar gewend aan een gedwongen halte ter contröleering van uw belastingplaatje. Welnu, zulke dingen waren mogelijk, vijf tig jaar geleden nog, toen het eerste num mer van onze, krant uitkwam. Toen de fiet sen nog geen luchtbanden hadden (die wer den uitgevonden in 1888 en kwamen een en kel jaar later ook in Nederland), toen ze nog log en zwaar waren, toen ze nog.„hoogen" werden genoemd, omdat de hoogte van voor wiel varieerde tusschen 1,25 M. en zelfs 1.90 M.! Het achterwiel in die dagen bedroeg een kwart van de hoogte van het voorwiel. In 1887 maakte Starley beide wielen gelijk, wat sindsdien steeds gebleven is. Zulke dingen en nog vele andere (de ouderen onder ons weten daarover veel te vertellen) waren vijftig jaren geleden moge lijk en vermoedelijk niemand zal toen heb ben kunnen bevroeden, dat het rijwiel,de velocipede, nog eens zóó algemeen verbreid zou worden als het nu is. Zeker de uitvin ders niet, die lang voor dien tijd hun proeven deden. Want evenals dat gegaan is bij zoovele andere uitvindingen zijn er zeer vele man nén noodig geweest en zeer vele jaren om de fiets te maken tot wat die nu is. Wie de fiets construeerden en verbeterden? Er. is den laatsten tijd al zooveel hierover geschreven, dat we volstaan willen met slechts enkele feiten. Reeds in 1703 heeft een aan beide beenen verlamd uurwerkmaker uit Altdorf bij Neu renberg een driewielig wagentje gecon- stueerd, dat werd voortbewogen met eeii handslinger. Men meende toen nog dat een voertuig op zijn minst drie wielen, moest hebben en met dat idee werden dan ook de verdere proefnemingen gedaan. In 1760 zou de Duitscher Michaël Kaesler een tweewie lig vehikel gefabriceerd hebben, dat echter spoedig van den openbaren weg verdween. Het was liefst 2.30 M. lang. Een Engelsch man Ovenden zou in 1761 eveneens een tweewielig voertuig hebben geconstrueerd, dat door één man bestuurd en door een an der voortbewogen moest worden. Zoo ook zag- de „tandem" van den Franschman Blachard er uit in 1779. Ignaz Trexler heeft in 1784 een tweewielig eenpersoons voertuig, door trappen voortbewogen gemaakt. Deze en nog andere „Fietsen" waren de voorloopers van de in 1816 uitgevonden loop fiets, het „loopwiel" van Karl Freiherr von Drais. En dit rijwiel heeft het heel lang in Europa uitgehouden. Het was van hout, en toen het er eenmaal was, maakte men het na, ook van ijzer. Een Schot vond trappers uit in 1845, het vrijwiel (we slaan de vele andere verbeteringen over) kwam in 1866 van een Engelsche smid. die het patent ver kocht, waarna het tot 1899 bleef rusten! Wat er ook van zij, het rijwiel was er, vijf tig jaar geleden en het heeft zich in de vol gende jaren een vaste en groote plaats ver overd in onze maatschappij. Al zag het er toen nog niet uit, dat de verbreiding van het voertuig op zulk een wijze zou geschieden als achteraf, als nu, gebleken is. Zeiden in 1886 de gymnastiekonderwijzers niet, dat het „idiote wielrijden" nadeelig was voor het lichaam? De A.N.W.B., die opgericht werd ruim een week voor ons eerste nummer verscheen, telde toen nog geen 200 leden, en thans over de 100.000. Al ontkennen we niet dat daar een 40.000 automobilisten bij zijn. Meer zegt daarom dat in Nederland tegenwoordig te gen de 3 millioen rijwielen loopen, d.i. 1 op 3 inwoners ruw geschat. In 1889 was het nog slechts 1 op 53. Ga op de spitsuren ergens in een groote stad staan, ga op een mooien Zondag eens kijken op de Zandvoortsche laan of de Am- sterdamsche Vaart en gij zult versteld staan van den onafgebroken stroom fietsrijders en -rijdsters! Ja ook wielrijdsters. Men kan zich werkelijk niet meer voorstellen, dat vijftig jaar geleden een meisje toch eigenlijk niet fietsen mocht, niet kón, omdat je dat als fat soenlijk meisje noup eenmaal niet deed! En toen dan ook een veertig jaar geleden een dameswielervereeniging werd opgericht in Den Haag, toen noemde men die met den veelzeggenden naam van: Hony soit qui mal y pensePas in 1887 werd de eerste da mesfiets gebouwd. De gemeenten en het rijk hebben aan het einde van de vorige eeuw het nut- van rijwie len ingezien. Zoo werd in 1895 een proef genomen met rijwielen voor Rijksveldwach ters ten plattelande. De brandweer van den Haag was reeds 4 jaar eerder in het bezit van (hoewel nog maar) één rijwiel gesteld, terwijl in Haarlem de politie, althans de in specteurs, in 1896 fietsen gekregen zouden hebben, als de gemeenteraad de uitgaven daarvoor goedgekeurd had. Maar dat deed deze niet.... Leeuwarden voerde als eerste J2r loopen in onze stad wel eenige fietsenGoedgeteld staan er op deze afbeelding van de Barteljorisstraat 28 tegelijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 17