H aariem voor 50 jaar* Hoe sterk de stad ziek uitbreidde. ZATERDAG 8 JULI 1933 HAARLEM'S DAGBLAD De bebouwde oppervlakte van Haarlem in 1883. Van kleine tot groote provinciestad De stad Haarlem is evenals Haar lem's Dagblad in de verstreken halve eeuw flink gegroeid. Van een klein provincie stadje van ruim 40.000 Is het geworden een vijfde stad des lands met meer dan 125,000 inwoners! Deze enorme vooruitgang een stijging van bijna 300 mag wel zonder overdrijving zoo ge noemd worden! wordt in de kaarten die wij hier afdrukken duidelijk geïllustreerd. Links is de kaart van 1883. De bebouwing beperkte zich toen nog bijna geheel tot de grenzen van de oude vestingmuren de Leidschevaart, de Schoter- en Kloppersingel, het Spaarne, de Heerensingel, de Kamper-, Gasthuis- en Raamslngel. Het was toen ook nog niet meer dan 25 jaar geleden, dat de stad de rekten van het oude keurslijf had af geschud. De poorten en de stadsmuren waren geslecht, zoodat er toen gelegenheid kwam .voor de vrije stadsontwikkeling. Nu 50 jaar later is door grenswijziging niet alleen het grondgebied van Haarlem belang rijk vergroot, maar het geannexeerde gebied Is ook weer voor een groot gedeelte vol ge bouwd. Bovendien is de bebouwing van de omliggende dorpen, voor zoover zij niet bij Haarlem gevoegd zijn, belangrijk toegeno men. De zwarte plekken op de kaart van 1933 bewijzen dat bijna de geheele oppervlakte van Haarlem, Bloemendaal en Heemstede be bouwd zijn. De lezerskring van Haarlem's Dagblad strekt zich natuurlijk verder uit dan het ge bied van deze kaart. Zoo is het ook met de toenemende bevolkingsdichtheid van deze streek van Kennemerland. Velsen met de wijken Santpoort, Driehuis-Westerveld, Vel- ser.oord, IJmulden, Velsen en Velsen-Noord is tot een gemeente van meer dan 43.000 inwo ners gegroeid. Haarlemmermeer naderde de 28.000. Heemstede steeg tot biina 16.000, Bloe mendaal overschreed de 15.000, Beverwijk telt 10.000 inwoners, Bennebroek ruim 2000. Zand- voort ruim 8000, Haarlemmerliede en Spaarnwoude ruim 3000, Castricum bijna 6000, Heemskerk 4500, Wijk aan Zee en Duin ruim 7000 en Hillegom 10.000. Wij komen dus thans aan een totale bevol king van de streek tusschcn Castricum en Hillegom van 262.000 zielen, terwijl dit een halve eeuw geleden niet veel meer dan 60.000 a 70.000 geweest is. De voorspelling is wel gedaan dat voor wij 25 jaar verder zijn de geheele streek er vrij wel vol gebouwd zal zijn. De economische inzinking heeft de laatste jaren het tempo der bebouwing wel belang rijk vertraagd, maar als er een opleving komt die zich voortzet, dan is het toch te verwach ten, dat het een heel eind in die richting zal gaan. Amsterdam en Groot-Haarlem naderen el kaar steeds meer. Nu ligt het kleine Haarlem merliede c.a. er nog als een stootblok tus- schen, maar hoe lang zal dat zich nog als een zelfstandige gemeente kunrten handhaven? Reeds heeft Amsterdam zich van de IJpolders verzekerd voor een havenuitbreiding. Zal het de toekomst worden dat er in midden-Noord- Holland slechts twee of drie groote gemeen ten zijn? Haarlem en Amsterdam en even tueel als derde Velsen-IJmuiden? Het is uitstekend van de gemeentebesturen die daartoe aangezet worden door de Ge westelijke commissie voor de uitbreidings plannen dat zij aandacht wijden aan de noodzakelijkheid, dat in dit deel van Noord- Holland voldoende terreinen als natuurmo nument en recreatieterrein voor de bebou wing gespaard worden. Reeds thans bestaat daaraan behoefte en die zal als de bevolking nog toeneemt, steeds grooter worden. De pro vincie heeft zich voor dit doel uitgebreide duinterreinen onder Castricum aangekocht. Daarmede kan evenwel niet volstaan worden. Ook een groot deel van de duinen tusschen Hillegom en Velsen zal voor zoover zij niet reeds aangewend worden als waterwinplaats daarvoor bestemd dienen te worden. In dertijd hebben wij er al op gewezen, dat ook het buiten „Elswout" daarvoor een uitstekend object zou zijn. Haarlem heeft dan den Hout, Heemstede „Groenendaal". Bloemendaal „Elswout", Vel sen-IJmuiden Velserbeek en Burgemeester Rijkenspark. Hut Stadsbeeld. In deze 50 jaar is het beeld der binnenstad ook geheel veranderd. Onze serie teekeningen met kiekjes in de oude stad brengt dit dui delijk in beeld. Als men een onderzoek zou instellen hoeveel huizen in onze winkelstra ten na 1883 onveranderd zijn gebleven, zou men tot verrassende resultaten komen. Onze winkelstand is gelukkig met zijn tijd meege gaan. Het oude type winkel wij geven een teekening van een winkeltje in de Berken- rodesteeg. Denkt men daarnaast de groote panden van onzen tijd! Er is op die wijze natuurlijk veel van het mooie oude stadsbeeld verloren gegaan. In ons boek „Oud Haarlem" „wat gespaard bleef" hebben wij evenwel laten zien, dat er gelukkig nog wel zooveel overgebleven is, dat Haarlem als oude stad een aantrekkelijkheid blijft voor eiken vreemdeling. Bovendien was het een gebiedende eisch om zich aan te pas sen aan den nieuwen tijd! De fabriek der fa. Figée (later Haarlemsche nu het eigen gebouw van Machinefabriek) aan de Leidschevaart, waar „Bloembollencultuur" staat. Een reeks herinneringen en vergelijkingen. Verwachtingen voor de naaste toekomst. De gemeente heeft in den loop der jaren enorme sommen moeten uitgeven om de hoofdverkeerswegai te verbeteren. Kenmer kend is vooral de teekening van den ingang van de Groote Houtstraat bij de Groote Markt. Als door dit smalle straatje nu nog eens het drukke verkeer moest! Dit leelijke gebouw op den hoek is in 1880 afgebroken om er de sociëteit „Trou meet blycken" voor in de plaats te zetten. Al is ook dat gebouw niet mooi, de vervanging kan toch geen achter uitgang genoemd worden. Toen de socië teit jaren geleden een nieuw onderdak vond in het patriciërshuis in de Groote Houtstraat, kocht de gemeente het gebouw aan de Markt, om daardoor in de toekomst in de gelegenheid te zijn dat verkeerspunt opnieuw te verbeteren. Veel is ook uitgegeven voor de verbetering, van het plaveisel. Onze vaders hebben nog de hobbelige „kinderhoofdjes" gekend waar wij nu over het asphalt rijden. De Damstraat De uitbreiding van Haarlem-Noord werd 30 jaar geleden al zeer sterk tegengehouden door de spoorwegovergangen. Het treinver keer was in den loop der jaren zóó toegeno men, dat vooral de toestand aan de over wegen aan den Kruis- en Jansweg onhoud baar geworden was. Er was 35 jaar geleden bij den Kruisweg een lucht-voetbrug ge bouwd, maar dat was geen oplossing. Die kwam pas toen de H.IJ.S.M. 25 jaar geleden een nieuw station bouwde en de spoorbaan verhoogde, waardoor overal in de stad via ducten gebouwd konden worden. Dit spoorwegwerk is een mijlpaal geworden in de geschiedenis van den vooruitgang van Haarlem! Veel geld is door de gemeente Haarlem ook uitgegeven voor den bouw van nieuwe bruggen. Hoe primitief die 50 jaar geleden waren toont de teekening van de houten ophaalbrug over het Spaarne bij den Koudenhorn, waar 25 jaar geleden de breede Catharijnebrug voor in de plaats gekomen is. Dat de molen de Adriaan door brand ver nield is betreurt elk. T egenstellingen Gezicht op het Spaarne met den molen De Adriaan en de houten ophaalbrug. Het leven in Haarlem van een halve eeuw ge leden was - blijkens de beschrijvingen uitdien tijd nog zco gemoedelijk, in vergelijking van dat wij nu kennen. Wel reden toen al de trein en de stoomtram naar Leiden, maar nog steeds had de trekschuit stand gehouden voor de bezadigsten, die van dat „moderne gedoe." nog niets moesten hebben en boven het dam pende en puffende stoompaard de voorkeur bleven geven aan het knusse roefje van de trekschuit. Nog in 1890 maakte de trekschuit naar Leiden nog eiken dag haar reis. Telefoon en telegraaf stonden een halve eeuw geleden, zooals men dat noemt, nog ..in de kinderschoenen" (De Bell Telephoon-Mij. kreeg juist in 1883 te Haarlem concessie, maar waren den eersten tijd slechts weinig abonnés). Als de familie 's avonds bij kennissen een kopje thee wilde gaan drin ken, moest Ka of Trein (de dienstboden heet ten toen nog niet Gè, Go of Gi) er op af. om te vragen of het gelegen kwam. Nu klingelt onze automatische telefoon. Maar nu is ook onze rust weg. want nu kunnen we elk oogenblik aan de telefoon geroepen worden zelfs door de menschen die ons onsympathiek zijn. Onze rust is weg, al heeft ook de radio daaraan schuld. De telefoon heeft evenwel ook ons leven veel vergemakkelijkt. De brandweer weet daarvan mee te spreken. In den ouden tijd werden de blusschers opgeroepen door het luiden van de brandklokken, 's Nachts werd de wacht over de stad betrokken door torenwachters op den St. Bavo. Hun taak was geregeld het oog te laten weiden over de donkere stad om te zien of ergens vuur of rook te zien was. om dan onmiddeUiik de klok te lulden. Ongeveer 30 iaar geleden toen de brandweer een alarm dienst over de telefoon kre-" zyn die toren wachters op wachtgeld gesteld. In het deftige Haarlem van toen vervulde het garnizoen een gewichtje rol. De hoofd officieren waren in de sociëteit en vele bestu ren de belangrijkste personen, de kaniteinsche of maloorsehe er ven den toon aan on jours, hnzarcomité's of krans les. Ais de huzaar on Koninginnedag of anderen hoogen feestdag, 'n groot tenue met zijn groote. glimmende kol bak ging passagieren, was hij favoriet bij het ~wakke geslacht. De Haarlemsche families behoefden niet om een gedienstige verlegen te zitten, want de meisjes van buiten trokken graag naar onze garnizoensstad. Vooral als zij een dienst konden krijgen bij een mevrouw die aan een der straten woonde, waar de gewapende macht bijna dagelijks voorbijtrok. De parade was op de verjaardagen van leden van het vorstelijk huis een vast programma-nummer vair de feestelijkheden. Dan waren er nog elk jaar twee gewichtige dagen, de eerste als het garnizoen naar het Kamp van Zeist trok en ae tweede als het weer terug kwam. Half Haarlem was van dien droeven uittocht e; blijde terugkomst getuige, ook al was het 's morgens bij het hanengekraai. Het garni zoen was in dien tijd zoo groot, dat er zelf: een afzonderlijke sociëteit voor onderofficie ren bestond. Nu bestaat ons garnizoen alleen uit den motordienst. Het eenlge wat wij er van merken is, dat onze huizen soms dreunen al: de stoet zware auto's door de straten vliegt stofwolken en benzinestank achterlatend. De schutterij was toen nog in volle glorie. Speenhoff heeft de Rotterdamsche schutters bezongen, maar de Haarlemsche schutters de den voor hun collega's uit de Maasstad niet onder. Zij oefenden elke veertien dagen op de Doelen en trokken af en toe als de re- cruten tenminste een beetje in de maat kon den loopen met muziek en vaandel door d: stad. De brandweer en de schutterij wed ijverden steeds wie de beste Haarlemmers in haar gelederen zou krijgen, want de brand weerlui werden vrijgesteld van den verplich ten schuttersdienst. Ook de schutterij nam op nationale feestdagen aan de parade deel. Dan hadden de schutters hun pakjes extra geborsteld, hun koppel gezwart, hun knoopen gepoetst en hun geweer in 't vet gezet. De plui men op de muts vooral de sierlijke van de officieren wapperden in den wind. De kermis, die in een der eerste weken van Augustus gehouden werd. was in het laatst der 19e eeuw nog in vollen bloei. Er werden in vele huisgezinnen spaarpotjes gemaakt om in die week pret te kunnen maken. Niet alleen in de draaimolens en de tenten op het ker misterrein werd vermaak gezocht, maar ook in de gebouwen werden tooneel- en variété voorstellingen georganiseerd. Op enkele plaatsen werden bovendien houten schouw burgen opgebouwd, omdat er anders plaats te kort was. Op laatsten Kermis-Maandag werkte niemand, het was een algemeene feestdag. Wie geen kermis wilde houden ging met een plezierboot varen. Ook trokken vele ouders op dien dag met hun kinderen naar Kraantjelek of Brouwerskolkje om in de duinen vermaak te zoeken. In de oorlogsjaren werd de kermis, die als volksvermaak door velen uit den tijd be schouwd werd, afgeschaft. Als overblijfsel hebben wij nu op Koninginnedag nog wat kermisvermakelijkheden. Bovendien weten ook nu nog Wesseling zijn poffertjes en Stuvé zijn nougat aan den man te brengen. Nu wordt gespaard voor een binnen- landsch of buitenlandsch vacantiereisje. Een halve eeuw geleden maakten slechts weinige uitverkorenen een zomeruitstapje. Het was in dien tijd een zeldzaamheid als iemand uit eigen aanschouwing over Zwitserland, de Rijnstreek, de Ardennen, Brussel of Parijs kon spreken. Vacantieweken bestonden er Hoe de kaart van Haarlem en naaste omgeving er thans uit ziet. niet, het was al iets bijzonders als iemand een dag vrij kreeg of nam om aan een ver- eenigingsuitstapje deel te nemen. Meestal ge schiedde dit dan in de „Jan Plezier", de open wagen voor 16 of 24 personen, door twee of meer paarden getrokken. Nu weet ook menig arbeider en kleine middenstander, hoe de Dom te Keulen er van binnen uitziet en hoe mooit het in de grot van Han is! De uitbreiding van het spoorwegnet, de goedkoope reisbiljetten, de populariseering van de auto en de oprichting van reisver- eenigingen hebben daartoe veel bijgedragen. Haarlem had in 1883 nog een bloeiend marktwezen. Er was in dien tijd nog zoo'n groote graanmarkt, dat de Korenbeurs aan het Spaarne door de gemeente werd vergroot. Verder was er kaas, waarvoor de Waag nog in gebruik was. Ook vee en paarden markten die aan de Dreef gehouden werden (waar honderden bruintjes en blessen wer den aangevoerd) was voor velen een uit gaansdag. De Haarlemsche Paardenloterij verhoogde die belangstelling nog. Zelfs werd in dien tijd een jaarlijkschs markt alleen van varkens gehouden. Ook de bloemenmarkt was nog in glorie. Nu is er niet meer overgebleven dan de Maandagsche Botermarkt. De Haarlemsche gemeenteraad bestond 50 jaar geleden uit 25 leden. Er waren toen 3 wethouders. Van politieken strijd in dit col lege wordt niet veel gewag gemaakt. In dien tijd werd de begrooting in den raad in 4 a 5 uur afgehandeld. Men begon 's morgens om 10 uur, dronk koffie op het Stadhuis en als het half vier was als de voorzitter de vergadering sloot, was het al een lange zitting geweestNu besteedt de raad minstens 60 uur aan de bergooting. Gemeentebedrijven waren er toen nog niet. Haarlem betrok water van de duinwater maatschappij te Amsterdamen het gas werd gefabriceerd door de Continental Gas Com pany. De gasfabriek stond toen acvn de» Raaks op de plaats waar nu de Handels school en de H.B.S. gevonden wordt. Het was voor de menschen een opluchting toen een De tol te Overveen bij het raadhuis. ^'71 fcVife'-'jta I De tuinderijen der firma Krelage aan den Kleinen Houtweg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 30