De Mysterieuse Apache.
PFUNDTNER, dc staatssecretaris van
het Duitsche ministerie van Binnen-*
Iandschc Zaken, is benoemd tot gevoU
machtigde van den betreffenden minis
ter ter controle over dc onpartijdige
verkicringen inde Evangelische Kerken,
welke binnen enkele dagen aan de
orde zal zijn.
MET HET ENGELSCHE s.s. „CALIFORN1E" is Dinsdag een gezelschap toeristen te Rotterdam
aangekomen. Het schip aan de Wilhelminakade te Rotterdam
VOOR DE VIERDAAGSCHE AFSTANDS-
MARSCHEN. Amsterdamsche politieagenten
onder leiding van hoofdinspecteur CL Blanken
tijdens de laatste traning, een wandeling naar
Amstelveen en omstreken.
CZAYKOWSRl werd met zijn Bugattl eerste bx de race van Dieppe. De wagen van een der deelnemers
vloog bij het nemen van een bocht uit de baan.
EEN GROOT ENGELSCH AMPHIBIE-VLIEGTUIG van
het typa Saro-Cloud, is Dinsdag op Waalhaven geland.
Het vliegtuig biedt plaats aan acht passagiers cn twee
piloten.
BIJ DE OPGRAVINGEN op het Domplein te Utrecht heeft men reeds verschillende belangrijke vondsten LIT H AU SC HE AVIATEURS DARIUS EN GIRENAS, die kort lta Wiley Post gestart waren voor een non-
gedaan. Overzicht van de werkzaamheden. Etop-oceaanvlucbc van New York naar Kowno, zijn bij Soldin in Dmtschland neergestort cn omgekomen. - Het
geheel vernielde toestel.
FEUILLETON
ROMAN
UIT DE PARIJSCHE ONDERWERELD
DOOR H. LUCAS.
(Geautoriseerde vertaling van H. Hoflben.)
39)
De man boog ernstig. „Het spijt mij, dat
ik het u niet kan zeggen, M'sieuzeide hij.
„Het is duidelijk, dat zij lucht gekregen
hebben van onze tusschenkomst, ze zijn
slim die apachen Wij hadden hier en
daar bootjes, motorbootjes natuurlijk, langs
de rivierzijde gelegd, doch niemand trachtte
het doosje te pakken, er was niets te be
speuren, ofschoon we het ver lieten gaan.
Toen het zoo ver afgedreven was, dat we
wisten, dat het van den oever af niet meer
opgevischt kon worden heeft een onzer man
nen het genomen en zie hier Monsieur
Wild staarde naar het doosje, zijn heele
gezicht verwrongen van angst.
„Wat moet ik nu doen?" mompelde hij.
De man keek hem met zichtbaar medege
voel aan.
„Monsieur, ik geef u de verzekering, er is
geen reden om te wanhopen. In Mademoi
selle hebben zij een goudmijntje, als het
ware; zij zullen haar niets doen dat be
grijpt u toch ook wel, is het niet?"
„Maar dit uitstel is ondragelijk Kan ik
nu niets doen?"
„Op het oogenblik niet, u zult een tweeden
brief krijgen, daar ben ik zeker van. We
kennen ze die apachen hun methoden
veranderen niet veel. Wanneer u iets hoort
zul u weten, wat u doen moet. Intusschen
is Mademoiselle veilig, weest- u daar gerust
op, M'sieu, ik zou er een eed op willen doen".
Na een buiging voor elk zijner toehoorders,
vertrok hij.
De ochtend bewees, dat zijn veronderstel
lingen juist waren. De post bracht voor Wild
een brief met hetzelfde ongeoefende hand
schrift.
„Monsieur", zoo luidde het. „U heeft ons
eenmaal niet gehoorzaamd, dit is uw laatste
kans. Loop vannacht om twaalf uur den
Boulevard St. Germain af en overhandig de
vrouw, die u aanspreekt zij zal gesluierd
zijn de honderdduizend francs. Doet u dit
niet, volgt u onze bode, of mengt u er op
welke manier ook. de politie in, dan is uw
dochter verloren. U zult niets meer van ons
vernemen".
Na een oogenblik van gespannen stilte
vouwde Wild den brief dicht en stak hem in
zijn portefeuille.
„Ik zal het doen", zei hij beslist, ,,'t Is mis
schien een val. maar ik zal het wagen. Ik
kan niet wachten".
„Zegt u het niet aan den Prefect?" vroeg
Royle.
„Ik zeg niemand iets".
„En ga je alleen?", ondervroeg mevrouw
Lawson.
„Ik zou in het vuur willen loopen, als ik
dacht dat ik eenige kans zou hebben haar te
redden" en zonder verder iets te zeggen, ging
hij heen en liet zijn koffie onaangeroerd
staan. Weer moesten zij een langen einde-
loozen dag doorleven. In den morgen ging
Royle naar de Tuileries. Hij wilde denken en
alleen zijn. Terwijl hij de wandelpaden tus-
schen de bloembedden op en neerliep.
trachtte hij zijn gedachten te ontwarren.
Cornelia was nu misschien ontvoerd, maar
haar bezoeken aan de apachenwereld hadden
zeker iets met haar verdwijning te maken,
overwoog hij bij zichzelf. Toch had die vent
die boef, die zich zelf le Roi des Apaches
noemde, al dien tijd onder het onmiddel
lijk toezicht van een van de beste mannen
van de Süreté gestaan.
Royle keek naar een fontein zonder deze
te zien. Als de man werkelijk de leider der
Apachen was, zou hij zeker iets van de zaak
weten, zelfs al had hij zelf er niet onmid
dellijk de hand in gehad. Hij scheen wel
gezag te hebben over de meeste dier nacht-
vogels, waarmee hij verkeerde. Zou het mo
gelijk zijn, dat hij licht kon brengen in deze
vreeselijke zaak en zou hij het doen. als
hij kon? Royle werd vurig bij dat idee! 't Was
wel iets nieuws, een dief door een dief te
laten opsporen, overwoog hij.
Toch was het de moeite waard om het te
probeeren. Alles was het probeeren waard in
zulke oogenblikken. Maar met valsche hoop
te verwekken kwam men niet verder, daar
om besloot hij zijn plan geheim te houden.
Zoodra de duisternis inviel, riep Royle een
taxi aan, gaf het adres aan den chauffeur
en al spoedig vloog hy door een netwerk van
straten naar „La Maison Diabïe".
De oude heks, die bij de deur de wacht
hield, keek hom wantrouwend aan, zonder
acht-r te geven op de geldstukken in zijn
geopende hand.
„Ik wilde l'Etranger Rouge spreken", zei
Royle beslist, zijn eerste schot in het wild
lossend.
De oude vrouw keek hem weer aan en
mompelde een onverstaanbaar antwoord.
Doch de naam en de vertrouwelijke wijze,
waarop die werd genoemd, maakten toch
eenigen indruk.
„Ik heb een afspraak met hem", bleef
Royle aandringen en ten einde raad gaf hij
haar zijn visitekaartje. Als antwoord sloeg zij
de deur voor zijn neus dicht en hoorde hij
haar wegsloffen. Eenige minuten later was
ze terug.
„Kom binnen" M'sieu, noodigde zij uit. In
plaats van wantrouwen lag nu nieuwsgeirig-
heid in haar kleine zwarte oogen.
Royle volgde haar naar ce gelagkamer
Onder aan de trap stond l'Etranger Rouge
onverschillig tegen een muur geleund.
-De mysterieuse apache boog spottend en met
eenig vermaak ln zijn mooie oogen.
„Welk een eer M'sieu", zei hij, zonder van
houding te veranderen.
„Ik wou u graag onder vier oogen spreken",
vertelde Royle hem.
Zonder verder iets te zeggen, bracht l'Etran
ger Rouge hem bij een tafeltje, dat in een
hoek buiten het gehoor van de anderen
stond. Het was nog te vroeg voor veel be
zoekers en de aanwezige mannen vergezeld
van hun vriendinnen, keken slechts even
nieuwsgierig op.
„Nu, mijnheer", zei 1 Et ranger Rouge, toen
zij gezeten waren, „wat hebt u me nu onder
vier oogen te vertellen?"
,,'t Is over Miss Wild".
't Gezicht van den man veranderde, de
spot verdween uit zijn oogen en de overmoe
dige uitdrukking maakte plaats voor 'n op
vallende waardigheid.
„Mademoiselle ja?" zei hij rustig.
„Weet u dat ze verdwenen is?"
Hij was opgestaan en keek wild op Royle
neer. „Neen! Neen!"
Nu was het Royle's beurt om verbaasd
te zijn. In zijn hart was hij overtuigd geweest
dat 1' Etranger Rouge alles wist, maar er
viel niet te twijfelen aan de verwondring en
den angst in het gezicht tegenover hem. De
schitterende oogen zochten de zijne. In korte
trekken vertelde Royle de heele geschiedenis
van het zich duizelig voelen van Cornelia
tot den brief vrjn dien morgen! De andere
luisterde zwijgend.
Toen Royle geëindigd had, deed hij hem
een paar vragen en bleef toen voor zich uit
staren.
„Was u gisteravond maar bij me gekomen",
zei hij plotseling. Toen keek hij op en raadde
Royle's gedachte.
„Ik begrijp het", zei hij kort. „Monsieur
verdacht mij, maar ik zweer u, dat ont
voeringen niet tot mijn streken behooren".
Royle kreeg een kleur en trok zijn wenk
brauwen samen. De vent was een apache
en toch sprak hij tot hem met de aanmati
ging van een prins.
„Kunt u ons helpen?" vroeg hij kortaf.
..Ik denk het wel, maar op één voorwaar
de
„Ja", onderbrak Royle ongeduldig.
„Dat u de bevelen in den brief opvolgt.
Laat Mr. Wild het geld aan de vrouw, die
hem aanspreekt, geven. Ik zal voor de rest
zorgen".
Royle aarzelde. Ondanks zyn theorie hin
derde het hem, dit heerschap te moeten ver
trouwen.
„Ik vraag niet meer, dan u van plan was
te doen, dus in geen geval waagt u meer",
ging l'Etranger op kouden toon verder.
Royle stond op. „Het zal gebeuren", zei hij
scherp..
„Goed en waarschuw geen politie".
Royle wendde zich plotseling om, zijn oogen
zochten die van den man tegenover hem.
„Denkt u dat zij veilig is?" vroeg hij.
L'Etranger Rouge staarde voor zich uit.
„Ik hoop het", zei hij met gefronst voor
hoofd.
„Als de morgen aanbreekt, heeft u zeker
heid".
Een uur later, toen Royle weer terug was
in het hotel, riep hij mevrouw Lawson en
Wild en vertelde hen van zijn gang. Beiden
luisterden gespannen.
„Mij dunkt, dat je goed deed", zei me
vrouw Lawson.
Een dief vangen met een dief, dat ben lk
met- je eens. Waarschijnlijk weet deze
man, wie hij ook zijn rsag, meer dan de
politie. Ik begin weer hoop te krijgen".
Wild schudde zijn hoofd. De langzaam
voortkruipende uren hadden hem tot het
uiterste gemarteld.
„Ik zal het geld brengen", zei hij „meer
kan ik niet doen".
(Wordt vervolgd).