De Mysterieuse Apache. FEUILLETON ROMAN UIT DE PARIJSOHE ONDERWERELD DOOR H. LUCAS. (Geautoriseerde vertaling van H. Houben.) 20) Even na elf uur verliet hij het hotel, nam een taxi en liet zich naar den overkant van de vieine brengen. Op den Qual ci' Orsay liet hij de auto verder gaan en sloeg zelf den Boulevard St. Germain in om zijn wacht te beginnen. Hij was nog te vroeg voor de af spraak er was nog veel verkeer van auto's en voetgangers, ofschoon dit verminderde, terwijl hij ais in-een droom wachtte op de komst der vrouw. Hij liep de lange straat op en neer, ter wijl zijn hart zenuwachtig bonsde. Ergens in de verte sloeg een toren kwart voor twaalf, 't Zou nu niet. lang meer duren! Waar zou die geheimzinnige vrouw vandaan komen? Hoe zou hij haar herkennen en wat zou de ochtend brengen? Hij was nu aan het andere uiteinde van den Boulevard gekomen bij den Quai St. Bernard en plotseling zag hij uit de duister nis een gedaante snel op hem afkomen. Het was een slanke vrouw, gehuld in een donke ren man-tel, het gelaat met een sluier- be dekt. Wild's keel werd droog hij voelde een onstuimig verlangen om op die duistere per soon toe te springen en haar de waarheid te ontrukken. Doch in plaats daarvan bleef hu jaarzelend staan, totdat de vrouw naast hem was gekomen! „Heeft u het geld?" De woorden werden hem bijna toegeflui sterd. Hij stak de hand in zijn zak en bracht het gewichtige pakje te voorschijn. „Zeg mij", smeekte hij heesch, „Is zij veilig?" De vrouw schudde het hoofd. „Ik weet niets", antwoordde zij, „ik ben maar een af gezant, vlug het geld". Wild stak haar het pakje toe en zonder een woord te zeggen, nam zij het aan en haastte zich weg in de richting, vanwaar zij gekomen was. Wild stond haar na te staren en toen gebeurde er iets vreemds. In een deurpost werd een schaduw zichtbaar, werd levend, vlug en stil als schaduwen zijn en volgde de donkere figuur, die nu de Seine overstak. En terwijl Wild keek, werd er weer een schaduw levend en nog een, totdat een half dozijn andere schaduwen de snel verdwijnende vrouw volgden, aangevoerd door een, grooter en vlugger dan de anderen. Wild slaakte een zucht, die op een srebrom leek; terwijl hij wegging begon hij zich toch geruster te gevoelen. Indien het waar was, wat Royle geloofde, dan zou waarlijk deze apache slagen, waar het de politie mislukt was. God geve het! Was Wild er bij geweest, dan had hij kun nen zien, hoe de vrouw, goed en wel over het water, haar mantel en sluier afdeed en zich in Yvonne „la Féroce" ontpopte. De triom fantelijke glimlach om haar roode lippen zoude hem nieuwe reden tot- angst hebben gegeven. Een goede nacht was dat geweest! Honderdduizend francs en het meisje nog om mee te spelen voordat ja, Raval, die gek, had voor een keer gelijk gehad. Goud was best. en haar wraak zou nog komen. En een heele reeks duivelsche gedachten be waarde die glimlach om de wreede lippen. Zij haastte zich voort en haalde met diepe teugen de koude nachtlucht in. Vanavond moest het afgeloopen zijn. Wat had ze er aan onnoodig gevaar te loopen, en Etienne werd prikkelbaar. Yvonne lachte in het duister stilletjes voor zich heen. Hij was jaloersch die vent, zij hield niet van zulke menschen. Bij een hoek, dicht bij de Place de la Bastille vond ze een kleine gesloten auto met Raval, die zijn pet diep over zijn oogen had ge trokken, aan het stuur. Hij leunde voorover om in Yvonne's schit terende oogen te kijken. „Goed!" zei ze. „Ik heb het geld, de zaken zijn nu afgehandeld, nu komt het ver maak". Ze lachte een weinig en niettegenstaande de zachte lucht, moest Raval huiveren. Vrou wen waren hij paste verschillende hoe danigheden op haar toe; maar Yvonne was een koningin, een duivelskoningin misschien, maar toch een koningin. Yvonne stapte den wagen in en liet de raampjes zakken. De auto spoedde zich naar Ménilmontant en terwijl zij steeds sneller voortvlogen om hulden de schaduwen, die achtervolgd had den, een langen, lagen racewagen, die weer uit andere schaduwen gevormd scheen. De jacht was begonnen. HOOFDSTUK VIH. Vitriool. Bijna geruischloos liet Raval de auto stop pen voor het smalle vervallen huis, waarin acht en veertig uur geleden ook de niets ver moedende Cornelia was binnengegaan. Yvonne sprong uit de auto, Raval verliet zijn plaats aan het stuur en beiden traden het donkere huis binnen. Toen de deur ge sloten was, knipte Raval zijn zaklantaarn aan en haastig liepen ze de krakende trap pen af naar den kelder. In de deuropening bleef Yvonne staan, met naar handen op de heupen. Haar oogen schit terden toen Raval met zijn lantaarn het krotterige vertrek verlichtte. „Vlug een beetje!" zei hij, niet op zijn ge mak. „We kunnen de auto daar niet laten staan". Zonder te antwoorden liep Yvonne naar een hoek van den kelder en keek neer op iets dat bij het eerste gezicht een bundel kleeren leek. Met een valschen glimlach schopte ze met haar slanken voet tegen het hoopje. Met een gesmoord geluid trachtte Cornelia, die met een pi op in haar mond op een hoop zakken lag gebonden, haar hoofd ïop te richten. „La Féroce" lachte. „Zoo, mooie juffrouw", grauwde zij, „nu ben je niet zoo mooi! Het spijt me, dat ik van je moet scheiden; je bezoek heeft mij veel genoegen gedaan, maar Yvonne houdt haar woord en daar ze het beloofd heeft, zal ze je naar papa terugzen den".. Er kwam langzaam een blik van verlich ting, als kon ze het niet gelooven, in Cor nelia's oogen. Deze laatste dag en nacht leken de pijn en de eenzaamheid van een heel ieven in zich samen te hebben geval, zoodat de dood haar een welkome gedachte was. En nu sprak deze vrouw, deze duivelin, die in heel haar lage woordenschat geen ge schikte uitdrukking voor haar haat tegenover haar slachtoffer kon vinden, er van, haar naar huis te zenden! Toen Yvonne dien blik zag, lachte zij weer „Ja zeker, je moogt gaan, maar voordat je vertrekt, moet je nog maar eens goed rond kijken; goed, zegt ik je, want dit is 't laatste wat je oogen ooit zullen aanschouwen. Je vond l'Etranger Rouge knap, is 't hïet? Nu zul je nooit meer weten of een man blank als de dag, of zwart als de nacht is". Cornelia keek in niet begrijpende angst op, terwijl Ravalongerust, dichterbij kwam. „Wat doe je?", vroeg hij. Yvonne glimlachte hem tegen en Raval deed een stap achteruit. Met een vlugge be weging stak ze de hand in haar japon en haalde een klein, blauw fleschje te voor schijn. Raval's gezicht werd wit, toen hij er naar keek. Hij kende die fleschjes met hun vreese- lijken inhoud. „Je bent gek!" zei hij schor, ,,je zult toch geen vitriool gebruiken?" „Waarom niet?' „En we hebben toch het geld!" „Het geld!' Met een hartstochtelijk ge baar nam ze het pakje op, dat Wild haar had overhandigd, en wierp het voor zijn voeten. wDenk je heusch, gek, dat honderd, twee honderd, vijfhonderdduizend francs mij zou den geven wat ik verlang", en haar stem werd zoo hoog, dat het bijna gillen leek. Daarop ontkurkte zij het fleschje en een kreet van afgrijzen ontsnapte Cornelia. Yvonne hief het fleschje over haar gevangene en lachte. Cornelia zag die beweging en met een laatste dolle poging deed ze een uitval met al de kracht, die nog in haar was. Met een greep vatte ze Yvonne geheel onver wachts bij de enkels; deze verloor het even wicht, wankelde en viel met uitgestrekte armen neer. Kreet na kreet weerklonk door den donkeren kelder, toen de vreeselijke vloeistof over haar hand en armen spat- te. Haar gillen werd plotseling overstemd door een luid gebons op de deur en voordat Raval een onderdrukten vloek geuit had, was deze krakend opengesprongen en l'Etranger Rouge trad binnen met een half dozijn volgelingen vlak achter zich. „Pak Raval vast, twee van jullie", riep hij, en terwijl twee mannen op zijn bevel toe sprongen, stapte hij de kamer door, links en rechts hindernissen wegslingerend, totdat hij de nu bewustelooze figuur in den hoek had bereikt. Hij knielde bij haar neer, sneed de koorden door en trok zachtjes de vuile prop uit haar mond. (Wordt vervolgd);. DE AMERIKAANSCHE LUITENANT SETTLE, die met Jean Piccard, den broeder van den befaamden professor, een stratos- feervlucht wil ondernemen. HOE HEI NIET MOEST, Tijdens het handicap-springconcours op het concours-hippique te Hoofddorp viel de heer Stehouwer met „Kwik" bij het nemen van een hindernis. OVER DE HINDERNIS. Een prachtige sprong tijdens het springconcours op het jaarlijhch concours-hippique, dat Woensdag onder zeer groote belangstelling te Hoofddorp gehouden is. DB BEKENDE VIOLIST LOUIS ZIMMERMANN ia in verband met zijn zestig sten verjaardag benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. EEN MEEVALLERTJE. Dc beelden van het dak van het in afbraak zijnde gebouw van de Academic van Beeldende Kunsten, die men eerst voor waardeloos hield, blijken thans van waarde te zijn en worden geschat op £1. 3000,—». EEN DER DEELNEMERS aan de bekende schietwedstrijden te Bisley (Eng.) wist zich op origineelc wijze tegen dc zonnestralen tc beschermen. DE JAMAïCA-PADVINDERS die deze weck op doorreis t« Rotterdam vertoefden, zijn behouden in Engeland aangekomen. DE AANKOMST der deelnemende paarden aan het groot concours hippique te Hoofd dorp dat Woensdag onder begunstiging van schitterend wees plaats had»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 8