Leiden opnieuw door brand
geteisterd.
Afstandsmarschen.
Het ÊtefcftOfiikste
51e Jaargang No. 15363
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Woensdag 26 Juli 1933
HAARLEM S DAGBLAD
Directie: P. W. PEEREBOOM
en ROBERT PEEREBOOM.
UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR
COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEEXE DRUKKERIJ N.V.
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM.
ABONNEMEIN I EN per week- 0-25, per maand 1.10, per 3 maanden
3.25, franco per post 3.55, losse nrs. 0.06. Geïllustreerd Zondagsblad
per week ƒ0.05, per'maand ƒ0 22, per 3 mnd. 0.65. franco per post 0.72}4.
Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12
Telefoon Nos.: Directie 130S2 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810
ADVERTENTIëN: I5 regels 1.75. elke regel meer 0.35. Reclames
/0.60 per regel. Reductie bij abonnement. Vraag en aanbod 4 regels ƒ0.60,
elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentjes
(iederen dag) 13 regels ƒ0.30, elke regel meer ƒ0.10, uitsluitend a contant.
Gratis Ongevallenverzekering vooi Maand- en Weekabonnés. Levenslange ongeschiktheid en Ovedijden f 600.-. Veilies van Hand. Voet of Oog f 400... Duim f 250.-. Wijsvinger 11 50... Elke andere vinger f 50.-. Arm- of Beenbreuk f 100...
Idem voor Abonnés op het Geril. Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid f2000-, Ovedijden f 600... Verlies van Hand. Voet of Oog f400... Verlies Duim f75.-. Verlies Wijsvinger f75.-. Verlies andere vinger f30...
DIT NUMMER BESTAAT UIT TIEN BLADZIJDEN.
St. Petruskerk in vlammen opgegaan.
Uren brandde de kerk als
een fakkel.
Gevaar voor belendende perceelen
bezworen.
Brandweer uit Den Haag, Oegstgeest en
Voorschoten assisteert.
(Van een onzer redacteuren).
Het steiger werk, dat nog om de kerk stond
en dat 's nachts gesloo-pt werd.
Dinsdagavond te tien minuten over half
elf is te Leiden een ernstige kerkbrand uit
gebroken.
De nacht is warm en mistig. Boven het
dampige landschap staat als een laaie fakkel
de brandende kerk.
De telefoon bracht ontstellend nieuws,
dezen avond, Kerkbrand in Leiden. Het
duurde luttel tijds voor de Ford ons met
reede motorkracht door mistbanken en don
kere dorpen trok. "Heemstede door, Hillegom
door; na Lisse staat als een roode pluim
van vuur de kerkbrand duidelijk afgetee-
kend tegen den wazig grijzen hemel.
Hij kan gelden als een baken, deze brand-
gloed, maar de vertrouwenwekkende rust
van het baken mist hij. Veeleer is hij on
heilspellend. Toch neemt automobilist na
automobilist in deze streek het baken als
einddoel. Want wie weet, wat er zich thans
afspeelt onder dien Vesuviuspluim midden
in het hart van Leiden.
Het is de Marekerk heeft men ons gezegd.
Maar als.wij een goed half uur later stil
staan aan den voet van de Marekerk, blijkt
dit bericht'onjuist. De klassieke gevel met de
wijze Latijnsche woorden spiegelt, zich in
gewijde rust in de stille Mare. Gelukkig, deze
welhaast schoonste van de oude stedelijke
kerken is het niet. Maar welke dan?
Leiden heeft twee groote kerken. Oude,
eerbiedwaardige kruiskerken, niet zoo groot
als onze Bavo, en met een pijnlijk gemis aan
een bekronenden toren, beide, maar kwa
lijk misbare ornamenten in de kern van een
oude stad. Zij staan ingebouwd temidden
van oude huizen en hofjes tusschen Rapen
burg en Breestraat en daar nu was de brand.
Daar steeg hoog de gloed boven de bebou
wing.
Het is de Pieterskerk zei men ons. Dit was
aangrijpend. Na het roemrijk stadhuis ziet
Leiden dus zijn Pieterskerk aan het stads
beeld ontnomen.
Het was jammerlijk en toch was niet heel
Leiden in rep en roer. De Stationsweg en
de Turfmarkt lagen uitgestorven en zelfs
stil was het in de Breestraat, die bijna langs
den brand loopt. Een uitgebreide afzetting
had de gansche Breestraat versperd voor
automobielen. Behalve dan voor de brand
weerauto, die gelijk met ons kwam aange
reden. Haagsche brandweer, concludeeren
wij. en inderdaad, de Haagsche brandweer
is te hulp geroepen en met twee motorspui
ten toegesneld. Er werken ook de brandweer
uit Oegstgeest, uit Voorschoten. Het is een
ontzaggelijke brand in Leiden's binnenste
binnenstad.
Wij loopen ons buiten adem door de Bree
straat en de stegen, wij zoeken de Pieters
kerk te bereiken, die deerlijk verscholen ligt.
Wij deden een rit met eenig levensgevaar,
door een overmatige snelheid, nauwelijks
drie kwartier na het eerste bericht zijn wij
in de zusterstad met fototoestel en reporta-
geboekje. om U actief te dienen. Edoch, wat
interesseert dit een Leidschen inspecteur,
jan politie? Wij stellen ons voor en vragen
hem den kortsten weg om door te steken
in de sloppen. Maar wij hébben hier niet te
zijn, voor toelating van Haarlemsche pers
heeft, hij geen instructie van den.C. v. P. en
wat wij hem uitleggen baat ons niet. Wij
worden terug geleid tot achter het lijntje.
Het terrein van den brand is voor Haarlem
sche pers verboden.
Natuurlijk zijn wij enkele oogenblikken la
ter toch op het terrein van den brand, door
cordons van agenten en inspecteurs van po
litie met blijkbaar andere instructie, na
tuurlijk, en vriendelijke menschen permit-
teeren ons op wankele ladders met doorge
broken stijlen te staan en op platten, waar
het vuile bluschwater opspuit uit lekke
slangen.
Het is een beangstigende brand. Midden in
belendingen, midden tusschen de huizen
brandt de kerk. Zij brandt, zooais droog hout
op een hoog dak een weinig omspeeld dooi
den wind, slechts branden kan. Met onme
telijk hooge vlammen en knetterend geweld.
Het is ontzagwekkend van schoonheid en
grootsch door den verblindenden gloed. En
behalve met ontzetting vervult het den hon
derden op de daken rondom ook met schoon
heidsmotie. Het is onwerkelijk prachtig, deze
al verterende vlammen in de zwarte lucht.
Nu vernemen wij ook van een naamsgelijk
heid, waarvan velen het slachtoffer zijn ge
worden. Het is niet de St. Pieter. die brandt!
Niet de aloude St. Pieter, maar de St. Petrus,
een groote roomsch katholieke kerk midden
in Leiden. De St. Petrus is niet zoo oud en
niet zoo eerbiedwaardig als de St. Pieter,
maar het is een mooie kerk. En met weemoed
zien de parochianen en de anderen haar
steeds verder aan het vuur ten offer vallen.
De vlammen omspelen nu den toren, den
kleinen koepel, die op het voorschip staat en
die juist nieuw met koper is beslagen. Ieder
verwacht, dat. de koepel zal instorten, maar
hij houdt stand, nog drie kwartier, nadat
de brand, niet -ver onder- zijn voet is uitge
broken. Dan valt met donderend geweld de
toren loodrecht naar beneden. Maar de stei
gers, die er ten behoeve van restauratie om
stonden, vallen aan de voorzijde neer en ko
men op de Magirusladder van de Leidsche
brandweer, waarop de spuitgasten staan.
Het is een hachelijk oogenblik, maar niemand
blijkt gewond te zijn.
De fraaie glas in lood ramen zijn gebarsten
van de hitte en de naar buiten lekkende
vlammen met. hun vonkenregens vormen een
voortdurend gevaar voor de belendende hui
zen. De brandweercorpsen hebben bijna geen
stralen genoeg om alles nat te houden. Be
woners helpen mee met emmers water, want
deur en raamposten staan gloeiend heet bij
menigeen.
Door alle huizen, over alle platten en af
daken liggen slangen, overal staan spuitgas
ten en zij spuiten, spuitenZeven en
twintig stralen van zes motorspuiten, behoo-
vende tot vier verschillende brandweercorp
sen richten water op het vuur. Toch kunnen
zij de kerk niet redden. Het dak is te half
een al bijna opgebrand en dan begint het
interieur van de kerk te branden, waar al
het handende hout in is neergestort.
Er werd aan.de kerk gewerkt, en men hoort
reeds zeggen, dat loodgieters schuld zouden
hebben. Maar naast ons staat een vrijwilli
ger. die in het dagelijksch leven zijn krach
ten ook aan de kerk wijdde, maar dan
als loodgieter. En hij zegt, dat er zeker in
vier dagen niet meer gesoldeerd is aan den
koepelAnderen spreken van kortslui
ting. In ieder geval staat vast, dat toen de
ffmilie Strotman, welker huis nu een jam
merlijk toonbeeld van alle soorten water
schade is, Dinsdagavond in den achtertuin
naast de kerk een spelletje kaart speelde,
een der zoons vuur ontdekte boven in de
kerk. onder den koepel. Tegelijkertijd ont
dekte mej. Guldemond. die aan de andere
zijde van de kerk woont, het vuur. Het was
voor hen geen zware taak om de politie te
waarschuwen, daar het bureau vrijwel tegen
over de kerk ligt. Niettemin duurde het twin
tig minuten voor do Leidsche brandweer, die
haar post luttele honderden meters verder
heeft, met de motorspuiten aanwezig was.
De politie spoot toen al met de handspuit;
de vlammen sloegen fel uit het dak en reeds
toen was er niets meer te behouden.
De pastoor van de kerk is met vac^ntie.
's Avonds was er nog dienst geweest, boven
dien was er een gestorvene in, de kerk ter
uitvaart op de baar gelegd. Men heeft de
lijkkist naar buiten kunnen brengen, ook
hebben de kapelaans en anderen de beelden
en kerksieraden gered. Maar aan het ge
bouw, dat juist geheel geschilderd was, en
waar omheen nog de steigers stonden, viel
niets meer te redden.
Op de Steenschuur, een gracht, in de na
bijheid van de Lange Brug, de straat, waar
aan de kerk staat, stonden de' Leidsche mo
torspuiten, en- verwerkten ieder per minuut
2000 liter water. Bovendien werkte er de
stoomspuit, een eenigszins antiquarisch
stuk reservemateriaal uit 1908 dateerend,
dat ook bij den Stadhuisbrand heeft dienst
gedaan. Toen werkten de motorspuiten 33
uren achtereen.
Een zeer bijzonder gevaar heeft hier nog
gedreigd op de Steenschuur. Op den hoek
\an de Langebrug toch staat het Kamerlingh
Qnnes Laboratorium, het cryogeen-labora-
torium, waar juist in deze dagen weer
kouderecords behaald worden, die de heele
wereld met bewondering vervullen. Indien er
veel wind geweest wasWij mogen er
niet aan denken.
Wanneer wij het- laboratorium en de spui
ter. naderen, springt een politieman naar
voren en wijst ons barsch'terug. ..Pers is af-
geloopen" zegt hij. als wij ons legitimeeren.
Niettegenstaande dit verrassende inzicht in
journalistieke zaken is de brand nog altijd
niet ten einde, en wij zoeken onze informa
ties via andere, minder „Zeitungswissen-
schaftliche" politieagenten. Te twee uur in
den nacht rukken de Haagsche. Voorschoten-
sche en Oegstgeester spuiten -in, en de Leid
sche stoomspuit dooft het vuur. De brand is
nu aanmerkelijk verminderd, alleen in het
voorschip woedt het vuur tusschen de kerk
muren nog met kracht. Men is begonnen de
steigers te sloopen om beter bij het- vuur te
kunnen komen en dit levert, nieuw gevaar,
weshalve de politie voor een strenge afzet
ting met touwen zorgt. Veel publiek is er op
dit uur half drie echter niet meer. Maar
nog flitst elk oogenblik het verblindend licht
op van ontelbare fotografen.
Tegen drie uur, als wij het terrein verlaten
heeft de brand geen grootsch aspect meer.
Iemand vertelt ons, dat deze' kerk in den
volksmond „de ruine" heette. En wel omdat
de heele buurt zoo genoemd werd. Dat stamt
nog uit den tijd van het Leidsche kruitschip,
dat hier ontplofte en het stadsdeel tot een
bouwval maakte. Toen stond de Petruskerk
er nog niet. Nu is zij inderdaad een ruine
En een, waaraan het vuur zelfs geen glans
meer vermag te geven.
Eenige bijzonderheden.
De St. Petruskerk was 97 jaar oud. Het
gebouw had geen bijzondere architectonische
waarde, het interieur moet echter fraai ge
weest zijn.
De top van den koepel was ongeveer 25
meter boven den grond gelegen. Aan het in
veiligheid brengen der reliquieën heeft kracht
dadig meegewerkt pater Capucijn Hermans
uit IJmuiden. die tijdelijk in deze kerk was,
tijdens de retraite van den pastoor. Hij heeft
het Allerheiligste en tal van sieraden weten
te redden. Tenslotte moest de politie hem
weerhouden ten derden male in de kerk te
gaan.
De kerk en inventaris waren verzekerd,
hoe groot de schade is, valt nog niet te zeg
gen, doch daar er van de kerk niet veel over
gebleven is, beloopt deze een zeer aanzienlijk
bedrag. De pastorie is geheel gespaard ge
bleven.
De loco-burgemeester van Leiden, wethou
der Splinter, en tal van andere autoriteiten,
onder wie de rector magnificus prof. Iluysin-
ga hebben den brand gadegeslagen. Voor het
eerst is het „brand-piket" van de Universi
teit bij een brand opgetreden ter bescher
ming van de gebouwen der universiteit, in
dit geval het Kamerlingh Onnes Laborato
rium en het pnysisch laboratorium.
Eenige van de 27 stralen, waarmee gebluscht werd.
D'afstandsmarschen zijn weer „gaande"
Zooals telken jaar herhaald,
En de loopbaan Is voor velen.
Weer vier dagen lang bepaald.
Vijfentwintig kilometer.
Dagelijks van voren af aan.
Er is moed en kracht toe noodig,
Om zoo op den loop te gaan,
Eiken dag in prille vroegte,
Loopen zij opnieuw te hoop,
Voor hun langen loop des levens,
Zij 't dan niet hun levensloop....
Bij den vijfden kilometer
Voel ik mij nog monter frisch,
Bij den tienden ga ik merken.
Dat het balsemiekjes is;
Bij den twintigsten ontdek ik,
Dat mijn voetzool ook nog leeft.
Bij den dertigsten besef ik,
Welk genot een leunstoel geeft;
Weer tien kilometer verder.
Haat ik allen zonneschijn.
Aan het eind van de etappe,
Doet mijn heele body pijn.
En nu moet u wel bedenken;
Ik doe heelemaal niet mee.
Al die heftige emoties
Krijg ik alleen al bij 't idee.
P. GASUS.
HAARLEMMER IN GRONINGEN
VERONGELUKT.
Met zijn auto in het
Winschot er diep gereden
DOOR HARD REMMEN DEN WAGEN NIET
GEHOUDEN.
Dinsdagmiddag ongeveer half twee is de
heer W. Hilarius, bekend industrieel te Haar
lem met zijn auto in het Winschoterdiep ge
reden. Mevrouw Hilarius die naast hem. zat,
kon gered worden, de heer Hilarius is ver
dronken.
Wij vernemen hierover uit- Groningen, dat
de heer Hilarius een voor hem rijdende auto
wilde passeeren en vermoedelijk niet- gezien
heeft, dat van den anderen kant een. auto
kwam. Toen hij dit bemerkte, remde hij zoo
krachtig, dat hij zijn wagen niet meer kon
houden en de2e te water reed.
Mevrouw Hilarius is gered door den heer G.
Alserda, die ook getracht heeft den heer
Hilarius uit de auto te-halen, hetgeen niet
gelukte.
Aanvankelijk was er sprake van, dat er zich
nog een derde persoon in de auto bevond. Dit
gerucht betreft echter een hondje, dat even
eens verdronken is.
Mevrouw Hilarius had slechts eenige
schrammen opgeloopen
De_ heer Hilarius bereikte den ouderdom
van 56 jaar. Hij is in 1910 op het terrein van
de Phoenix begonnen met de zaak, die in 1924
toen ze naar het Noorder Spaarne verhuisde,
overging in de N.V. Industrie en Handelmij.
voorheen Hilarius Co., met den heer Hila
rius als directeur.
DE TOESTAND IN DUITSCH-
LAND.
MERKWAARDIGE CORRESPONDENTIE
TUSSCHEN DRESDNER BANK EN
SOCIéTé GéNéRALE.
Een circulaire, welke dezer dagen door de
Dresdner Bank te Berlijn aan de Société
Génerale te Parijs werd toegezonden, heeft
aanleiding gegeven tot een scherp antwoord
van de zijde van het Fransche concern. Deze
belangwekkende correspondentie werd dezer
dagen gepubliceerd in het blad de „Deut
sche Freiheit".
In de Duitse he brief wordt verzocht om
in het belang van de internationale rust,
al het mogelijke te doen. ten einde te be
reiken. dat het inzicht veld wint. dat de
meeningen omtrent de in Duitschland be
dreven gruwelen op een vergissing berusten.
Dientengevolge zou ook de voor Duitschland
zoo nadeelige boycot spoedig een einde ne
men.
Het antwoord, dat de Société Générale aan
de Dresdner Bank deed toekomen en dat zich
zeer duidelijk over den toestand in Duitsch
land uitspreekt, luidt als volgt:
„Bij de opening van onze post. troffen
wij de verbazingwekkende circulaire aan,
welke van uw geachte Bank afkomstig was.
Wij wenschen uw aandacht to vestigen op
het feit, dat een Fransch bedrijf zich nooit
zou vermeten, propagandamateriaal bij zake
lijke correspondentie in te sluiten. Op deze
wijze zijn wij we! gedwongen, aan te nemen
dat de tactloosheid van uw brief het gevolg
is van een aangeboren gebrek aan smaak.
Wat betreft de systematische vervolging
der Joden door uw regeering, weten wij, wat
wij hieromtrent voor waar moeten houden.
Wij weten met zekerheid, dat artsen uit de
hospitalen zijn ontslagen, dat advocaten het
bestaan onmogelijk wordt gemaakt en dat
winkels worden gesloten door lieden van de
partij, die thans de macht in handen heeft.
Iedere natie is meester in haar eigen huis.
en derhalve is het niet onze zaak om in deze
kwestie in te grijpen. Desniettegenstaande
zijn wij geheel vrij onze zakelijke sympathie
De Leidsche Sint Petruskerk afgebrand.
pjr: I
Een complot tegen de Spaansche regeering,
5000 arrestaties.
pag. 3
Balho's eskader op den terugweg. Noodlan
ding van twee toestellen.
pag. S
De Merwedebrug wordt vandaag gemonteerd.
pag. 5
Haarlemmer met zijn auto in Groningen ver
ongelukt.
pag. 1
Wetsontwerp hetreffenrie het uniformverbod
Ingediend.
pag. I
ARTIKELEN. ENZ.
Van onzen Parijschen correspondent: Frank
rijk en de gouden standaard.
pag. 3
Van onzen Parijschen correspondent: De Tour
de France.
pag. 5
Jhr. dr. .T. C. Mollerus: Groote daling in den
Juni-uitvoer van groenten.
pag. 7
J. B. Schuil: Indische voordracht van Leo
Straus.
pag. 7
J. II. de Bois; H. F. Billing en H. C. MacLean
bij Reeker.
pag. 7
te schenken aan onze vrienden en niet aan
een natie, die alles in het werk stelt, cm do
individueel? vrijheid te vernietigen.
Wij verzekeren u, mijne heeren, dat wij
uw Bapk ook in de toekomst zullen blijven
hoogachten, doch wij kunnen onze sym
pathie niet uitstrekken tot Duitschland in
het algemeen, omdat wij ons niet aan het
geloof kunnen onttrekken, dat de nat.-soc.
partij haar machtswellust ook tot andere lan
den zal uitstrekken bij de eerste gelegenheid
welke zich daartoe voordoet,
U verzoekt ons. de door u gezonden cir
culaire verder te verspreiden. Wees verzekerd
dat wij dit zullen doen. doch wij zullen haar
steeds vergezeld doen gaan van ons ant
woord.
Iw.g.l SOCIéTé GéNéRALE. PARIS.
NAAR EEN UNIFORMVERBOD.
Wetsontwerp thans ingediend.
SLECHTS é-6N ARTIKEL.
Bij de Staten-Generaal is ingediend een
ontwerp van wet tot aanvulling van het Wet
boek van Strafrecht met het oog op kleeding-
stukken en onderscheidingsteekenen welke
uitdrukking zijn van een bepaald staatkun
dig streven.
Het aanvullende artikel (art. 435a) luidt:
Hij die in het openbaar kleedingstukken of
opzichtige onderscheidingsteekenen draagt
of voert, welke uitdrukking zijn van een be
paald staatkundig streven, wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste twaalf dagen
of geldboete van ten hoogste honderd vijftig
gulden.
In de toelichting wordt het voorstel gemo
tiveerd met te herinneren aan het. uittartend
karakter van uniformen en de ontoelaatbare
bedoeling tot macht voering er van. Bijvoor
beeld worden „wachten" gevormd. Voor het
gevaar hiervan wordt verwezen naar het
buitenland.
Het zal geen betoog behoeven, dat een
zoodanige, min of meer militaire, machts
ontwikkeling van politieke richtingen naast
het wettig gezag al kleedt men haar, welr
licht in den aanvang te goeder trouw, in den
vorm van hulpverleening aan dit gezag
in een geordenden staat niet kan worden
geduld.
Wat den opzet van het eenige artikel be
treft. wordt het volgende aangeteekend.
Het artikel beoogt de materi? zooveel mo
gelijk in de objectieve sfeer te houden. Het
geeft daartoe een algemeene norm, toe te
passen door de rechterlijke macht. Dit in
tegenstelling met bijv. een stelsel van bij
zondere verbodsbepalingen, uit te vaardigen
door de regeering.
Dit beteekent intusschen niet, dat voor de
regeering, in het bijzonder den eersten tijd,
niet een uitvoerende taak zou zijn wegge
legd. Aan de politie en het openbaar ministe
rie zal in den beginne, reeds in het belang
van een gelijkmatige toepassing over het ge-
heele land. bij den uitleg van de gestelde
norm wel een zekere leiding moeten worden
gegeven. Intusschen zal door den gekozen
opzet, omtrent de Interpretatie van de regee-
ring het laatste woord zijn aan dc rechter
lijke macht.
De toelichting verklaart dan verder wat
onder kleedingstukken en opzichtige onder
scheidingsteekenen dient te worden verstaan.
Over organisaties, aan welke, hoezeer zij
wellicht behooren tot een bepaalde richting,
toch staatkundige bemoeiingen vreemd zijn'
wordt gezegd, dat haar oventueele unifor
men. enz., niet als zoodanig onder de om
schrijving zullen vallen.
Ook de woorden „bepaald" en „streven"
zijn voor de juiste begrenzing van datgene
wat geweerd moet worden, van beteekenis!
Daarmede toch zijn uniformen enz. van over
heidsorganen of van, met de Overheid in
verband staande, aan deze dienstige organi
saties 'officieel erkende wcerbaarheidsvr-
eenigingrn. vrijwillige burgerwachten' uit
geschakeld. Ook valt daannede buiten het
artikel het dragen van vaderlandsche kleu
ren als uiting van gevoelens van liefde voor
het vaderland of aanhankelijkheid aan het
Koninklijk Huis,