PER K.L.M. KIST NAAR INDIE. Bij den 75sfen verjaardag van de Koningin-Moeder. DINSDAG T AUGUSTUS 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 6 Een Arabisch type. Op 30 April 's ochtends om circa half vijf rijden wij door Cairo's straten naar het vliegveld. Het is al vol langs den weg; in 't bijzonder in de binnenstad. Groote troepen kinderen, waarvan velen slechts in lompen gehuld, loopen met een zak op hun rug, de straten af te zoeken. Sigaren- en sigaretten- puntjes, leege lucifersdoosjes en alles wat de grond biedt, wordt zorgvuldig opgeraapt en verdwijnt in den bewusten zak. Het goed geoutilleerde vliegveld, waar de K.L.M.-vlag prijkt, en de K.L.M.-agent met bedrijvigheid ronddartelt, is weldra verlaten. Wij zijn op weg naar Gaza, een afstand van ongeveer 350 K.M. Onze Europeesche jas en broek worden opgeborgen, het flanel maakt plaats voor netwerk, de korte broek komt te voorschijn, wij wapenen ons met een helmhoed, de zonnebril wordt uit het étui gehaald en geheel gemetamorphoseerd be kijken wij thans het landschap. Ten Zuiden van Port Saïd passeeren wij het Suez kanaal en ontdekken bij Ismailia een groote mast voor luchtschepen, die echter nog nooit dienst heeft gedaan. Het is in deze omgeving dut wij de radiotelegrafische mededeeling opvangen dat Bert Hinkler in de Apenijnen gevonden is. Wij praten er met elkander over, gezagvoerder Smirnoff vertelt van de groote capaciteiten van den verongelukten Australiër, die vermoedelijk, door slecht zicht, tegen een der uitstekende „knobbels" is opgevlogen en zoo den dood heeft gevon den. Maar heel spoedig houden onze gedach ten zich al weer met iets anders bezig; wij hebben Gaza in zicht. Daar is een verplichte landingsplaats, omdat wij van dit punt, aan de Oost Middellandsche Zeekust gelegen, de lange Syrische woestijn moeten „nemen". Wij eten zalige Jaffa-sinaasappels, laten ln het ververschinigsgebouwtje, voorzien van een genoeglijke meubileering, de gramafoon draaien en drinken onderwijl een heerlijke kop thee. Binnen een goed half uur zijn wij alweer in hooger sfeeren. Wij cirkelen over Jeruzalem en passeeren de Doode Zee, de Jor- daan ontgaat onze aandacht niet, wij zien Bethlehem liggen en bewonderen het merk waardige berglandschap. Dan ontdekken wij het begin van de groote pijpleiding van de Turkish Petroleum Cie, die van Amman naar Rutbah Wells zal loopen. Wij zijn aan het begirt der Syrische woestijn, een schier ein- delooze zandvlakte. Een kook-temperatuur doet den gezagvoerder besluiten tot een hoogte van 4000 M. te stijgen. Daar stijven we gelukkig wat op. Toch hebben we nog uit stekend „zicht" en herkennen de verschil lende noodlandingsterreinen, die door witte cirkels zijn aangeduid. Wij volgen zoo nauw keurig mogelijk den karavaanweg, die van West naar Oosct de woestijn doorkruist. Van tijd tot tijd ontdekken wij automobielen, groote reiswagens met enorme banden, die zwaar opgeladen door dit dorre landschap trekken. Bovendien trekken karavanen van de eene plaats naar de andere. De zwaarbe laden kamee.len loopen keurig in het gelid achter elkander. Voor en achter houdt een Arabier de wacht. Waarvan het „schip der woestijn" zich tenslotte voedt is ons een raad sel. Hier en daar ontdekt- men Europeanen, gewoonlijk Engelschen. die bezig zijn met reparaties aan de telegraaflijn of de grooie pijpleidingen nazien. In het midden dei- woestijn ligt de oase Rutbah Wells, waar ik op den terugtocht heb overnacht en waar over ik dus nog nader zal rapporteeren. Een eindelooze vlucht over deze zandvlakte, die gelukkig eindigt zoodra men in de omgeving van de Euphraat komt en even later de Ti- gris ziet. Een groene strook langs deze rivie ren bewijst de mogelijkheid tot cultiveeren. Dan komt Bagdad in zicht, maar voordat wij op het vliegveld gedaald zijn ontdek ik een persoon in een oranjehemd gekleed. Een verdwaalde internationaal uit het Neder- landsch elftal!! Neen, de man die de piloten de richting aangeeft bij het dalen. Ik denk terug aan een verhaal over mijn oud-stad genoot, Fokker, die eens verklaard moet heb ben dat oranje de kleur is die het beste uil een vliegtuig te herkennen is en die zich in dien geest heeft uitgesproken, omdat hij cirkelend om de Haarlemsche Bavo op de markt de oranje-sinaasappelen aanstonds herkende, die daar op een kar lagen uitge spreid. De man-in-'t-oranje heeft ons in Bagdad goede diensten bewezen. Het vlieg veld is dicht bij de stad gelegen. Een uitste kend ingericht station waar ook gelogeerd kan worden, bewijst dat men in Irak de vliegerij ernstig opvat. Wij passeeren do Tierisbrug, waar een onzer marinevliegers destijds verongelukte en zijn weldra in het hotel Tigris palace: waar wij ten deele wor den ondergebracht in kamers die op een bin- nengalerij op le lste verdieping uitkomen en waar het genieten van werkelijke rust wel tot de uitzonderingen zal behooren. Wij zijn weer in een geheel ander land. in een Ara- bicrenstaat. waar ook het Engelsche ele ment sterk vertegenwoordigd is. Bagdad, de stad van ongeveer 250.000 in- v jners, gelegen in Irak is een middelpun'. Caïro Gaza Bagdad. van den handel van en naar Perzïë. Alhoe wel het verkeer in den laatsten tijd wel wat gemoderniseerd is. blijft de karavaanhan- del er levendig. Toch verbinden autodien- sten Beiroet en Damascus met Bagdad, mid den door de Syrische woestijn heen. Het koninkrijk Irak, beter bekend als Mesopota- mië, staat onder Engelsch mandaat en is het gebied van Tigris en Euphraat. Wij wanen ons terug in onze leerjaren, bij onze aard rijkskunde boekjes en zien weder voor ons de namen: Assyrië en Babylonië. Wanneer mijn leeraar aan de H. B. S. te Apeldoorn over die landen sprak, deed hij dat met een zekere plechtigheid. Hij was er nooit geweest, ik heb nu een tipje van den sluier opgelicht ge zien. Inderdaad, die plechtigheid was wel ter plaatse. Het Oostelijk cachet brengt dat mede. De oude geschiedenis vertelt u van de tijden van het Oosterse he Kalifaat, toen Mesopotamië een land was van bloeienden korenbouw, dank zij de groote en machtige bevloeiingswerken. Die irrigatiewerken zijn onder Turksche overheersching verwaar loosd. Het woestijnzand heeft zijn vernielen de werking verricht en veel vruchtbaar land is bedorven. Maar thans wordt met behulp van Engelsch kapitaal getracht het land weer tot bloei te brengen. Bagdad's glans en glorie stamt uit den tijd toen de zeeweg naar Indië nog niet bekend was, toen de heerschappij der Kaliefen oppermachtig was en het handelsverkeer zijn middelpunt in deze stad vond. Daarvan is niets meer over. Bagdad is in het algemeen vies en heeft in de z.g. Newstreet een verbindingsweg tus- schen het Noordelijk en het Zuidelijk ge deelte der stad, die uitmunt door gebrek aan architectonisch gevoel. Toen ik in 1931 met de Albert Ballin de Hudson opvoer en voor het eerst de Wolkenkrabbers aanschouwde, was dat êen imposant gezicht. Naderbij ko mend waren deze wolkenkrabbers niet an ders dan geweldige steenen-complexen, die als het ware onsystematisch neergeworpen waren, zonder eenig gevoel voor regelmaat en voor menschelijken smaak. In Bagdad trof mij hetzelfde, als betrof het hier geen wol kenkrabbers. De stad is vies. Aan bestrating is niet de minste zorg besteed. Alleen New Street heeft een wegdek, hetwelk aan eenigszins moder ne eischen voldoet. De rest der sloppen en gangen is onbegaanbaar, vooral na een re genbui. In die straatjes warrelt een bonte menschenmassa dooreen. Men waant zich op de markt te Zagreb, waar de bontste en kleu- rigste kleedijen een fantastisch schouwspel bieden. Daar leefde het internationalisme, hier ook. De priesters in het Oostersch ge waad met groenen tulband, steken af tegen de eigenaardiger Britsch-Indische kleedij en den daarbij behoorenden kleurigen tulband. De gekleede jas herbergt de Egyptenaar, de Bedouinen hebben een lossen hoofddoek. De Bedouinen hebben ean lossen hoofddoek. De meeste vrouwen zijn gesluierd. Een groot ge deelte is als het ware geheel gehuld in een zwarten doek; een betrekkelijk zeer smalle opening geeft de oogen tenminste nog gele genheid te genieten van de vrije natuur. Moet men het dan betreuren een gedeelte van Bagdad eens bekeken te hebben? Aller minst. Want al zou men dan zelf veel in deze oude, historische stad anders willen hebben, er blijft buitengewoon veel over, hetwelk het aanzien meer dan dubbel waard is. Sierlijk gebouwde paleizen met mooie zuilen en fraai aangelegde palmentuinen zijn in Bagdad te vinden. Het Irac-museum is alleszins een bezichtiging waard. Fraaie Perzische tapijten lachen u in menig winkeltje tegen. Maar het geheel blijft vies en geweldig stoffig. Na de bezichtiging van een groote zelfkastij dingsprocessie die tot zeer laat in den avond duurde, gaan wij ter ruste. Morgen 1 Mei 1933 staat Bagdad—Bushir— Djask op het programma. MOLLERUS. MEETING DER JONGEREN VREDE3-ACTIE. Het Landelijk Comité der Jongeren Vredes Actie houd zijn vijfde vredesmeeting van dezen zomer in Hoogeveen op Zondag 6 Augustus'. Sprekers zijn de heeren: W. Drop uit Voor burg, lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal met het onderwerp „Onze taak, nu" en John Pront, uit Rotterdam, redacteur van „Vredesstrijd" (het orgaan der J.V.A.) over „De Heilige Oorlog". BEGRAFENIS BARON D'AULNIS DE BOUROUILL. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot van den heer C. Baron d'Aulnis de Bourouill die bij een auto-ongeluk in Frank rijk om het leven kwam, is thans vastgesteld op de Nieuwe Alg. Begraafplaats te Ooster beek op Woensdag 2 Augustus te 12 1/2 uur. SCHOUWBURG JANSWEG. Het Nieuwe Tooneel onder leiding van Fientje de la Mar, Jan van Ees en Joh. Kaart Jr., zal Vrijdag 4, Zaterdag 5, Zondag 6 en Maandaig 7 Augustus in bovengenoenSden schouwburg 4 voorstellingen geven van „De man die niet neen kon zeggen." Comedie in 4 bedrijven van Paul Geraldij enRoberfc Spit- zer, welk stuk weken achteréén te Amsterd- dam met groot succes werd opgevoerd. Behalve de reeds genoemden treden hierin op Dirk Verbeek. Minny Erfman, Didi Cani- vez, Jo Bouwmeester, Henk Duiveman e.a. ASPIBIN TABLETTEN Uitsluitend verkrijgbaar In de orenje-bandbuisjes van 20 iabl. 70 ets. en oranjazakjes van 2 tabl. a 10 ets. (Adv. Ingez. Med.) HAARLEMSCHE REDDINGSBRIGADE. Jaarlij ksche Algemeene Vergadering op Dinsdag 8 Augustus, des avonds 8.15 uur. in Café Brinkman, Plein hoek Tempeliers straat. De agenda luidt als volgt: Opening, Notulen, Ingekomen stukken, Jaarverslag Secretaresse, Jaarverslag Pen ningmeester, Jaarverslag Kascommissie. Ver kiezing Bestuursleden. Aan de beurt van af treden zijn: Dr. Floor, Mevr. PerryMeyer, de heer Zwart. Mevr. PerryMeyer stelt zich niet meer herkiesbaar. Bestuur stelt de heer R. J. Rohlfs candidaat. Stemming over het in gekomen schrijijjin van den Voorzitter. Rond vraag. Sluiting. PERSONALIA Bij beschikking van den directeur-gene raal der P. T. T. is met ingang van 1 Sept. a.s. aangewezen als directeur van het P.T.T.-kan- toor te Wolvega de commies bij de P. T. T. H. Bloemink. te Haarlem. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. VACANTIEBEZIGHEDEN. Men schrijft ons: In opgewekte lange rijen zagen we ze Maandagmorgen voorbij trekken, de vroo- lijke, blijde deelnemers en deelneemsters aan „Vacantiebezigheden". Uit tal van straten kwamen ze aanzetten, voorzien van hun kaartje, bewijs van deel neming, waarop, behalve naam, staan ver meld: letter der speelgroep en plaats van samenkomst. Op de aangegeven plaats von den ze hun leider of leidster, die ze zou bren gen naar het speelterrein, den tuin van het voormalig Brongebouw. De kinderen uit Haarlem-Noord werden vervoerd per tram. Toen de eerste groepen bij 't Brongebouw kwamen, stond de hoofdleider ze reeds op te wachten en 't duurde maar even of elke groep had haar eigen plaats gevonden en het spel was in vollen gang. We hebben nog eens even rondgekeken en we kunnen niet anders zeggen dan: dank aan het wakkere bestuur van Vacantiebezig heden, dat ook in deze tijden kans heeft ge zien haar mooi. sociaal werk voort te zetten. Niet minder dan een 480 kinderen heeft ze gedurende de drie volgende weken onder haar hoede en als 't weer meeloopt, veel zon neschijn en weinig regen, dan zal een deel der Haarlemsche jeugd een prettige vacan- tle hebben, maar bovenal: ze zal veilig zijn. Wat we Maandagmorgen zagen, gaf ons het bewijs, dat de organisatie sluit als een bbus. Veel werk is er verzet moeten worden door het Bestuur om een zoo sluitende regeling te treffen. Slecht weer kan Vacantiebezigheden niet gebruiken, maar ze is voorbereid op even- tueele regenbuien, want in den tuin van het voormalig Brongebouw heeft ze een paar flinke waterdichte tenten geplaatst. Toen onze Koningin, Koningin Wilhelmina, in 1898 de regeering aanvaardde las men in haar schoone proclamatie schoon zoowel van inhoud als van taal o.a. deze woorden: „Mijn innig geliefde Moeder, aan wie ik onuitsprekelijk veel verschuldigd ben. gaf mij het voorbeeld van een edele en verheven op vatting der plichten, die nu op mij rusten. Ik stel mij tot levensdoel, dat voorbeeld te volgen". Naar wiens en naar wier voorbeeld zou zij zich ook beter hebben kunnen richten dan naar dat van haar Koninklijke Moeder, de Duitsche prinses, die sinds zij door haar hu welijk met Willem IJl Nederlandsche was ge worden, zich een eereplaats in het hart van het Nederlandsche volk had weten te ver overen? Het moge waar zijn, dat de jeugdige prin ses, de eenige overgebleven telg uit het Oran jehuis. de oogappel was van het overgroote 'deel van het volk. door de wijze, waarop Ko ningin Emma met het volk meeleefde, de echt constitutioneele manier, waarop deze zich als Regentes van haar taak kweet, de wijze, waarop zij haar dochter voor haar zwa re taak voorbereidde, had ook zij zich bij het volk geliefd weten te maken. In 1879. den "den Januari was Adelheid Emma Wilhelmina Theresia. tweede dochter van vorst George Victor van Waldeck-Pyr- mont en prinses Helena van Nassau, in het huwelijk getreden met Koning Willem III, wien zij den 31sten Augustus 1880 een dochter, hans Koningin Wilhelmina, schonk. Zij werd spoedig populair en in nog grootere mate, toen zij na den dood van Willem III, 23 No vember 1890, volgens het voorschrift dei- Grondwet. het regentschap voor haar dochter aanvaardde, welk regentschap zij ook tijdens een zware ziekte van den Koning reeds had waargenomen. Hoe zij haar taak als regentes vervulde, moge hier blijken uit een persoonlijk woord van Staatsraad Mr. A. P. W. Cort van dei- Linden, oud-premier tijdens de oorlogsjaren en oud-minister van Justitie tijdens het re gentschap van de Koningin-Moeder, in het Gedenkboek, dat ter eere van Koningin Em ma is uitgegeven: „De Koningin-Moeder! In den loop der tij den heeft deze naam een eigen beteekenis ge kregen. Zij, die evenals ik het voorrecht hadden als minister samen te werken met de Koningin- Moeder, toen Zij Regentes was of later Haar mochten benaderen in moeilijke omstandig heden en bewogen tijden, zij weten, wat Zij geweest is voor Haar nieuw gekozen vader land. De Koningin-Moeder heeft ons volk lief gekregen, want Zij zag in ons volk, zijn ze den en gewoonten bijna alleen het waarde volle en goede: spiegelbeeld van Haar eigen moed. Zij heeft Hare liefde betoond door Haar trouw medeleven met allen, die Haar dienden, door Hare onvermoeide belangstel ling in ziekenverpleging, in wetenschap en kunst en door Haar stille hulp in nood. En ons volk heeft Hare liefde met liefde vergol den. Moge ons volk zijn Koningin-Moeder nog lang behouden en steeds met dankbaarheid gedenken den zegen, dat deze hooge vrouw uit den vreemde tot ons kwam". De dankbaarheid van hetNederlandsche volk voor hetgeen Koningin Emma tijdens haar regentschap had gedaan, uitte, zich, toen Koningin Wilhelmina meerderjarig werd, in het aanbieden van een groote som gelds, die zij, belangstellend als steeds in het lot der zieken, gebruikte voor het oprichten van het sanatorium Oranje-Nassauoord bij Renkum, waar tuberculoselijders worden opgenomen en verpleegd. Op het Regentesse- plein te 's-Gravenhage werd den 23sten Sep tember 1905 een monument tot herinnering aan haar regentschap plechtig door Koningin Wilhelmina onthuld, onmiddellijk voor de indrukwekkende Nieuwe Kerk, welke de Ko ningin-Moeder zelf inwijdde. Nadat haar dochter den 31sten Augustus 1898 meerderjarig was geworden, gaf Ko ningin Emma haar bestuur over. Zij bleef echter bij haar koninklijke dochter inwonen, totdat deze den 9en Februari 1901 met Prins Hendrik van Mecklenburg in het huwelijk trad. Daarna betrok zij het paleis op het Lange Voorhout, dat zij des winters bewoont, terwijl zij 's zomers meestal op het haar toe- behoorend lustverblijf Soestdijk vertoeft. In 1928 vierde zij haar 70sten verjaardag, maar zij zelve verzocht de huldiging, welke men haar wilde doen ten deel vallen, te ver schuiven naar den 7en Januari 1929, toen het 50 jaren geleden was. dat zij door haar huwelijk Nederlandsche was geworden. Over- talrïjke bewijzen van aanhankelijkheid zijn haar toen gegeven. Niemand heeft dan ook meer aanspraak op de erkentelijkheid van het Nederlandsche volk, dan de Koningin-Moeder. Tegenover niemand wordt die erkenning levendiger ge voeld. In het hart van honderdduizenden wor den voor haar geluk de beste wenschen ge koesterd. En dat is niet meer dan natuurlijk, koesterd. En dat is niet meer dan natuurlijk. Want Ko ningin Emma heeft de kunst verstaan ieder, met wien zij in aanraking kwam te overtuigen van den ernst waarmee zij haar taak als ge malin des konings, als moeder der toekom stige koningin, als regentes, als koningin-moe der vervulde. Meer nog; zij heeft door de na tuurlijke opgewektheid, waarmee zij haar ver antwoordelijk werk deed, wellicht meer dan ooit eenige andere vorstin in Nederland den band tusschen dynastie en volk aangehaald. En in de poging daartoe was niets opzette lijks, niet gemaakts. De Koningin-Moeder be reikte dit resultaat door niets anders dan door haar innemende persoonlijkheid en door haar toewijding. Men bespeurde terstond, dat de belangstelling, die zij toonde, niets kunstma tigs had. Alles wat het Nederlandsche volk belang inboezemde, interesseerde haar, omdat zij zich steeds ten volle gaf aan de taak waar toe zij zich geroepen gevoelde. Steeds en steeds weer gaf zij typische blijken, hoezeer zij zich bewust is van de waarde der directe aanraking van de vorstelijke familie met het volk. waar zich dat doet gelden. Grooter waarde evenwel dan ze op zich zelf behoef den te hebben, wist de Koningin-Moeder aan die bezoeken te geven, omdat men in haar be langstelling het echt menschelijk element ge voelt. Uit plicht mogen ze worden gebracht niemand heeft den indruk, dat het niet enkel een genoegen voor de vorstin is. deze repre sentatie-verplichtingen te vervullen. Het ge heim daarvan ligt in haar volledige toewij ding aan het volk en die toewijding vindt haar loon in zich zelf. Maar ze wekt ook war me gevoelens en erkentelijkheid. Van die dankbaarheid jegens de koninklijke vrouw, die nooit zich zelf zocht, maar steeds het be lang van het volk, waaraan zij zich verbonden heeft, mag ter gelegenheid van haar 75sten erjaardag zeker worden getuigd. Wat de kinderen den geheelen dag doen? Dat is verschillend: s%el en arbeid afwis selend. 't Nuttige wordt met het aangename verbonden. Alle mogelijke spelen worden ge daan, natuurlijk ook voetbal voor de groo teren; balspelen, kringspelen, etc., terwijl er gelegenheid is een rustig plekje op te zoeken, om voor te lezen of te vertellen. Er wordt ge- teekend, gehandwerkt, figuurzagen wordt eveneens druk beoefend, ben geheelen dag spelen gaat niet. Ook tusschen den middag blijven de kinderen. Half een is etenstijd. De meegebrachte boterhammen worden door elke speelgroep aan eigen tafel gebruikt, melk wordt door de vereeniging verstrekt. Het is te begrijpen, dat voor het mooie kin derwerk van Vavantiebezigheden veel geld noodig is, daarom geven we hie? nog even 't adres van den penningmeester n.l. E. Geerts Wzn., Engelszstraat 26, giro 120733. DE GEHUWDE AMBTENARES. Geachte Redactie, Het sympathieke stuk van M. K., dat zoo hooghartig werd beantwoord door zijn colle ga J. P., treft een ieder door de kern van eenvoudige waarheid. Het was niet verstan dig, dat M. K. zich niet beter op de hoogte had gesteld met de leidersvergoedingen enz. der N. R. V., maar wat hij meende voelen wij allen: Is het in dezen tijd niet treurig, dat goede, jonge mannen uit hun ambt gezet worden en bijna broodsgebrek lijden, terwijl meerdere gehuwde ambtenaressen maar doorgaan, maandelijks hun portie bij dat van manlief te voegen, en zoo een dubbel inko men genieten, waarvan zij zelfs des zomers buitenlandsche reizen kunnen maken. Ik wil de leuze van M. K. veranderen: Eerst en voor altijd de gehuwde ambtenares eruit en direct-!! Maar het gebeurt niet. O, neen. Men drijft ons, jonge mannen, in de armen van een Hitier! „MEDE -SLACHTOFFER". DE BEZUINIGINGEN OP HET VOORBEREIDEND ONDERWIJS. Binnen enkele dagen zullen deze nu haar beslag wel gekregen hebben, 't Is te hopen dat zij van dien aard zijn. dat dit onderwijs kan blijven bestaan. Niemand spreke nu van onrecht als straks het mes wellicht diep in salarissen en subsidies wordt gezet, want: „Nood breekt wet" en „Waar niet is verliest de keizer zijn recht". Van onrecht zou alleen sprake kunnen zijn, als het geld er voor dit onderwijs was, maar er niet voor werd be steed. Toch vrees ik, van onrecht sprekende, dat er straks, als men bezuinigen gaat, on recht zal worden begaan of wil men het an ders, onrecht zal worden bestendigd, n.l. dat het bizonder voorbereidend onderwijs weer zal worden achtergesteld of zal blijven achter gesteld bij het openbaar of gemeentelijke. Ik durf ten minste niet gelooven dat men nu de ze beide soorten van voorbereidend onderwijs gelijkelijk zal gaan behandelen, al zou dit wel te doen, m.i. niet anders dan een daad van recht en billijkheid zijn. Maar als het be staande onrecht dan bestendigd moet blijven, dan zij het toch zoo dragelijk mogelijk. Daar om late men, indien eenigszins mogelijk, het bizonder voorbereidend onderwijs ten eerste de 4 pCt. vergoeding voor de gebouwen, die het tot nu toe genoot. Ten tweede verminde- re men de overigens genoten subsidie met niet meer dan 50 pCt. Ten derde late men - deze wijziging ingaan 3 maanden nadat er toe besloten wordt. Ten vierde geve men toch eenige subsidie voor de hulpkrachten voor de laagste klasse, die men wel verplicht is er op na te houden, maar waarvoor men geen cent subsidie ontvangt. En als de besturen dan vrij blijven, gelijk zij dit tot nu toe waren, in het salarieeren van hun personeel en het hef fen van schoolgeld, dan is er tenminste eeni ge kans dat de scholen voor bizonder voorbe reidend onderwijs zullen kunnen blijven be staan. al zal er dan ook zeer bezuinigd moe ten werden, welke bezuinigingen natuurlijk helaas door het personeel het meest zullen worden gevoeld en al is het bestaande on recht dan nog niet weggenomen. M. G. BLAUW. COLLECTE VOOR T.B. C- BESTRIJDING. Geachte Redactie. Voor onderstaande regelen verzoekt onder- geteekende U beleefd eenige plaatsruimte waarvoor bij voorbaat dank. Daar het bestuur der Vereeniging tot be strijding der Tuberculose in de gemeente Velsen het raadzaam vond. de gewone jaar lij ksche collecte niet in April te houden, be sloot het deze te houden op Woensdag 2 Augustus a.s. Het bestuur heeft gemeend als blijk van waardeering voor wat de Koningin-Moeder voor de tuberculosebestrijding heeft gedaan, de collecte welke haar naam draagt te moe ten houden op den herdenking van haar ge boortedag. Dat de Koningin-Moeder met de daad veel doet- voor de tuberculosebestrijding, bewijze zeker wel de stichting „Oranje Nas sau Oord". Veel collecten worden in onze gemeente ge houden, maar wij gelooven niet te veel te zeggen als wij beweren dat de „Emmabloem Collecte" recht heeft op ieders hulpvaardig heid, medeleven en steun. Vele dames von den wij bereid e organisatie ter hand te ne men waarvoor bij voorbaat dankï. Het is aan U de daad bij het woord te voe gen en te zorgen dat het damescomité, gehol pen door zoovele andere dames op den avond van den 2en Aug. a.s. met blijde en verheugde gezichten zal kunnen zeggen: „Niet tevergeefs hebben wij een beroep gedaan op uw medeleven met het lot der t. b. c. pa tiënten". Gij, die kunt genieten van dien heerlijken zomertijd, gij die u vrij kunt bewegen in bosch, veld en hei; gij die naar hartelust kunt baden in de zee en u kunt vermaken aan het strand en klimmen en klauteren op de dui nen. denkt ook eens een oogenblikje aan hen, die ook, o. zoo gaarne zouden willen genie ten. maar daarvan helaas verstoken moeten blijven. Velen uwer weten niet wat dat is en van harte hopen wij dat de vijand uw deur voor bij gaat, maar weest overtuigd dat gij een joed en dankbaar werk dost door deze ver eeniging te helpen de tuberculose te be strijden. De opbrengst der collecte wordt alléén ge bruikt om de plaatselijke patiënten te hel pen. zonder onderscheid van Politiek of godsdienst. Steunt ons ook op 2 Augustus, gij werpt hiermede een zonnestraatltje in de harten van zoovelen. Met beleefde dank ADM. PROP.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 6