7 Kinderfeest op „De Lichthoeve" VRIJDAG 4 AUGUSTUS 1933 HAARLEM'S DAGBLAD AAN ALLEN. We hebben een Kruidjeroermijniet onder onze Rubriekertjes. Nu weet ik niet, waarom ze zich zoo genoemd heeft. Of ze gauw op haar teentj'es is etrapt, spoedig ontroerd is, of iets dergelijks. Bij gelegenheid moet ze me dat maar eens eerlijk opbiechten.Wel weet ik, dat een Kruidjeroermijniet een zeer ge voelig plantje is. Een lichte aanraking en haar blaadjes hangen slap naar beneden. Nu is het kruidjeroermijniet volstrekt niet het eenige plantje, dat zich kan bewegen. Er zijn vele planten, die zich kunnen bewegen, maar met het bloote oog is dat niet altijd waar te nemen. Bij de lagere plantensoorten zijn er ver schillende die dat kunnen, b.v. de Wieren of algen. Ze leven in het water en zijn in het bezit van één of twee zweepharen, waarmee ze zich door het water kunnen voortbewegen. Ze kunnen zich dus geheel verplaatsen. Dit is natuurlijk wel een heel andere beweging dan dit van ons kruidjeroermijniet. Misschien zijn er onder jullie die de prach tige film gezien hebben van knop tot bloem. Duidelijk zag je de bewegingen van den groei. Het zich ontplooien van de bladeren en de loswikkeling van de bloemen. In de na tuur gaat het zoo langzaam, dat wij :t niet kunnen gadeslaan, nog veel en veel lang zamer dan 't voortbewegen van den uurwij zer op onze klok. Soms kun je het toch waar nemen. b.v. als je een bloem bij de kachel zet. Dan kun je b.v. bij een crocus soms binnen een kwartier, de bloem zien opengaan. Bij narcissen kun je, wanneer je ze in een warme kamer plaatst, ook iets heel eigenaardigs waarnemen. De stengel is n.l. eerst geheel verticaal gericht, maar bij den brandenden haard zie je hem langzamerhand horizontaal ombuigen en tevens bemerk je, dat de bloem zich ontsluit. Bij de film van knop tot bloem zag je ook hoe sommige planten zich wonden om rijs hout of boomen. Ook het oprollen van de ranken net of het kurketrekkertjes zijn, kon je goed waarnemen. Bij den komkommer kun je op een warmen zomerdag wel met het bloote oog waarnemen Natuurlijk hebben jullie ook wel eens ge zien, hoe verschillende planten haar bloe men en blaadjes sluiten als de zon ondergaat. Bij klavers is dit slapen heel goed waar te nemen. Er is een soort water-kruidjeroermij- niet, waar de blaadjes overdag net veeren zijn en des avonds gelijken het grassprietjes die omhoog staan. Het zonlicht maakt ze des morgens weer wakker. Geleerden vertellen ons, dat die slaapbeweging van de blaadjes plaats heeft in gewrichtjes, die zich aan den voet van de bladschijf bevinden. Bij acca- cia's zie je dezelfde slaapbeweging als bij klaverzuring. De blaadjes vouwen zich dub bel. Dit slapengaan is gemakkelijker waar te nemen dan het groeien. Het kruidjeroermijniet is wel de gevoeligste plant. Het inkrimpen geschiedt alleen bij aanraking en 't wordt ook weer veroorzaakt door gewrichtjes aan den voet van de blad schijf en van den stengel. Tegenwoordig zie je voor de bloemenwinkels de vliegenvan- gertjes of Drosera's. Op de bladeren zijn lange haren, de klierharen, Gaat een vlieg 'of ander insect op het blad zitten, dan buigen de haren zeer snel om en het dier is gevan gen. Er worden plantensappen afgescheiden die het insect totaal verteren. Komen de haartjes, weer rechtop te staan, dan is er van vlieg of mug niets meer over. Bij 't Amerikaansche vliegen;yangertje zitten drie haren op iedere helft van een blad. Worden deze door een insect aange raakt, dan kleppen de helften dicht. De ran den van het blad zijn van tandjes voorzien, dus het dier is totaal opgesloten. Als de helften van elkaar gaan is het dier door de plantensappen verteerd. Bij de Amerikaansche bekerplant zijn de bloempjes net bekertjes, die voor een deel met scherp vocht gevuld zijn. Wanneer een insect naar binnen vliegt, is 't onherroepelijk verloren. Het bekertje sluit zich, zoodat het 'dier er niet uit kan vliegen en in het scherpe vocht geheel wordt verteerd. Dit zijn zeker alle wonderlijke verschijn selen en 't lijkt wel, of we hier net als bij meerdere vleeschetende planten op de grens staan van dieren- en plantenwereld. Maar we zeggen al weer: wat is de natuur toch wonder, wondermooi! W. B.—Z. REGENDAG, i I Het regent, oh! wat regent het! Het regent, dat het giet. Er liggen plassen op de straat, er door loopt kleine Piet. Hij is niet bang voor al dat nat, al stroomt de regen neer. Want met zijn regenjasje aan. verdraagt hij 't slechtste weer. En natte voeten? Wees niet bang! Ook daar is aan gedacht; want laatst heeft Vader van zijn reis twee laarsjes meegebracht. En met die jas en laarsjes aan, gaat Pieter nu naar school, Van regen heeft hij heel geen last; maar juist de grootste jool. RITA. MIEP EN HAAR PLANNETJE. Vrouw de Hoog bezat den mooisten tuin van het dorp. Allerlei soorten bloemen vorm den een prachtige omlijsting van het huisje en omzoomden de goed gewiede paden. Maar dit alles diende niet alleen voor plezier van de oude vrouw. Zij had bedden met kool, met aardappelen, met. worteltjes, om dan nog maar niet te spreken van de pereboomen, ap- pelboomen, de' bedden met uien, radijs, enz. En dan de versche groenten: doperwtjes, snijboonen, spersieboonen, niets ontbrak er, dank zij de goede zorgen en de ingespannen arbeid van de eigenares. Maar wat was het ook niet heerlijk altijd versche groenten en -versch fruit, in over vloed te kunnen hebben! De bewoners der villa's in den omtrek behoorden tot de vaste klanten van vrouw de Hoog; en ondanks dat zij heel veel verkocht, hield zij nog altijd ge noeg over voor zich zelf en de buurvrouwen. Maar voor al dat wieden, maaien, oogsten enz. heeft men sterke armen, stevige schou ders en een flinken rug noodig. En Vrouw de Hoog werd al oud „Heb je den tuin van Vrouw de Hoog al gezien," vroeg Mieps Vader op zekeren och tend aan zijn vrouw, voor hij naar zijn werk ging. „Hij is bijna niet meer te,rug te kennen. Het lijkt wel een woestenij, en men zegt, dat het arme oudje spoedig gebrek zal lijden, om dat zij de kracht niet meer heeft, alles te verzorgen. Ik wou maar, dat ik een beetje meer tijd had. Je zou eens zienhier wat schoffelen, daar wat wieden, een paar gie ters frisch water en alles zou weer op leven!" Miep heeft alles gehoord, wat haar Va der gezegd heeft. Zij weet heel goed. dat Vader het heel druk heeft en dat Moeder, met al het kleine grut, bijna geen tijd heeft om 's middags rustig te eten. Wat moet er nu van dien mooien tuin van Vrouw de Hoog worden? En moet zijzelf nu honger lijden? Miep kan de gedachte niet meer uit haar hoofd zetten; zij denkt er den heelen dag aan en droomt er 's nachts over. Tot, zij plotseling een goed idee krijgt. „Als ik in mijn vrijen tijd den tuin eens een beetje ging verzorgen. Ik kan natuurlijk wel niet alles doen; maar toch genoeg dat Vrouw de Hoog van de opbrengst kan leven." Als ze haar plannetje aan Vader en Moe der vertelt, vinden deze het uitstekend. En zoo is Miep „tuinman" geworden bij Vrouw de Hoog; zij wiedt, zaait, plant en oogst, dat het een lust is. De tuin knapt weer zienderoogen op. „Wij zien je heelemaal niet meer, Miep. Waarom kom je nooit meer mot ons spelen?" vragen haar schoolkameraadjes. „Ik heb geen tijd meer!" en dan vertelt Miep, wat zij in haar vrijen tijd doet. Som mige kinderen lachen haar uit. Maar haar vriendinnetje Klaartje, haar broer Jan en nog een paar andere klasge nootjes vinden het een pracht idee. „Als wij je eens hielpen, Miep?" „Oh, dat zou geweldig zijn!" antwoordt Miep opgetogen. „Dan zouden we den heelen tuin weer kunnen verzorgen; want ik alleen kan maar een klein gedeelte voor miin reke ning nemen." Zoo gebeurt het dan; de kinderen werken met groot plezier; de jongens doen het zwaarste werk en de meisjes sproeien, wie den en planten. Vrouw de Hoog is heel dankbaar. Zij wil Miep en haar vriendjes bedanken; maar de kinderen beweren, dat ze alles met plezier gedaan hebben en dat zij niets noodig hebben. Maar Vrouw de Hoog wil ze toch niet hee lemaal zonder iets laten en dan mogen ze de geheele aardbei-oogst onder elkaar verdeelen Aardbeien smaken altijd heerlijk, maar jul lie kunnen wel begrijpen, dat deze „zelf ver diende" aardbeien tien maal zoo lekker smaakten als gewone. DINA VAN Z. BEROEMDE MANNEN IN HUN JEUGD. MICHEL ANGELO (1475—1564) Michel Angelo, (Michelognioo Buonarroti, was zijn naam) de beroemdste van de Flo- rentijnsche kunstenaars der Renaissance, was de zoon van Ludevico Buonarroti, een arm edelman van het gelijknamige stadje, en zijn vrouw Francesca dei Neri. De Buo narroti Simoni waren van een oud adellijk geslacht: de vader kon nauwelijks volgens zijn stand van zijn inkomen leven: maar hij was er trotsch op. dat hij nooit getracht had zijn inkomen te vergrooten met handeldrij ven of iets dergelijks. In den herfst van 1474 kreeg hij het ambt van poaesta of resident magistraat over Chiusi en Capï:se. Als woon plaats werd hem het Castello di Chiusi en Caprese in Casentino aangewezen. In Caprese werd op 6 Maart 1475 zijn tweede zoon Michelagniolo of wel Michel Angelo geboren. Hij werd gevoed door de vrouw van een marmerhouwer van Settig- nano. Zijn moeder stierf eenige jaren later. Onder Michel Angelo waren nog drie klei nere broertjes. Al heel jong besloot Michel Angelo. on danks de tegenstand van zijn vader, artist te worden. Hij beweerde da* hij deze neiging gekregen had van zijn pleegmoeder. Na veel moeite gelukte het- hem den tegenstand van zijn vader te overwinnen. En op zijn der tiende jaar was hij een betaalde kracht in het atelier der gebroeders Ghurlandon. Do- menico Ghirlandaio, die opgeleid was voor juwelier, was in dezen tijd de leidende schil der van Florence geworden. Michel Angelo studeerde evenals alle andere Florentijnsche kunstenaars van die eeuw in de Brancacci Kapel, waar ae muurschilderingen van Ma- saccio, ongeveer zestig jaar te voren geschil derd, nog altijd als voorbeeld dienden. En hier was het, dat hij als antwoord op een beleediging aan het adres van een mede leerling, Torrigiano, den slag op zijn neus kreeg, die hem voor zijn verdere leven mis maakte. Op zestienjarigen leeftijd schiep hij een beeldhouwwerk. Toen het voleindigd was, be groef hij het ergens. Toen het toevallig ont dekt werd, schreven de geraadpleegde ken ners en schilders het toe aan een der be roemdste beeldhouwers der Oudheid. Later werd de jonge kunstenaar naar Rome ontbonden door Paus Julius H. Deze Paus nam den jongen Michel Angelo geheel onder zijn bescherming. En het is ook op opdracht van dezen kunstminnenden Paus, dat hij verscheidene kunstwerken vervaar digde. Niet alleen als beeldhouwer; maar ook als schilder, bouwmeester" en dichter is Michel Angelo beroemd en nog in onze dagen gel den zijn werken voor de schoonste, die in alle eeuwen geschapen werden. Dr. DE CR. MIJN VACANTIE-UITSTAPJE NAAR DE VELUWE (V) door W. LASSCHUIT. Zijn jullie klaar voor onzen volgenden tocht? Ja? Mooi, daar gaan we dan weer! We stappen op de fiets en nemen nu eens de richting langs het dorp Uchelen en dan tegen den hoogen weg op naar Hoenderlo. Fietsen is hier niet mogelijk en je bent ge noodzaakt naar boven te klimmen. Even voor Hoenderlo wijst een rijwielpad naar Otterlo en dat slaan we dus in. Je rijdt dan vlak langs de schietterreïnen van de Harskomp en landt na ongeveer 11,2 uur rijden in het lieve plaatsje Otterlo. Dit bestaat uit een oud kerkje, een paar café'Ljes, enkele huizen en dan ben je ex- door. We vervolgen onzen tocht, nemen eerst den straatweg naar Harskamp, maar laten die dan even verder links liggen om eeri rij wielpad in te slaan, dwars door de hei. Dat is schitterend mooi! Oneindig ver strekt de hei zich uit met hier en daar een beboscht gedeelte. Hier zag ik ook een stuk, dat totaal ver brand was. Dat was wel een betreurenswaar dig gezicht, vooral omdat midden in dit ge deelte een klein meertje ligt en op den ach tergrond een dicht dennenwoud. We fietsten door en komen dan bij een kruispunt, waarbij we den linksclien weg kie zen naar Hoog Buurlo. Je rijdt dan om het radio-station Kootwijk heen, wiens hooge masten als trouwe wachters op de Veluwe alle stormen trotseeren. Ze zijn over het grootste gedeelte van dit stukje Nederland te zien. Het pad gaat nu op en af, maar ineens kom je op het hoogste punt en dan ontrolt voor ons oog een prachtig panorama. Dat is geweldig! Niet te lang mogen we blijven staan, maar laten ons dan naar beneden rijden, trappen behoef je daar niet, totdat je even moet af stappen, omdat het fietspad hier wat mul is. We rijden nu door de Hoog Buurlo'sche bosschen en komen weldra aan dit gehucht je, dat maar uit een paar boerderijtjes be staat. We passeeren het station Assel, komen aan Hoog Soeren en vervolgens langs een prach- tigen grindweg op den Amersfoortschen straatweg. Als je nu rekent, dat deze tocht ongeveer een uur of zes lang is. althans wanneer je niet gaat racen, dan begrijp je wel. dat de genietingen veel meer waard zijn, aan dat ik ze hier zou kunnen beschrijven. Daarvoor dien je dan ook zoo'n tocht te maken. Het is hier niet een mooi bouw werk, dat te bewonderen valt en waarvan je gemakkelijk een beschrijving geeft, het is hier hei en bosch, maar dit zijn twee woor den. die voor de lezers in al zijn verschei denheden. wat het natuurlijke betreft, het zelfde blijven. Rijd je echter door bosch en heide, dan verzeker ik je. dat er geen plekje hetzelfde is! 't Is ook mijn bedoeling je een idee te ge ven. wat ons kleine landje voor schoone plekjes biedt en indien je nog eens ln de ge legenheid wordt gesteld, deze plekjes niet over te slaan. Apeldoorn is ook wel een rondwandeling waard. We beginnen bij het Koninklijk Pa leis. Dit bouwwerk, heelemaal wit gepleisterd, maakt een majestueuze indruk en vooral, omdat je er vlak voor mag gaan staan, kun je er zoom echte kijk op krijgen! De van dorp tot stad gegroeide plaats Apeldoorn bezit prachtige wegen. Noem ik b.v. de Loolaan met aan het einde zijn ge denknaald, het Oranjepark, den prachtigen vijveraanleg met zijn statige zwanen. De Hoofdstraat is een gezellige winkel straat, de markt is hetzelfde als in Haarlem. Het typeert geen bijzonderheden en kun je ook gerust vergeten. We zullen ons uitstapje naar Arnhem voor de volgende week bewaren, want daarvoor hebben we wel één praatje noodig en anders zou toch dit artikeltje te veel plaats in ne men. Reisbeschrijvingen moeten nooit te lang worden. Zorg dus. dat je voor de Arnhemsche reis paraat bent de volgende week! DAAR HAD HIJ NIET AAN GEDACHT. Een Engelsche teekenaar krijgt van een Londensche Uitgeversmaatschappij ae op dracht een teekening te maken, bij een nieuw uitgekomen boek. Het moet een straattooneel in Amster dam voorstellen en wel een misdadiger, die een langs rijdende auto nakijkt. De^ teekenaar levei'de boven afgebeelde teeke°ning in, maar de uitgeversmaatschappij vond de teekening niet goed. en wees deix teekenaar op een belangi-ijke fout. Zouden jullie die fout ook gemerkt heb ben? Oplossing komt volgende week. TANTE TINE. Een flinke taart. Op een bakkerij-ten- toonstelling te Berlijn was een taart te be zichtigen van 350 pond. Deze taart was 20 c.M. hoog en had een doorsnede van 1 1/2 meter. Er waren voor gebruikt 1000 eieren, 50 pond meel, 50 pond boter, 75 pond kren ten, 50 pond suiker, 15 pond jam. 3 flesschen wijn. 6 bakkers hadden er rond 3 dagen aan gewerkt. ZOO'N BANGERT! Truus is een echt stadskindje. Hoewel ze nu al een heelen tijd bij haar tante logeert, die op een klein dorpje woont, is ze nog al tijd bang voor de dieren van de boerderij. Ze kan er niet aan wennen te wonen temid den van al die beesten. Voor Fidel, de waakhond heeft ze een ge weldigen angst, sinds hij den eex'sten avond met zijn voorpooten tegen haar op ging staan en haar met zijn groote tong in het ge zicht likte. Ze maakt groote omwegen om de weiden te vermijden, waar men Bles, het oude werkpaard eix de koeien laat grazen. Hein, de staljongen lacht haar dikwijls uit en zegt, dat zij niet bang moet zijn voor koeien; maar Truus, hoewel ze zich telkens eerlijk voorneemt geen angst te toonen, ver geet haar goede voornemens weer, als ze de kudden in het oog krijgt. Eens gebeurde het. dat een kalfje, dat haar weg zag loopen, haar achterna sprong. En Truus was van angst haast in de vijver geloopen, als Hein het dier niet terug ge haald had. Haar tante vindt het erg vervelend, dat Truus zoo bang is en ze probeert op alle mogelijke manieren het meisje van haar angst af te helpen. Daarom stuurt ze haar zoo vaak mogelijk alleen het dorp in, om boodschappen te doen. Eens op een keer heeft Truus een beetje lang bij den kruidenier staan babbelen. Ze moest voor haai' tante verschillende bood schappen doen. Met de pakjes en een flesch azijn in haar hand, loopt ze terug over het paadje, dat midden tusschen de velden door loopt. Aan weerszijden staat een hek. Plotseling hoort Truus achter zich gelui den, die veel op het stampen van hoeven lijken. Ze schrikt heel erg en denkt meteen, dat het een koe is. die uit de weide ont snapt is en nu achter haar op het smalle padje rent. Een wilde angst grijpt haar aan, ze begint te hollen: en zoo bang is ze. dat ze niet om durft kijken. Door het hollen vliegt haar hoed van het hoofd: een splinternieuwe hoed; maar ze blijft niet stil staan om hem op te rapen. Voort, voort!! De geluiden ach ter haar komen dichterbijdichterbij. Het hart klopt Truus in de keel. En dan opeens struikelt ze en ze ligt mid den in de scherven van de azijnflesch. Het is Hein. die haar ophelpt. „De jongejuffrouw was zeker bang. dat ze straf zou krijgen, als ze te laat thuis kwam!?", vroeg hi)1 vriendelijk, „u liep zoo vlug. dat ik U niét in kon halen. Maar de kruidenier stuurde mij achter U aan. omdat U een pakje vergeten had. Hier is het." Truus staat al weer. Ontzet kijkt ze naar de scherven van de flesch en naar haar eigen bebloede handen en knieën. „Wat ben ik ontzettend dom geweest." denkt ze dan. „Als ik even om gekeken had, zou er niets gebeurd zijn. Maar alleen door die domme angst van mij Met een hangend hoofdje komt ze bij haar tante. Die denkt er gelukkig niet aan om haar te beknorren: ze verbindt gauw de open plekken en geeft Truusje een beetje water voor den schrik. Maar het is een goede les geweest. Truus is nooit meer bang en ze is veel van de die ren op de boerderij gaan houden. OOM KEES. Al onze rubriekertjes uitgenoodigd. Onze rubriekertjes. die tegen Sint Nicolaas xxooit de kindertjes vergeten, die op de Licht hoeve zoo liefdevol worden verzorgd, worden ook r.i-et door de dankbare Zusters van dit vriendelijke Tehuis aan de Kweekerslaan te Santpoort vergeten. Zij hebben ons namelijk verzocht, aan onze kleine lezeressen en le zers mede te dceien, dat zij hen uitnoodigen op Zaterdag 12 Augus tus aldaar de feestelijkheden ter "ge legenheid van het tienjarig bestaan bij te wonen. Wij voldoen natuurlijk gaarne aan dit verzoek. Alle kinderen zijn welkom. En ook hun ouders. Aan het station te Haarlem staan extra bussen van de Storm vogels. voorzien van een vlag met den naam „Lichthoeve". De Zusters willen echter gaar ne weten, hoeveel rubriekertjes er komen. De zusters vragen daarom, even een brief kaartje te willen schrijven, waarop staat of de kinderen (eventueel met hun ouders) zul len komen. Het adres is; Kweekerslaan 13, Santpoort. Te één uur 's middags worden de hekken geopend, om aan alle belanghebbenden ge legenheid te geven, een geschikt plaatsje op het feestterrein te zoeken. Eenige leden der commissie van ontvangst zullen daarbij des- gewenscht gaarne behulpzaam zijn. Het feest begint te twee uur. Het programma luidt als volgt; 2 uur: Openingsrede. 2.15 uur: Opmarsch van de kinderschaar. Zang. vrije- en ordecefeningen, zang, af- marsch. 3.15 uur: Kindertooneel door de Lichthoeve Kinderen: a. de Dwergjes; b. Klep penna rsch c. Lichthoeve-tafei'eelen; d. Potpourri. 3.45 uur; Pauze. 4 uur: Causerie door zuster J. Th. Kuvck over de Lichthoeve en het Lichthoeve-werk. 4.15 uur: Kinderspelen: touwtrekken, zak- loopen, koekhappen, houtjes rapen, bloem pot loopen, eixz. Aan de kinderspelen kunnen alle aanwe-, zige kinderen boven de 8 jaar deelnemen. G uur: Sluiting. Natuurlijk is een feestgave van harte welkom. Lousje heeft van Moeder een tik gekre gen, omdat ze ondeugend is geweest. Lousje huilt, Lousje huilt heel hard. Plotseling holt ze naar den poppenwagen, grist de pop er uit, en zegt: „Jij hoeft ook niet te slapen, als je Moeder zoo ongeluk kig is!" EEN GRAPPIG SPEL. Allereerst hebben we een stuk carton noodig. Hierop teekenen we den omtrek van een zittenden clown, zooals op de eerste tee kening is aangegeven. Deze clown nu wordt uitgeknipt en beschilderd met aardige kleu ren. Bovendien voorziet men de muts, de handen en de voeten met getallen, zooals dat te zien is op afbeelding 2. Nu hebben we nog een deksel van een cartonnen doos noodig, die liefst zoo groot moet zijn, dat de clown er net in zitten kan. Daartoe vouwt men de beenen rechthoekig om, op de plaats, die met B. is aangegeven. Daarna plakt men den clown vast aan het deksel. Het spel bestaat nu daaruit, dat men een aantal ringen, eveneens van carton gesne den, van eenigen afstand op den clown gooit. Iedere ring, die nu hangen blijft op de muts, handen of voeten, telt voor den gooier zooveel punten als er cp aangegeven staat. Het is een grappig spel, dat met een paar vriendjes gespeeld, veel pret zal geven. DINA VAN 7M

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 7