De Mysterieuse Apache. Het waterkamp voor jongens aan de Kagerplassen. AAN HET WATERKAMP DER JONGENS op de Kagerplassen, georganiseerd door de Vereeniging ter Bevordering van de Watersport, gaat het vroolijk toe. Roeien en zwemmen behooren tot voorname onderdeelen van het dage- lijksch programma. DE POLITIEMANNEN TE OVERSCHIE hebben voor de zomer maanden een uniform gekregen die meer in overeenstemming is met den tijd van het jaar dan de tot nu toe gebruikelijke. Dat de man schappen deze verandering op prijs stellen is wel te begrijpen. DE NEDERLANDSCHE WINNAARS van den internationalen Alpenrit zijn bij bun terugkomst aan de Nederlandsche grens te Eysden o/jicieel ontvangen en in de bloemetjes gezet. RACES OP DE BROOKLANDBAAN. - Een moment uit de handicap- race voor juniores, die dezer dagen op dit bekende traject plaats hadden en waarbij de Engelschman Kalway winnaar werd. DE KOEPEL van het Rijksdaggebouw te Berlijn, die door den brand vernield was, is gerestaureerd. TE ELBURG worden ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan voor bereidingen getroffen voor de herdenkingsfeesten die op 10 Augustus zullen aanvangen. Op verschillende punten van het stadje verrijzen oude torens en geveltjes. IN DE PITTORESKE OMGEVING van het plaatsje Giethoorn hadden Dins dag opnamen plaats voor een folkloristische geluidsfilm van een oud-Giet* hoornsche boerenbruiloft. Hierboven een aardig detail. FEUILLETON ROMAN UIT DE PARIJSCHE ONDERWERELD DOOR H. LUCAS. (Geautoriseerde vertaling van H. Houben.) 37) Zonder een seconde stil te staan, vloog zij de breede trappen af langs de donkere oprijlaan en door het open hek. De kleine bekende grijze auto stond daar met snorren den motor en een man opende zwijgend het portier voor haar. Zij stapte in en zonk zoover mogelijk achterover, als zij maar koi#. De daaropvolgende dagen kon zij zich niet herinneren, hoe ze het einde van den rit bereikte; de kilometers vlogen voorbij. Gelukkig waren de wegen zeer rus tig, ofschoon het nog niet zoo laat was, als ze gedacht had. Eindelijk Parijs en ten laatste het Hotel. De auto stond stil en was weer snel weg gereden vóór zij zelf het bordes had be reikt. Toen zij binnen kwam, was haar vader alleen in de zitkamer; zoodra hij haar zag. verbleekte hij en sprong overeind. „Wat is er?", vi'jeg hij gejaagd. Cornelia viel hijgend in een stoel neer. „Waar zijn de anderen?" vroeg ze dade lijk met zwakke stem. „Naar bed", antwoordde hij. Wild ging haastig tot haar, zette zich aan haar zijde en nam har koude handen in de zijne. „Maar lieveling", zei hij overredend. ..je Jiandje is Ijskoud en het was de warmste dag van het jaar. Wat is er aan de hand en waar is Débu?" „Dood", antwoordde ze met toonlooze stem. Hij ontstelde en keek haar ongeloovig en tevens verwonderd aan. „Dood?" herhaalde hij ongeloovig. Zij wendde zich tot hem en greep zijn arm. „Dood, zeg ik u, vermoord", zei ze snel. „Vermoord voor mijn oogen neergescho ten, o het was verschrikkelijk en hij was vreeselijk". Cornelia was op 't punt van flauw vallen en Wild beheerschte zijn groeiende onrust om haar tot kalmte te brengen. „Blijf hier rustig zitten lieveling, terwijl ik een g'las wijn haal", beval hij en ging haastig heen, terwijl hij zich afvroeg of het niet beter zou zijn tante Julia te halen. Hij besloot echter dit niet te doen en kwam weldra alleen terug. Cornelia dronk het glas uit, er kwam weer wat kleur op haar wangen. „Nu schat, ais je je goed genoeg voelt, was het het beste, dat je me alles vertel de". Zelfs nu kon hij zich niet voorstellen, dat het geen verbeelding van overspannen hersenen was. „Ik zal het u vertellen; ik moet het u vertellen, maar ook aan u alleen", sta melde zij hulpeloos. Wild raakte steeds meer in de war, doch hij wachtte geduldig, streelde voortdurend Cornelia's hand en liet haar de geschiede nis op haar eigen manier vertellen. „Even voor negen heb ik Débu opgebeld", zei hij teeder. „om hem te zeggen, dat ik onmogelijk op tijd met Benedictus had kun nen klaar komen; die is werkelijk ook pas een kwartiertje geleden weggegaan". „Hij zei mij. dat er geen boodschap was", zeide zij mei zwakke stem. „Ga door", bromde Wild. „Ik denk, dat hij gek was geworden, hij hij vroeg mij ten huwelijk en ik weiger de, hij hij het was vreeselijk", fluister de zij huiverend. Wild sprong op, de aderen opzijn voor hoofd waren gezwollen. „De schurk", siste hij benauwd. „Als ik hem zie", hij hield op en keek Cornelia aan. „Hij is dood", zei ze flauw. „Ik zei u im mers dat hij dood is. Terwijl ik trachtte tem van mij af te houden, schoot iemand hem van mij af te houden, schoot iemand in haar handen om het visioen niet te zien van Débu's doode gezicht met de wijd open oogen, die naar de zoldering staarden. Iets van haar afgrijzen ging op Wild over. Hij wist het een en ander van de methoden der Fransche politie. De gedachte, dat Cor nelia voor een Fransche rechtbank moest verschijnen, deed kleine zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd parelen. Als ze maar wat meer wilde uitleggen. „Schat", vroeg hij vriendelijk, „probeer nu eens mij alles zoo volledig mogelijk te vertellen. Voor zoover ik begrijp, zal het een heel ernstige zaak worden, begrijp je, en en zijn stem werd vaag, hij kon haar niet zeggen, wat hij vreesde. Met zichtbare inspanning nam ze haar verhaal weer op, van het oogenblik van het ongelukkig schot totdat de deur achter haar dichtviel en zij onsnappen kon. „En ze hebben hem gevangen genomen!" kermde zij zenuwachtig. „Ze hebben hem gepakt en ik weet niet wat er zal gebeuren; ik had zonder hem niet moeten weggaan. Ik had moeten blijven om te vertellen, hoe alles gegaan was, maar hij liet het me beloven en ik wist nauwelijks, wat ik deed". Wild zweeg en trachtte de brokken van het verhaal aan elkaar te passen. Het was hem nog niet recht duidelijk, hoe alles feite lijk in zijn werk was gegaan. Debu, die naar het scheen een gemeene schuk was. was dood, vermoord terwijl Cornelia alleen bij hem was en voor zoover hij begreep, was het alleen aan de ridderlijkheid van dien apache te danken, alweer die apache! dat Cornelia niet het middelpunt van een vreeselijk schandaal was geworden. Zelfs nu „Heb je eenig vermoeden, wat die man die slanke kerel daar deed?" „Ik moet het zeggen", zeide zij; „het moet het moet. Zulk een eed is niet bindend; ik zal hem breken en alles vertellen". „Waarom?" vroeg Wild rustig. Cornelia staarde hem aan. „Om zijn onschuld te bewijzen", ant woordde zij. „Denk je, dat dit zou helpen?" „Ik was er toch zelf bij, toen hij ver moord werd". „Juist; en kun je den moordenaar aan wijzen?" Wild begon weer helder te denken, hij begreep dat deze toestand al zijn verstand en weten zou eischen. Vermoeid ging Cornelia weer zitten. Het geheele vreeselijke tooneel kwam weer voor haar geest. Die hand tusschen de gordijnen het schot, de bons van den neervallen den, vermoorden man en dan het plotselin ge verschijnen van PEtranger Rouge. „Ik zou kunnen zeggen, dat hij het niet gedaan heeft", zeide zij. „Zou je?" De beteekenisvolle toon drong tot haar vermoeide hersenen door. Ze keek hem angstig aan. „U denkt toch niet, dat hij de schuldige is?" vroeg ze vertwijfeld. Wild aarzelde. Volgens zijn meening was er geen twijfel, wiens hand het schot had afgevuurd, doch allerlei onaangename mo gelijkheden dwarrelden door zijn hoofd. Hij kende zijn dochter, hij wist, dat niets haar zou beletten te spreken, als zij eenmaal over tuigd was van de noodzakelijkheid daarvan. Moordenaar of geen moordenaar, hij zegen de PEtranger Rouge, dat hij haax dien eed had laten afleggen. „U denkt t-och niet, dat hij schuldig is?." herhaalde Cornelia hunkerend. „Hij zal misschien zijn onschuld kunnen bewijzen", zei Wild ontwijkend. Cornelia keek hem aan. Voor het eerst sinds haar vlucht uit Débu's huis rees voor haar de mogelijkheid, dat PEtranger Rouge schuldig was. Ze wierp deze verdenking hef tig van zich af, maar toch bleef er een kille angst in haar hart. „Wat moet ik doen", smeekte ze onge lukkig. Wild sloeg teeder zijn armen om haar heen. „Naar bed gaan en trachten te slapen, lieveling", antwoordde hij. „Morgen zullen we verder zien. Als als je dien man kunt redden, zal ik je niets in den weg leggen, dat beloof ik je plechtig". „Had ik dien eed maar niet afgelegd", mompelde ze en stond op. HOOFDSTUK XV. Cupido in nood. Denise Levallier las den volgenden mor gen het eerst het nieuws van den moord op Gaston Débu. Cornelia was niet beneden en Wild kwam de kamer binnen, toen De nise juist de courant had opgenomen en met verwondering en schrik het opschrift las. „Een Parijsch bankier doodgeschoten", las ze. „Mr. Débu dezen nacht in zijn huis ver moord. De moordenaar gearresteerd". Haar toehoorders keken elkaar in wezen - looze stilte aan. Mevrouw Lawson sprak het eerst. Norman. heb jij de krant al gelezens- vroeg ze rustig, maar zichbaar ontsteld. „(Wordt vervolgd^.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 6