PANAMA.
leeft en werkt,
Van alles en nog wat.
ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
8
Hoe het eens was. HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. Hoe het geworden is.
HET ZUIDER BUITENSPAARNE
Op de teekening van den ouden toestand
is nog de Ranmolen te zien die in 1776 is
afgebrand. De Spaameoevers zijn in den
laatsten tijd vrijwel geheel volgebouwd. Het
stadsbeeld is daardoor niet verfraaid.
Gezicht op het Zuider-Buiten Spaarne in 1776
Een interessante tocht.
Het Panamakanaal. In de sluis. Locomotiefjes die de boot op de goede plaats moeten
houden.
De grab te reis begint weer met een verras
sing. Een vrachtschip van de Kon. Ned
Stoomboot Mij., de Bodegraven, wacht een
paar uur op mij, om mij gelegenheid te ge
ven de Curaeaoenaars bij lichtbeelden en
smalfilm over Suriname te vertellen. 'sNachts
om half twaalf struikel ik de valreep op,
zwerf tusschen touwen en kabels en ruimen
door, een steil ijzeren trapje op en vind een
mooie ruime hut, waar ik fijn geslapen heb
Den volgenden morgen ontdek ik 25 zulke
hutten, een keurige, prachtig betimmerde
eetsalon, een paar allergezelligste veranda's
en gezellige dames op het sportdek aan dek
golf en dei-gelijke bezigheden; een fijne
rooksalon voor als het koud wordt, m.a w.
een meer dan goede passagiers-accommoda
tie. Voeg daarbij een gezelïigen gemoedelijken
kapitein, een ruime brug en een zwembad op
het voorschip. Dit vrachtschip kon wel eens
even geriefelijk blijken en intiem gezelliger
dan de voor het geringe aantal passagiers
vaak te groote Columbia.
Twee dagen in volle zee om met schip en
bemanning kennis te maken en dan begint
het werk. Zaterdagmorgen 15 April meeren
wij aan de kade van Cristobal aan Pier 7. Er
liggen negen pieren naast elkaar, elk ruimte
biedende aan vier schepen, twee aan eiken
kant van een groote loods, waar middenin
de spoorwagens voorrijden. Dat gevalletje is
voor mekaar. Alles van beton opgetrokken. In
de loods tientallen kleine motorlorries, die
de colli's razend vlug aanbrengen. Dat is
Amerikaansch, zooals alles in de Canal Zone.
Want het Panamakanaal ligt middenin
een tien mijl breede strook, grondgebied, dat
door de Vereenigde Staten gekocht is van
de Midden Amerikaansche republiekjes Pa
nama. Colon. Colombia en wie er al meer
aanspraken op deden gelden. Een handige
zet. die de volkomen souvereiniteit der United
States waarborgt. Wat ook noodig is. want
het Kanaal is allereerst gegraven om de Pa
cific en Atlanticvloten der Amerikaansche
marine in onderling verband te kunnen ge
bruiken. Het zal nooit rendeeren, maar
vormt een zeer belangrijk onderdeel van
Amerika's macht ter zee. Was daarom ook
het oorspronkelijke Fransche plan van de
Lesseps tot mislukking gedoemd? De Fran-
schen hebben het leergeld betaald en toch
het Panamakaitaal is half zoo lang als het
Suezjtanaal, maar het heeft 2 1/2 maal zoo
veel/gekost, vooral om de kolossale noodzake
lijke doorgraving in het westen, maar ook
door den grooten Gatun-dam hi het Oosten,
die duizenden hectaren onder water zette en
daardoor de helft van den afstand in een
bevaarbaar meer veranderde. Dat dit meer
bijna 30 M. boven den zeespiegel ligt is geen
bezwaar voor de moderne techniek. De Ga-
tunsluizenmaar wij waren pas in Cristo
bal. Even haar-land, een babbeltje met den
Inspecteur, een wandelingetje door de beton-
,st;id der groote. winkels en door de houten
woningen der arbeidersbuurten. En dan is
er nog de Villastad der Golden People. Want
de staf. die de geweldige Ka naaiwerken be
dient. is in tweeën verdeeld, de blanken noe
men zich het goud. de gekleurde werklieden
zijn hel zilver en zoo is dat ook in allerlei
opschriften boven loketten enz. onderschei
den. waarschijnlijk niet alleen zuivere zelf
verheffing. maar een uitvloeisel der gewoon
te om den blanken staf in dollars (goud-
koers) te betalen en het gekleurde volkje in
de silver currency der omliggende republie
ken.
Overigens Is Colon een Amerikaansch ver
beterd Port Said. Dezelfde winkels, dezelfde
prijzen, dezelfde internationale menigte in
do straten, alleen hier zeer veel meer blan
ken on alleen negers en andere kleurlingen
in plaats van de Arabieren. Duizenden in-
woners van Trinidad, Jamaica enz. hebben
hier tijdens de Kanaalwerken emplooi ge
vonden en Velen zijn blijven hangen hetzij
bij :!c Maatschappij, hetzij bij handel- of
verkeerswezen. Vroeger een broeinest van
malaria en gele koorts is de Kanaalzone
thans vrijwel geheel gesaneerd. Zelfs rond
om het groote meer zien wij telkens open
plekken in de jungle, waar een hutje staat
en rook opstijgt. De mensch begint er de
vroeger wegens ziekte ontruimde streken'
weer in te nemen.
Om 11 uur maken wij los van den wal, na
dat wij een 18-tal toeristen van de Colombia
onder leiding van kapitein Klok hadden in
geladen, die van de Mij. vergunning hadden
gekregen den tocht door het Kanaal met
onze boot mee te maken. Een bofj-e als Maat
schappij en kapitein wat voor haar toeristen
over hebben. Wij stoomen in Zuidwaartsche
richting het Kanaal in, dat aan weerskanten
tusschen steil begroeide zandwanden beslo
ten ligt. Een paar reigers stappen langs den
wallekant, een dikke krokodil ligt te slapen
in de modder. Langzaam gaat het voort in
de brandende zon, op een heuvelrug aan met
donkere velden er in, die zich voor ons ver
heft. De Gatundam met de Gatunsluizen,
daar zullen wij eventjes een dertig meter
omhoog gewerkt worden! Een steenen dam
steekt ver uit in het breede kanaal. Het is
een dubbel stel van drie sluizen, zoodat tege
lijk op en afgaand geschut kan worden. Wij
varen dicht langs de pier. kabels worden uit
gebracht, staalkabels ingehaald van drie lo
comotiefjes. die zich voor. naast en achter
ons plaatsen, de kabels rustig strak houdend
Dan naderen wij ook aan stuurboord een ka
demuur. De eerste locomotief wordt aange
spannen en glijdt meteen rammelend en
knarsend vooruit, een helling van een 30
graden op en wij varen de eerste sluisput
binnen. Links en rechte hooge wanden, vóór
ons nog hoogere en de reuzensluisdeuren.
Reeds is een ketting achter ons opgehaald,
de deuren sluiten zich en plotseling begin
nen water en schip snel te rijzen. Verrassend
snel! 10 Meter in enkele minuten en onder-
tusschen houden de zes locomotiefjes ons
met gespannen kabels midden in den put.
Een fluitje klinkt, de deuren gaan open en
wij varen de tweede put in. Enkele minuten
later gaat de derde voor ons open èn onder-
tusschen passeeren in de andere sluis een
Amrikaansch duikboot en een Engelsc.h
vrachtschip. In een dik half uur zijn wij be
zig de laatste paar meters van de 30 te rijzen
endeze brengen ons boven den dam uit.
Daar ligt plotseling een groot meer voor ons,
door groene heuvels omzoomd die, vooral
naar het Zuiden steeds hooger worden en
eindelijk in blauwe bergen overgaan. Het
meer is bezaaid met eilandjes en daartus-
schen door slingert de reeks van lichtboeien,
die de vaargeul aangeeft.
Dat is nu het Gatunmeer, ontstaan door
dat de Chagres rivier werd afgedamd, met
een dam van 3 K.M. lang. aan den voet 800
M. breed, die een waterdruk van 30 M. moet
kunnen keeren en dat. tot nu toe ook doet.
Mijlen ver kwamen de achterliggende val
leien onder water te staan, de bevolking, die
gewaarschuwd was, maar niet aan het won
der wilde gelooven. vluchtte eerst op het
laatste moment, velen kwamen in de golven
om. De eilanden bevatten een grooten rijk
dom aan dieren en het grootste met tapir,
ocellot, apen enz. zal als natuurreservaat be
waard blijven.
De reis over het meer is zeer schilderach
tig. Vooral door de vele doode in het water
staande boomen en den rijken tropischen
plantengroei deed het mij denken aan Peryar
lake en andere stuwmeren in Engelsch-In-
dië. Maar daarna komt pas het verrassend
ste, meest grootsche gedeelte van de reis, de
eigenlijke doorgraving van de landengte,
waar de heuvels zich tot bijna 200 M. boven
den kanaalspiegel verheffen en de eigen
lijke ontgraving bijna 100 M. diep is. Dat
daar wel eens aardschuivingen voorkomen
valt niet te verwonderen, wel dat dit zoo
weinig gebeurt, dat de vaart in het Kanaal
na 1917 niet ernstig is gestoord Maar je
krijgt wel het idee, dat één goed geslaagde
bomaanval op dit traject de Atlantische vloot
en de Pacific vloot weer voor maanden zou
kunnen scheiden. Maar thans sluimeren de
krokodillen rustig op hun modderbankjes tot
weer een sluis voor ons ligt, die ons zacht-
kens 10 Meter lager op een tweede stuwmeer
neerzet, dat naar de duizenden waterhyacin
then Miraflores is genoemd. En in die bloe
men pracht wandelden een paar prachtige
zilverreigers rond, als in een gaven wolk van
aigretteveeren getooid, met opgeheven kuif,
voor elkaar pronkende in de avondzon.
Panama-city bij nacht. Negers in alle kleu
ren en maten. Negerinnen dito. Danshuizen
en bars, vooral bars. En hevig slingerende
matrozen. Maar nu ook Indiaanschen, kort
en stevig met mooi lang haar, prachtig uit
gedost voor den nationalen dans van Pana
ma. de Tamborito. Maar ons schip moest om
12 uur weer weg.
Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN.
Weg met de wals
Toen de wals in 1787 in de mode kwam
gaf deze dans den burgers grooten aanstoot
en toen koningin Louise aan het Pruisische
hof wilde walsen werd dat heftig afgekeurd.
Een krachtige stuwdam.
Onlangs werd de grootste stuwdam van
Europa ingewijd. Hij ligt in de bergen van
Auvergne in Centraal-Frankrijk, is 120 meter
lang en 105 meter hoog' en voedt een kracht
centrale, die 120 millioen kilowatt stroom
kan leveren.
En de handen
In Engeland wordt gemiddeld ruim 2 hec
togram zeep per hoofd en per week ge
bruikt.
Atlantique wordt herbouwd.
Het onlangs uitgebrande Fransche reuze-
passagiersstoomschip „Atlantique" wordt
herbouwd, de kosten waarvan 196 'nillioen
Fransche francs bedragen. De verzekerings
som bedroeg slechte 100 millioen francs.
779 bruidjes van 16 jaar.
Van de 311.847 huwelijken, die verleden
jaar in Engeland werden gesloten, waren
22 bruidegoms en 779 bruiden zestien jaar. In
drie gevallen waren zoowel de bruid als de
bruidegom slechte 16 jaar oud.
„Radio is geen luxe", zegt de Tsjechi
sche rechter.
In Kaschau. Tsjecho Slowakije, had een
schuldeischer beslag laten leggen op het ra
dio-apparaat van zijn schuldenaar, daarbij
bewerende, dat het hier een luxe voorwerp
betrof.
Het gerecht heeft hem echter in het onge
lijk gesteld en te kennen gegeven, dat het
bezit van een radio-apparaat geen luxe is,
maar dat een ontvangtoestel een belangrijk
hulpmiddel is om zich een algemeene ont
wikkeling eigen te maken.
Hoe wij nu die plek kennen.
De vischbakkerij en de Entos.
Visch bakken, een echt Zandvoortsch bedrijf
Doorgraving langdengte van Panama.
fotols hierbij vestigen uw aandacht
óp eenigeoud-Zandvoortsche bedrij
ven, zooals; ze dagelijks .in;.werking
zijn, maar zooals de „dagjesmensch"
ze doorgaans voorbij loopt. De badgasten zijn
er al wat meer mee vertrouwd, en zij, die
Zandvoort wat intiemer kennen dan het
Noorderbad, het Zuiderbad en de boulevards
daartusschen, zullen er vele herinneringen
in terug vinden.
Zoo is daar dan de oude Zandvoortsche
vischbakkerij, zooals zij beoefend wordt in de
Duinstraat, in het alleroudste deel van
Zandvoort, waar in stille rust het Schelpen
pleintje verscholen ligt tusschen de drukte
van de Kerkstraat en de mondaniteit van den
Hoogen Weg. Willem Zwemmer, die in zijn
leven 22 hitten voor de vischkar „verwaer-
loosd" heeft, en dien „Bokkem", de vroegere
omroeper van ouds gemeenzaam „Wullum
van Jampie" noemde, ter onderscheiding
van de vele naamgenooten als hij in den dis
tributietij d met het geel koperen bekken
voor hem door het dorp ging. Willem Zwem
mer haalt er sinds jaar en dag de scholletjes
en de bot door een pannetje melk en doet
ze sissend in den spetterenden bakpan spar
telen. Willem Zwemmer rookt er de pieter
man en de makriel en kookt er de in verbran-
dingsdood krimpende garnalen in groote
ronde tobben op een houtvuur.
Als het slecht weer is in Zandvoort moet
ge er eens gaan kijken in deze kleine karak
teristieke straatjes, waar ge met uw elleboog
op het dak van een huis kunt leunen zonder
scheef te staan, waar ge ook gerust zoo'n
huisje kunt binnen gaan om het pittoreske
interieur te bezien en waar ge dan hartelijk
met koffie en desnoods met gebakken visch
ontvangen wordt. Een gastvrij en hartelijk
slag menschen zijn deze Zandvoorters, en
wat ons steeds treft, is de groote intelligen
tie, die de eenvoudigste lieden hier kenmerkt
en het zuivere Nederlandsch, dat zij ondanks
het merkwaardige en gezouten accent, hier
spreken. Daaraan ware een geheel afzonder
lijk artikel te wijden.
Een regenachtige of winderige dag behoeft
in Zandvoort nog geen verloren dag te zijn.
Mits ge de lust hebt u eens te verdiepen in
plaatselijke topografie en sociografie.
Zoo is er in Zandvoort immers ook de En-
tos Ook de Entos is waard om gezien te wor
den, al aarzelen wij wat met de aanbeveling,
om redenen, die U zult billijken. Wie geen in
sider is in het Zandvoortsche leven kan al
lerminst deskundige zijn in zaken de Entos
betreffende en zelfs voor hen. die lange ja
ren het Zandvoortsche leven meeleefden,
bleef de naamsherkomst even lang een raad
sel. dat tenslotte zijn oplossing bleek te vin
den in een grap. In 1913. toen te Amsterdam
de eerste Nederlandsche tentoonstelling op
Scheepvaartgebied, de E. N. T. O. S. gehou
den werd. legden ondernemende en tot de
veeteelt aangetrokken Zandvoorters in de
duinen over de spoorbaan een kamp van var
kenshokken aan, dat zij schertsen der wijs
„onze Entos" noemden. Evenzeer nu. als de
varkenshokken zich handhaafden tot den
huidigen dag, hield de naam stand en er is
geen geboren Zandvoorter of hij weet u te
zeggen wat en waar de Entos is. De Entos
ligt tusschen de begraafplaats en de belt. en
het gemeentebestuur heeft al eens pogingen
gedaan om hem er weg te krijgen, maar hoe
feller de aanvallen werden, hoe solidairder
de exploitanten van den Entos en sinds zij
in vereeniging hun kracht zochten, zijn alle
pogingen van het gemeentebestuur daarop
gestrand. De exploitanten van de Entos ver
dedigen hun terrein met liefde en hun eisrh
is „Eerst een nieuwe Entos, vóór de oude
weg gaat". De Entos consumeert alles, wat
er in Zandvoort aan afval overblijft, en daar
dit in een dorp vol hotels meer is dan in
eenig ander oord van deze grootte, stellen
de Entos-liedcn als een sociaal probleem de
mogelijkheid, dat dit alles zoo maar op de
belt zijn weg zou moeten vinden, en wie zou
tegen dit argument in gemoeds iets kunnen
aanvoeren? De Entos. de Belt en de „be-
vloeiingsvelden" van de rioleerïng liggen er
dus nog naast elkaar, zijn rijk aan vliegen
en geuren, en vormen met dat al een niet
geringe bezienswaardigheid. Het is een wan
deling naar de duinen achter Kostverloren
waard, om hier de menschen te zien in de
drukke doening van hun honderd hokken en
stallen met varkens en geiten, die groot ge
bracht worden in aardappelen, zure melk,
half afgebeten broodjes en schillen. Ge zoudt
een zoo rustiek bedrijf hier niet verwacht
hebben in de onvruchtbare duinen, waar de
patriarch van de Entos vroeger jaren zelfs
een koe verzorgde. De patriarch van de En
tos is de in Zaï^dvoort algemeen bekende
oude heer Beekhuis, bekend bij de inwoners
door zijn schikenvvager., bij de kinderen om
zijn witten baard en bij de badgasten om zijn
karakteristieke vriendelijke gestalte en zijn
onafscheidelijke pijp. De oude heer is de
De patriarch van de Entos.
oudste en tevens de populairste man op de
Entos en de familie Beekhuis heeft er wel
licht het grootste bedrijf, met een aanzien
lijke hoeveelheid biggen en een formidabele
zeug. die Crisisvarker.scentrale en slechte
prijzen ten spijt niet aarzelt steeds nieuwe
speenvarkens ter markt te brengen. Het is
er een hartroerend geknor en gegil en als ge
naar ze kom: kijken, zien al deze zwijntjes u
met kwaadaardige oogjes aan, heel anders
dan de geiten, die werkelijk lieve dieren zijn,
en hesl bescheiden.
De Entos. dat is oo de niet-vermoede zelf
kant. van Zandvoort, die even hevig het Ie-
van der menschen in al zijn faceten open
baart als alle nuric-r? en meer fashionable
zijden des levens in dit in menschelijke be
levenissen zoo rijk gevarieerde dorp. Maar
een zelfkant, waar niemand overheen moet
zien.
K. Pk.