De Mysterieuss Apache. Huldiging van Jac. van Egmond. Codos cn Rossi op le Bourget teruggekeerd. DE BEIDE FRANSCHE VLIEGERS, die het lange afstandsrecord hebben verbeterd, Codos en Rossi, zijn op Ie Bourget teruggekeerd, bg welke gelegenheid hun een triomphalc ontvangst ten deel vieL FEUILLETON ROMAN UIT DE PARIJSCHE ONDERWERELD DOOR H. LUCAS. (Geautoriseerde vertaling van H. Houben.) 45) „Lieveling", zei ze zacht. „Mijn lieveling". Later op den dag kwam Wild bij haar met een ernstig gezicht. „Ben je bij Ceiia geweest?" vroeg hij. Mevrouw Lawson knikte. „We kunnen nu niets voor haar doen. Norman', zei ze. „We moeten haar maar alleen laten, tot we wer kelijk kunnen helpen". ;;'t Is een onaangename geschiedenis', zei hij langzaam. „Ik had niet gedacht, dat zij het zich zoo zou aantrekken. Ik heb juist Fleurie opgebeld en ik vrees, dat er niets aan te doen is". Mevrouw Lawson huiverde. Cornelia's keus was treurig was het wel een keus te noe men? Maar het gevolg was toch wel te verschrikkelijk, vond ze. „Geloof je werkelijk, dat men ik meen dat de zaak wel zijn beloop zal hebben?" „Onvermijdelijk. Wij zullen weggaan van Parijs", zei hij kort. „Natuurlijk kan er nu van verder onderhandelen ook niets komen, maar dat kan mij niet schelen; ik geef alles op en zal mijn compagnon telegrafeeren een anderen vertegenwoordiger te zenden. We zullen wat naar het Zuiden gaan en aan naar huisv Ik geloof, dat het beter is, hier te blijven". Beide mevrouw Lawson beslist. „Waarom?" „Ach, jij begrijpt dat niet zoo, maar ik wel. Als Cornelia hier blijft, zal ze het ge voel hebben, dat als er iets te doen valt. jij er bent om het te doen en neem je haar weg van- hier dan zal ze iedere minuut van den dag denken dat er iets gedaan had kun nen worden". Wild keek haar twijfelend aan. „Misschien heb je gelijk, Julia. Maar vraag het haar eens, en alles, wat ze wenscht, zal ik doen". „Ik ben er zeker van, dat ze hier wil blijven, maar ik zal het haar vragen. Ik ben bang, dat we heel wat met haar te stellen zullen krijgen. Norman". Hij knikte en beet op zijn lip. „Ik zal blij zijn als alles voorbij is en wij weer goed en we! In Chicago zitten", zei hij nadenkend. „Als als er niets meer tusschen komt. hoe lang zal het dan nog duren voor voor zelfs Julia's rustige stem stamelde de vraag, die zij bijna niet durfde uitspre ken. „Ongeveer drie weken, geloof ik". 't Bleef lang stil, toen sprak hij .weer. ..Gelukkig, dat jij bij ons bent, Julia. Je bent onze reddende engel geweest, Julia", en een eigenaardige toon van verlichting lag in zijn stem. Zij bloosde van genoegen. „Toch niet, Norman", antwoordde ze kalm ofschoon haar lippen trilden, toen ze weer geduldig naar Cornelia's kamer terugkeer de. HOOFDSTUK XVIH. De bekentenis. Denise Levalüer zat weggedoken in een stoel hopeloos te schreien en Franklin Royle stond verlegen en besluiteloos bij het raam ,,'t Is allemaal vreeselijk", mompelde zij „Ik word er akelig van, telkens als ik e: aan denk, maar als ik Cornelia zie word ik ontroostbaar ik kan het niet aanzien alleen maar huilen". Royle keek hulpeloos naar het gebogen hoofdje. Hij voelde zich ongelukkig als een visch op het droge. Wild dacht blijkbaar r.iet meer aan zaken, Cornelia bleef on zichtbaar en Julia Lawson verdeelde be kommerd haar tijd tusschen deze twee. Hij zag verlangend uit naar Amerika en een verstandig, geregeld leven. „Mijn ouders komen over twee weken in Parijs terug neen, al eerder", merkte Denise eenigszins spijtig op. Royle schrok op. „Vind je vind je dat dan niet prettig?" Zijn eigen onrust was plotseling verdwenen, als sneeuw voor de zon Hij keek eenigszins angstig naar het neer gebogen bruine hoofdje, het fijne profiel en de hand, die zij zoo vertrouwelijk in de zijne liet rusten. „Gewoonlijk was ik altijd erg blij, als zij terugkwamen niets was zoo prettig", ging de stem voort Denise's stem had een aa.r- digen, helderen klank, waarnaar ook Julia Lawson met een stil vergenoegd lachje kon luisteren. „Maax alles is nu zoo anders ik voel me zelf zoo oud, zoo oud. Wat is dit alles toch een ellende". „Ja, maar dat gaat allemaal weer voorbij ik wil zeggen, dat Cornelia een heel moe dig meisje is ik vind het ook vreeselijk. maar „Ja", onderbrak Denise hem, „en toch kan ledereen zien, hoe ze stil en fier lijdt", en haar tranen begonnen opnieuw te vloeien. „Mijn lief klein meisje, je moet probeeren het je niet te veel aan te trekken", en Royle stapte zonder verder iets te zeggen de kamer door, knielde naast Denise neer en trok haar vast tegen zich aan. Zij legde haar hoofd dankbaar en eenvoudig op zijn schouder, haar wang tegen de zijne en hij zelf kuste haar tranen weg en dit maakte hem wonderlijk gelukkig en bevredigd. De deur werd geopend en weer plotseling gesloten. Denise keek op en zuchtte schroom vallig. Haar natte oogen schitterden, toen zij in de grijze oogen boven haar keek. „Laat mij ze maar allemaal afdrogen, al die tra nen", fluisterde Royle en hij deed dit teeder en niet onhandig. „Maar ik moet er niet te gelukkig uitzien" zei ze met stokkende stem cn een zachte blos kwam op haar wangen, toen ze haar gezichtje tegen zijn schouder verborg. Eenige minuten later zocht Norman Wild met een trek van goedige verwondering op zijn moe, bezorgd gezicht Julia Lawson op. „Julia", zei hij, „denk je heusch, dat. het goed is voor Cornelia dien man te zien? We hebben er verlof toe gekregen, weet je, maar „Zeker, Norman, 't zou te wreed zijn, het haar niet toe te staan, nu ze er zoo naar verlangt". Wild knikte en wilde heengaan. „O, ja, Julia" en hij kwam weer terug, ,,'t Kan gek loopen in de wereld", zuchte hij, „ik zag juist, dat de kleihe Denise haar hart uit stortte en snikte, leunend tegen Frank's schouder en nog nooit in mijn leven heb ik dien jongen zoo dwaas gelukkig gezien". Julia Lawson zuchtte en glimlachte. „Dat was al een heel tijdje. Norman. Ik ben heelemaal niet verwonderd; heusch 't is zóó veel beter". „Zeker, zeker", antwoordde Wild en streek met zijn hand over zijn voorhoofd. ..'t Lijkt wel of alles 't onderste boven staat", en hij ging weer naar de kamer van zijn doch ter. Cornelia was alleen. Bij haar vaders bin nenkomen keek ze plotseling op, volkomen rustig, maar haar gezicht stond strak, zon der uitdrukking, een masker van smart met diep ingezonken blauwe oogen. „Ja?" zei ze met droge lippen. „Wat is er?" Wild ging naast haar zitten en streek haar haar naar achter. „Je mag hem zien, lieveling", zei hij, „daags voor maar ik smeek je, denk er nog eens goed over na". „Ik moet toch afscheid van hem nemen, vader", antwoordde ze. „U behoeft niet bang te zijn. ik zal u niet in moeilijkheden brengen. Ik denk, dat ik dat nooit meer zal doen, ik zal u nooit meer beangst of be zorgd maken" en zij glimlachte flauw. Wild's gelaat vertrok pijnlijk. Hij zag liever den dwaasten streek, dan deze apathi sche neerslachtigheid. „Dus het is afgesproken, niet waar", zei hij zacht, „dat we eind dezer week naar het Zuiden trekken". Cornelia knikte. „Zooals u wilt", zei ze. „Wanneer mag ik hem zien?" ..Donderdagmiddag", antwoordde hij en plotseling opstaand, ging hij heen. Cornelia bleef zitten, zooals haar vader haar verlaten had, met haar handen in haar schoot. Nu was het einde nabij; het verdriet de troosteloosheid zou blijven, maar de kwelling om een uitweg te vinden, het zich pijnlijk afvragen, lederen dag opnieuw en het grootste deel van den nacht ook nog, of er niet iets onbeproefd was gelaten dat ten minste zou ophouden. Vandaag was het Dinsdag. Donderdag zou ze den man. van wien ze hield, vaar wel moeten zeggen en Vrijdag zij begroef haar gezicht in de handen en rilde hevig Haar vader was onuitsprekelijk goed voor haar geweest, dacht ze. Ze wist, dat hij alles gedaan had. wat in zijn macht was om rEtranger Rouge te helpen, maar zij had dagen moeten pleiten en smeeken voor hij haar deze laatste ontmoeting toestond. Eindelijk was hij gezwicht en over twee dagen mocht zij afscheid van hem nemen, in de Santé Prison. Hoe zou zü deze twea dagen door komen? (Wordt vervolgd). BIJ ZIJN AANKOMST Donderdagavond in Amsterdam werd de nieuwe wereldkampioen wielrennen J. van Egmond, door een enthousiaste menigte ontvangen en gehuldigd. Van Egmond, met krans omhangen, op zijn zegetocht door de hoofdstad. DE SCHEIDENDE ENGELSCHE GEZANT Sir Odo Russell cn Lady Russell, hebben Donderdagavond een afscheidsbezoek gebracht aan H. M. de Koningin, De aankomst bij het paleis aan het Noordcinde. DE LEDEN van het eskader van maarschalk Balbo zijn op HET KLEINSTE RADIOTOESTEL van dc radio-tentoon- vacantie gegaan. Balbo neemt hartelijk afscheid van zijn mannen. stelling, welke in Olympia-Hall tc Londen gehouden wordt. DE AMERIKAAN LINCOLN ELLS WORTH, die Amundsen en Nobileop hun Noordpoolrcizen vergezelde, or ganiseert thans een nieuwe Zuidpool expeditie, welke reeds tot in de klein ste onderdeelen is voorbereid. - Ells worth bevindt zich te Auckland op Nieuw-Zeeland, vanwaar dc expeditie binnenkort zal vertrekken. DE MELOENENOOGST in het Westland is op het oogenblik in vollen gang. Een aardige opname bij de meloencnkasscn in Loosduincn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 5