DE AAP VAN OOM ED. VRIJDAG 25 AUGUSTUS 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 5 AAN ALLEN. Als we lezen, hoe de Chineezen en Japan ners elkaar voortdurend bestrijden en op vaak onmenschelijke wijze schade berokke nen, dan zou je zoo denken met onbeschaaf de volksstammen te doen te hebben. Niets is minder waar. Zij, die gereisd hebben in China en Japan stonden verbaasd voor de majestueuze bouwwerken, schilderstukken, voortbrengselen van handwerkkunst enz. "t Was vaak van een schoonheid, die de Westerling gansch niet kent. Het grootste bouwwerk der aarde, de Chi- neesche muur is een onovertroffen verdedi gingswerk. De lengte van den hoofdmuur be draagt 3000 K.M., dat is ongeveer de af stand van Londen naar Leningrad. De lengte van het totale bouwwerk bedraagt 4000 K.M. De geheele vorm doet denken aan een reusachtigen draak. De rug is getand. Het gaat bergop, bergaf; dan eens over rotsen, dan over bruisende stroomen en ravijnen. Hij wordt ook beschouwd als 't achtste wereld wonder. Op schitterende wijze past hij aan bij de grondsgesteldheid. En die is juist 't tegenovergestelde van onze streken. Op som mige plaatsen is er groot verval waar te ne men. Dat is geen wonder, als men weet, dat hij meer dan 2000 jaar oud is. Welk een ge niaal man moet keizer Sjin Sji geweest zijn, die pl.m. 200 jaar voor Christus order gaf dezen muur te bouwen om alzoo China tot een eenheidsstaat te maken. Hij noemde zichzelf dan ook den eersten keizer. En 't is jammer, dat deze knappe man iets heel doms deed. Hij liet alle kunstwerken op 't gebied van bouwkunde, litteratuur enz. ver nietigen, opdat met hem een nieuw tijdperk zou intreden. Hij heeft werkelijk verstandige nieuwe wetten gegeven. China was toen een land- bouwstaat De akkerbouw stond op hoogen tak en de bodem werd zoo goed bewerkt, dat er steeds overvloedige oogsten verkregen werden. Ten N. van China strekte zich het einde- looze steppen- en woestijngebied van Mon golië uit. Daar woonden ruwe jagersvolken, die wel uit stelen moesten gaan om in hun onderhoud te kunnen voorzien. Vandaar dat er vaak begeerige blikken naar 't rijke China land geslagen werden. Keizer Sjinsi heeft daarom in de eerste plaats zijn grooten ijzeren muur gebouwd. Een millioen arbeiders heeft hij daarvoor nocdig gehad. Dit waren voor het grootste deel krijgsgevangenen. Onder zijn regeering kwam uc muur maar voor een klein deel ger reed. Onder zijn opvolgers werd China door binnenlandsche onlusten, geteisterd. In de 13de eeuw kwamen de Mongolen binnen en de Groote Muur raakte in verval. Tusschen de 14de en 17de eeuw werd hij weer hersteld. Toen is de muur klaar gekomen. De basis is 7 a 8 M. 't Zijn eigenlijk twee muren van 6 a 10 M. hoogte, opgebouwd uit~baksteenen. De ruimte tusschen deze muren is opgevuld met puin, leem, steenen enz. Bovenop is weer geplaveic steenwerk. De muren loopen van boven naar elkaar toe De borstweering is van tin. Op regelmatige afstanden zijn op den muur wachttorens gebouwd van twee ver diepingen hoog. Ook deze zijn van borstwe ringen voorzien. Vroeger zaten in deze to rens de wachtposten. Door middel van een vernuftig uitgedacht signaalsysteem kon er onmiddellijk gewaarschuwd worden, als de vijand naderde. De berichten werden van den eenen toren naar den andere overge bracht en zoo doorgeseind naar de hoofd stad. Tegenwoordige ingenieurs beweren, dat zelfs met de modernste werktuigen de muur niet solider gebouwd, had kunnen wor den. Granaattrechters wijzen er thans nog op, hoe vaak .hij beschoten is geworden. He laas zijn er ook vele gaten ontstaan in het afbrokkelende bouwwerk. We zullen maar hopen, dat de Chineezen van thans al 't mogelijke in 't werk zullen stellen om den Muur voor verder verval te bewaren. Een Chinees is trotsch op zijn muur. Buiten zijn muur is 't vreemde land. Hij beschouwt 't als een groot ongeluk, wanneer hij zou moeten sterven buiten den Muur. In ieder geval wil hij binnen den Muur begraven worden. Daar is 't land zijner vaderen. W. B— Z. WAT ONZE BELANGSTELLING WEKT. Hoe hoog kunnen vogels vliegen? Men heeft de condor op 6800 meter aangetroffen, de arend op 3000 meter, den leeuwerik op 1900 meter en kraaien op 1400 meter. De meeste vogels bereiken de 1000 meter niet; vlinders daarentegen treft men soms op 2009 meter hoogte aan. Over grotten. Men meende tot voor kort dat de diepste grot gevonden werd in de na bijheid van Triest; deze was 329 meter diep: thans heeft men in 't Italiaansche schier eiland Istrië een grot ontdekt- ter diepte van 360 meter. Verkeersongelukken. Men zegt dat bijna alle verkeersongelukken aan onvoorzichtig heid zijn te wijten. Slechts 2 pet. zouden hier buiten vallen. De telefoon. Op 1 Januari 1925 telde het aantal telefoonaansluitingen over de heele wereld 26.038.508. Hiervan had men er in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika 62 pet. en in ons land 0.78 pet. Piano's. In Parijs telt men 150.000 piano's en daar men er belasting heft op deze mu ziekinstrumenten is dit voor de stad een aardige bron van inkomsten; ze brengt n.l. bijna 5 millioen francs op. Een lange reis. De aarde doet haar reis om de zon in 1 jaar maar Jupiter doet over die reis om de zon 12 jaar. MIJN VACANTIE-UITSTAPJE NAAR DE VELUWE (VI) door W. LASSCHUIT. Getrouw aan de afspraak, stappen we nu op voor de reis naar Arnhem, een 25 K.M. langs den straatweg, maar wij maken er maar eens een 40 KM. van. Daartoe nemen we onzen ouden, trouwen weg langs Uchelen. maar slaan nu den weg in naar Beekbergen. We steken even voor dit dorp den rijksweg over. fietsen over het asfalt naar Loenen, waar we aleens geweest zijn. toen met het be zoek aan dén Loenschen waterval en komen weer aan den weg naar Woeste Hoeve. Nu slaan we echter linksaf richting Apel- doornsche Kanaal, passeeren het stationne tje Loenen. steken het lokaalspoortje over en komen dan langs Eerbeek. Dit plaatsje ligt echter over het kanaal en doen we dus niet aan, want we bleven aan den binnen kant. Laat ik nu het kanaal houden tot Laag Soeren en jullie eerst eens wijzen op een eigenaardig iets. waarop mijn aandacht viel, namelijk deze: Aan mijn zijde, dus aan den binnenkant van het water wisselde de hei met hier en daar een weitje met een paar koeien en het bosch het landschap af. maar aan den overkant bleef het wei met koeien, het voor mij als Haarlemmer zoo gewone en toch mooie landschap. Is het niet eigenaardig, dat dit kanaal als het ware de scheiding vormt tusschen Ve- luwe en Achterhoek, of liever gezegd: Het Graafschap (De Achterhoekbewoners voelen het anders als een beleediging. als je zoo maar over een „Achter"-hoek durft te spre ken In Laag Soeren had ik wel het kanaal kun nen houden, om dan zoodoende in Dieren en later in Velp uit te komen, maar ik voelde meer voor bosch en hei en dus sloeg ik rechtsaf. Hier splitste de weg zich in tweeën. Beiden gaan naar Dieren, maar de eene loopt dooi de Imbosch en is 7 K.M. langer. Ik besloot de zen laatste te nemen. Dieren Dieren te laten en door de Imbosch den straatweg naar Arn hem te bereiken. De tocht door de Imbosch is van niet-te- beschrijven schoonheid. Het is al maar bosch en nog eens bosch van een geweldige opper vlakte. Vyil je er 'van genieten, dan moet je het ook zelf dqorfietsen/. Ik zal me alleen maar bepalen, dat ik na ruim 2 uur fietsen pas den straatweg naar Arnhem bereikte. Na even gerust te hebben, besloot ik nu re gelrecht naar deze stad te rijden. Op z'n tijd is zoo'n bezoekje wel eens aardig. Je komt aan op een hooge brug, waar van daan je een mooi gezicht op de stad hebt, Be neden rollen'trams, autols, fietsen, wandelen menschen en vlak langs je heen dito, dito, behalve de tram. Een eindje verder ontmoet je dezelfde tramlijn, als deze een stukje naar boven is „geklauterd", Arnhem's straten gaan op en af, en voor zien van zoo nu en dan een stukje glad as falt ofakelig hobbelende keien. Het is het knooppunt van vele tram- en treinwegen. Er gaan b.v. trams die de ver schillende stadspunten verbinden, een lijn naar Velp. een eigenaardig soort-, ik denk, benzine motorwagen met een soort schoor steentje naar Doetichem. Het bezit een mooi concertgebouw. Musis Sacrum, waar de Arnhemsche Orkest ver- eeniging in den regel concerteert. Het bezit prachtige omstreken, om maar eens alleen Sonsbeek te noemen. Ik ging terug met de autobw fiets wordt er dan opgelegd. De mooie Julianatoren met zijn attracties biedt voor de bezoekers van Apeldoorn een aardig uitgaanspunt. Je hebt er b.v. de beeldengalerij, waar ver schillende „groote" personages uit de ge schiedenis zijn afgebeeld, waar een ..onech te" neger-jazz-band zijn afgrijselijke mu ziek doet hooren. De lachspiegels behoeven geen nadere om schrijving. Iedereen kent ze. Het doolhof is vermakelijk. Geregeld loop je met je neus te gen een hooge heg op en dan maar terug, totdat je eindelijk na lang gezoek het eind punt. dat weer het beginpunt voor de grot vormt, een reusachtig gewelf meteen doorkijk in de huiskamer van een familie ja, de naam ben ik werkelijk vergeten! hebt gevonden. De speeltuin biedt ook vele vermakelijk heden. .De volgende week gaan we de twee laatste Veluwsche tochten maken, namelijk van Apeldoorn over het Uddelermeer naar Gar deren en Putten. Dan langs den beroemden Postweg naar St-averden. Élspeet terug naar Apeldoorn. Pl.m. 50 K.M. Daarna huistoe per fiets tot Amersfoort over Kootwijk en Barne- veld. die helaas met regen eindigde, maar dat toch op zichzelf nog een mooie tocht wordt. En dan zullen we onze uitstapjes maar eens besluiten. STRAKS. Straks gaan weer de schooldeuren open, Straks vangt er het werken weer aan, Straks is 't met pret en pleziertjes Voorloopig voorgoed ..weer - gedaan. Straks is het weer werken, en. leeren Straks gaat alles juist weer op tijd. En na zoo'n mooie vacantie Zijn wij ook tot werken bereid. Straks is de vacantie .verdwenen. En allen gaan weer aan het werk. Maar na zoo'n heerlijken zomer. Voelt ieder zich krachtig en sterk. Straks gaan weer de schooldeuren open, Komt, vroolijk naar binnen gegaan. Na al de pret en pleziertjes. Maar dubbel ons best dan gedaan. W. B.—Z. AANKLEEDEN MET HINDERNISSEN. Rudolf logeert bij zijn Oom en Tante op een boerderij. Op een dag is hij weggegaan, heeft zijn barigoed meegenomen en is in een beekje gaan zwemmen, want het is ver schrikkelijk warm. Zijn kleeren heeft hij over een laag hangende boomtak gehangen. Na een poosje, als hij lekker verfrischt uit het water komt en zich wil gaan aankleeden. bemerkt hij tot zijn schrik, dat iemand een groote hond aan den boom heeft vastgebon den zoodat hij niet bij zijn kleeren kan. Wat nu! Hij kan toch niet zoo naar huis gaan. Er is geen sterveling in de buurt om hem te helpen en zoodra hij'maar een po ging doet om bij zijn kleeren te komen, be gint de hond woedend te blaffen en laat zijn tanden zien. Maar Rudolf is niet dom. Plotseling krijgt hij een schitterend idee. en werkelijk vijf minuten later heeft hij zijn kleeren en kan hij zich aankleeden. Wie van jullie weet wat Rudolf deed? Oplossing komt de volgende week. TANTE TINE, EEN PRAATJE OVER ST. OEDENRODE. Zoo waren we dan van Groesbeek vertrok ken naar Sint Oedenrode. Eerlijk gezegd, was dat eerst een teleurstelling. Het prachtige Geldersche landschap om Nijmegen was zoo weel grootscher dan de Brabantsche hei, bosch en vennetjes, De gulle goedhartige Braban ders en vooral ons meer dan goede pension waren de oorzaak, dat we er toch geen spijt van hadden hier te zijn gekomen Al wan delende en speurende ontdekten we ook veel natuurschoon. Je moet het zelf ontdekken, „Oom Ed. vertel nog eens wat. Hè toe!" vleiden de kinderen. Oom Ed lachte: .„Ach kinderen, ik weet niets meer. Ik heb jullie al alles verteld!" „Nee, dat is niet waar. Daar is niets van aan!" werd er geprotesteerd en Tineke, Ooms lieveling, ging aan zijn arm hangen. „U hebt ons beloofd nog eens te vertellen van Jokke, uw aap." „Hè ja. van Jokke,*' riepen de anderen in koor. „Toe Oom. van Jokke!!'' Tegen zooveel aandrang kon Oom Ed niet op. „Nu goed dan: maar dan gaan we in den tuin zitten. Het is veel te mooi weer om bin nen te blijven." Stoeiend en ravottend holden ze den tuin in. Het was een heerlijke zomervacantie; alle nichtjes en neefjes logeerden op het- groote buiten van Oma en Opa. En Oom Ed. de jongste zoon van Oma en Opa was toevallig thuis. Oom Ed was stuurman op de groote vaart en vertellen, dat hij kon Zoo ook nu weer. Oom ging op de oude bank zitten, die heelemaal aan het einde van den tuin stond: blonde Tineke nestelde zich dadelijk op zijn schoot, terwijl de andere kin deren om Oom heen gingen zitten of staan. Oom Ed keek eens lachend het kringe tje van zijn jeugdige toehoorders rond. Blau we. bruine en grijze kijkers waren vol ver wachting op hem gericht. Toen begon hij: „Jokke was een middelmatig groot chim- pansë, die ik eens van een paar negers in Afrika had gekocht. Het was een trouw dier en erg aan mij gehecht. MaarJokke zat vol grapjes en dat was voor sommige men- schen niet altijd aangenaam. Zoo gebeurde het eens, dat ik van een reis terugkwam en eigenlijk geen huis had. Jullie hoeven niet zoo verwonderd te kijken! Dat kwam omdat Oma en Opa juist op reis waren en ik had geen zin om alleen in het groote huis te wo nen voor die paar weken. Zoo besloot ik dan zoolang maar ergens en pension te gaan. Maar, nu kwam de groote moeilijkheid: Jokke. Die meest met mij mee. Het dier was zoo aan mij gehecht, dat hem onmogelijk in een asyl of iets dergelijks had kunnen over brengen. Dan had hij vast en zeker ziek ge worden. En jullie weten, als apen uit hun eigen klimaat eehaald worden, dan kunnen ze niet veel hebben. Na lang zoeken had ik dan eindelijk een pension gevonden, waar ik Jokke bij me mocht houden tegen goede betaling. Ik was heel blij. want om jullie de waarheid te zeg gen. ik had Jokke ook niet goed kunnen missen. Eerst was Jokkr wat schuw in de nieuwe omgeving: maar dat duurde niet lang; want spoedig begon hij zijn oude grappen weer uit te halen. Er waven in het. pension natuurlijk nog meer menschen; daar was bijv. de dokter Een vriendelijk man en erg stipt. Zoo had hij de vaste gewoonte om "s morgens om acht uur uit te gaan met zijn hoed op en dan in den tuin rustig de kracht te gaan zitten le zen. Was het weer te slecht, dan kroop hij in het prieel. Jokke nu. was spoedig op de hoogte met deze gewoonte. Het was een heel verstandige aap. Maar nu weten jullie nog niet. dat Jokke vrij in huis mocht zijn. En 's avonds sliep hij meestal op den divan in den salon, warm toegedekt met een deken. Jullie weten, apen zijn erg gevoelig voor kou. Op een goeden ochtend nu. toen de dok ter zijn hoed wilde pakken, om in den tuin in het ochtendblad te gaan, lezen, hing deze niet op de gewone plaats. Overal zocht hij. geen hoed te vinden. Jokke lag rustiz oo zijn divan te slaoen; later werd het heele huis doorzocht. Maar de hoed was er niet. Dien dag ging de dokter uit met een oude al pinomuts op. 's Avonds, toen iedereen in het salon zat en het lic.h; or)g°draaid werd. zae de dokter nio?celing ziin hn-d .aan da Iamn handen. Dat kon natuurlijk niemand anders dan Jokke gedaan hebben. Die leeperd had zich 's morgens onschuldig slapend gehouden. Maar er zou nog iels veel mooiers gebeu ren. Toen we er een paar dagen waren, kwam er een nieuwe gast, een dame. Maar een vervelende dame; overal had ze iets op aan te merken en te mopperen. Voor Jokke was ze doodsbang en omgekeerd had Jokke een hekel aan haar. Verder was ze buitengewoon nieuwsgierig. Men had er haar al een paar keer op be trapt, dat ze achter de deur stond te luis teren. Eens op een avond zaten alle gasten'rus tig te praten. Jokke was nergens te vinden en de oude juffrouw was op haar kamer naar alle waarschijnlijkheid. Het licht brandde, de overgordijnen waren gesloten. Ik voerde juist een interessant gesprek met den dokter over Afrika, waar hij ook geweest was. toen er plotseling een gil weerklonk, van achter de gordijnen, die plotseling heftig begonnen te bewegen.We schrokken allemaal op. de dokter sprong al in een dreigende houding, toen vanachter de gordijnen.... de oude juffrouw te voorschijn kwam. Maar, met een kaal hdofd. Daar boven, hangend aan de gordijnenroe. zwaaide Jokke triom fantelijk meteen pruik. Hij had opgemerkt, dat de juffrouw altijd stiekum achter de gordijnen stond om te luisteren, wat er gezegd werd en Jokke. met zijn ondeugende streken had besloten haar een poets te bakken. Toen ze er dien avond weer stond, had hij er zich van te voren verstopt en haar plotseling bij het haar ge grepen. om haar te doen schrikken. Wat nie mand wist. kwam toen uit; de juffrouw droeg een pruik die losliet bij den hef- tigen rak van Jokke. Jullie kunt- begrijpen, dat ieder moeite had om zijn lachen in te houden. De iuf- frouw rende weg naar haar kamer en teen lachte ieaeiecn hardop. Jokke was de held van den avond iedereen verwende hem: want om jullie de waarheid te vertellen, we hadden allemaal een hekel aan de juffrouw. Den volgenden morgen vertrok ze in alle stilte: we hebben haar nooit meer gezien.' ..-En had ze haar pruik terug. Oom?" vroeg Kansje. Oom lachte luid „Ja. Hansje. Die heeft de dokter haar per soonlij': teruggebracht. Dokter was n.l. dol blij, 'dat hij n'et het eenige slachtoffer was van Jokkes grappen. Hij klopte heel beleefd aan en op de vraag van de juffrouw, wie er was. zei hij dat de pruik er was. De juffrouw stak toen een hand om de deur en greep de pruik zoo uit zijn handen. We hebben er. het is misschien niet erg netje* nog heel lang plezier over gehad." besloot Oom lachend „Dat was dan dc straf voor haar luiste ren,zei Else beslist. (Wordt vervolgd.) want een wandelkaart of gids bestaan hier niet. Op den eersten dag bezochten wc het kas teel Henkenshagen. Het draagt de Gulicksche kleuren rood en geel. "neeft ronde gekanteel- dc torens en is door een gracht omgeven. Het geheel maakt een somberen Indruk. Er omheen is fraai geboomte, aardige zon nige laantjes. Wat wij 'l allerprettigst von den was. dat je er vrije wandeling had. Op enkele hoogtepunten was een mooi panorama van het welvarende St. Oedenrode. Ik heb eens geïnformeerd, hoe men aan dezen naam is gekomen Rode bctcekent woest. St. Oeden komt van St. Oda. Oda was een Engelsche prinses, die blind was en in 626 Engeland ontvluchtte om genezig te zoeken. Ze stak het kanaal over. en kwam vla België in Brabant en tenslotte in Roy. Daar werd ze op wondere wijze van haar biindheid genezen. Toen werd ze patrones van het dorp. dat voortaan heette St. Oda-rode en langzamerhand over ging tot St. Oedenrode. Oda zelf sleet haar leven in een hutje met als eenig gezelschap een ekster. Ze wordt ook nu nog afgebeeld met een ekster in de hand. Ter harer gedachtenis is hier een prachtige kerk opgericht, de Sint Oda-kerk. Ook een zuivelfabriek draagt haar naam. Dan is er nog een ziekenhuis, het St. Oda-gestlcht. Wij kijken juist op de markt, een groot langwerpig plein. In 't midden staat een mu ziektent. de kiosk geheeten. Alleen op groote feestdagen wordt er muziek in gemaakt. Op 5 minuten afstand stroomt de Dommel, 't Is eigenlijk maar een klein riviertje met veel bochten. Soms kan ze toch nog lcelijk spo ken. Aan weerskanten van den Domme! lig gen de Sonsche en Vresselsche heide. Er is een heel mooie weg langs een ouden arm van den Dommel. Het landschap is zeer afwisse lend, groene weiden aan den eenen kant, woeste grond aan den anderen. Dan weer één zandwoestijn en hei. En in de verte torentjes van allerlei bekende en onbekende dorpjes. Veel boerenwoningen met bemoste daken. Ook de grpote korenschelven niet de spitse stroodaken zijn zoo'n mooie stoffeering van 't landschap. We hebben ook nog gedoold op een oude buitenplaats. Arbeidsrust. 't Was er zoo stil en zoo vol van natuurschoon, dat we ons verwonderd afvroegen, waarom er niet meer wandelaars van deze plek ge noten. Wij dachten zelf ook vaak. dat er hier nog veel meer schoons te genieten viel, maar nergens is een handwijzer te ontdek ken. Bij 't heengaan betreurden we het. dat hier in dit mooie, vriendelijke Brabantsche dorpje zoo weinig gedaan wordt voor 't vreem delingepverkeer. Wie van jullie een wandel tocht of fietstocht door Brabant maakt, kan ik zeer sterk een bezoek aan St. Oedenrode aanbevelen. Rust da" uit in het Dorpshotel Schoonhen. Wij voor ons hebben het gevoel, dat boven de mooie omgeving de spontane hartelijkheid, de bereidwilligheid en de gul heid der Brabanders ging. W. B— Z. Boer tot zijn knecht: Krelis, ga eens gauw naar de stad en kijk op den kerktoren, hoe laat het is, Krelis; Maar baas, ik heb geen horloge. Boer: Wat doet dat er toe Krelis. Ik zal je een papiertje en potlood meegeven en dan schrijf je het daar maar op. Chef tot zijn loopjongen: Je bent een uur te laat. Piet. Piet wrijvend over zijn pijnlijke knieën: Ja meneer, dat komt omdat ik thuis van de trap ben gevallen. Chef: Dan had je hier nog eerder kunnen zijn. Dlck: Mammie, u hebt gezegd, als ik een half uur zoet speel, dan mag ik kiezen, wat ik van U hebben wil. Mammie: Ja schat en wat wou je dan graag? Dick: Nou wou ik graag een uur stout zijn. ONZE SERIE SCHADUWBEELDEN. Hier volgen: DE KOE Als julüe het vorige schaduwbeeld goed besaideerd hebt. zoodat je dat nu zonder moeite kunt vormen, komen hier weer een paar nieuwe. DE HOND Een ervan is heel eenvoudig, terwijl het andere een beetje meer moeite zal kosten. Maar dat hindert niet. Geduld overwint alles

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 5