Naar het Boven Digoel-gebied.
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DE WERELD VAN
DE FILM.
De man met den baard.
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1933
HAARCEM'S DAGBLAD
7
(Van een oud-Haarlemmer, die als gouvernementsarfs aldaar werkzaam is.)
Tanah Merah en Tanah Tinggi.
„Don't mention it". Nietsclie
heeft het gezegd.
De gezondheidstoestand te Tanah Merah is
bevredigend te noemen. Van de meest voor-
tomende ziekten moet in de allereerste plaats
de malaria genoemd worden, en vooral kor
ten tijd na de vestiging van de post was de
sterfte aan de gevreesde zwartwaterkoorts
zeer hoog. Verder komen ter plaatse, behalve
allerlei andere tropische ziekten, mede dooi
de snelle temperatuurswisseling en den hoogen
vochtigheidsgraad, vooral vele borstkwalen
en rheumatische aandoeningen voor, terwijl
het aantal patiënten, dat voor uitgebreide en
zeer moeilijk te genezen excemen behandeld
wordt, waarvoor als aetiologische factor de
prikkelende invloed, dien het badwater op de
huid uitoefent is aan te wijzen, betrekkelijk
hoog is.
De medische dienst, die voorheen door twee
geneesheeren werd waargenomen, is gesplitst
in den hygiënisehen arbeid, die hoofdzakelijk
de malariabestrijding behelst en de indivi-
dueele ziekenzorg, aan de ongeveer 120t> inge
zetenen, in het kleine militaire ziekenzaaltje,
dat binnen het kampement gelegen is, en in
het groote Wilhelmina-Ziekenhuis, dat in het
interneeringskamp staat. Aan den wantoe
stand, die ter plaatse heerschte, waarbij uit
sluitend de geïnterneerden in het fraaie stee-
nen Wilhelmina Ziekenhuis konden worden
opgenomen, terwijl aan de burgers en de mi
litairen, de dragers van het gezag ter plaat
se, een vies, oud, uit hout en gaba-gaba op
getrokken ziekenbarakje was toegewezen, zal
door het krachtig protest van medische zijde
Weldra een einde zijn gemaakt.
Nog niet zoo heel lang geleden bestonden er
.zelfs nog plannen om wegens den slechten
gezondheidstoestand aan den Boven Digoel,
de geheele deportatie-kolonie naar elders
over te plaatsen. Sinds de hygiëne echter in
de laatste 3 jaren aanmerkelijk verbeterd is,
heeft het Gouvernement van dit voornemen
afgezien: Boven Digoel beantwoordt nu geheel
aan de eischen, die men aan een deportatie
kolonie voor staatsgevaarlijke individuen kan
stellen. Door zijn isolatie is ontvluchten zeer
riskant. De vele ontvluchtingspogingen, door
verschillende ondernemende geïnterneerden
uitgevoerd, leverden een bedroevend resul
taat op. Behalve degenen, die onderweg door
Pappa's,,.opgewacht en weer teruggebracht
werden, of zooals'bijvoorbeeld in het kustge
bied; bij de Karwarga geschied is, gesneld, en
opgegeten zijn geworden, werden de vluchte
lingen, die het Australisch gebied bereikten,
mede door het gebrek aan contanten, allen
Weer aan het N. I. Gouvernement uitgeleverd.
Verder is in den loop der jaren aan gebou
wen, wegenaanleg, ontginning, assaineering,
tonnen besteed voor deze kleine kolonie en dit
bedrag zou bij een eventueele verplaatsing als
weggegooid zijn te beschouwen. Daar nu de
gezondheidstoestand bevredigend is te noe
men (het gemiddelde morbiditeitscijfer over
alle ingezetenen der kolonie berekend, be
draagt, wat bijvoorbeeld de voorgekomen ma
laria in de laatste 5 maanden betreft, 5.3
pCt.), heeft een dergelijke overplaatsing dan
ook totaal geen zin meer. Geheel losstaande
van het bovenvermelde wil het Gouvernement
trouwens Tanah Merah als bestuurs- of mi
litaire post blijven handhaven, van waaruit
het met de Papoea's het gewenschte contact
kan krijgen, tegen sneltochten o.a. over en
weer naar Australisch Nieuw-Guinea kan wa
ken en tevens voor latere eventueele open
legging van het gebied een prachttig uitgangs
punt bezit.
De conclusie, die door lederen bezoeker van
het Boven-Digoel-gebied getrokken wordt, is,
dat de geïnterneerden het te Tanah Merah
zeer goed hebben. De werkwilligen kunnen da
delijk tewerk worden gesteld tegen een loon,
dat voldoende is om zich in de dagelijksche
behoeften te voorzien. Aan de eigen-werkzoe
kenden, zooals visschers, groentenkweekers,
waronghouders, wordt iedere maand rijst ver
strekt, en aan de derde categorie onder de
geïnterneerden, de z.g. naturalisten on
verzoenlijke), die ieder werk weigeren te
verrichten, worden uitsluitend voedsel en
andere benoodigdheden uitgedeeld.
Reeds eerder is gememoreerd, welk een
groot ziekenhuis voor de geïnterneerden ge
bouwd is. Aan iederen banneling kan zelfs
voor het kleinste ongeval of voor de onbe
langrijkste ziekte onmiddellijk door een ge
diplomeerd man tri-verpleger medische hulp
worden verleend, en de belangrijker patiën
ten worden door den medicus zelf behandeld.
Menschendie vroeger elders uren en dagen
moesten loopen om ergens medische hulp te
halen, ontvangen die nu op de plaats zelve
en verrassend is, hoe gewoon de geïnterneer
den dit privilege vinden. Verder is er uit zink
een gebouw voor hen opgetrokken, waarin zij
allerlei feestvoorstellingen kunnen geven en
waar zij eenmaal in de 14 dagen tegen be
taling van slechts l'/2 cent voor mannen en
2 1/2 cent voor vrouwen en kinderen in staat
worden gesteld een filmvoorstelling bij te
wonen. Vlak bij het kamp liggen 2 voetbal-
terreinen, waarop de sport,lievenden zich ge
regeld kunnen oefenen.
Het beste bewijs van de goede behandeling
die de geïnterneerden te Boven Digoel genie
ten; is wel het feit, dat er meermalen door
bannelingen, wier interneeringsbesluït opge
heven is, het verzoek gedaan wordt nog eeni-
gen tijd te mogen blijven werken om zoo nog
wat extra-geld voor den tijd na hun repa-
trieering te kunnen verdienen en een even
eens typeerend voorbeeld hiervan is, dat mij
door drie ex-geïnterneerden te Batavia vóór
mijn vertrek naar Boven Digoel een verzoek
gedaan werd om als huisjongen met mij te
mogen terugkeeren naar Tanah Merah. In
dien de bannelingen b.v. eens een maandje in
Fransch Guyana of op het beruchte Duivels
eiland zouden kunnen vertoeven, zouden zij
zeker wel van het groote verschil in depor
tatie-methode overtuigd zijn.
De bevolking van Tanah Merah bestaat uit
zeer heterogene elementen en de verschillen
de bevolkingsgroepen zijn uit alle mogelijke
gedeelten van onzen archipel afkomstig. Be
halve de Europeesche en Inheemsche ambte
naren en niiliairen treft men ter plaatse nog
'een paar Chineesche handelaren aan; ver
der komen hier de civiele dwangarbeiders,
militaire dwangarbeiders, geïnterneerden en
Papoea's voor, en daar in een strafkolonie nu
eenmaal in het belang van orde en rust iede
re bevolkingsgroep haar rechten en plichten
heeft, waaraan streng de hand gehouden
wordt, is er inderdaad een zeer ingewikkelde
maatschappij ontstaan. Ook de geinterneer-
den. die allen hoofdzakelijk tot de communis
tische partij in den Indischen archipel be
hoord hebben, zijn uit zeer uiteenloopende
bevolkingsgroepen samengesteld, die, verre
vau eendrachtig te zijn, steeds onder elkaar
in onmin leven en elkander belasteren. Trou
wens er zijn weer vele verschillende onder
partijen te Tanah Merah. Zelfs rasgenooten
onder de bannelingen gunnen elkaar vaak het
licht in de oogen niet en zij zien er soms
niet tegen op om zelfs van hun z.g. goede
vrienden „een boekje" open te doen, indien
zij veronderstellen er eenig voordeel mee te
kunnen behalen, zooals in het geval van een
gemeenschappelijke sollicitatie naar een be
paalde betrekking. Van eenigen gemeen
schapszin, dien men toch onder lotgenooten
zou kunnen verwachten, is te Boven Digoel
geen sprake.
De indruk, dien het gros van de banne
lingen op den nieuwsgierigen onderzoeker
maakt, is die van een primitieve en aan zelf
overschatting lijdende menschengroep.
Slechts een kleine kern van beter onderleg
de personen, die men dadelijk leert onder
scheiden van de groote domme massa en die
inderdaad een behoorlijken graad van civi
lisatie hebben 'bereikt, treft men onder hen
aan. Laatstgenoemden hebben zich vrijwel
zonder eenige uitzondering van de belangrij
ker betrekkingen meester gemaakt. In het
oog van de onontwikkelde massa, die na
ijverig is op de prestaties van deze kleine groep
daar zij deze toch niet zouden kunnen navol
gen en dientengevolge hiervoor ook totaal
niet in aanmerking komen, staan bovenge
noemde personen als „onderkruipers" te
boek.
De geciviliseerde kern, die in de toekomst
hoe -langer hoe kleiner zal worden, daar de
daartoe behoorende personen natuurlijk eer
der voor terugzending in aanmerking komen
dan de anderen, vertegenwoordigen een
groep van zich volkomen correct gedragende,
veelal hard werkende geïnterneerden, die
voornamelijk bij den Bestuurs- of medischen
dienst ingedeeld zijn.
De groote massa der gedeporteerden heeft
geen noemenswaardige opleiding genoten en
is vrijwel van ieder intellect ontbloot. Toch
schermen deze .lieden gaarne met een schijn
geleerdheid, b.v. over bet communistisch re-
geeringsstelsel, waarvan zij de draagkracht
totaal niet kunnen begrijpen en die in hunne
oogen vaak hierop neerkomt, dat zij in een
communistischen heilsstaat als groote hee-
ren zouden kunnen leven, die dan geen be
lasting zouden behoeven te betalen. Even
eens hoort men van enkelen, die mechanica,
hoogere wiskunde, hoogere physica enz. stu-
deeren, terwijl bij hen het fundament van de
hiervoor noodzakelijke vooropleiding totaal
ontbreekt, maar het staat natuurlijk zeer
geleerd tegenover hun medegeïnterneerden.
Nog vermakelijker is de verwoedheid, waar
mede vele geïnterneerden Engelsch leeren,
bij welke pogingen deze eenvoudigen van geest
dan minstens denken een middelbare oplei
ding te genieten en kinderlijk verheugd over
hunne „groote prestatie" probeeren zij dan
in het openbaar hun Engelsche kennis te
luchten. Antwoordt men hen in dezelfde taal,
dan zijn zij zeer gevleid; gaat men daarna in
een eenvoudig Fransch of Duitsch over, dan
zijn zij als stom geslagen en verdwijnen dan
zoo spoedig mogelijk verlegen lachend. Men
kan hen het best vergelijken met een troep
groote kinderen, die een oordeel wil vellen
over bepaalde toestanden, welke verre boven
hun begrip reikën en waaihij zij geheel on
kundig zijn van de groote flaters, welke zij
hierbij begaan. Wat den graad van algemee-
ne ontwikkeling van de meeste geïnterneer
den betreft, kan deze zich nog niet eens me
ten met een schoolkind van 13 jaren en zij
zijn dan ook als over het paard getilde slacht
offers van bepaalde leerstellingen te beschou
wen. De meeste bannelingen staan er zich op
voor goed Hollandsch te spreken, doch doen
dit zeer onvolledig en stamelen slechts een
paar termen, die geen onderling verband
houden. Nog fraaier zijn vaak de brieven,
welke zij in het Hollandsch naar hun verwan
ben en kennissen schrijven en die uit, als
droog zand aan elkaar hangende, frasen be
staan. De schrijftrant van een dezer epistels
is als volgt:
Teerbeminde zuster,
Uit stof ben ik geboren en hiertoe zal ik
wederkeeren. Maar mijn vleesch is zwak!
But I don't mention! Nietzsche heeft im
mers gezegd:enz. Wat denk ik aan
Uw lieve gestalte en Uw goede hart. Een
beroemd schrijver Goethe heeft immers
gezegd: enz. En nu voel ik mijn
pijnlijke botten en denk altijd aan U.
Maar de verlosser zal ook over ons komen.
Ik denk do it now en daarom schrijf ik
U deze teedere woorden. Enz., enz.
Het einde van zoo'n schrijven, waaruit een
duidelijke martelaarstoon spreekt, is dan
meestal een zeer nuchter verzoek omgeld-
Indien een ontwikkeld persoon het eldes zou
wagen een dergelijk epistel samen te stellen,
zou hij spoedig naar een gesticht verhuizen;
hier kan een soortgelijke prestatie hoogstens
als ..intellectueel" beschouwd worden.
H-t oordeel van het gros der geïnterneerden
is over alles en nog wat afbrekend; tot eeni
gen opbouw zijn zij met hun primitieve gees
tesgesteldheid ook niet in staat. Zij eisch-
ten destijds of eischen het nog, dat het Gou
vernement een hyperethisch standpunt tegen
over hen behoort in te nemen; zelf bezit het
meerendeel onder hen niet ket- minste ethisch
gevoel, hetgeen uit hun onderlinge verhou
dingen, doch vooral uit hun houding tegen
over de Papoea's afdoende blijkt. Een van de
vele t-ypeerende voorbeelden hiervan, die ik
in mijn ziekenhuispractijk te Tanah Merah
meemaakte, is het volgende:
Op zekeren morgen werd een geïnterneer
de met een hondenbeet het hospitaal binnen
gedragen. Ik informeerde eens bij een anderen
geïnterneerde naar den eigenaar van den
hond en vroeg tevens of de hond mogelijk ook
voordien nog meerdere personen gebeten had.
Het antwoord luidde ontkennend, ofschoon
hij er weliswaar nader aan toevoegde, dat het
dier meerdere malen de Papoea's gebeten had,
maar die telden volgens hem niet mede
De werkelijk onverzoenlijke!! huizen op de
pl.m. 30 K.M. stroomopwaarts van Tanah Me
rah gelegen deportatie-kolome Tanah Tinggi,
die haar naam draagt naar de hooge ligging-
van den kleinen post en van waar men een
veel fraaier uitzicht heeft over de kali Digoel
en het omringende oerbosch, dan te Tanah
Merah het geval is.
Eenmaal in de 14 dagen reist de Gouverne
mentsarts in gezelschap van een der beide te
Tanah Merah vertoevende Inh. Bestuurshoof
den per motorboot naar deze nederzetting om
er ziekenrapport te houden en om eventueel
aanwezige ernstige zieken naar Tanah Merah
te evacueeren en eenmaal in de maand heeft
de verstrekking van het voedsel en eventuee
le andere benoodigdheden plaats. Voor tus-
schentijdsche distributie van geneesmiddelen
kunnen de bewoners van Tanah Tinggi zich
tot den plaatselijken detachementecomman
dant wenden. Op het allerhoogste punt is na
melijk een klein kampement gebouw'd. waarin
op het oogenblik een halve brigade infanterie
onder commando van een sergeant afwisse
lend bewakingsdiensten verricht. Op een
pl.m. 20 M. lager liggend plateau staat de
pasanggrahan. een gebouwtje, waarin een
maal in de 14 dagen het ziekenrapport wordt
gehouden en waarin een politie-agent met
een paar dwangarbeiders huizen.
Meer noordelijk hiervan ligt het eigenlijke
interneeringskamp, waarin de aanwezige ge-
interneerden. bestaande uit 69 mannen. 7
vrouwen en 11 kinderen, in uit hout en zink
ongetrokken huisjes wenen. Vroeger huisden
hier honderd vijf en twintig onverzoenlijke
geïnterneerden, doch reeds velen zijn sinds
dien tot andere gedachten gekomen en heb
ben aan het bestuur om overplaatsing naar
Tanah Merah verzocht, ten einde daar te
worden tewerk gesteld. Opvallend is het naar
verhouding gering aantal vrouwen en kinde
ren. hetgeen eveneens te Tanah Merah het
geval is, daar intusschen vele vrouwen met
haar kroost naar haar woonstede terugge
reisd zijn en hare echtgenooten aan hun lot
overgelaten hebben. De banneling, die van
het eenzame leven te Tanah Tinggi genoeg
heeft en tot inkeer is gekomen, moet zijn a.s.
vertrek naar Tanah Merah tegenover zijn
niedegeïnteriieerden geheim houden, daar hij
anders gemolesteerd zou worden en hij stelt
zich dus bij aankomst van het motorbootje
dadelijk onder de hoede van het Bestuur.
Alleen te Tanah Tinggi zijn reeds vier ver
schillende partijen. De mentaliteit en ontwik-
keling van de bannelingen is vrijwel geheel
dezelfde als boven van het gros hunner lot
genooten te Tanah Merah geschetst is. al
voelen zij zich ver boven de gedeporteerden
te Tanah Merah verheven, hetgeen zij niet
onder stoelen of banken steken. De naïveteit
van deze lieden is inderdaad ten top gevoerd
en zij wanen zich dan ook de „martelaren
in den waren zin des woords. Zij willen „niets
met andersdenkenden te maken hebben",
doch schromen er niet voor bij de maande-
lijksche distributie gretig hun voedsel van
het Gouvernement in ontvangst t-e komen
nemen, of om met alleriei verzoeken bij den
Inh. bestuursambtenaar aan te komen, of
den geneesheer voor meestal futiliteiten te
komen raadplegen.
Op den bezoeker van Tanah Tinggi maken
de geïnterneerden niet den minsten indruk,
hetgeen wel het geva lis met de aldaar op
bezoek komende Papoea's, die er wat leven in
de brouwerij weten te brengen en zich ook
geregeld voor medische behandeling komen
aanmelden. Vlak bij Tanah Tinggi hebben
deze kaja-kaja's korten tijd geleden een
groote kampong gebouwd, daar zij na een
sneltocht door Mappi-Papoea's op liun oor
spronkelijk gebied ondernomen, zich niet
meer geheel veilig gevoelen en zich nu dicht
in de buurt van het bewakingsdetachement
te Tanah Tinggi zijn komen vestigen. Bij
aankomst te Tanah Tinggi treden zij den
bezoeker lachend tegemoet, loopen soms hef
tig gesticuleerend met hem mede, maar voor
wat, hoort wat:.. ..het kost hem ook steeds
een pruimpje tabak.
VUURWERK BIJ HET AANTREKKEN
VAN EEN HEMD!
HOE „ELECTRISCHWIJ KUNNEN ZIJN
Iedereen heeft wel eens opgemerkt, dat bij
het kammen van gewasschen of gedroogd
haar onder knetterend geluid vonken kun
nen springen. Het haar gaat overeind staan,
zoodra een harde rubberkam er overeen
strijkt, het toont dus belangrijke electrische
ladingen.
Echter kunnen ook aan andere lichaams-
deelen vonken onspringen. Schrijvers uit het
verleden melden hierover griezelige geschie
denissen. Uit 1600 stamt de beschrijving van
den geleerde Bortalinius over de geheimzin
nige vonken bij een vrouw, Cassandra Buri
in Verona. Deze dame behoefde slechts met
een zakdoek over den arm te strijken en on
middellijk sprongen daar vonken uit. Het
dienstpersoneel nam waar. dat zich reeds als
zij haar arm door de mouwen van een hemd
stak, een regen van vonken knetterend ont
laadde.
In een boek van Cardanus van 1555 wordt
van een monnik verteld, die reeds bij het af
doen van zijn kap een tooverachtig vuurwerk
ontwikkelde.
Al mogen deze mededeelingen ook zeer
overdreven zijn, toch wijzen de nieuwste on
derzoekingen op interessanten samenhang
tusschen de huid en de electriciteit, waarmee
men ook bij narcose rekening moet houden,
DE NIEUWE CARBO.
IS DE AARDEBLAUW?
Van de sterren die dicht bij- de aarde staan
gezien moét de aarde in een blauw licht aan
den hemel staan. Tot deze conclusie kwam de
astronoom professor dr. Slipher van het ob
servatorium in Flagstaff (Arizona) op grond
van proeven, waarbij het spectogram van de
aarde op de maan teruggeworpen wordt. Met
behulp van een buitengewoon fijn instrument
fotografeerde hij dit spectogram. In tegen
stelling met de blauwe aarde behoort Pluto,
de laatst gevonden planeet evenals Mars tot
de roode sterren, terwijl Vcnus. naar bekend
is.glanzend wit is, Mercurius witachtig, Jupi
ter en Saturnus echter geel zijn.
Slank en lenig, gekleed in een wijde, lange
broek, een fluweelen jasje en een geestig,
coquet mutsje, was Greta Garbo bij haar eer
ste bezoeken aan de Metro studio's na een
afwezigheid van bijna een jaar, een
beeld van sprankelend enthousiasme.
Menschen uit haar omgeving zeggen dat
Greta Garbo bij de voorbereidingen van haar
nieuwe film, die het leven van de bekende
Zweedsche koningin Christina tot grondslag
heeft, gelukkiger is dan ooit te voren in haar
filmloopbaan. Haar houding bij liaar korte
bezoeken aan de studio's schijnt trouwens
deze opvattingen te bevestigen.
„Garbo is aan zichzelf ontsnapt" zei
iemand, die bij de opnemingen van al haar
films tegenwoordig is geweest. „Zij heeft een
levensbeschouwing gevonden, die zij noodig
had om uit haar gevangenis van verlegen
heid te kunnen ontkomen.
In Hollywood zegt men, dat Greta nu haar
eigen manager is, maar over haar persoon
lijke aangelegenheden bewaart zij nog steeds
een volkomen stilzwijgen. Met dc voorberei
dingen voor haar nieuwe film leeft zij mee
met alle energie, die in haar is.
„Ik heb nog nooit iemand zooveel in
teresse in z'n werk zien hebben", merkte
Wanger den productieleider, onlangs op.
Garbo heeft verklaard, dat zij de rol van
koningin Christina beschouwt als de mooiste
karakteriseering, die zij ooit. heeft mogen
uitbeelden. Zelf heeft zij een grondige studie
van de rol gemaakt en in haar gedachten
heeft zij deze scène voor scène gespeeld. Iede
re camera-hoek. ieder licht-effect heeft zij
in haar krachtige verbeelding reeds gezien.
Toen zij thuis was, in Zweden, heeft zij
alles verzameld, wat zij in verband met het
leven en het tijdperk van Christina kon vin
den en veel hiervan heeft zij aan dc studio's
afgestaan om hiermee den regisseur en de
ontwerpers van de verschillende afdeelingen
behulpzaam te zijn.
Wat Goulding over haar zegt.
Greta Garbo geeft den regisseur weinig
moeite, het geheim van haar succes is hard
werken en een sterke concentratie. Een scène
waarin zij speelt is vrijwel zeker een succes."
Met deze weinige woorden verklaarde Ed
mund Goulding Greta Garbo's persoonlijk
heid. Hij was haar regisseur in een van haar
eerste films Love (Anna Karenina) en Grand
Hotel (Menschen in het hotel), waarin zij
met verschillende anderé stars optrad.
Gouding zegt, dat dezelfde concentratie en
sterke wilskracht zoowel in de stille als in de
sprekende films duidelijk merkbaar zijn.
„Als Greta Garbo zegt, dat zij vermoeid is
en naar huis wil gaan, dan is zij ook ver
moeid en is dit .volkomen begrijpelijk. Zij
werkt harder dan welke andere actrice, die
ik ken. Haar schitterende uitbeelding is het
resultaat van een enorme concentratie. Zij
kost de firma minder dan andere actrices,
omdat zij altijd op tijd is, altijd haar rol pre
cies kent, ieder detail van een scène bestu
deerd heeft en vlug werkt. Dit beteekent
minder verloren tijd voor repetities, minder
verknoeide film, doordat haar scène niet her
haaldelijk opnieuw opgenomen moet wor
den.
„Ik probeerde, toen wij begonnen met de
opnemingen voor „Menschen in het hotel"
een verandering in haar werkwijze of in
haar persoonlijkheid le vinden, maar zij was
nog dezelfde als in den tijd van haar eerste
films."
STUDIO-SNUFJES.
De British and Dominions Film Corpora
tion zal van het bekende boek van Warwick
Deeping Sorrell and Son een sprekende film
maken.
H. B. Warner zal de rol van Sorrell vervul
len. die hij ook in de zwijgende film op zich
genomen had. Op 11 Sept. zullen de opnemin
gen onder leiding van Jack Raymond begin
nen. aldus de News Chronicle, en dc buiten
opnemingen zullen geschieden in Wor
cestershire en Warwickshire.
Zes van de Britsche films, dit jaar ge
maakt. hebben elk op zijn minst 50.000 pond
sterling gekost. Bitter Sweet en The Private
Life of Henry VIH waren, duurder: elk 75000
pond sterling.
Maurice Chevalier maakt, naar de Tel
meldt, bekend, dat hij voor de Metro niet zal
optreden als Prins Danilo in de film Die
Lustige Witwe. Hij heeft de onderhandelin
gen afgebroken, omdat hij nu eindelijk eens
genoeg heeft altijd den glimlachenden bon-
Géén verhaal
De trots van ons pension was de man met
den baard.
Eigenlijk was het geen man, maar een vol
slagen heer.
Eigenlijk was het geen baard, doch een wit
en wuivend stuk schoonheid.
Maar het was wél de trots van het pen
sion; althans: van de gasten.
De trots van het pension-intern, de trots
van de pensionhoudster was het feit dat de
aardappelen niet glazig waren, dat het
vleesch niet taai en de boter niet ranzig
was en dat de bedden het hielden. Dat was
de min of meer negatieve trots van de pen
sionhoudster.
De positieve was: dat dit pension Beau
Séjour het eerste van de streek was. Dat de
gebloemde kleedjes in de serre dit jaar, on
danks de malaise, nieuw waren en dat er een
badkamer was voor de twee-en-veertig
gasten.
Maar de trots van de gasten was de man-
met-den-baard.
Niet de baard alleen.
Die was ongetwijfeld prachtig. Wit en wol
lig en zéér lang en breed. Wijlen Leopold, de
Koning aller Belgen had er jaloersch op mo
gen zijn, zonder on-konink!ijk te worden.
't Was ongelooflijk hoe wit die baard
bleef ondanks alie groente-soep, die er in
verdwaalde en hoe willig hij nog steeds was,
ondanks de lieve kinderhandjes die er wel
eens een beetje ruw en pijnlijk in
graaiden.
Niet de man alleen was de trots der pen
sion-bewoners, de man, die eigenlijk direct
een heer was ofschoon hij Bakker heette,
gewoon Bakker zonder cé en met twee ple
bejische ka's en die zeer vriendelijk was en
ontwikkeld en gezellig.
De vriendelijkheid moest men hooren;
zien kon men die niet, want zijn glimlach
stierf in zijn baard en eigenlijk was er nie
mand, die zeker wist of hij wel eens glim
lachte, evenmin als iemand er een eed op
zou durven doen, dat de heer Bakker of
schoon hij een heer was wel een das
droeg. (In ieder geval zou men er geen eer
mede inleggen, indien men hem op zijn ver
jaardag een das ten geschenke gaf).
De ontwikkeling van den heer Bakker
bleek uit het feit. dat hij naar zijn stellige
meaedeeling de opkomst van Hitier reeds
vijf jaar geleden had voorzien.
En zijn gezelligheid was, om zoo te zeggen,
een opèn boek voor wie hem op een regen-
achtigen achternamiddag in de serre van
het pension bezig zag; dammend, thee
drinkend, Kwi n ks 1 a a n d
Ik wilde alleen dit zeggen: de baard en
de man maakten samen de trots van het
pension „Beau Séjour" uit. Men kon die bei
den niet los van elkaar denken.
De man zonder baard zou ellendig en
spookachtig zijn.
En de baard zonder den man, griezelig
en zielig.
Dit wordt geen verhaaltje.
Ik constateer alleen maar het feit. dat
deze baardman de trots van ons pension was.
En dat iedere nieuwe pensiongast, het
flauwe grapje maakte van: de baard onder
of boven de deken.... u weet wel....
En dat meneer Koumans na zijn derden
borrel altijd ten minste één maal vroeg:
zou-d-ie nou heusch een das dragen?
En dat een klein jongetje het vermoeden
opperde, dat de heer Bakker in Spanje
woonde.
En dat een dronken student, die één avond
de rust van ons voortuintje met theelicht
en trommeltjes Mariaatjcs verstoorde, riep:
„Meneer Bakker, u neemt het me toch niet
kwalijk, dat ik mijn baard niet heb laten
staan?"
En dat we allemaal erg angstig waren als
wij chocolade-vla na hadden (Zondag), of
appelmoes (Dinsdag), ol watergruwel
(Vrijdag).
Dit is eigenlijk het eenige dat ik wilde ver
tellen.
Een bloote mededeeling.
Geen verhaal met een weemoedige ont
knooping.
En geen novelle met een ademsnoe-
rende strekking.
Gewoon maar constatecrender-wijs
De. trots van ons pension was de man met
den baard.
En wat kunt gij voor belangrijks van uw
vacantie vertellen?
MR. E. EILIAS.
vivant, al of niet van prinselijke bloede te
moeten voorstellen. Hij zou nu wel eens als
een gewoon mcnsch op het doek willen ver
schijnen.
De Ufa wil een serie bijprografilms ver
vaardigen. In een daarvan: De ideale Woning
onder regie van Georg Jacoby, zal Truus van
Aalten een hoofdrol spelen.
Onder den titel: Du bist entziickend, Rose
Marie, zal een nieuwe film verschijnen, die
door de IJfa voor Nederland is aangekocht en
die voor het grootste deel aan de Wolfgang-
see speelt. Het is een operettefilm met Gretl
Theimer, Hans Stiiwe, Adèle Sandrock, Ery
Bos en Fritz Kampers.
Hans Albers voelt voor het avontuurlijke
on voor alles, waar moed voor noodig is, zegt
hij. Hij werkt daarom zooveel mogelijk zon
der trucs en voert alle acrobatische verrich
tingen zelf uit.
Op de vraag, waarom hij toch zoo'n goed
contact met het publiek heeft, antwoordde
hij: „Dat is heel eenvoudig. Een absoluut be
sef van hetgeen het publiek van mij verwacht
en het nooit teleurstellen, dat is mijn ge
heim.
Miss Bïnnie Barnes, die in The Private Life
of Henry VIII optreedt, was achtereenvolgens
werkzaam in een kennel, als melkmeisje,
kinderjuffrouw, koristje en danseres vóór dat
ze een filmster werd.