LETTEREN EN KUNST LITTERAIRE KANTTEEKENINCEN. Radiomuziek der week. Hotel de Leeuwerik Vergaderzalen BIOSCOOP. Nieuwe Uitgaven. ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 9 I HET TOONEEL DAAN VAN OLLEFEN. ZESTIC JAAR TOONEELSPELER. In mijn artikel „Het Tooneel in Nederland vóór vijftig jaar" in ons jubileumnummer van Juli, schreef ik, dat alleen mevrouw De Boervan Rijk, Marie van Westerhoven, An na Sablairolles, de heer en mevrouw Schwab- Welman en Daan van Ollefen reeds komedie speelden, toen het eerste nummer van Haar lem's Dagblad verscheen. Van deze veteranen zal Daan van Ollefen deze maand in den Stadsschouwburg te Amsterdam en daarna te Haarlem zijn 60-jarig tooneeljubileum vieren. Wanneer Van Ollefen begint te vertellen van zijn tOoneelloopbaan, dan is het, of wij een stuk tooneelgeschiedenis te hooren krij gen. Hij heeft nog gespeeld met Albregt, Moor, Piceni, Nancy Sandrockten Hagen, Jeannet-te Cozijn, mevrouw KleineGart- man, Sophie de Vries, Klaas Vos, Netje El lenberger, Veltman, met al die grooten uit een vorig geslacht en hij kan er nog met enthousiasme over spreken. Bij Albregt en Van Ollefen kreeg hij zijn eerst vaste en gagement en -hij maakte in 1876 reeds deel uit van het in dat jaar opgerichte „Neder- landsch Tooneel" Hoe hard er in dien ouden tijd dikwijls gewerkt werd, daarvan weet Van Ollefen mee te praten. Moesten zij bij het ge zelschap van Willem van Zuylen niet eiken Dinsdag te Rotterdam een nieuw blijspel en eiken Zondag een nieuwe „draak" uitbrengen e,n bovendien nog eiken Zaterdag in Gro ningen spelen? Dan zaten zij elke week Zon dagmorgens al om 6 uur te Groningen in den trein om onmiddellijk na aankomst in Maas stad generale repetitie te houden en 's avonds in een première te spelen. Neen, men wordt waarlijk als tooneelspeler niet- met luieren oud. En wanneer men dan nog maar mocht hopen op een zorgeloozen ouden dag'! Maar ook daarvan is bij het tooneel zelden sprake. Malaise is er bij het tooneel eigenlijk altijd geweest en tooneeldirecteuren gingen een halve eeuw geleden al -even goed failliet als tegenwoordig. Toen Van Ollefen zich in de maand Augustus na het faillissement van Willem van Zuylen had geëngageerd bij het gezelschap van A. V. van Hamme, dat den Parkschouwburg te Amsterdam bespeel de, stond hij na twee maanden al weer op straat met een vordering' van 900 gulden op zijn directeur, waarvan hij f 18,23 uitgekeerd kreeg. Is het dan wonder dat tooneelspelers arm blijven? Maar zijn opgewektheid en vroolijkheid heeft Daan van Ollefen er niet door verloren! Hij spreekt met dankbaarheid over zijn loopbaan en hij herinnert r'ch bijna enkel nog maar de lichte plekke uit zijn toch werkelijk niet zorgeloos bestaan. Zijn gelukkigste tijd was zijn reis snaar West-Indië. naar Paramaribo en Curacao met Carel van Hees, Arbous, Truus Post en Stien Sta a's. Meer dan 25 jaar, is dat al geleden, kmaar Daan van Ollefen teert er nog altijd op, omdat het de mooiste periode uit zijn tooneelspelerscarrière was. .Het eenige groo- te en groptsche, wat ik ooit in mijn leven ge noten heb!" zegt hij in zijn eenvoud. Zij wa ren de eerste Hollandsche tooneelspelers, die „de West" bezochten en zij werden er even enthousiast ontvangen als de acteurs, die ver leden jaar en dezen zomer er heen zijn ge gaan. Wat een reis! Wat een ontvangst en wat 'n lieve menschen! Het is alles zooals hij zegt nog springlevend in zijn her innering. Zijn verdere loopbaan? Och, die is als van bijna alle andere Hollandsche tooneelspe lers en tooneelspeelsters. Een voortdurende wisseling van gezelschappen en directeuren. Het eene jaar speelt hij bij Kreukniet en Mutters in de Salon des Variétés, dan drie jaar bij Charles de la Mar in" Tivoli in de Nes, vervolgens 12 jaar bij de Kon.Ver. Het Ned. Tooneel, één seizoen bij 't Lyrisch Tooneel met Louis Bouwmeester, één jaar in het Grand Theater onder directie van Frank en zoo gaat het maar altijd door. En steeds was het hard en hard werken. Want omdat Van Olle fen zeer vlug leeren kon en veel routine had, moest hij 'telkens invallen, wanneer collega's ziek waren geworden. Zoo heeft hij eens Ponder in „De Schoonzoon van mijnheer Ponder" moeten opnemen na een voorberei ding van 12, zegge 12 uur. Zijn artistiek mooiste tijd was zijn verbin tenis bij Royaards, in wiens eerste grootste successen in Adam in Ballingschap, Luci fer. Mevrouw Warren's Bedrijf en Gysbreght van Aemstel hij een werkzaam aandeel had. Van dien tijd gaat ook mijn herinnering aan Daan van Ollefen als tooneelspeler. Ik zie hem nog als een der „wederspannige over ste" ik meen, dat het Belzebub was in Lucifer, voor welke rol hij met zijn scherpe stem en zijn lang lichaam zeer veel mee bracht. Uitstekendwas ook zijn markante Asnxodé in Adam in Ballingschap. En ik her inner mij ook nog zijn zeer goeden, gemoede lijken broeder Willebrord in den Gysbreght. Het waren doorgaans .niet rollen van het eerste plan, die Daan van Ollefen speelde, maar altijd weer onderscheidde hij zich door zijn ernst, zijn conscientieuse opvatting en zijn routine. Dat een acteur ook in een kleine rol iets voortreffelijks kan leveren, heeft van Ollefen getoond als de idiote broer van Elias in Elias weet het beter. Wie dit blijspel ge zien heeft, zal zeker nooit de figuur van de zen versuften, ouden man, die daar aldoor maar bij de toonbank zat en ongewild zoo beslissend ingreep in het leven van Elias door voor hem te telefoneeren. vergeten. Dat was een meesterlijke creatie, vooral in het stille spel. En hoe uitstekend was ook zijn oude Gobbo in De Koopman van Venetië, welke rol hij zoo dikwijls met Louis Bouwmeester als Shylock heeft gespeeld. In de laatste jaren was Daan van Ollefen lid van Het Schouwtooneel, aan welk gezel schap hij tot het bitter einde verbonden is geweest. En thans zullen eenige leden van dit oude gezelschap, bii wie zich o.a. Rika Hopper. Ank van der -Moer en Cor Hermus hebben gevoegd, hem in de gelegenheid stel len zijn 60-jarig tooneeljubileum te vieren. Van Ollefen zal dan Chapuzot spelen in De Erfgenamen van Rabourdin van Zola. Wij wenschen den ouden ernstigen en altijd nog levensbli.ien acteur een mooien avond en veel succes toe. Hij heeft dit alle opzichten ver diend. J. B SOHUIL. Eva Raedtde Canter. Bohème. A'dam. Querido. Het gaat met deze schrijfster, die met haar debuut, „Internaat" zulke bijzondere verwach tingen heeft opgewekt, snel berg-af. Hadden de daarop gevolgde boeken „Geboorte" en „Hu welijk" althans nog qualiteiten, die aan het kunstenaarschap waaraan Internaat ont sproot, herinnerden, dit nieuwe werk is rond uit vervelend van onbenulligheid. Het vertoont alle kenmerken van een „gemaakt" boek, waarvan men zich verwonderd afvraagt welk geluk de schrijfster bij het scheppen kan heb ben ondergaan of van welken last zij zich er door kan hebben bevrijd. Ik kan de idee niet van mij afzetten dat het als prestatie verre beneden de innerlijke beteekems der schrijf ster staat.. Een jong vrouwtje blijft met haar zoontje onverzorgd achter als haar man in het zie kenhuis gestorven is. Alles aan dit vrouwtje is vaag; haar goedheid zoowel als haar domheid, haar begrip over zich zelf. zoowel als dat over anderen; er zit niet veel bij zooals men dat noemt. Dat zal zich nu door het leven hebben te slaan, en het in huis nemen van pension gasten wordt geacht daartoe de middelen te kunnen fourneeren. En nu gaan we twee hon derd vijftig pagina's doorgezaagd worden over de meerendeels jonge lieden van beiderlei kunne, die bij Tops, zoo heet het vrouwtje, hun intrek nemen, en over de affecties die tusschen haar en die gasten geacht worden zich te ontwikkelen. Die gasten hebben schijn baar allen, zij het op voor nuchtere menschen betamelijken afstand, iets met kunst uit staande. De aardigste uitvinding is de meneer die voor een reclamebiljet een kachel moet teekenen en daarvoor Noorderlicht beweert noodig te hebben: als hem dat onthouden wordt knipt hij een kachel uit een kranten advertentie en teekent die na. Na dit exploot wensc-ht hij zijn kunst nieuw leven in te gie ten en werpt zich op het naakt model. In de praktijk schijnt voor deze kunstbeoefening het schemeruur aangewezen. Van dit twijfel achtig gehalte kunstmensch, zijn bijna zonder uitzondering Tops' verdere gasten, logé's, uit vreters of hoe ge ze noemen wilt. En de schrijf ster wil ons doen gelooven dat Tops deze min of meer half-zachte-modernen ernstig neemt. Voor den lezer zijn ze zonder uitzondering gruwelijkvervelend met hun onbeduidende kletspraat. Tops verleent huisvesting aan een reeks artistiek-achterlijke zwamneuzen en vulgaire juffers eii de schrijfster noemt dat Bohème. „De Bohème is diep gezonken, Moeder" zou Multatuli zeggen. De romantiek van een Henri Murger die, laten we wèl wezen, tenminste verstand had van kunstenaars en hun milieu is, onder de hianden van Eva Raedt-de Can ter tot een drabbig bezinksel van moderne zakelijkheid verworden, waarin van geest noch van kunstbegrip ook maar iets te bespeuren valt. Ze had van de lamlendigheid dezer mo derne stukken ongeluk een felle parodie kun nen maken, maar zij wenscht vermoedelijk dat men het geval-Tops nog ernstig neemt op den koop toe en dat zal haar slechts geluk ken bij een zeer weinig eischend en zelf eenigszins wankel op de beejien staand lezers publiek. Geleuterd wordt er in dit boek genoeg, doch het is permanent sans espoir et sans esprit en zulks is doodend voor de belangstelling. Het boek is ook technisch slordig geschre ven. Een zin als deze: „iederen Zondag als hij zijn kopje koffie en de tijdschriften lezen ging in zijn caféhoort bij onzen vriend Charivarius thuis, om in zijn museum opge zet te worden en bewijst, met andere gemak kelijk te vinden voorbeelden, dat de zonder twijfel begaafde schrijfster ditmaal maak werk geleverd heeft en aan haar eigen intel ligentie en beteekenis een spoedige revanche verschuldigd is. J. H. DE BOIS. EEN VOORBESPREKING door KAREL DE JONG. Het eerste wat bij een vluchtige beschouwing der radioprogrammas voor de komende week in 't oog valt, is, dat weer meerdere uitheem- sche namen voor de Nederlandsche microfoon paradeeren. Dat ons land in internationale kwesties geen bekrompen standpunt inneemt is van ouds bekend en het is ook niet anders dan te prijzen, maar op kunstgebied is men wel eens een beetje al te internationaal ge zind. Ik heb zelfs meermalen hooren verlui den dat aan buitenlandsche solisten soms ho noraria betaald worden, die onze landgenoo- ten moeten doen watertanden en hun fan tastisch zullen voorkomen. De waarheid van zulke verluidingen is natuurlijk moeilijk te toetsen want de meeste organiseerende ver- eenigïngen leggen op dat punt geen rekening en verantwoording af. Maar dat op kunstge bied nog vèel geld naar 't buitenland ver dwijnt. dat vooral in deze crisistijden beter in 't land had kunnen blijven zal toch wel waar zijn. De reciprociteit is in deze maar heel klein, want de meeste landen om ons heen weren buitenlanders. Daarom zal 't velen mët mij genoegen doen in het Zondagprogramma van Hamburg den naam van een Nederland- schen solist aan te treffen: Jan Gesterkamp. Over het vioolconcert van Bruch, dat hij zal spelen, behoef ik niet uit te weiden. Ik behoef dat evenmin te doen over de zang nummers die Annie Woud Zondagavond voor de Hilversunxsche microfoon zal voordragen. Maar ik wil toch even in 't bijzonder de aan dacht vestigen op „Traunxe" van Wagner. Nimmer te voren heb ik een zóó doorvoelde, suggestieve en prachtig' klinkende vertolking van dit lied gehoord als van Annie Woud op een H.O.V.-concert in 't begin van Augustus. Wie dat toen hoorde, zal 't nog eens willen doorleven: voor wie 't niet hoorde zal het een openbaring kunnen zijn. De tekst der Bach-Cantate. die Zondag te Leipzig wordt uitgevoerd, bevat wel een ern stige waarschuwing. Aan zelfverheffing heeft Joh. Seb. Bach werkelijk nooit geleden; ver nedering is hem desondanks niet bespaard, vooral van officieele zijde en het is wel eigen aardig, dat een koning van Pruisen meer be grip voor Bach's kunst toonde en meer eer bied aan zijn persoon bewees dan de vroede vaderen van zijn woonplaats. Het programma van het kamermuziek-con- cert van Zondagavond te Daventry vermeldt o.a. de piano-sonate op. 2 no. 3 van Beet hoven. Deze sonate is geschreven in een con certanten stijl, die merkbaar verschilt van dien der vorige twee. Twee van Beethoven's sonates zijn in C. gr. t. geschreven: op. 2 no. 2 en op. 53. (Waldsteinsonate); in beide heerscht een Groote en kleine (Adv. Ingez. Med.) stijl, die uiterlijke schittering niet versmaadt. Het ligt dus voor de hand te veronderstellen dat Beethoven de toonsoort C. gr. t. als bij zonder aangewezen daarvoor gevoelde. Tech nische redenen zijn er niet voor te vinden; Beethoven moet dus aan verschillende toon soorten verschillend karakter hebben toege kend. Over het al of niet wezenlijke dier verschil len is al heel wat gepraat en geschreven. Dat ze bestaan voor die instrumenten, die be paalde tonen als losse tonen (op strijkinstru menten!) of natuurtonen (op blaasinstru menten!) kunnen voortbrengen, is te begrij pen, maar voor instrumenten met gereedlig gende, gelijksoortige tonen en getempereerde, alle intervallen en accoorden egaliseerende stemming lijkt het ongerijmd verschil in het karakter der toonsoorten te veronderstellen. Een feit dat tegen die veronderstelling pleit is, dat menschen, die niet in 't bezit van een absoluut gehoor zijn, niet bemerken of men een zeker stuk in een andere dan de voor geschreven toonsoort speelt. Transpositie dus van een stuk dat b.v. in C staat naar B of Cis bemerken zij niet-, ook niet wanneer zij het stuk goed kennen. Had nu de toonsoort B een heel ander karakter dan de toonsoort C, zooals sommigen beweren, dan zou een in telligente hoorder eventueele transpositie on danks het gemis van absoluut gehoor moeten bemerken. De absolute toonshoogte, de dia pason dus, is trouwens een willekeurig vast gestelde grootheid, en die is niet eens overal dezelfde. Men heeft orkesten, die de hooge en andere die de lage stemming gebruiken. Nog onder den invloed van de C, gr t. kom ik tot de Wanderer-fantase van Schubert, die Woensdagavond door Heilsberg uitgezonden wordt. Zijn naam ontleent dit werk aan de variaties op het thema van Schubert's eigen lied „Der Wanderer" (op. 2) die er in voor komen. Deze fantasie bestaat uit vier ineen- loopende deelen, die Al leg ro-Adagio-Sc her zo- Finale eener sonate zouden kunnen verte genwoordigen. Het innerlijk verband wordt gevormd door de eerste drie noten (van ge lijke toonshoogte) der liedmelodie, die men in alle deelen terugvindt, hoewel de rythmi- sche verhouding in het Scherzo veranderd is. De fugatische inzet der finale heeft als zoo danig niet veel om 't lijf en blijft dan ook tot een enkele expositie beperkt. Schubert's klavierzetting is niet overal practïsch. ze is bovendien vermoeiend voor den speler. Daar om heeft Liszt in zijn Schubert-uitgave op vele plaatsen varianten aangegeven, die bij minder krachtverspilling meer effect sortee- ren. Doch Liszt, heeft nog meer gedaan: zijn geniale intuitie zeide hem dat de Wanderer- fantasie eigenlijk tegenstellingen tusschen solo.en tuttigedeelten vertoont, En zoo heeft hij haar voor klavier en orkest bewerkt en elk onbevooroordeelde zal moeten toegeven, dat deze bewerking niet alleen uitstekend klinkt, maar dat zij op het werk eerst het volle licht doet schijnen. Maandagavond zal Frankfort het repro ductie-klavier Welte-Mignon of Steinway- Welte voor de microfoon brengen. Het instru ment lijkt op een pianola-piano en werkt evenals deze met rollen, maar verschilt ex- van doordat de beweging electrisch is en doordat het opgenomen spel tot in bijzonder heden nauwkeurig wordt weergegeven. Ik heb eens een Liszt's „La Campanella". ge speeld door Busoni, door een Mignon hooren weergeven, en het was me alsof de meester zelf, van wien ik dat werkje meermalen hoor de, aan 't klavier zat. De wijze van opnexnen is een geheim. Maar interessant is het zeker! POPULAIR CONCERT DER H.O.V. Zondagavond zal de H.O.V. een populair concert geven met Dick Weiman als solist. Het programma vermeldt o.a. „An jenen Tag" vaxx Hans Marschner, een aria uit de Opera „l'Africaine" van Meyerbeer en als slot Fragmenten uit de Operette „Die lustige Witwe" van Fr. Léhar. Het laatste volksconcert zal plaats vinden op Donderdagavond 21 September a.s. met Hans Bijvanck als solist in het vioolconcert van Beethoven. VIJF EEREPRIJZEN VOOR DEN WEDSTRIJD „JACOB VAN LENNEP". Onze Koningin, de Koningin-Moeder, Prins Hendrik, Prinses Juliana en de Koning van België hebben voor den Internationalen too neel wedstrijd eereprijzen beschikbaar ge steld. Een zilveren lauwerkrans schonk de heer S. Prins, eere-voorzitter van „Jacob van Len- nep". een zilveren tak van den heer van Ma- ris, voorzitter der vereeniging. Ook werden medailles geschonken door den minister van Onderwijs, kunsten en weten schappen, door de Provincie Noord-Holland, Nederlandsch Tooneelverbond en de directie van Haarlem's Dagblad, de Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer, het hoofdbestuur van Koninginnedag, direc tie der Opr. Haarl. Courant, de Liedertafel Haarlem's Zanggenot, het Centrum-comité en de heeren Tuninga, Ellinckhulzen en Schindeler. KONINGIN SCHENKT AAN DE TOONEELISTEN BELANGRIJKE BIJDRAGE VOOR DEN „MASKERDAG'' De Koningin heeft een belangrijk bedrag doen toekomen aan het Pensioenfonds voor Tooneelisten, zulks als bijdrage in de straat collecte f Maskerdag),, welke heden ten bate van dit fonds wordt gehouden. De koningin heeft Donderdag ten paleize ontvangen ontvangen de heeren J. Stroeve, voorzitter van de Vereeniging voor den Ef fectenhandel en S. P- van Eeghen, oud-voor zitter van de Kamer wn Koophandel te Am sterdam. In de bakkerijen mocht dezen nacht nacht arbeid verricht worden. De scholen hebben heden vrij te Amster dam. DEN HAAG SUBSIDIEERT DE KUNST MINDER. Op de begrooting van Den Haag is f 18.000 minder aan kunstsubsidies uitgetrokken. Greta Garbo. LUXOR THEATER. Greta Garbo in Susan Lenox. Dat de film Susan Lenox, waarin Greta Garbo schittert, ge prolongeerd zou wor den, was te ver wachten, gezien den geweldigen toeloop. Wij verwijzen dan nu naar de waardee- rende bespreking door onzen filmme dewerker den heer Cannegieter verle den week. Ook het voorpro gramma is gehand haafd. Men kan deze dagen dus genieten van de komische verwikkelingen en zotte si tuaties, waarin Clyde Cook en Franklin Pengborn, de Taxi Boys, terecht komen en van de avontux'en van Charley Chase als Schoonheidskoningin met Heinie Conklin als detective. Het journaal is geheel nieuw en bevat o.a. de sportgebeurtenissen van de week. We zien op de wielerbaan te 's Hertegenbosch Jac. van Egmond van Piet van Kempen en van Pijnenburg winnen en vinden dit als Haar lemmers natuurlijk erg prettig. Dan zien we de onsmakelijke vertooning van trainende voetbaldames. brr! Natuurlijk wonen we ook den Intocht van de Koninklijke Familie te Amsterdam bij en de feestelijkheden ter gelegenheid van bet 300-jarig bestaan van den Schermerpolder. De voorstelling begint met heel interessante tooneelen uit China, het land met zijn 400 millioen inwoners. Dit is hoogst leerzaam. Het theater was Vrijdagavond flink bezet. We vermoeden, dat dit wel de heele week het geval zal wezen. Anna Steil. REMBRANDT THEATER Bommen op Monte Carlo. Rembrandt Theater komt met een oude bekende, deze week. maar een oude be kende, die heel veel vrienden gemaakt heeft en er zeker veel nieuwe zal ma ken, want het is een allergezelligste film. waarvan men liet scenario evenwel niet al te zeer aan de mo gelijke werkelijkheid moet toetsexx. Maar nietwaar, dat zijn wij, filmliefhebbers, al lang geweixd. Wij zijn al lang tevreden, wanneer we eens heer lijk kunnen lachen, wanneer we, gedurende de filixx aan de hoofdpersonen kunnen gelooven en wanneer ze ons eens heelemaal uit onze gewone sfeer halen. Als we later op ons ge mak de geheele geschiedexxis nog eens over denken. tsja, clan kunnen we meestal geen tiende aanvaarden. van wat ons daar in het theater zoo smakelijk werd opgediend maar daar nxakeix we ons g'een zorg over, we hebben ons kostelijk laten amuseerexi (vooral dat laten is zoo fijn, door de passieve rol, die we. daarin spelen) en we zijn tevreden. In „Bom men op Monte Carlo" heeft Hans Albcrs. de gepersonifieerde wilskracht-mensch, zijn suc- cesrol, Heinz Riihmann met zijn vermakelijke gemoedelijk- en vroolijkheid draagt een goed deel bij tot het succes, evenals Anna Sten. „Bommen op Monte Carlo" is ixi Haarl. Dag blad bij de vorige gelegenheid al zeer waardee- rexid besproken, zoodat we over de filixx zelf verder xxiets nxeer behoevexx te zeggeix. Max Fleischer's tcekenfilnx „Popeye the Sailor" is weer vaix het gewoxxe Fleischer-ge- halte, dus genoot ïxxen. Het Fox Movie News en Polygoon's Holl. Nieuws gevexx o.a. het ïxieuws vaix de week. Op het tooneel daxxst en zingt de Menaro Troupe, welke troep bestaat uit vijf meisjes, die ixx Hongaarsche kleeding huxx nummer uit voeren. JUBILEUM ORGANIST JAN ZWART. 1 October viert de vooral te Amsterdam en Zaandam bekende organist Jan Zwart zijn jubileum van veertig jaar organist te zijn. Er hebben zich comités gevormd om hem te huldigen. Men wil henx een geschenk aanbic- deix ixx den vorm vaix eexx uitgave vaix eenige zijner orgelcomposities onder den titel „Mu- syck over de Voysen der Psalmen Davids". Het plaatselijk comité te Zaaixdaxxx zal bij de huldiging een speciaal Zaansch geschenk aan bieden Op reis met rnensch en dier door Paul Eipper. De bekende dierexxvriend Paul Eipper (men herinnert zioh o.a. zijn film Tiere sehen dien an) heeft op zijn vele zwerftochten tallooze cir cussen bezocht en is daarmee rondgereisd. In zijn boek Op Reis met mensch eix Dier be schrijft hij 20 dagen, doorgebracht in een groot circus, dat op tournee is. Op zijn vlotte wijze beschrijft hij het leven en het doen en laten in en om eexx circus, vlecht er herinne ringen doorheen vaix beroemde dompteurs en artisten, geeft uitstekende indrukken vaix het dresseerexx der dieren, waarbij hij den nadruk legt op de voordeelen van de zoogeix. tamme dressuur. „Uit grondige waarneming kaïx ik be wei-en. dat er thans geen reden meer bestaat, om ieder nummer van getemde en gedresseer de dieren met wantrouwen te bekijken", schrijft hij ergens (blz. 113). De heer H. J. Ly- sen uit Overveen heeft het werk zeer goed ver taald en een groote serie verklarende aantee- keningen bijgevoegd, die zoo mogelijk het werk nog verduidelijken. De illustraties zijn naar foto's van Hedda Walther. Het boek is uitgegeven bij Adries Blitz te Amsterdam. Jo Spier leverde de omslagteeke- ning. Koning Lear op Klompen door J. Anker Larsen. In dit boek heeft de schrijver als onderwerp gekozen het verval van het tooneel. Een be roemd kunstenaar komt bij een tooneelge- zelschap in Kopenhagen, waar het uiterlijk vertoon en oppervlakkigheid de waarachtige kunst verdrongen heeft. Anker Larsen schil dert op pakkende wijze den strijd tusschen den kunstenaar tegen het toenemende verval i om zich heen. Het boek, uit het Deensch vertaald door G. J. RisseladeGarrer, is verschenen hx Am sterdam bij Elsevier. Voor- en nadeelen van Zonnebaden door dr. W. Schuurmans Stekhoven. Dr. W. SChuurmans Stekhoven heeft naar aanleiding van het niet onbelangrijke aantal gevallen van nadeelige gevolgen van verkeer- de „zonnebaderijeen brochure geschreven over de voor- en nadeelen van Zonnebaden om daardoor leiding te geven aan deze „be weging" om zoo mogelijk met behoud van de onmiskenbare voordeelen voor de volksge zondheid de nadeelen. die even onloochen baar zijn. tot. een minimum te beperken. Het boekje verscheen bij de Leidsche Uitgeverij te Leiden. De Pestilentie te Katwijk (1625)' door Aernout Drost. In de Wereldbibliotheek is uitgekomen de 2de druk t.2rie5e duizendtal) van Aernout Drost's De Pestilentie te Katwijk (1625) met een inleiding van prof. dr. Albert Verwey, en taalkundige aanteekeningen door prof. ar. C. G. N. de Vooys. Het bandontwerp is vaix Fré Cohen. Oranje-Nassau Mijnen. De N.V. Drukkerij Waltman te Delft- heeft een propaganda-uitgave der Oranje-Nassau Mijnen verzorgd, die door de N.V. Mij tot Ex ploitatie van Limbui-gsche Steenkolenmijnen te Heerlen is uitgegeven. Het is een fraai, kloek boekwerk geworden dat uitvoerige gegevens biedt over het werk in de mijnen. Talrijke foto's en illustraties van Jos. A. Postmes. Maastrlchtsch kunstschilder, van wien ook de omslagteekening is, verluchten de tekst. Handleiding bij verkiezing van Wa terschapsbesturen. Bij Vermande Zoneix te IJmuiden-Hoorn is verschenen een Handleiding ten behoeve van de Verkiezing van Waterschapsbesturen in Noord-Holland. In do eerste plaats is het werkje geschre ven voor bestuursleden vaix Waterschappen en voor leden van de stembureaux. Maar ook aan hen, die in ander opzicht werkzaam deel hebben aan de verkiezingen. kan de Handlei ding zeer zeker goede diensten bewijzen. Behalve vaix een ultvoerlgen inhoud, is het werk voorzien van een register van de behan delde artikelen van het algemeen reglement en van eexx uitvoerigen alphabetischen klapper, zoodat de raadpleging al zeer gemak kelijk is gemaakt. „Klink los!" door ir. F. W. K. de Klerk. „Het is de bedoeling, dat we u een brok uit de wereld der techniek laten zien. We hopen uwe belangstelling te wokken voor het werk vaix een groep menschen. die hun levcxx slijten te midden van staal en ijzer. Het zal geen lyrische ontboezemiixg worden, eerder zullen we, iix analogie met het technische onder werp, nuchter eix zakelijk ïxxoeten wezen. En mocht u te veel getalleix. grafieken en tee- keningen naar uw smaak tegeix komen, be denk dan, dat dit alles het- dagelijksche werk is vaix de in de techniek Ingewijden.... Arbeid verricht in verbroederende gemeen schap, gesteund en geholpen door de lx eden - daagsehe werktuigen, met als product van het meixschelijke weten, kunnen en durven: het schip". Aldus ir. F. W. K. de Klerk, scheepsbouw kundig ingenieur in, zijn voorwoord. Op zeer lezenswaardige wijze, ondanks de vele ge tallen en cijfers, gunt de schrijver een kijk op lxet tot stand komen van een schip. Hij beschrijft hoogovens, en do ijzer- en staal- bewerkingen; hij voert u hx die gedeelten van de groote passagiersschepen waar de bron is van al het comfort aan boord, waar het personeel huist, waar de machines staan enz.; hij wijdt een hoofdstuk aan het schip op papier, aan de teekeningen en ontwerpen en een aan het werk op de werf. Ook over den scheepsbouwer en de wet spreekt ir. de Klerk. Na de sterkte en stabiliteit behandeld te hebben komt de sclxr. op de phase van het schip-op-de-helling, waarbij hij opmerkt, dat de scheepsbouwers zich misschien zullen afvragen of hij niet wat al te erg aan den oppervlakklgen kant gebleven is. Het bock, zegt hij, heeft echter geen andere pretentie, dan den leek een kijkje te gunnen in het scheepsbouwbedrijf. Dan volgen interessante gegevens over het van stapel loopen en de wijze van vooruitkomen van schepen en ten slotte beschrijft ir. de Klerk vele typen van schepen. Het boek, uitgegeven te Amsterdam bij Andries Blitz, is voorzien van 124 fraaie foto illustraties en 49 verduidelijkende teekenin gen tusschen den tekst. Het zal voor menig een, die interesse heeft voor scheepsbouw, een waardevol werk zijn. dat, door de groote hoeveelheid belangwekkende gegevens, tel kens weer opgeslageix zal worden om raads man te zijn in voorkomende gevallen. De Opbouw van den komenden Maatschappijvorm door H. Talcns. In dit boek, geschreven door den Apel- doornschen industrieel H. Talens, wordt de oplossing gegeven voor de staatkundige en economische moeilijkheden van dezen tijd, zooals althans de schrijver die ziet. Zijn denk beelden willen een grondslag vormen, waarop de politieke partijen in Nederland tot samen werking zullen kunnen komen. Ook is een hoofdstuk gewijd aan de opheffing <Vsr werk loosheid en verhooging van de koopkracht der menschen zonder gevaar voor inflatie en staatsbankroet. De uitgave is van De Op bouw, Uitgeverij Apeldoorn. Een industricbank in Nederland door Mr. Dr. B. K. Spanjaard. Verschenen is een overdruk uit Economisch statische berichten vaxx 19 April en 10 McL 1933 van Een Industricbank in Nederland, door mr. dr. B. K. Spanjaard. Toeristisch Handboek voor Nederland. Het Toeristisch Handboek voor Nederland, samengesteld door W. P. F. van Deventer en dr. W. P. Hubert van BI yen bur gh beleefde bij A. J, G. Strengho.lt te Amsterdam den twee den druk. Socialisme zonder dogma's door prof. dr. ir. J. Goudriaan. De N.V. H. D. Tjeenk Willink en Zoon te Haarlem deed verschijnen; Socialisme zonder Dogma's, door prof. dr. ir. J. Goudriaan. Deze publicatie vindt haar oorsprong in de voor dracht, die de schrijver op 30 Maart voor een openbare studentenbijeenkomst, uitgeschre ven door de Soc. Dem. Stud. Club te Rotter dam, gehouden heeft. Op sommige punten is i het gesprokene aangevuld of ingekort.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 9