LETTEREN EN KUNST
LITTERAIRE
KANTTEEKENINCEN.
Radiomuziek der week.
Hotel de Leeuwerik
Vergaderzalen
BIOSCOOP.
Nieuwe Uitgaven.
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
9
I
HET TOONEEL
DAAN VAN OLLEFEN.
ZESTIC JAAR TOONEELSPELER.
In mijn artikel „Het Tooneel in Nederland
vóór vijftig jaar" in ons jubileumnummer
van Juli, schreef ik, dat alleen mevrouw De
Boervan Rijk, Marie van Westerhoven, An
na Sablairolles, de heer en mevrouw Schwab-
Welman en Daan van Ollefen reeds komedie
speelden, toen het eerste nummer van Haar
lem's Dagblad verscheen. Van deze veteranen
zal Daan van Ollefen deze maand in den
Stadsschouwburg te Amsterdam en daarna
te Haarlem zijn 60-jarig tooneeljubileum
vieren.
Wanneer Van Ollefen begint te vertellen
van zijn tOoneelloopbaan, dan is het, of wij
een stuk tooneelgeschiedenis te hooren krij
gen. Hij heeft nog gespeeld met Albregt,
Moor, Piceni, Nancy Sandrockten Hagen,
Jeannet-te Cozijn, mevrouw KleineGart-
man, Sophie de Vries, Klaas Vos, Netje El
lenberger, Veltman, met al die grooten uit
een vorig geslacht en hij kan er nog met
enthousiasme over spreken. Bij Albregt en
Van Ollefen kreeg hij zijn eerst vaste en
gagement en -hij maakte in 1876 reeds deel
uit van het in dat jaar opgerichte „Neder-
landsch Tooneel" Hoe hard er in dien ouden
tijd dikwijls gewerkt werd, daarvan weet Van
Ollefen mee te praten. Moesten zij bij het ge
zelschap van Willem van Zuylen niet eiken
Dinsdag te Rotterdam een nieuw blijspel en
eiken Zondag een nieuwe „draak" uitbrengen
e,n bovendien nog eiken Zaterdag in Gro
ningen spelen? Dan zaten zij elke week Zon
dagmorgens al om 6 uur te Groningen in den
trein om onmiddellijk na aankomst in Maas
stad generale repetitie te houden en
's avonds in een première te spelen. Neen,
men wordt waarlijk als tooneelspeler niet-
met luieren oud.
En wanneer men dan nog maar mocht
hopen op een zorgeloozen ouden dag'! Maar
ook daarvan is bij het tooneel zelden sprake.
Malaise is er bij het tooneel eigenlijk altijd
geweest en tooneeldirecteuren gingen een
halve eeuw geleden al -even goed failliet als
tegenwoordig. Toen Van Ollefen zich in de
maand Augustus na het faillissement van
Willem van Zuylen had geëngageerd bij
het gezelschap van A. V. van Hamme, dat
den Parkschouwburg te Amsterdam bespeel
de, stond hij na twee maanden al weer op
straat met een vordering' van 900 gulden op
zijn directeur, waarvan hij f 18,23 uitgekeerd
kreeg. Is het dan wonder dat tooneelspelers
arm blijven? Maar zijn opgewektheid en
vroolijkheid heeft Daan van Ollefen er niet
door verloren!
Hij spreekt met dankbaarheid over zijn
loopbaan en hij herinnert r'ch bijna enkel
nog maar de lichte plekke uit zijn toch
werkelijk niet zorgeloos bestaan.
Zijn gelukkigste tijd was zijn reis snaar
West-Indië. naar Paramaribo en Curacao met
Carel van Hees, Arbous, Truus Post en Stien
Sta a's. Meer dan 25 jaar, is dat al geleden,
kmaar Daan van Ollefen teert er nog altijd
op, omdat het de mooiste periode uit zijn
tooneelspelerscarrière was. .Het eenige groo-
te en groptsche, wat ik ooit in mijn leven ge
noten heb!" zegt hij in zijn eenvoud. Zij wa
ren de eerste Hollandsche tooneelspelers,
die „de West" bezochten en zij werden er even
enthousiast ontvangen als de acteurs, die ver
leden jaar en dezen zomer er heen zijn ge
gaan. Wat een reis! Wat een ontvangst en
wat 'n lieve menschen! Het is alles zooals
hij zegt nog springlevend in zijn her
innering.
Zijn verdere loopbaan? Och, die is als van
bijna alle andere Hollandsche tooneelspe
lers en tooneelspeelsters. Een voortdurende
wisseling van gezelschappen en directeuren.
Het eene jaar speelt hij bij Kreukniet en
Mutters in de Salon des Variétés, dan drie
jaar bij Charles de la Mar in" Tivoli in de Nes,
vervolgens 12 jaar bij de Kon.Ver. Het Ned.
Tooneel, één seizoen bij 't Lyrisch Tooneel met
Louis Bouwmeester, één jaar in het Grand
Theater onder directie van Frank en zoo
gaat het maar altijd door. En steeds was het
hard en hard werken. Want omdat Van Olle
fen zeer vlug leeren kon en veel routine had,
moest hij 'telkens invallen, wanneer collega's
ziek waren geworden. Zoo heeft hij eens
Ponder in „De Schoonzoon van mijnheer
Ponder" moeten opnemen na een voorberei
ding van 12, zegge 12 uur.
Zijn artistiek mooiste tijd was zijn verbin
tenis bij Royaards, in wiens eerste grootste
successen in Adam in Ballingschap, Luci
fer. Mevrouw Warren's Bedrijf en Gysbreght
van Aemstel hij een werkzaam aandeel
had. Van dien tijd gaat ook mijn herinnering
aan Daan van Ollefen als tooneelspeler. Ik
zie hem nog als een der „wederspannige over
ste" ik meen, dat het Belzebub was in
Lucifer, voor welke rol hij met zijn scherpe
stem en zijn lang lichaam zeer veel mee
bracht. Uitstekendwas ook zijn markante
Asnxodé in Adam in Ballingschap. En ik her
inner mij ook nog zijn zeer goeden, gemoede
lijken broeder Willebrord in den Gysbreght.
Het waren doorgaans .niet rollen van het
eerste plan, die Daan van Ollefen speelde,
maar altijd weer onderscheidde hij zich door
zijn ernst, zijn conscientieuse opvatting en
zijn routine. Dat een acteur ook in een kleine
rol iets voortreffelijks kan leveren, heeft van
Ollefen getoond als de idiote broer van Elias
in Elias weet het beter. Wie dit blijspel ge
zien heeft, zal zeker nooit de figuur van de
zen versuften, ouden man, die daar aldoor
maar bij de toonbank zat en ongewild zoo
beslissend ingreep in het leven van Elias door
voor hem te telefoneeren. vergeten. Dat was
een meesterlijke creatie, vooral in het stille
spel. En hoe uitstekend was ook zijn oude
Gobbo in De Koopman van Venetië, welke
rol hij zoo dikwijls met Louis Bouwmeester
als Shylock heeft gespeeld.
In de laatste jaren was Daan van Ollefen
lid van Het Schouwtooneel, aan welk gezel
schap hij tot het bitter einde verbonden is
geweest. En thans zullen eenige leden van
dit oude gezelschap, bii wie zich o.a. Rika
Hopper. Ank van der -Moer en Cor Hermus
hebben gevoegd, hem in de gelegenheid stel
len zijn 60-jarig tooneeljubileum te vieren.
Van Ollefen zal dan Chapuzot spelen in De
Erfgenamen van Rabourdin van Zola. Wij
wenschen den ouden ernstigen en altijd nog
levensbli.ien acteur een mooien avond en veel
succes toe. Hij heeft dit alle opzichten ver
diend.
J. B SOHUIL.
Eva Raedtde Canter.
Bohème. A'dam. Querido.
Het gaat met deze schrijfster, die met haar
debuut, „Internaat" zulke bijzondere verwach
tingen heeft opgewekt, snel berg-af. Hadden
de daarop gevolgde boeken „Geboorte" en „Hu
welijk" althans nog qualiteiten, die aan het
kunstenaarschap waaraan Internaat ont
sproot, herinnerden, dit nieuwe werk is rond
uit vervelend van onbenulligheid. Het vertoont
alle kenmerken van een „gemaakt" boek,
waarvan men zich verwonderd afvraagt welk
geluk de schrijfster bij het scheppen kan heb
ben ondergaan of van welken last zij zich er
door kan hebben bevrijd. Ik kan de idee niet
van mij afzetten dat het als prestatie verre
beneden de innerlijke beteekems der schrijf
ster staat..
Een jong vrouwtje blijft met haar zoontje
onverzorgd achter als haar man in het zie
kenhuis gestorven is. Alles aan dit vrouwtje is
vaag; haar goedheid zoowel als haar domheid,
haar begrip over zich zelf. zoowel als dat over
anderen; er zit niet veel bij zooals men dat
noemt. Dat zal zich nu door het leven hebben
te slaan, en het in huis nemen van pension
gasten wordt geacht daartoe de middelen te
kunnen fourneeren. En nu gaan we twee hon
derd vijftig pagina's doorgezaagd worden over
de meerendeels jonge lieden van beiderlei
kunne, die bij Tops, zoo heet het vrouwtje,
hun intrek nemen, en over de affecties die
tusschen haar en die gasten geacht worden
zich te ontwikkelen. Die gasten hebben schijn
baar allen, zij het op voor nuchtere menschen
betamelijken afstand, iets met kunst uit
staande. De aardigste uitvinding is de meneer
die voor een reclamebiljet een kachel moet
teekenen en daarvoor Noorderlicht beweert
noodig te hebben: als hem dat onthouden
wordt knipt hij een kachel uit een kranten
advertentie en teekent die na. Na dit exploot
wensc-ht hij zijn kunst nieuw leven in te gie
ten en werpt zich op het naakt model. In de
praktijk schijnt voor deze kunstbeoefening het
schemeruur aangewezen. Van dit twijfel
achtig gehalte kunstmensch, zijn bijna zonder
uitzondering Tops' verdere gasten, logé's, uit
vreters of hoe ge ze noemen wilt. En de schrijf
ster wil ons doen gelooven dat Tops deze min
of meer half-zachte-modernen ernstig neemt.
Voor den lezer zijn ze zonder uitzondering
gruwelijkvervelend met hun onbeduidende
kletspraat.
Tops verleent huisvesting aan een reeks
artistiek-achterlijke zwamneuzen en vulgaire
juffers eii de schrijfster noemt dat Bohème.
„De Bohème is diep gezonken, Moeder" zou
Multatuli zeggen. De romantiek van een Henri
Murger die, laten we wèl wezen, tenminste
verstand had van kunstenaars en hun milieu
is, onder de hianden van Eva Raedt-de Can
ter tot een drabbig bezinksel van moderne
zakelijkheid verworden, waarin van geest noch
van kunstbegrip ook maar iets te bespeuren
valt. Ze had van de lamlendigheid dezer mo
derne stukken ongeluk een felle parodie kun
nen maken, maar zij wenscht vermoedelijk
dat men het geval-Tops nog ernstig neemt op
den koop toe en dat zal haar slechts geluk
ken bij een zeer weinig eischend en zelf
eenigszins wankel op de beejien staand lezers
publiek.
Geleuterd wordt er in dit boek genoeg, doch
het is permanent sans espoir et sans esprit en
zulks is doodend voor de belangstelling.
Het boek is ook technisch slordig geschre
ven. Een zin als deze: „iederen Zondag als hij
zijn kopje koffie en de tijdschriften lezen
ging in zijn caféhoort bij onzen vriend
Charivarius thuis, om in zijn museum opge
zet te worden en bewijst, met andere gemak
kelijk te vinden voorbeelden, dat de zonder
twijfel begaafde schrijfster ditmaal maak
werk geleverd heeft en aan haar eigen intel
ligentie en beteekenis een spoedige revanche
verschuldigd is.
J. H. DE BOIS.
EEN VOORBESPREKING
door KAREL DE JONG.
Het eerste wat bij een vluchtige beschouwing
der radioprogrammas voor de komende week
in 't oog valt, is, dat weer meerdere uitheem-
sche namen voor de Nederlandsche microfoon
paradeeren. Dat ons land in internationale
kwesties geen bekrompen standpunt inneemt
is van ouds bekend en het is ook niet anders
dan te prijzen, maar op kunstgebied is men
wel eens een beetje al te internationaal ge
zind. Ik heb zelfs meermalen hooren verlui
den dat aan buitenlandsche solisten soms ho
noraria betaald worden, die onze landgenoo-
ten moeten doen watertanden en hun fan
tastisch zullen voorkomen. De waarheid van
zulke verluidingen is natuurlijk moeilijk te
toetsen want de meeste organiseerende ver-
eenigïngen leggen op dat punt geen rekening
en verantwoording af. Maar dat op kunstge
bied nog vèel geld naar 't buitenland ver
dwijnt. dat vooral in deze crisistijden beter in
't land had kunnen blijven zal toch wel waar
zijn. De reciprociteit is in deze maar heel
klein, want de meeste landen om ons heen
weren buitenlanders. Daarom zal 't velen mët
mij genoegen doen in het Zondagprogramma
van Hamburg den naam van een Nederland-
schen solist aan te treffen: Jan Gesterkamp.
Over het vioolconcert van Bruch, dat hij zal
spelen, behoef ik niet uit te weiden.
Ik behoef dat evenmin te doen over de zang
nummers die Annie Woud Zondagavond voor
de Hilversunxsche microfoon zal voordragen.
Maar ik wil toch even in 't bijzonder de aan
dacht vestigen op „Traunxe" van Wagner.
Nimmer te voren heb ik een zóó doorvoelde,
suggestieve en prachtig' klinkende vertolking
van dit lied gehoord als van Annie Woud op
een H.O.V.-concert in 't begin van Augustus.
Wie dat toen hoorde, zal 't nog eens willen
doorleven: voor wie 't niet hoorde zal het een
openbaring kunnen zijn.
De tekst der Bach-Cantate. die Zondag te
Leipzig wordt uitgevoerd, bevat wel een ern
stige waarschuwing. Aan zelfverheffing heeft
Joh. Seb. Bach werkelijk nooit geleden; ver
nedering is hem desondanks niet bespaard,
vooral van officieele zijde en het is wel eigen
aardig, dat een koning van Pruisen meer be
grip voor Bach's kunst toonde en meer eer
bied aan zijn persoon bewees dan de vroede
vaderen van zijn woonplaats.
Het programma van het kamermuziek-con-
cert van Zondagavond te Daventry vermeldt
o.a. de piano-sonate op. 2 no. 3 van Beet
hoven. Deze sonate is geschreven in een con
certanten stijl, die merkbaar verschilt van dien
der vorige twee. Twee van Beethoven's sonates
zijn in C. gr. t. geschreven: op. 2 no. 2 en op.
53. (Waldsteinsonate); in beide heerscht een
Groote en kleine
(Adv. Ingez. Med.)
stijl, die uiterlijke schittering niet versmaadt.
Het ligt dus voor de hand te veronderstellen
dat Beethoven de toonsoort C. gr. t. als bij
zonder aangewezen daarvoor gevoelde. Tech
nische redenen zijn er niet voor te vinden;
Beethoven moet dus aan verschillende toon
soorten verschillend karakter hebben toege
kend.
Over het al of niet wezenlijke dier verschil
len is al heel wat gepraat en geschreven. Dat
ze bestaan voor die instrumenten, die be
paalde tonen als losse tonen (op strijkinstru
menten!) of natuurtonen (op blaasinstru
menten!) kunnen voortbrengen, is te begrij
pen, maar voor instrumenten met gereedlig
gende, gelijksoortige tonen en getempereerde,
alle intervallen en accoorden egaliseerende
stemming lijkt het ongerijmd verschil in het
karakter der toonsoorten te veronderstellen.
Een feit dat tegen die veronderstelling pleit
is, dat menschen, die niet in 't bezit van een
absoluut gehoor zijn, niet bemerken of men
een zeker stuk in een andere dan de voor
geschreven toonsoort speelt. Transpositie dus
van een stuk dat b.v. in C staat naar B of
Cis bemerken zij niet-, ook niet wanneer zij
het stuk goed kennen. Had nu de toonsoort
B een heel ander karakter dan de toonsoort
C, zooals sommigen beweren, dan zou een in
telligente hoorder eventueele transpositie on
danks het gemis van absoluut gehoor moeten
bemerken. De absolute toonshoogte, de dia
pason dus, is trouwens een willekeurig vast
gestelde grootheid, en die is niet eens overal
dezelfde. Men heeft orkesten, die de hooge
en andere die de lage stemming gebruiken.
Nog onder den invloed van de C, gr t. kom
ik tot de Wanderer-fantase van Schubert, die
Woensdagavond door Heilsberg uitgezonden
wordt. Zijn naam ontleent dit werk aan de
variaties op het thema van Schubert's eigen
lied „Der Wanderer" (op. 2) die er in voor
komen. Deze fantasie bestaat uit vier ineen-
loopende deelen, die Al leg ro-Adagio-Sc her zo-
Finale eener sonate zouden kunnen verte
genwoordigen. Het innerlijk verband wordt
gevormd door de eerste drie noten (van ge
lijke toonshoogte) der liedmelodie, die men
in alle deelen terugvindt, hoewel de rythmi-
sche verhouding in het Scherzo veranderd is.
De fugatische inzet der finale heeft als zoo
danig niet veel om 't lijf en blijft dan ook
tot een enkele expositie beperkt. Schubert's
klavierzetting is niet overal practïsch. ze is
bovendien vermoeiend voor den speler. Daar
om heeft Liszt in zijn Schubert-uitgave op
vele plaatsen varianten aangegeven, die bij
minder krachtverspilling meer effect sortee-
ren. Doch Liszt, heeft nog meer gedaan: zijn
geniale intuitie zeide hem dat de Wanderer-
fantasie eigenlijk tegenstellingen tusschen
solo.en tuttigedeelten vertoont, En zoo heeft
hij haar voor klavier en orkest bewerkt en
elk onbevooroordeelde zal moeten toegeven,
dat deze bewerking niet alleen uitstekend
klinkt, maar dat zij op het werk eerst het
volle licht doet schijnen.
Maandagavond zal Frankfort het repro
ductie-klavier Welte-Mignon of Steinway-
Welte voor de microfoon brengen. Het instru
ment lijkt op een pianola-piano en werkt
evenals deze met rollen, maar verschilt ex-
van doordat de beweging electrisch is en
doordat het opgenomen spel tot in bijzonder
heden nauwkeurig wordt weergegeven. Ik
heb eens een Liszt's „La Campanella". ge
speeld door Busoni, door een Mignon hooren
weergeven, en het was me alsof de meester
zelf, van wien ik dat werkje meermalen hoor
de, aan 't klavier zat. De wijze van opnexnen
is een geheim. Maar interessant is het zeker!
POPULAIR CONCERT DER H.O.V.
Zondagavond zal de H.O.V. een populair
concert geven met Dick Weiman als solist.
Het programma vermeldt o.a. „An jenen
Tag" vaxx Hans Marschner, een aria uit de
Opera „l'Africaine" van Meyerbeer en als slot
Fragmenten uit de Operette „Die lustige
Witwe" van Fr. Léhar.
Het laatste volksconcert zal plaats vinden
op Donderdagavond 21 September a.s. met
Hans Bijvanck als solist in het vioolconcert
van Beethoven.
VIJF EEREPRIJZEN VOOR DEN WEDSTRIJD
„JACOB VAN LENNEP".
Onze Koningin, de Koningin-Moeder, Prins
Hendrik, Prinses Juliana en de Koning van
België hebben voor den Internationalen too
neel wedstrijd eereprijzen beschikbaar ge
steld.
Een zilveren lauwerkrans schonk de heer
S. Prins, eere-voorzitter van „Jacob van Len-
nep". een zilveren tak van den heer van Ma-
ris, voorzitter der vereeniging.
Ook werden medailles geschonken door den
minister van Onderwijs, kunsten en weten
schappen, door de Provincie Noord-Holland,
Nederlandsch Tooneelverbond en de directie
van Haarlem's Dagblad, de Vereeniging tot
bevordering van het Vreemdelingenverkeer,
het hoofdbestuur van Koninginnedag, direc
tie der Opr. Haarl. Courant, de Liedertafel
Haarlem's Zanggenot, het Centrum-comité
en de heeren Tuninga, Ellinckhulzen en
Schindeler.
KONINGIN SCHENKT AAN DE
TOONEELISTEN
BELANGRIJKE BIJDRAGE VOOR DEN
„MASKERDAG''
De Koningin heeft een belangrijk bedrag
doen toekomen aan het Pensioenfonds voor
Tooneelisten, zulks als bijdrage in de straat
collecte f Maskerdag),, welke heden ten bate
van dit fonds wordt gehouden.
De koningin heeft Donderdag ten paleize
ontvangen ontvangen de heeren J. Stroeve,
voorzitter van de Vereeniging voor den Ef
fectenhandel en S. P- van Eeghen, oud-voor
zitter van de Kamer wn Koophandel te Am
sterdam.
In de bakkerijen mocht dezen nacht nacht
arbeid verricht worden.
De scholen hebben heden vrij te Amster
dam.
DEN HAAG SUBSIDIEERT DE KUNST
MINDER.
Op de begrooting van Den Haag is f 18.000
minder aan kunstsubsidies uitgetrokken.
Greta Garbo.
LUXOR THEATER.
Greta Garbo in Susan Lenox.
Dat de film Susan
Lenox, waarin Greta
Garbo schittert, ge
prolongeerd zou wor
den, was te ver
wachten, gezien den
geweldigen toeloop.
Wij verwijzen dan
nu naar de waardee-
rende bespreking
door onzen filmme
dewerker den heer
Cannegieter verle
den week.
Ook het voorpro
gramma is gehand
haafd. Men kan deze dagen dus genieten
van de komische verwikkelingen en zotte si
tuaties, waarin Clyde Cook en Franklin
Pengborn, de Taxi Boys, terecht komen en
van de avontux'en van Charley Chase als
Schoonheidskoningin met Heinie Conklin als
detective.
Het journaal is geheel nieuw en bevat o.a.
de sportgebeurtenissen van de week. We zien
op de wielerbaan te 's Hertegenbosch Jac.
van Egmond van Piet van Kempen en van
Pijnenburg winnen en vinden dit als Haar
lemmers natuurlijk erg prettig. Dan zien we
de onsmakelijke vertooning van trainende
voetbaldames. brr! Natuurlijk wonen we
ook den Intocht van de Koninklijke Familie
te Amsterdam bij en de feestelijkheden ter
gelegenheid van bet 300-jarig bestaan van
den Schermerpolder. De voorstelling begint
met heel interessante tooneelen uit China,
het land met zijn 400 millioen inwoners. Dit
is hoogst leerzaam.
Het theater was Vrijdagavond flink bezet.
We vermoeden, dat dit wel de heele week het
geval zal wezen.
Anna Steil.
REMBRANDT THEATER
Bommen op Monte Carlo.
Rembrandt Theater
komt met een oude
bekende, deze week.
maar een oude be
kende, die heel veel
vrienden gemaakt
heeft en er zeker
veel nieuwe zal ma
ken, want het is een
allergezelligste film.
waarvan men liet
scenario evenwel niet
al te zeer aan de mo
gelijke werkelijkheid
moet toetsexx. Maar
nietwaar, dat zijn
wij, filmliefhebbers,
al lang geweixd. Wij
zijn al lang tevreden, wanneer we eens heer
lijk kunnen lachen, wanneer we, gedurende de
filixx aan de hoofdpersonen kunnen gelooven
en wanneer ze ons eens heelemaal uit onze
gewone sfeer halen. Als we later op ons ge
mak de geheele geschiedexxis nog eens over
denken. tsja, clan kunnen we meestal geen
tiende aanvaarden. van wat ons daar in het
theater zoo smakelijk werd opgediend maar
daar nxakeix we ons g'een zorg over, we hebben
ons kostelijk laten amuseerexi (vooral dat
laten is zoo fijn, door de passieve rol, die we.
daarin spelen) en we zijn tevreden. In „Bom
men op Monte Carlo" heeft Hans Albcrs. de
gepersonifieerde wilskracht-mensch, zijn suc-
cesrol, Heinz Riihmann met zijn vermakelijke
gemoedelijk- en vroolijkheid draagt een goed
deel bij tot het succes, evenals Anna Sten.
„Bommen op Monte Carlo" is ixi Haarl. Dag
blad bij de vorige gelegenheid al zeer waardee-
rexid besproken, zoodat we over de filixx zelf
verder xxiets nxeer behoevexx te zeggeix.
Max Fleischer's tcekenfilnx „Popeye the
Sailor" is weer vaix het gewoxxe Fleischer-ge-
halte, dus genoot ïxxen.
Het Fox Movie News en Polygoon's Holl.
Nieuws gevexx o.a. het ïxieuws vaix de week.
Op het tooneel daxxst en zingt de Menaro
Troupe, welke troep bestaat uit vijf meisjes,
die ixx Hongaarsche kleeding huxx nummer uit
voeren.
JUBILEUM ORGANIST JAN ZWART.
1 October viert de vooral te Amsterdam en
Zaandam bekende organist Jan Zwart zijn
jubileum van veertig jaar organist te zijn.
Er hebben zich comités gevormd om hem te
huldigen. Men wil henx een geschenk aanbic-
deix ixx den vorm vaix eexx uitgave vaix eenige
zijner orgelcomposities onder den titel „Mu-
syck over de Voysen der Psalmen Davids".
Het plaatselijk comité te Zaaixdaxxx zal bij de
huldiging een speciaal Zaansch geschenk aan
bieden
Op reis met rnensch en dier door
Paul Eipper.
De bekende dierexxvriend Paul Eipper (men
herinnert zioh o.a. zijn film Tiere sehen dien
an) heeft op zijn vele zwerftochten tallooze cir
cussen bezocht en is daarmee rondgereisd. In
zijn boek Op Reis met mensch eix Dier be
schrijft hij 20 dagen, doorgebracht in een
groot circus, dat op tournee is. Op zijn vlotte
wijze beschrijft hij het leven en het doen en
laten in en om eexx circus, vlecht er herinne
ringen doorheen vaix beroemde dompteurs en
artisten, geeft uitstekende indrukken vaix het
dresseerexx der dieren, waarbij hij den nadruk
legt op de voordeelen van de zoogeix. tamme
dressuur. „Uit grondige waarneming kaïx ik be
wei-en. dat er thans geen reden meer bestaat,
om ieder nummer van getemde en gedresseer
de dieren met wantrouwen te bekijken",
schrijft hij ergens (blz. 113). De heer H. J. Ly-
sen uit Overveen heeft het werk zeer goed ver
taald en een groote serie verklarende aantee-
keningen bijgevoegd, die zoo mogelijk het
werk nog verduidelijken. De illustraties zijn
naar foto's van Hedda Walther.
Het boek is uitgegeven bij Adries Blitz te
Amsterdam. Jo Spier leverde de omslagteeke-
ning.
Koning Lear op Klompen door J.
Anker Larsen.
In dit boek heeft de schrijver als onderwerp
gekozen het verval van het tooneel. Een be
roemd kunstenaar komt bij een tooneelge-
zelschap in Kopenhagen, waar het uiterlijk
vertoon en oppervlakkigheid de waarachtige
kunst verdrongen heeft. Anker Larsen schil
dert op pakkende wijze den strijd tusschen
den kunstenaar tegen het toenemende verval
i om zich heen.
Het boek, uit het Deensch vertaald door G.
J. RisseladeGarrer, is verschenen hx Am
sterdam bij Elsevier.
Voor- en nadeelen van Zonnebaden
door dr. W. Schuurmans Stekhoven.
Dr. W. SChuurmans Stekhoven heeft naar
aanleiding van het niet onbelangrijke aantal
gevallen van nadeelige gevolgen van verkeer-
de „zonnebaderijeen brochure geschreven
over de voor- en nadeelen van Zonnebaden
om daardoor leiding te geven aan deze „be
weging" om zoo mogelijk met behoud van
de onmiskenbare voordeelen voor de volksge
zondheid de nadeelen. die even onloochen
baar zijn. tot. een minimum te beperken. Het
boekje verscheen bij de Leidsche Uitgeverij te
Leiden.
De Pestilentie te Katwijk (1625)'
door Aernout Drost.
In de Wereldbibliotheek is uitgekomen de
2de druk t.2rie5e duizendtal) van Aernout
Drost's De Pestilentie te Katwijk (1625) met
een inleiding van prof. dr. Albert Verwey, en
taalkundige aanteekeningen door prof. ar. C.
G. N. de Vooys. Het bandontwerp is vaix Fré
Cohen.
Oranje-Nassau Mijnen.
De N.V. Drukkerij Waltman te Delft- heeft
een propaganda-uitgave der Oranje-Nassau
Mijnen verzorgd, die door de N.V. Mij tot Ex
ploitatie van Limbui-gsche Steenkolenmijnen te
Heerlen is uitgegeven. Het is een fraai, kloek
boekwerk geworden dat uitvoerige gegevens
biedt over het werk in de mijnen. Talrijke
foto's en illustraties van Jos. A. Postmes.
Maastrlchtsch kunstschilder, van wien ook de
omslagteekening is, verluchten de tekst.
Handleiding bij verkiezing van Wa
terschapsbesturen.
Bij Vermande Zoneix te IJmuiden-Hoorn is
verschenen een Handleiding ten behoeve van
de Verkiezing van Waterschapsbesturen in
Noord-Holland.
In do eerste plaats is het werkje geschre
ven voor bestuursleden vaix Waterschappen
en voor leden van de stembureaux. Maar ook
aan hen, die in ander opzicht werkzaam deel
hebben aan de verkiezingen. kan de Handlei
ding zeer zeker goede diensten bewijzen.
Behalve vaix een ultvoerlgen inhoud, is het
werk voorzien van een register van de behan
delde artikelen van het algemeen reglement
en van eexx uitvoerigen alphabetischen
klapper, zoodat de raadpleging al zeer gemak
kelijk is gemaakt.
„Klink los!" door ir.
F. W. K. de Klerk.
„Het is de bedoeling, dat we u een brok uit
de wereld der techniek laten zien. We hopen
uwe belangstelling te wokken voor het werk
vaix een groep menschen. die hun levcxx slijten
te midden van staal en ijzer. Het zal geen
lyrische ontboezemiixg worden, eerder zullen
we, iix analogie met het technische onder
werp, nuchter eix zakelijk ïxxoeten wezen. En
mocht u te veel getalleix. grafieken en tee-
keningen naar uw smaak tegeix komen, be
denk dan, dat dit alles het- dagelijksche werk
is vaix de in de techniek Ingewijden....
Arbeid verricht in verbroederende gemeen
schap, gesteund en geholpen door de lx eden -
daagsehe werktuigen, met als product van
het meixschelijke weten, kunnen en durven:
het schip".
Aldus ir. F. W. K. de Klerk, scheepsbouw
kundig ingenieur in, zijn voorwoord. Op zeer
lezenswaardige wijze, ondanks de vele ge
tallen en cijfers, gunt de schrijver een kijk
op lxet tot stand komen van een schip. Hij
beschrijft hoogovens, en do ijzer- en staal-
bewerkingen; hij voert u hx die gedeelten
van de groote passagiersschepen waar de
bron is van al het comfort aan boord, waar
het personeel huist, waar de machines staan
enz.; hij wijdt een hoofdstuk aan het schip
op papier, aan de teekeningen en ontwerpen
en een aan het werk op de werf. Ook over
den scheepsbouwer en de wet spreekt ir. de
Klerk. Na de sterkte en stabiliteit behandeld
te hebben komt de sclxr. op de phase van
het schip-op-de-helling, waarbij hij opmerkt,
dat de scheepsbouwers zich misschien zullen
afvragen of hij niet wat al te erg aan den
oppervlakklgen kant gebleven is. Het bock,
zegt hij, heeft echter geen andere pretentie,
dan den leek een kijkje te gunnen in het
scheepsbouwbedrijf. Dan volgen interessante
gegevens over het van stapel loopen en de
wijze van vooruitkomen van schepen en ten
slotte beschrijft ir. de Klerk vele typen van
schepen.
Het boek, uitgegeven te Amsterdam bij
Andries Blitz, is voorzien van 124 fraaie foto
illustraties en 49 verduidelijkende teekenin
gen tusschen den tekst. Het zal voor menig
een, die interesse heeft voor scheepsbouw,
een waardevol werk zijn. dat, door de groote
hoeveelheid belangwekkende gegevens, tel
kens weer opgeslageix zal worden om raads
man te zijn in voorkomende gevallen.
De Opbouw van den komenden
Maatschappijvorm door H. Talcns.
In dit boek, geschreven door den Apel-
doornschen industrieel H. Talens, wordt de
oplossing gegeven voor de staatkundige en
economische moeilijkheden van dezen tijd,
zooals althans de schrijver die ziet. Zijn denk
beelden willen een grondslag vormen, waarop
de politieke partijen in Nederland tot samen
werking zullen kunnen komen. Ook is een
hoofdstuk gewijd aan de opheffing <Vsr werk
loosheid en verhooging van de koopkracht
der menschen zonder gevaar voor inflatie en
staatsbankroet. De uitgave is van De Op
bouw, Uitgeverij Apeldoorn.
Een industricbank in Nederland
door Mr. Dr. B. K. Spanjaard.
Verschenen is een overdruk uit Economisch
statische berichten vaxx 19 April en 10 McL
1933 van Een Industricbank in Nederland,
door mr. dr. B. K. Spanjaard.
Toeristisch Handboek voor Nederland.
Het Toeristisch Handboek voor Nederland,
samengesteld door W. P. F. van Deventer en
dr. W. P. Hubert van BI yen bur gh beleefde bij
A. J, G. Strengho.lt te Amsterdam den twee
den druk.
Socialisme zonder dogma's door
prof. dr. ir. J. Goudriaan.
De N.V. H. D. Tjeenk Willink en Zoon te
Haarlem deed verschijnen; Socialisme zonder
Dogma's, door prof. dr. ir. J. Goudriaan. Deze
publicatie vindt haar oorsprong in de voor
dracht, die de schrijver op 30 Maart voor een
openbare studentenbijeenkomst, uitgeschre
ven door de Soc. Dem. Stud. Club te Rotter
dam, gehouden heeft. Op sommige punten is
i het gesprokene aangevuld of ingekort.