Zeilwedstrijden te Portland. De schai in 't oude Holland DRUIVEN DIE NIET ZUUR ZIJN. Een druivenplukker aan den arbeid in een der Loosduïnsche kassen, waar de pluk in vollen gang is, HOE DE FOTOGRAAF de Maastrichtscbe kermis zag BIJ DB KRALINGSCHEPLAS Iaat de gemeente Rotterdam ttans In werkvcrickaPSng ecD bosck, strandbad en plantsoenen aanleggen. Een kijkje bij de plaats waar binnen eenigen tijd de nieuwe aanwinsten xullen verrijzen. VOOR MATROZEN DER ENGELSCHE MAR/NE is te Portland een groote zeilwedstrijd gehouden, Hierboven een overzicht, genomen van boord van H, M.S. „Nelson". PRINS KNUD van Denemarken is in bet huwelijk getreden met Prinses Carolina Mathilde, dochter van Prins Harald, broeder van den Deenschcn Koning. Het bruidspaar na de huwelijks voltrekking. FEUILLETON (Een geval uit de practijk van Wil J. Sanders, detective). door tIDO VAN EWOUD. (Nadruk verboden. 13) Ik slaagde er nu in den ambtenaar te over tuigen van m'n relatie tot de beide, in be- wusteloozen toestand aangetroffen perso nen, zoodat ik toestemming kreeg hen in mijn coupé onder te brengen, waar ik het venster, zoowel als de deur opende, zoodat voldoende frissche lucht kon binnenstroo men. Ik bemerkte onmiddellijk, dat het ge val niet ernstig was. Sanders bewoog zich reeds weer onrustig en het duurde niet lang. of hij sloeg de oogen op. Op dit moment betrad een nog jonge man, gevolgd door den anderen douane ambtenaar de coupé. Hij stelde zich voor als dr, Blu- menstein uit Mariénburg en wijdde daarna onmiddellijk zijn aandacht aan de beide pa tiënten. Een der ambtenaren werd opgedra gen een schaal koud water en uit den restau ratiewagen wat citoensap te halen en toen deze met het verlangde terugkeerde, waschte hij Sanders en van Dobben slapen en polsen, waarop beiden al spoedig weer bijna geheel de ouden waren. „U had daar niet veel langer moeten blij ven", meende dr. Blumenstein, terwijl hij zijn bril met zwart montuur afnam en zorg vuldig de glazen begon te poetsen. „Het :s nu bij een lichte bedwelming, waarvan u wellicht morgen reeds niets meer zult bespeu ren, gebleven, maar een enkele uren langer verblijf in die atmosfeer zou ongetwijfeld uw beider dood tengevolge hebben gehad". Deze laatste uitspraak scheen Sanders ge heel tot de werkelijkheid terug te roepen. Hij sprong plotseling ovei-eind, maar de aarts trachtte hem 'tegen te houden. „Hoho, zóóver zijn we nog niet", zei hij op kalmeerenden toon, welke een geneesheer tegen een recalcitrante patiënt pleegt aan te slaan. „Voorloopig doet u beter u vooral niet op te winden. Eenige uren rust zullen u be paald goed doen! Hoe ver gaan de.heeren?" vroeg hij, zich tot mij wendend. „Tot Èlbing", antwoordde Ik, „Maar m'n waarde lieer", zei dr. Blu menstein, zich nu weer tot San ders richtend, ..dan heb je immers nog bijna vijf uren den tijd. Probeer nog eens even de slaap te vatten. Tegen den tijd dat je uit moet. stappen, zullen we je wel waarschu wen Maar de detective was niet te bewegen de zen raad op te volgen. „U houdt mij ten goede, dokter, dat ik, al vorens den trein te verlaten, eerst eens een onderzoek wil kastellen naar de oorzaak van dit intermezzo. Of dacht u, dat ik van plan was rustig een aanslag op mijn leven te laten plegen zonder ook maar een poging te doen den dader aan de justitie over te leveren?" „De justitie vertegenwoordig ik", klonk nu een stem en in de deur verscheen een jong militair in khaki uniform. Naar mij later bleek, was de plotselinge verschijning van dezen man niet aan een toevallige omstandigheid toe te schrijven. In de Poolsche corridor nl, worden de doorgaan de Duitsche D-treinen aan het grensstation onmiddellijk door Poolsche militaire politie bezet, De deuren der wagens worden gesloten en niemand mag tijdens 't oponthoud in de stations den trein verlaten, Vroeger moesten zelfs de ramen der coupe's gesloten blijven, doch hieraan wordt tegenwoordig vrijwel niet meer de hand gehouden. Het is de taak van de militaire politie op de naleving van deze bepalingen te letten. De onderofficier, die blijkbaar in dit deel van den trein dienst deed en door den douane-ambtenaar was gewaarschuwd, kwam nu nadèrbij, op den voet gevolgd door den hoofdconducteur, die zich eveneens „ambts halve" voor het gebeurde interesseerde en reeds met potlood en notitieboekje klaar stond om van een en ander rapport te ma ken. Sanders was nu wel genoodzaakt te blijven en hij onderwierp zich met een wanhopig ge zicht aan het dubbele verhoor, dat hem dooi de beide mannen werd afgenomen. Toen hem na zijn naam en woonplaats ook naar zijn beroep gevraagd werd. meende ik dat hij even aarzelde, maar toen hij met vaste stem „par ticulier detective" antwoordde, scheen dit in 't geheel geen verwondering te baren. Dat men er zelfs niet aan dacht dit beroep in verband te brengen met den aanslag, bleek wel uit de kort hierop volgende vraag van den sergeant, of de heeren reeds hadden vast gesteld wat hun ontroofd was. De man meen de dus met slachtoffers van. een eenvoudigen trein roof te doen te hebben. Sanders liet hem in dien waan. Hij zeide daarvoor nog geen gelegenheid te hebben ge had maar er onmiddellijk een onderzoek naar.te zullen instellen. Hij kreeg daardoor meteen gelegenheid het advies van den arts onopvallend te negeeren en zich naar zijn eigen slaapcoupé te begeven. Het liefst zou hij op dit oogenblik, daaraan twijfelde ik geen momentalleen zijn geweest, maar hij kon helaas niet verhinderen, dat de onder officier, de hoofdconducteur, een der douane ambtenaren, de juffrouw van den slaapwa gen en tenslotte dr. Blumenstein hem op den voet volgden, Ik achtte het in de gegeven omstandig heden verstandiger bij van Dobben te blij ven, die zich nog te slap gevoelde om op te staan. Sanders had immers nog aan het be- gin van dit avontuurlijke tweede deel van onze reis gezegd, dat de makelaar zich zoo weinig mogelijk alleen moest vertoonen. Ik ging dus naast zijn bed zitten en trachtte hem wat op» te beuren, maar dit bleek ge heel overbodig. „Over een uurtje ben ik weer zoo gezond als een visch", verzekerde hij lachend op mijn vraag, hoe hij zich voelde en met een komische zucht liet hij er op volgen: „Onze groote onbekende heeft een taaie aan me. Ik ben benieuwd, wat me morgen weer boven m'n hoofd hangt". Ik dacht aan den ouden heer dien ik op het terras van café Bauer had gezien en stelde van Dobben van mijn vermoedens in kennis. Deze bleek echter lang niet'zoo enthousiast over m'n ontdekking als ik zelf. „Zoudt u denken", vroeg hij sceptisch, „dat een bejaard man tot-dergelijke dingen, als wij nu beleefd hebben, in staat zou zijn? U moet niet vergeten, dat Bauer een door vele Nederlanders bezocht café is. zoodat de aan wezigheid van een landgenoot daar niets ver rassends heeft". „Met uw laatste opmerking ben ik het ge heel eens", antwoordde ik. „maar het raad sel, hce iemand er achter is gekomen, dat wij een uitstapje naar Wannsee zouden maken een plan, dat immers eerst op het terras bij Bauer in ons opkwam vereischt toch een oplossing. Naar mijn meening moei iemand dat daar hebben afgeluisterd, iemand die ons volgde en ik blijf het merkwaardig vinden, dat slechts de oude heer in dit ver band mijn aandacht heeft getrokken". „Vermoedelijk, doordat hij zich als een lezer van de „Mercuur" ontpopte", merkte van Dobben nog op met een flauwe poging om te schertsen, wat hem in de gegeven om standigheden niet zoo heel vlot afging, maar toen hij zag, dat ik wederom een tegenwer ping wilde maken, liet hij er haastig op vol gen: „u kunt echter volkomen gelijk hebben en ik zou u dan ook willen adviseeren den heer Sanders van uw ontdekking deelgenoot te maken". Daar de detective op dit moment juist weer onze coupé binnentrad, was de gelegenheid daartoe gunstig, maar ik wenschte toch eerst het resultaat van zijn onderzoek te verne men. Hij liet ons niet lang in het onzekere. Zich tot van Dobben wendend, die inmiddels was opgestaan en nu op mijn koffer plaats nam, zei hij: „Wij zijn misschien de eersten, meneer van Dobben, voor wie het bestaan van de Poolsche corridor een geluk beteekent. Als deze passen-controle niet had plaats ge had, zou onze vriend Wils in Elbing zeker "te vergeefs getracht hebben ons wakker te krij gen. Het blijkt, dat onze buurman in de aan grenzende coupé op zeer geraffineerde wijze te werk is gegaan Op een hoogte van onge veer een halve meter heeft hij in den wand, welke onze coupé van de zijne scheidt, een gaatje geboord. Daarin stak een stalen buisje, dat door middel van een gummislangetjc vér bonden was aan een kleinen cylinder gevuld met een gassoort, welke een doodelijko uit werking moet hebben, wanneer zij in vol doende hoeveelheid wordt verspreid. Een uit vinding, welke haar ontstaan ongetwijfeld te danken heeft aan den oorlog. Wat toen door het verdwaasde menschdom echter als een daad van ware- vaderlandsliefde werd opge vat, geldt nu als een misdrijf en wij voelen dat misdrijf thans te sterker, omdat ons e'gen leven er bij op het spel heeft gestaan. Bij onderzoek bleek mij, dat nog niet de helft van het zich in den cylinder bevindende gas is weggestroomd. Nog enkele uren eenzelfde hoeveelheid echter en dr. Blumenstein zou tevergeefs voor ons geroepen zijn". ..De bewoner van de slaapcoupébe gon ik. „Is natuurlijk verdwenen", vulde Sanders aan. „Ik heb bij het personeel naar hem ge ïnformeerd. maar men kon mij slechts een zeer vaag signalement opgeven". (Wordt vervolgd^.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 5