ICeukei^efieïmen
4 DONDERDAG 14 SEPTEMBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
wanneer ze ontbreken, en cie draagster doet
dit welbewust- omdat die, welke zij heeft haar
toilet niet ten goede zouden komen, dan zul
len zij er ook niet bij worden gemist. Bekijk
daarom altijd even het effect van die laatste
details: een enkele critische blik in den spie
gel is daarvoor al voldoende.
E. E. J.P.
HAARVERZORGINC.
HERFST-MODELLEN.
Meer dan ooit zijn we bij onze kleeding
aangewezen op de details. Immers waar het
ons aan geld ontbreekt, om telkens nieuwe
costuums te koopen en wij er toch graag
telkens verschillend uitzien, moeten we deze
veranderingen wel beperken tot de details.
Ceintuurs vormen vaak de eenige ga.meering
van een japon; daarom ziet men ze ook in de
meest verschillende uitvoeringen. Gevloch
ten koord, of leer, meestal met metalen gespen
De „fez"-model hoed blijft erg modern en
vaak ziet men hem versierd met een aardige
speld of iets dergelijks. De ajour-kous zal ook
MANTELPAKJES.
De mantelpakjes die dit voorjaar zoo ge
liefd waren, zullen we dezen herfst in bijna
ongewijzigden vorm terugzien.
De costuumpjes zijn meestal zonder cein
tuur; de manteltjes nauw aangesloten en
getailleerd; Zij kunnen hoog gesloten worden
en zijn vaak gegarneerd met een smal kraag
je van bont of imitatie-bont.
De sluiting valt meestal op zij. en begint
al op den schouder. De volgende kleuren-
zullen gezien worden: grijs, alle schakeerin-
gen bruin tot rood-bruin, donkerblauw,
groen en natuurlijk zwart. De stoffen, waar
van de costuumpjes vervaardigd worden, zijn
grove wollen, losse stoffen.
De mouwen zijn eenvoudig gehouden; ook
de rokken vallen meestal glad en aangeslo
ten. De heupstukken, die verleden jaar zoo
„en vogue" waren, zijn verdwenen. Men ziet
nu sterk geaccentueerde naden.
Wil men niet van een ceintuur afzien, dan
moét men haar nemen van hetzelfde ma
teriaal van. het geheele eostuum, al of niet
doorgestikt. 'De gesp moet van hetzelfde ma
teriaal en in dezelfde kleur van de knoopen
zijn.
dezen winter veel gedragen worden. Iets
nieuws is de kous voor sport die met elastiek
onder de knie sluit en zoodoende het dragen
van een gordeltje overbodig maakt. De groote
strik van tafzijde, gestreept of geruit, zal de
strengiijnige mantelpakjes en mantels op
fleuren en iets vrouwelijks geven. Bij gebrei
de jumpertjes en pull-overtjes draagt men
gehaakte garnituren. De vierkante tasch .is
verdrongen door het ronde of ovale model.
De practische „ritssluiting" heeft echter nog
niet afgedaan. Men zal ook veel tasschen
en shawls van hetzelfde materiaal dragen.
W. T.
1r 111 9
Kaascroquetjes: 3 d.L. melk, 40 gram
bloem, 45 gr. boter, 11/2 ons geraspte kaas.
1 blaadje gelatine, I ei, paneermeel, een diep
ijzeren potje met slaolie of vet.
Verwarm roerende de boter met de bloem,
voeg langzamerhand de melk erbij onder
voortdurend roeren en laat de saus even door
koken. Roer er die geraspte 'kaas en wat zout
en peper naar smaak door, en eveneens het
in koud water geweekte blaadje gelatine.
Laat de massa uitgespreid op een plat bord
koud en stijf worden. Vorm er met behulp
van 2 lepels croquetjes van, wentel deze door
paneermeel, daarna door een losgeklopt ei,
dan 'weer door paneermeel, vervolgens nog
eenmaal door het losgeklopte ei en tenslotte
nog door paneermeel. Bak de croquetjes in
een potje met dampend heet vet goudbruin,
laat ze even op grauw papier uitdruipen en
dien ze zoo warm mogelijk op.
Flensjes met bramen (6 personen)1/2 L.
melk. 120 gram bloem, 3 eieren, een snufje
zout, 1 pond bramen, suiker, aardappelmeel,
1 d.L. slaolie.
Klop de eieren in een kom los, voeg de
bloem en het zout toe en blijf kloppen tot
alle klontjes verdwenen zijn, giet er dan
langzamerhand de melk bij. Verwarm de sla
olie in de koekepan tot ze lauwwarm is en
giet ze bij het beslag. Wasch de bramen,
kook ze met een weinig water gaar en zacht,
voeg suiker naar smaak toe en bind het sap
met wat met koud water aangemengde aard
appelmeel. Bak van het beslag dunne flens
jes, leg op ieder flensje een lepel bramen
moes, rol het in de pan op en hreng het- over
op een schaal, die op een pan met kokend
water wordt warm gehouden. Strooi even
vóór het opdienen gezeefde poedersuiker over
de opgestapelde flensjes.
Zoetzuur van kwetsen: 1 pond kwetsen. 4
d.L. inmaakazijn, 3 1/2 ons suiker, 3 gram
pijpkaneel. 3 gr. kruidnagelen.
Wasch de kwetsen en prik met een zilveren
vork kleine gaatje in de schil. Bind de krui
den in een lapje neteldoek, kook ze met de
azijn en d-e suiker, tot dat de suiker is opge
lost, en giet de vloeistof na bekoeling over
de kwetsen, laat ze enkele dagen staa-n onder
af en toe roeren. Kook daarna voorzichtig
de kwetsen in de azijn op, tot ze hun rimpels
verloren hebben, maar zorg vooral, dat ze
niet barsten, Gebruik daarom een pan met
groote bodem en doe daarin de azijn met
telkens slechts één laag kwetsen, zoodat ze
gemakkelijk zijn te overzien. Neem elke
kwets die glad is geworden, dadelijk uit het
vocht, doe de vruchten in goed schoonge
maakte flesschen of potten, bedek ze met
de vloeistof, sluit ze af met vochtig perka-
mentpapieir en voorzie elke flesch van een
etiket, waarop de inhoud en de datum ver
meld zijn.
C. F.
Iedere vrouw, die iets om haar uiterlijke
verschijning geeft, gaat in dezen tijd over
haar wmtergarderobe denken: dit moet ik
wel hebben, dat kan nog best van verleden
jaar, iets dergelijks heb ik wel noodig, maar
het kan nog best een paar maanden wach
ten. Zoo overpeinst ze de noodzakelijkheid
van nieuwe aankoopen en zij ziet alles van
verleden jaar stuk voor stuk met een critisch
oog na die inspectie zal haar waarschijn
lijk meevallen, want hoewel alles aan het
einde van den winter hopeloos afgedragen
lijkt, omdat we het al zoolang zagen, nu we
het weer voor den dag halen, heeft het de
charme van het nieuwe en daarbij de ver
trouwdheid van een oude kennis.
Dus er worden nieuwe dingen aangeschaft,
een japon, nieuwe, steviger schoenen, dan de
open zomerschoentjes, enzoovoorts. En omdat
het een prettig gevoel geeft, om er met iets
nieuws keurig uit te zien, is mevrouwtje maar
wat in haar schik met de aanvulling van
haar wmtergarderobe.
Ze heeft echter een kleinigheid vergeten
en dat zijn de kleinigheden. Ze heeft zich
niet afgevraagd of er nog niet 'n clip op haar
japon hoorde, of zij wel een ketting heeft bij
het nieuwe groene toiletje, of haar kousen
niet allemaal veel te licht zijn voor de nieuwe
schoenen, of het manteltje van haar nieuwe
eostuum niet om een caquetzakdoekje vraagt.
Misschien heeft zij het zïch wel afgevraagd,
maar moet ze zeer zuinig aan doen, zoodat
al die kleine details niet meer in aanmerking
kunnen komen. Dat is natuurlijk een gezon
de overweging, want het is meer dan dwaas
om meer geld voor kleeding uit te willen ge
ven. dan dat er eigenlijk voor is, hoewel deze
kleinigheden dikwijls voor zeer weinig geld
te koop zijn; het komt er dan ook veel min
der op aan of ze duur zijn, dan wel of ze met
het toilet in overeenstemming zijn.
Maar wie die kleine versieringen niet be
talen kan, moet zich niet laten verleiden, om
dan maar te dragen wat ze nog heeft liggen,
ook al past het er in het geheel niet bij
..want het is immers mode om die kleinig
heden, clips, kettingen, armbanden, corsages
en dergelijke te dragen".
Dat is dom, want het kan het effect van
een nieuw jurkje totaal beder-ven.
Een wollen jurkje ln de mosgroene kleur
vraagt een ketting in dezelfde tint of een
blank metalen met iets groen er aan. Maar
dat ligt niet in de kast. en daar de blauwe
ketting er niet al te veel bij afsteekt, wordt
deze dan maar omgedaan.
Of een ander bezit een rood avondtoilet
en meent dat haar lichtgele ketting met
armband daar uits*kend tegen afsteekt, ter
wijl een derde op een japonnetje met goud-
garneering een groote zilveren clip draagt,
omdat die ..nu eenmaal mode zijn".
Dat is niet. alleen onflatteus, het bederft
het heele toilet grondig, en daar het heel best
mogelijk is, dat er geen geld voor een bij
passend bijou kan overschieten, is het veel
verstandiger om er dan geen enkel bij te dra
gen: want het is niet mode omdat het er een
maal bij hoort, hoe dan ook. maar omdat het
er een geheel mee vormen zal. En wie dat
niet kan. toont meer smaak door er van af
te zien, dan door er maar zoowat bij te dra
gen.
Die kleinigheden maken het toilet af, maar
Aan heel het strand was dezen zomer wel
geen grooter kindervriend dan „Opa". De
„Opa" van al het kleine grut. dat over het
zand en in de zee krioelde.
„Is ie er nog niet?" vroegen ze elkaar
en als ze hem aan zagen komen, werd hij me:
gejuich begroet.
Opa was een klein, dik kereltje, rood ge
brand door de zon' Zijn kleine oogjes knip
perden goedig tegen zijn vele vriendjes, zijn
witte kuif wapperde kranig in den wind als
hij meehielp kuilen graven en bergen bou
wen. Hij wist altijd raad te geven, hij be
dacht nieuwe spelletjes en hij had steeds
zijn zakken vol lekkers.
Het was te zien hoe Opa zelf genoot var.
al die kinder vereer ingHij glunderde en
straalde als de kleine wezentjes op hem toe
vlogen, hij lachte vergenoegd als hij hange
rige of opstandige kinderen met zijn spelle
tjes en lekkers weer in de goede stemming
had gebracht.
Een eenzame oude man was je geneigd te
denken. Eén die hier vergoeding zocht voor
wat hij thuis, in eigen kring miste.
Maar er was iets wat dit tegensprak,
Want trouw eiken morgen tripte naast
hem een klein meisje, beladen met emmer
tjes en schopjes, een trekkar met zich mee
sleurend. Dit meisje zei grootvader tegen
„Opa" en was het eenige echte kleinkind van
den kindervriend.
Een bevoorrechte positie?
Nee, allerminst.
Al Opa's aandacht was voor de andere
kinderen, Marietje moest zich zelf maar zien
te vermaken. En dat was niet zoo heel mak
kelijk. omdat grootvader dikwijls al haar
speelgoed opeischte.
„Marietje, geef je emmertje eens aan dat
lieve jongetje. Marietje, iaat zusje met je
trekkar spelen. Nee, Marietje, jij hebt al een
zuurtje gehad, deze zijn voor Jaapje."
Jaapje krijgt zes zuurtjes tegen Marietje
één. Zusje speelt den heelen middag met de
trekkar en ook op de andere bezittingen van
Marietje wordt beslag gelegd. En Opa lacht
en speelt met de andere kinderen, bromt op
Marietje als ze protesteert en neemt ver
der geen notitie van haar.
En ik zie Opa voor me. zooals hij thuis is.
Een lastige man waarschijnlijk, prikkelbaar
en met weinig égars voor zijn omgeving. Opa
uit en Opa thuis dat zijn twee hesl verschil
lende persoonlijkheden.
En daardoor krijgt zijn hartelijkheid te
genover de kinderen ook minder waarde.
Goed beschouwd is Opa alleen maar een
ijdele oude man, die behoefte heeft aan de
hulde van het publiek. Opa laaft zich aan
uitingen als: „Wat een lieve oude man",
„hè, zoo'n Opa moesten onze kinderen heb
ben". Dan zwelt hij van trots. Zijn eigen
kleinkind offert hij er aan op, want wat
geeft het nu wat ze thuis van je zeggen?
Hoem moet uit de buitenwereld komen. Je
eigen familie staat je daarbij meestal alleen
maar in den weg.
Als je goed rond kijkt, zie je overal zulke
„lieve Opa's" die zich uitsloven voor anderen
om een pluim op hun hoed te krijgen. Soms
vlieg je er in, geloof je dat al die hartelijk
heid spontaan uit hen opwelt, geloof je aan
hun beminnelijk karakter.
Maar als er een klein verlaten Marietje.
zoo'n onbelangrijk huisgenootje op den ach
tergrond staat dan is die Opa toch niet
de ware menschenvriend!
BEP OTTEN.
Het is beslist geen toeval, dat de Ameri-
kaansche vrouwen en meisjes zulk mooi haar
hebben. Men besteedt daar veel meer zorg aan
het haar dan dit bij ons het geval is. Misschien
komt het. doordat de vrouwen daar meer tijd
hebben voor hun uiterlijk.
Maar we kunnen toch wel iets van hen loe
ren. Voor alles moet de hoofdhuid dagelijks
gemasseerd worden en het haar geborsteld.
Daardoor worden de haarwortels sterker en
afstervende haren verdwijnen. Na het was-
schen wordt het. haar afwisselend met koud en
warm water nagespoeld. Als het bijna droog
is. masseert men de huid met. de vingertoppen.
Electrische massage wordt tegenwoordig
veel toegepast,
Het drogen van de haren in de zon is één
van de nieuwste middelen om mooi glanzend
haar te krijgen.
Éénmaal in de maand moet het haar bij
geknipt worden, zoogenaamd „gepunt"; dan
worden de doode haarpuntjes verwijderd.
Drie dingen zijn zeer belangrijk voor de
verzorging van het haar, Ten eerste: het ver
wijderen van de doode en losse haren.
Ten tweede: het bewerken van de hoofd
huid met de vingertoppen en ten derde: het
borstelen der haren.
Teneinde voor een goede bloedcirculatie te
zorgen, moet men aan het haar trekken, hier
door wordt de hoofdhuid van den schedel op
gelicht, waardoor het bloed beter langs de
haarwortels kan stroomen.
Voor de bewerking met de vingertoppen
wordt het haar met haarwater besprenkeld.
Gebruikt men echter een electrlsch massage
apparaat. dan mag men later het haar pas
vochtig maken met een alcoholhoudend haar
water.
Door het borstelen krijgt glansloos haar een
gezond aanzien. Deze natuurlijke behande
ling beschermt ons het beste tegen vroegtijdig
grijs worden en uitvallen.
Ook van gezond haar valt dagelijksch een
aantal haren uit. Maar deze worden weer ver
vangen door nieuwe.
Een uitstekend middel voor haarverzorging
is het wasschen met aftreksel van kamillen,
waaraan men een weinig borax heeft toege
voegd. Men verdeelt het vocht in twee kom
men. Het haar wordt naar voren gekamd, dan
steekt men het hoofd» in dc eerste kom. Nu
wascht men het haar grondig met een goede
haarzeep en steekt dan het hoofd in de tweede
kom. Voor het uitspoelen gebruikt men eerst
warm en daarna koud azijn- en zoutwater.
Hierna wrijft men het haar met haarwater
in. Een goed haarwater levert het sap van
jonge brandnetels. Men kan het zelf maken,
door in het voorjaar jonge loten van brand
netels te verzamelen en "die eenige weken in
alcohol te laten staan. Daarna wordt het
mengsel door een filter gegoten en goed geslo
ten bewaard.
Wie droog haar heeft, doel goed bij dit haar
water eenige druppels goede amandelolie te
voegen.
HET UFA-JAARBOEKJE.
Ons werd toetgezonden het Ufa-jaarboekje
bevattende een groot deel der productie 1933-
1934. Onder de namen der Ufa-sterren zien we
als nieuwelinge Maria Jeritza. de zangeres,
die in „Grootvorstin Alexandra" haar debuut
voor de geluidsfilm zal maken. Verder tref
fen we de reeds bekende sterren aan, ook
Willy FriLsch, die dus tot nog toe de aantrek
kingskracht van Hollywood heeft door
staan. Max Adalbert, de kalme lakonieke
acteur met het uiterlijk van een philosoof. die
zoovele films tot successen maakte (kapitein
van Köpcnick, Slag bij Bademünde. Das
Ekel, De Pierewaaier. Ein toller Elnfall,
Hoera, 'n jongen! enz.) en die verleden
week overleed, komt eveneens nog op het
lijstje voorMen zal hem o.a. nog hl
twee-acters kunnen zien.
Elisabeth Bergner men herinnert zich
Der Lraumende mund en Ariane zal spe
len in een film van de London Film Prod.,
welke film door de Ufa in Nederland zal
woi'den uitgebracht. Behalve aan amuse
mentsfilms, operettefilms, drama's en cul
tuurfilms zal ook aandacht aan komisch bij
werk worden besteed. De beide grootste
films zullen zijn Goud. met Hans Albers (re
gie Karl Hartl) en Walzerkrieg. met Re na te
Müller en Wille Fritsch. die een vroolijken
wals-oorlog tusschen Strauss en Lanner in
de vorige eeuw behandelt, regie Ludwig Ber
ger.
NU DE NIEUWE HOEDENMODE
VOOR DEN DAG KOMT.
Nu de nieuwe hoe-
f -A. denmode voor den
J dag komt bij-
C/g gaande teekening
geeft er een zelfs
L nog maar vrij be
t's. r scheiden staaltje
van is de kans
fl groot, dat voor de
VI zooveelste maal in
M/Z- haar leven een over-
N groot deel van de
U Hollandsche vrou-
\JT wen rebelleert en
v uitdagend in de
richting van Parijs zegt, waar al dat schoons
vandaan komt: „O nee, geen sprake van
zoo'n rare helm, zoo'n mallottïg ding, zoon
flauw gevallen, zak, zet ik niet öp mijn
hoofd!"
Dat te zeggen is het goed recht van iedere
vrouw.
De gewone, eenvoudige, even schuin staan
de, matelotachtige hoeden met rand zullen
ook van den winter veel gedragen worden,
en niemand, die zich aan die modellen houdt,
zal het gevoel hebben, dat hij er ouderwetsch
en démodé uit ziet.
Een overbekende fout van de Hollandsche
vrouw is deze: dat zij begint met zich op de
bovengenoemde manier uit te laten, en in
derdaad de eerste maanden de daad bij het
woord voegt ze laat het dragen van de
nieuwe stijl aan haar meer vooruitstrevende
zusteren over en bevindt zich daar wel bij,
tot steeds meerderen capituleeren en ook zij
eindelijk den sprong waagt en „Zoo'n rare
taart" aan haar hoedenvoorraad toevoegt.
Helaas wil meestal het noodlot, dat de be
wuste mode dan net ongeveer op haar laatste
beenen loopt: de nooit rustende mode-ont
werpers, in Parijs zinnen al weer op iets
nieuws,'en mevrouw Holland, slachtoffer van
haar eigen conservatisme, constateert spij
tig, dat er „nu net nieuwe modellen in de
mode komen", terwijl haar laatste inkoop
nog gloednieuw is.
Dat gebeurt geen tien, maar duizend keer.
Hollandsche vrouwen, de nieuwe hoeden-
mode voor de herfst is er: „rare taarten" en
„malle helmen" zullen er van den winter ge
dragen worden. Doet ge er aan mee? Neem
uw besluit!
Zegt ge „nee", dan zult ge daar wel uw
redenen voor hebben: maar hebt ge eenmaal
„nee" gezegd, blijf dan consequent en blijf
„n.ee" zeggen, ook als ge er eigenlijk zelf een
beetje spijt van begint te krijgen. In het
voorjaar komt er wis en zeker weer wat
nieuws doe daar dan aan mee. Maar denk
goed na, voor ge „nee" zegt en bedenk eens
wat ge vorige winters deedt: zoudt ge toch
maar niet, en nu meteen, „ja" zeggen? Dan
hebt ge uw hoed het heele winterseizoen en
hebt ge nu aan het begin al het plezierige
gevoel van één van de eersten te zijn. Mocht
ge het geen plezierig, maar een „griezelig"
gevoel vinden dat went in een paar dagen!
Links: een voormiddagjaponnetje. Touw-
kleurig of lichtbruin met een grappig garni
tuur van Schotsche ruit, staat het zeer
jeugdig. De breede revers zijn opgeknoopt.
Maar werkelijk opgeknoopt; dus niet alleen
aangenaaide knoopen, maar ook knoopsga
ten. Zonder deze verliest het kleedingstuk
een groot gedeelte van zijn charme.
Midden: een esemble van diagonaal stof.
De japon heeft de „prinses votrm", getailleerd
en zonder ceintuur en daarover een kort
jakje. Het geheel is Ln zwart-wit gehouden.
De garneering van zwart bont is zeer apart.
Ook bij dit eostuum moet men niet bang zijn
voor de vele knoopsgaten.
Het laatste modelletje is een namiddag
jurkje van licht grijze wollen crêpe. De in
geslikte naden in mouw en taille zijn zeer
effectvol. De doorgehaalde shawl vormt op
den rug een grooten strik.
DE LAATSTE KLEINIGHEDEN.
DE NIEUWE HOEDEN.
De zomer is nog niet geheel afgeloopen en
de zon brandt nog fel; maar in ae etalages
van de groote mode-magazijnen zien we al de
modellen uitgestald voor den komenden herfst.
En welke vrouw is nu niet nieuwsgierig, naar
wat Madame Mode voorschrijft!?
In de eerste plaats moet gezegd worden,
dat de hoedjes zeer eenvoudig en streng van
lijn zullen zijn. Verder kan de persoonlijke
smaak der vrouw beslissen of ze een hoed met
een hooge of een lage bol zal dragen. Beide
zijn geoorloofd. Naast zwart zullen de bruine
tinten dezen winter een groote rol spelen. Ze
varieeren van licht hazelnoot tot diep donker
bruin. De hoedenvorm voor dezen herfst en
winter is sterk beïnvloed door den heerenhoed.
De bol heeft een diepe vouw; de rand is meest
al smal. Dat is gemakkelijker te dragen bij
den bontkraag van den wintermantel. De eeni
ge garneering bestaat uit een smal ripslint,
in dezelfde kleur of een donkerder nuance
van deri'hoed.
Het schijnt dat de mutsjes een beetje op den
achtergrond gedrongen zullen worden! De hoed
heeft natuurlijk het voordeel het gezicht beter
te „omlijsten" en vooral voor oudere vrouwen.
Het mutsje doet alle schoonheidsgebreKen van
het gelaat nog duidelijker uitkomen.
Maar zoo gauw zal bet mutsje niet verdwij
nen. Het laatste modelletje op onze teekening
toont U een mutsje, zooals het dezen winter
veel gedragen zal worden
DETAILS.