Een belangrijke dag voor Geertruidenberg. De schat in 't oude Holland DE VRAAG NAAR LOTEN der eerste Fransche nationale loterij was Woensdag, op den eersten dag der verkrijgbaar- stelling, 200 groot, dat alle loten binnen eenige uren waren uitverkocht. Eenige lotenkoopers in actie. FEUILLETON (Een geval uit de practïjk van Wil J. Sanders, detective). door UDO VAN EWOUD. (Nadruk verboden. 22) Enwat heb je ontdekt?" vroegen onze oogen. „Ik maak je m'n compliment over de wijze, waarop je mijn opdracht hebt uitgevoerd, Miel", zei de detective, onze zwijgende vraag negeerend. „Werkelijk onze brave professor kon niet anders denken, dan dat je niet het minste kwaad in den schild voerde en mij zag hij natuurlijk over het hoofd". „Het respect is geheel aan onze zijde meende ik droog. De manier, waarop je mij om den tuin hebt weten te leiden en mij een rol hebt laten spelen in deze pantomine, waarvan ik zelfs het bestaan niet eens vei- moedde, was in één woord bewonderenswaar dig. Voor mij was het echter een minder pret tige gewaarwording, toen de man. wien wij zooveel achting toedragen, het noodig oor deelde mij er op te wijzen, dat ik verstandi ger deed van een achtervolging af te zien en dergelijke dingen maar liever aan mijn vriend Sanders over te laten...." „Beste Miel", viel de detective mij m de rede. „geloof me. op je initiatief heb ik niets aan te"merken. De omstandigheden, waarin je verkeerde in aanmerking genomen, heb je volkomen juist gehandeld, precies overeen komstig m'n vermoedens Ik verwachtte, dat je den professor en mij het hotel langs het achterdeurtje zou zien verlaten, ik veronder stelde, dat je mij van die ontdekking in ken nis zoudt willen stellen en dat je zelf tot de achtervolging zou besluiten, wanneer je mij niet meer op het teras zou vinden. Maar zie je, beste jongen, ik verwachtte ook, dat de professor jou, na je schaduwwerk van dezen ochtend onmiddellijk zou herkennen, in jou dus den achtervolger en-in mij slechts een ongevaarlijk ingezetene van Pr. Holland zou zien. En zoo gebeurde het ook. Toen hij jou rustig met de bus naar Canthen zag vertrek ken, moet hij gedacht hebben, dat je de ach tervolging opgaf, of dat je alleen een uitstap je in de omgeving wilde maken. In ieder ge val koesterde hij voor mij niet meer belang stelling dan voor welken anderen voorbijgan ger op dat oogenblik ook en dat was de hoofdzaak, want zoo kreeg ik gelegenheid hem onbemerkt te volgen „Waarheen?" vroegen van Dobben en ik als uit, één mond. „Naar Elbing", antwoordde Sanders rustig, „Naar Elbing?" Wat moest hij daar doen?" Wij staarden hem vol verwachting aan. in de hoop nu een uitvoerig relaas te zullen hoo- ren van vole, in deze stad beleefde duistere avonturen, maar daarin werden wij ernstig teleurgesteld. „Onze vriend bracht een bezoek aan twee bankinstellingen, waar hij geld wisselde. Zoo als je weet. is dat bij de bestaande noodver ordening alleen mogelijk bij een filiaal van de Deutsche Reichsbank. Misschien wist onze professor dat niet, want hij bracht eerst 'ri bezoek aan de Landesbank fur Oost Preus- sen en vandaar begaf hij zich naar het fi liaal van de Deutsche Reichsbank", „En was hij daarom zoo bevreesd voor ach tervolging?" vroeg ik twijfelend. Ik kreeg der indruk, dat Sanders iets voor ons verborg en 't geheimzinnige lachje, dat bij mijn vraag op het gelaat van den detective verscheen bevestigde dit vermoeden. „Miel is weer niet tevreden", zei hij op een toon. alsof hij tegen een kind spr-ak. „Die had natuurlijk weer wat sensationeels ver wacht. Mij dunkt, dat het er mee door kan: een reis naar Elbing en een bezoek aan twee bankinstellingen. De ironie, die in zijn toon lag opgesloten, prikkelde mij. „Hoor eens, Wil", viel ik hem geërgerd in de rede, „als je 'gegronde redenen hebt om ons niet alles te vertellen, zwijg dan liever, maar behandel ons niet als een paar school jongens. Ik kan er inkomen, dat er daar in Elbing dingen gebeurd zijn, die je in het be lang van het onderzoek liever verzwijgt, al geef je dan daarmee niet bepaald blijk van vertrouwen in je medewerkers Sanders hief met een komisch-afwerend gebaar de hand op. „Werp alsjeblieft niet ten onrechte een blaam op mijn medewerkers", riep hij uit. „Nog dezen middag heeft een van hen mij onschatbare diensten bewezen en het zou dus wel heel onrechtvaardig zijn hun mijn ver trouwen te onthouden. Neen Miel. wanneer ik. zooals je zoo juist aanvoelde, niet geheel openhartig was. dan was dat niet in het be lang van het onderzoek, maar uitsluitend in dat van den onderzoeker. Er mankeerden slechts twee lettertjes aan; in mijn eigen be lang heb ik gezwegen, maar nu je er zoo op aandringt, moet ik tot mijn schande erken nen. dat ik het spoor van onzen professora len vriend in Elbing ben bijster geraakt. Na het bezoek aan de beide genoemde banken, heb ik hem uit het oog verloren door dat hij geheel onverwacht in de laatste taxi van de standplaats stapte, mij daardoor de gelegen heid ontnemend hem te vólgen. Een blunder Miel, waarover ik vroeger een van mijn re chercheurs. wien zooiets overkomen was ge voelig de les zou hebben gelezen. Ik had er natuurlijk reeds bij voorbaat voor moeten zorgen een auto bij de hand te hebben, maar in een vreemde stad is dat niet altijd even gemakkelijk. Als ik nog eens bij de centrale recherche terugkom hoop ik daarmee bij het beoordeelen van fouten van mijn onderge schikten rekening te houden". Het is dus niet onmogelijk, dat de profes sor zijn belangrijkste aangelegenheden heeft afgewikkeld, nadat je, hem uit het oog ver loren had?", opperde'ik. „Inderdaad, dat Is niet. onmogelijk", gaf Sanders toe, maar de toon, waarop hij dat zei, beviel mij niet en nog steeds kon ik het gevoel niet. van mij afzetten, dat de detec tive niet alles opbiechtte. Ik werd in dit ver moeden gesterkt, door het feit, dat mijn vriend zich in het geheel niet gedeprimeerd toonde door de geleden nederlaag; integen deel, er lag zelfs iets van voldoening in de wijze, waarop hij ons van zijn. overigens maar weinig interessante belevenissen in Elbing op de hoogte bracht. „Enfin", besloot hij, tei-wijl ik hier nog over mijmerde, .hoofdzaak is, dat ik zijn spoor weer heb teruggevonden". „In Elbing?" vroeg ik ongeloovig, denkend aan zijn eigen opmerking, dat schaduwwerk in een vreemde stad altijd bijzondere moei lijkheden oplevert. „Neen, hier in het hotel, een klein half uur geleden. Toen ik bij mijn terugkomst zooeven naar boven ging. zag ik hem op de gang, juist toen hij zijn kamer binnen ging. Ik ver moed, dat hij zich met een taxi naar hier heeft laten terugbrengen". „Die ontdekking lijkt mij niet van grootc beteekenls", merkte ik op, innerlijk nog wat ontstemd over de gemakkelijke manier, waar op hij zich van ons afmaakte. „Toch Miel, ongetwijfeld!" antwoordde hij met een Ironisch lachje. „Stel je voor, dat wij hem heclemaal kwijt waren geweest. Onze eenige verdachte! Dan hadden wij ons ver blijf in dat knusse hotelletje hier moeten op geven en zat jij overmorgen misschien al weer aan je schrijfbureau op de „Mercuur". Ik had een bits antwoord klaar, toen onze aandacht van het onderwerp werd afgeleid door een minstens vijftien jaar oude open auto, welke met veel geraas en nog meer ben zinedamp het marktplein kwam oprijden. Het vehikel hield recht op het hotel aan en plot seling bemerkte ik, dat de eenige passagier, die zich in de. minstens voor zes personen bestemde ruimte zeker wat eenzaam moest gevoelen, druk in onze richting wenkte om zich daarna over te buigen naar den, geheel bij het antieke voertuig, passende chauffeur, wien hij blijkbaar iets toevoegde. „Daar is Nieuwenhuis al", hoorde ik van Dobben zeggen, wien een en ander evenmin ontgaan was en inderdaad, toen de oude wa gen met de noodige handgrepen aan bulten- boordschc remmen en versnellingen eindelijk voor de ingang van het hotel tot stilstand was gebracht, ontwaarde ook ik van Dobben's compagnon, die nu den chauffeur behulp zaam was bij het uitladen van een omvang rijke koffer, welke onmiddellijk door oen haastig toeschlctenden kellner werd overge nomen. „De heeren hadden zich wel eens do moeite kunnen getroosten mij te berichten, waar ik hen kon vinden", zei Nieuwenhuis. toen hij na de wcderzljdsche begroeting aan ons tafel tje had plaats genomen. ..'t Is hier weliswaar geen wereldstad, maar ik heb toch al bij twee hotels tevergeefs naar jullie geïnfor meerd. Had jij me niet even van het station kunnen halen?" besloot hij, zich tot van Dob ben wendend. Deze besefte blijkbaar, evenals ik, dat het verwijt van zijn compagnon niet geheel on gegrond was, want hij maakte onmiddellijk zijn excuses, er op wijzend, dat de opwinden de gebeurtenissen der laatste dagen oorzaak waren van dit verzuim. (Wordt vervolgd*. DE AMBTSAANVAARDING van den nieuwen president van Cuba ging met de gebruikelijke festiviteiten gepaard. Prof. Martin, de nieuwe president beantwoordt met opgeheven arm de huldebetuigingen der menigte voor het presidentieel paleis te Havanna, DE FINSCHE DRIEMASTER „LYGIN", die een lading hout te Londen af leverde, ligt nu te Yarmouth, om noodzakelijke restauratie te ondergaan. Het fraaie schip is een welkom object voor schilders en teekenaars. DE GEWELDIGE TRANSFORMATOREN van het nieuwe hoogspannings net Geertruidenberg—Eindhoven, dat Donderdag door E. Exc. Ir. J. A. KalflE te Geertruidenberg officieel is geopend. DE OUDE SPOORBRUG over den ÏJssel bij Zwolle wordt gesloopt, De pijlers blijven echter staan, waarop een nieuwe brug ral worden gebouwd in verband met het zwaarder materiaal en de op te voeren snelheid der treinen. De sloopingswcrksaamhcdcn. VOOR HET RljTKSGERECHTSHOF te Leipzig is Donderdag onder buitengewone belangstelling de behan deling aangevangen van het strafproces inzake het stichten van den brand in het Rijksdaggebouw te Berlijn op 27 Februari van dit jaar. Een overzicht in de zaal. Links op den voorgrond de hoofdbeklaag e M. v. d. Lubbe (x).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 5