VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 7 Vrouwtje van buiten tot boerenknecht: Is je baas thuis? Knecht: Ja, hij is bij de varkens. Je her kent hem direct, want hij heeft een pet op. Gast: Kellner, dit is de derde vlieg, die ik uit mijn soep haal. KeiJner: Och meneer, die diertjes eten er heusch niets van op. Jan: Moeder, Piet heeft me op mijn oog geslagen. Moeder: En heb jij hem nu weer terugge slagen? Jan: O, dat heb ik al gedaan, voordat hij mij sloeg. Aan tafel zegt vader tegen een vriend Vroeger aten de Eskimo's vetkaarsen en nu. Jan: Eten ze nu gloeilampjes vader? Kenne jullie de legende van de vrouwen van Wijnberg? Niet? Dan zal ik in het kort even vertellen. Toen het vestingstadje Wijnberg belegerd werd en ingenomen, gaf de keizer het bevel dat de vrouwen ongedeerd de stad mochten verlaten met medeneming van hun kostbaar heden, De mannen zouden echter gedood worden. Wat deden nu die slimme vrouwen? Zij droegen hun mannen op den rug de poort uit. En de keizer, die niet wilde tornen aan zijn woord, schonk allen het leven. Nu moet jullie maar eens zien. wat je krijgt als je bovenstaande kleine stukjes uit knipt en opplakt. Oplossing komt volgende week. TANTE TINE Lieve tante! Weduwe en moeder van kinderen zoek ik werk, Zoodra ik iets gevonden heb zal ik U mijn kinderen brengen. Ik hoop. dat U ze bij U zult willen nemen, ondanks de twist, die U met mijn Vader, Uw broer, hebt gehad. Ik kan er niet toe komen ze aan vreemden toe te vertrouwen. Bij U weet ik, dat het ze aan niets zal ontbreken. Aan het einde van de week kom ik Uw antwoord halen. Ik hoop, dat het goed zal zijn. Uw toegenegen nicht Martha. De brief valt op den grond en vrouw Jansen doet geen poging hem op te rapen. Hoe haalt haar nicht het in het hoofd, om haar kalme leventje zoo te durven verstoren, door haar twee kinderen en natuurlijk onuitstaanbare kinderen, op haar dak te sturen?? i Hans heeft boodschappen voor zijn moeder gedaan. Ook bij den bakker. De bakker die een vriendelijk man is, geelt Hans een hoorn tje met rozijnen toe. omdat hij zoo flink bood schappen doet, Hans bewaart het 'tot: hij thuis is, de anderen moeten toch ook een stukje proeven. Maar nu komt de moeilijkheid. Iedereen moet een stukje met een rozijn hebben en Hans ziet zich voor het probleem geplaatst het hoorntje met twee sneden In zes deelen te verdeelen. zoo dat ieder deel een rozijn heeft. Maar Hans is een kranige jongen en na even denken heeft hij het gevonden. Zouden jullie het ook vinden? Oplossing komt volgende week. TANTE TINE. AAN ALLEN. Hadden we het een vorige keer over de modezucht om voor allerlei gebruiks- en weel- de-artikelen slangenhuiden en -huidjes te gebruiken, nu het zoo langzamerhand winter gaat worden, denken we aan vele. vele dieren, wier huiden straks als bont dienst moeten doen. Heel vroeger liepen alleen vorstelijke perso nen in 't bont. Jullie hebben allemaal wel eens gehoord van een hermelijnen konings mantel. Ik meen, dat onze koningin er ook een bezit. Daarna werd bont wel algemeener, maar 't waren toch alleen de heel rijke menschen, die eich zoo'n weelde konden veroorlooven. Thans heeft men duur en goedkoop bont. en ook namaak bont. Deze laatste heeft nooit het lichaam van een dier bedekt. Het warmste bont komt natuurlijk van de pelsdieren. De natuur heeft deze dieren, die op hooge breedtegraden leven een bijzonder warm en dik vel gegeven. Toch leveren ook de tropische landen hun bontvelletjes. In ieder land is wel een bontmarkt. De grootste bont- markten van Europa zijn: Londen en Leipzig Uit de warme landen krijgt men de mooie vellen. Voor 't vervaardigen van kleeden b.v leeuwenhuiden en luipaardvellen. Dames mantels worden tegenwoordig ook wel van lui paardvellen gemaakt. Voor wagendekken ge bruikt men dikwijls geverfde jakhalshuiden. Ook wel tijgerkatvellen worden hiervoor ge bruikt. Die mooie, gevlekte kleeden zijn van de Civetkatten, die uit Noord-Afrika afkom stig zijn. Civetkatten zijn bloeddorstige roof dieren, voor wie geen kip of eend veilig is. Een van de duurste pelzen komt van chin chilla. Dit is een klein roofdier met een zijde achtig, glanzende huid. Door de groote ver volging vreest men voor uitsterving. Bever bont is ook zeer gewild, vooral van den moe rasbever. Als men het bovenhaar wegneemt, komt er een zeer mooi licht pelsje te zien. /Uit Zuid-Amerika komen veel van deze vellen. Australië levert wilde konijnenvellen. Dit is een goedkoopere bontsoort, 't Aantal konij nen is in Australië ontstellend groot. Het wit gevlokte vel van den buidelmarter is zeldza mer en daarom duurder. Het wordt veel voor mantelvoering gebruikt. Uit Indië komen leeuwen-, tijger- en pan- thervellen. De Indische tijger heeft maar een kort behaarden huid. Mooiere en meer harige tijgerhuiden komen uit het Amoergebied. Duitschland levert vossen en dassen. Vos senbont is heerlijk warm, maar dassenvellen worden meer voor voetkussens en dekens ge bruikt. Marterbont wordt voor damesgarni turen gebruikt, vooral het bont van den edel- marter is zeer gewild. Kinder manteltjes ziet men nog wel van hermelijn. Heerenpelsjassen zijn vaak gevoerd met bunzingvellen. Dames mantels hebben wel hamstervellen als voering Mollevelletjes komen de laatste jaren ook in de mode. Ze zijn echter vrij gauw versleten en deugen daarom niet voor mantelkragen of manchetten. Uit Karinthië komen velletjes van slaaprat- ten. Deze hebben een mooien, zilverachtigen glans. Er worden tegenwoordig moffen en dassen van gemaakt. Van de kuststreken komen de vellen van zeehonden. Uit Siberië komen zilvergrijze eekhoornvellen. Ook het sabelbont komt uit die streken. De Russische regeering heeft on langs voor den tijd van twee jaar verboden, dat men jacht op de sabels maakt. Ook al uit vrees voor uitroeiing. Namaak sabelbont komt van den bobak, een pelsdier, dat juist in Sibe rië wordt gedood! omdat men bang is, dat hij de longpest overbrengt. Wie bobakbont draagt behoeft daar niet bang voor te zijn. daar alle mogelijke bacillen bij de sterke verhitting, die noodzakelijk is voor de bereiding, gedood wor den. In Centraal Azië fokt men dichtbehaarde veulens wier huiden tegenwoordig voor da mesmantels in trek zijn. Het vel van een zee otter brengt wel eens 4000 gulden op. Zeevos senvel uit Japan is nog kostbaarder. Ook an gora vellen van de angora geit uit Klein- Azië is nog steeds hoog in prijs. China levert ook mooie witte geitevellen. Het bekende per- sianerbont komt van een soort schapen uit Boechara. Een soort berenbont, panda ge naamd komt uit het hoogland van Tibet. Het dure sealskin is bont van den zeerob uit de Poolstreken. Om dit kostbare bont te verkrij gen worden massa's van deze dieren dood geknuppeld. Als ik dit bedenk, zeg-is tot me zelf: We moeten eenmaal de mode volgen, maar wreed zijn mogen we nooit. W. B.—Z. 'N VINGERNAGEL ALS CRAMOPHOON. VAN WIE IS HET HORLOGE? OPLOSSING VAN DE VORIGE WEEK De commissaris had opgemerkt, dat de beide jongens erg verbrand waren. Maar Jan de Waal heeft op zijn linker pols een lichtere plek, waar het horloge aldaar gezeten heeft. Paul van Dalen daarentegen niet; dat was dus voor den commissaris 'n bewijs, dat 't horloge wel degelijk van Jan hoorde en niet van Paul. Hebben jullie het ook gevonden? Om gramophoonplaten te spelen is volstrekt geen gramophoon noodig; men kan met een vingernagel al gramophoonplaten spelen, al is het dan ook niet hard. Hiertoe doet men een gramophoonplaat op een potlood of nog beter op een penhouder. Deze zet men met de punt op tafel en draait nu den houder met de plaat met de linkerhand rond. Gelijkertijd zet men den nagel van de rechterhand in een groef van de plaat en dadelijk zal men zacht, maar duidelijk muziek hooren, of wat er dan ook op de plaat opgenomen is. Men moet er echter op letten, dat men de plaat gelijkmatig snel draait, en dat de nagel net zooals anders de naald, steeds in dezelfde groeve blijft. Hoe langer en hoe scherper de nagel is, hoe duidelijker we geluiden kunnen hooren. ONZE BIBLIOTHEEK. (Opgericht 2 October 1928). Gr. Houtstraat 93. (Bureau van „Haarlem's Dagblad") Corresp.-adres: Emmastraat 36. Ruiltijden: Woensdags 46 en Zaterdags 24 uur. Het ruilen eindigt een kwartier voor slui tingstijd. Inschrijving 15 cent (inclusief opbergmap en volledige catalogus 1933) Nieuwe lijsten: 10 cent, nieuwe mappen: 7 1/2 cent. Leenprijs 2 ets per deel en per leesweek, d i. WoensdagZaterdag of Zaterdag Woensdag, BOEKBESPREKING 246. De Savoyaard en zijn aapje, door S. An- driessen, 9 jaar en ouder. Een mooi boek. dat karakter toont. 355. De Radium-diefstal, door Jac. Berghuis Jr., 12 jaar en ouder. Dit boek brengt een spannend verhaal, waarvan men den inhoud bezwaarlijk kan vertellen zonder te veel van te voren te ont hullen. De 4e klas van de H. B. S. is er in be trokken en een hunner. Ket van Kuyk is het. die den dader van den grooten diefstal weet te ontmaskeren met behulp van experimenten op fotografisch gebied. Het filmspook. een soortgenoot van het radio-spook (zie bij de bespreking hieronder) draagt er ook het zijne bij toe. De opzet van het verhaal is omgeven door een levendige schildering van het leven en bedrijf van die roerige H. B. S.-ers. 367. Het Radio-Spook, door Jac. Berghuis Jr. 12 jaar en ouder. Het spookt in den aether. Alle radio-ama teurs zijn overstuur door een geheim zend station. dat nu eens hier, dan weer daar op duikt. Men staat versteld over dit raadsel. De post- en telegraafdienst gaat er zich mee be-' moeien en zelfs een detective wordt er op uit gestuurd om het radio-spook te ontmaskeren. Waar bevindt zich de mysterieuze zender? Wie exploiteert hem? Ja, dat staat in 't boek te lezen. Drie leerlingen van een handelsschool weten er meer van. Een origineele geschie denis. 389. De televisie-kelder, door Jac. Berghuis, Jr.. 12 jaar en ouder. De technicus onder de schrijvers kunnen we Berghuis wel noemen. Hier heeft hij weer een nieuw, origineel onderwerp bij den kop gepakl. Drie handige jongens hebben in een ouden .kelder een televisie-apparaat opge richt en dank zij de oplettendheid van een hunner, weten zij met. dit apparaat een ver vaardiger van valsche bankbiljetten te pakken. Een spannend en interessant boek. (Wordt vervolgd.) DEELNEMERSLIJST (1933—1934) 12. Gretha Kosters, Spaarnwouderstr. 110, (15 jaar). 13 en 14. Marinus en Rika Teilegen, Delft straat S rood tresp. 11 en 16 jaar'. 15. Jaap de Jager, Delftstraat 27ïd. (12 j.) Toe, niet-deelnemers van O. B„ deze namen zeggen jullie toch, dat het in O. B. leuk is. Volgende week wordt de lijst voortgezet, W. F. M. H. LASSCHUIT. Emmastraat 36. b. d, Koninginneweg. Haarlem. 22 September 1933. WAT ONZE BELANGSTELLING WEKT. De drie rijkste menschen ter wereld. Dat zijn de gebroeders Ford, de petroleumkoning John Rockefeller en de Hertog van West minster. Men zegt dat ze achtereenvolgens 1200, 600 en 200 millioen dollar bezitten. De lucifer. Deze werd ruim 100 jaar ge leden uitgevonden door den apotheker John Walker te Stocton in Engeland. Het waren "reepjes karton voorzien van een brandbare stof, die ontvlamden door ze langs een stukje schuurpapier te strijken. Tunis en de thee. Voor den wereldoor log kende men in Tunis de thee niet. In 1917 gebruikte men er nog maar 100,000 K.G.; in 1926 reeds 1.000.000 K.G. Altijd baas boven baas. Langen tijd is het Pensylvania-hotel te New-York met 2000 kamers het grootste hotel ter wereld geweest doch 't zal nu de eerste plaats moeten afstaan aan het hotel Stephens te Chicago, dat 3000 kamers bevat. Hoe hoog kunnen vogels vliegen? Men heeft de condor op 6300 meter aangetroffen, de arend op 3000 meter, den leeuwerik op 1900 meter en kraaien QP 1400 meter. De meeste vogels bereiken de 1000 meter niet; vlinders daarentegen treft men soms op 2000 meter hoogte aan. Over grotten. Men meende tot voor kort dat de diepste grot gevonden werd in de na bijheid van Triest; deze was 329 meter diep: thans heeft men in 't Italiaansche schier eiland Istrië een grot ontdekt ter diepte van 360 meter. Wist je dat? Een gewone huisvlieg laat als ze door de kamer rondsnort de toon f of fa hooren; de bij laat bij haar gezoem den toon a of la hooren. De vlieg moet daarvoor haar -vleugels 335 maal per seconde op en neer be wegen,, en de bij 440 maal. De uitvinder van ons potlood. Dat was een zekere Conrad Gessner, die het in 1565 ontdekte. Het contépotlood. wat we nu als teekenpotlood gebruiken werd in 1792 sa mengesteld door den Franschman Conté, uit klei en zuiver gereinigd zwartsel en looderts. Het huishouden van een koning. Aan 't hof van den Engelschen koning Hendrik de Achtste gebruikte men de lunch (ons twaalf uurtje dus) om 10 uur en het diner ions middagmaal) om 4 uur 's middags. Van 6 tot 7 uur werd er gezorgd voor de vuren in de verschillende haarden en moest het ver trek van den koning met stroo bestrooid worden. Alleen in de kamers van den koning en de koningin mochten kolen gestookt wor den. Het ontbijt van de hofdames bestond uit een stuk brood, een kan bier en een stuk rundvleesch. PUZZLE-SPEL. DE GELUKKIGE VAL VAN VROUW JANSEN. Eens per week gaat vrouw Jansen 's mor gens vroeg op weg uit haar dorpje naar de markt in de naburige stad. Aan ieaeren arm heeft ze een groote hengselmand. Daarin draagt ze straks haar inkoopen; vleesch, groenten, eieren, enz. naar huis. Ze maakt een praatje met de -vrouwtjes uit de omgeving en dan om ongeveer twaalf uur 's middags rijdt ze met haar buurman, die met zijn paard en wagen naar de stad geweest is. terug. Want dan zijn haar manden erg zwaar en vrouw Jansen, die niet zoo jong meer is, zou het heele eind naar het dorpje niet meer kunnen loopen. Dien ochtend is vrouw Jansen erg laat en ze is bank, dat ze den heelen weg zal moe ten loopen. Haar manden zijn zoo zwaar. Ze draagt aardappelen, wortelen, rapen, een groot stuk spek, boter. kaas. zeep. een rol blauwe stof, om schorten van te maken... Haar armen doen pijn van de vracht! Maar is dat niet het karretje van Klaas Vriese. haar buurman, dat daar voor een huis staat? Vlug, vlug. vrouw Jansen loopt harder. Ze heeft geen zin om met die zware manden hee lemaal naar huis te moeten loopen. jKlaas, Klaas! Wacht even!" Maar de man hoort niets. De oogen op het karretje gericht, holt vrouw Jansen door. Een steen, een misstap en vrouw Jansen ligt languit op straat, terwijl de inhoud van haar manden over de steenen vliegt. Drie Jon gens, die uit school komen, lachen zoo hard ze kunnen. Maar uit een dwarsstraat komen een meisje en een jongen. „Jaap, help eens die juffrouw op. En jullie raap eens op, wat er gevallen is en doe het weer in de manden." Het meisje heeft zoo gebiedend gesproken, dat de drie jongens ophouden met lachen en zonder tegenpruttelen gehoorzamen. „Hebt U zich pijn gedaan? Niet? Zooveel te beter. Wacht dan zal ik Uw jurk even af slaan van het stof. Zoo! Jaap. neem jij nu de eene mand. dan neem ik de andere. We zullen U een eindje vergezellen, want die manden zijn te zwaar voor U alleen." .Vriendelijk dank, meiske, Ik hoef niet ver te gaan, naar die kar daar.Als ik nog maar mee kan." „Hoe heet die man?' De twee kinderen beginnen te roepen: „Mijnheer Klaas. Mijnheer Vriese! Hier is iemand voor U Wacht even, alslublief." Even later zit vrouw Jansen op de kar, terwijl de kinderen haar de manden aangeven Dan wuiven ze vriendelijk goedendag. „Als ik kinderen had zou ik ze zoo wen- schen," denkt de oude vrouw. „Goedhartig beleefd, voorkomend tegen oudere menschen Maar veel van zulke kinderen zijn er niet. Dank zij hen, zit ik op den wagen en heb niets verloren. Wat een aardig klein meisje. Jam mer. dat ik niet eens haar naam weet." Zoo in haar gedachten verdiept, merkt vrouw Jansen niet eens, dat ze al in het dorp is. Voor haar deur houdt Klaas stil. „Dat gaat vlugger dan loopen, vrouw Jan sen!" zegt hij met een lach. „Wel bedankt Klaas," zegt vrouw Jansen blij. Ze pakt haar manden van hem aan en sluit haar huisje open. Wat is het hier heerlijk. Minet, de kat, wacht al op haar en wrijft liefkoozend zijn kopje langs haar voeten. De kanarie begint van vreugde te fluiten. Dan gaat vrouw Jan sen haar bescheiden maaltje gereed maken. Ze geeft poes wat melk, de kanarie krijgt een klontje suiker en zij zelf proeft eens een bo terham met kaas, die ze uit de stad mee bracht. Dan strekt ze zich uit in den eenigen leun stoel, die ze rijk is en maakt zich klaar om een middagdutje te gaan doen. Dat heeft ze na haar val wel noodig. Maar vrouw Jansen zal dien dag nog eens schrikken Ze begin juist in te dutten, als er aan dc deur geklopt wordt. „Wie is daar?" „De post!' „De post?" Nieuwsgierig staat ze op en loopt naar de deur. Wie kan haar een brief schrijven? Ze krijgt alleen met Nieuwjaar een gelukwensch van een neef die in het buitenland is, Dat is alles. Bevend scheurt ze de enveloppe open, grijpt haar bril en begint te lezen; Vrouw Jansen kijkt, eens naar Minet en naar de kanarie, alsof ze hen getuigen wil maken van haar stille wanhoop. Kinderen bij haar en hoeveel kinderen? Drie. vier. zes? In haar verbeelding ziet vrouw Jansen een heel stel lawaaierige jongens, ondeugende meisjes en schreeuwende kleuters. Nee, zij neemt ze niet. haar besluit staat, vast! Dien nacht kan vrouw Jansen niet zoo rus tig slapen als anders. Ze droomt van kinde ren. Kinderen, die Minet aan zijn staart trek ken en de kanarie en haarzelf palgen. Den volgenden dag geen eetlust, alles wordt bedorven door de gedachte aan haar nicht met haar kinderen. En haar besluit staat nog eens zoo vast; zij zal hen niet nemen. En dc week komt haast niet om. Eindelijk Vrijdags wordt er aan de deur geklopt: „Hier ben ik tante. Ik ben blij U te zien." Het is Martha, ze ziet er mager uit in haar zwarte kleeren. Ze is alleen; haar kinderen heeft ze bij de kromming van den weg laten wachten. Ze wilde hen de pijnlijke bespreking met haar tante besparen. Vrouw Jansen weert zich hardnekkig tegen alle redenen, die Martha aanvoert. „Oh. maar tante.'. Mijn kinderen zijn niet lastig. Mijn zoon is tien jaar. die kunt U naar school sturen. En wat Nina betreft, dat is al een klein vrouwtje. Ze zal gezelschap voor U zijn en U helpen." „Ik ben altijd alleen geweest, en dat wil ik blijven. „Maar. als U dan eens ziek wordt. Nina zou U kunnen verplegen. Zij heeft zoo'n lief ka rakter." „Dat wordt altijd gezegd." „Het is waarlijk." „En.... de anderen?" „De anderen? Ik heb maar twee kinderen, tante." „Oh. Vrouw Jansen denkt na. Misschien geeft, ze toe: maar dan is het net, of Minet haar spot tend aankijkt.... „Twee of tien, ik neem ze niet!" Martha, die even gehoopt had, slikt, dapper haar tranen weg. „Is dat uw laatste woord, tante?" „Ja!" Ongeduldig geworden van het wachten zijn Nina en haar broer naar Het huisje geloopcn en door het open raam heeft het meisje dc smeekbeden van haar moeder en de weigering van tante gehoord. Zij voelt, dat haar moeder verdriet heeft. Dan houdt ze het niet langer uit. „Kom toch. moeder, we zullen wel iemand vinden, die voor Jaap zal zorgen. En ik ga werken. Kom toch!" Die stemdie naam Jaap. Vrouw Jan sen kijkt en ziet de donkere oogen en het vriendelijke gezicht van het hulpvaardige meisje, dat haar opgeraapt heeft bij haar val en naar de kar gebracht. „Is dat Nina?" „Ja. tante, ik had verboden „Laat ze binnen komen, laat ze binnen ko men Vrouw Jansen opent de deur en wenkt de kinderen, die haar herkennen. „De juffrouw met de manden!" z „Hebt U geen pijn meer gehad na die bui teling?" Martha is hoogst verbaasd: want de kin deren hebben haar niets van het geval ver teld., Maar vrouw Jansen glimlacht. „Heelemaal niet. kinderen. Ik word oud. Ik heb iemand noodig, die me begelc .dt naar de stad. En ik geloof wel. dat ik iemand gevonden heb. Wil je mij je kinderen toevertrouwen, Martha? Ik wil ze met alle plezier nemen." Martha begrijpt niets van deze plotselinge ommekeer en zc huilt; maar nu van vreugde. „Oh. tante, wat bent, U goed." Maar Nina heeft alles begrepen. „Tante we zullen een heeleboel va;n U hou den. We houden nu al van U. Jaap en ik. Is het niet. Jaap?". „Ja, we zeiden direct tegen elkaar: leek onze tante Alida maar op die juffrouw. „En ik heb gedacht: ik zou zulke kinderen willen hebben." Toen lachte iedereen en liet was Martha, die zei: „Tante Alida, wat heeft uw val dan toch een goede gevolgen gehad voor ons allemaal. DIN A VAN Z. EEN ROZIJNEN-PROBLEEM.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 7