LETTEREN EN KUNST lat op cSeza STER als ge tabak koopt. Ze garandeert U SIER TABAK De schat in 't oude Holland MAANDAG 2 OCTOBER 1933 H 'AA REEM'S DAGBLAD 9 HET TOONEEL Tournee Leopold Jessner. KABALE UND LIEBE. Opmerkelijk is de voorliefde der Duitschers, die op tournee naar Holland gaan voor Ka- bale und Liebe. Ik zag het indertijd te Haar lem van de Meiningers de opvolgers van de beroemde Meiningers der tachtiger ja ren later van een Duitsch gezelschap, waarvan Lothar Müthel en Maria Eis de hoofdpersonen waren en nu kregen wij het Zondag weer in onzen Stadsschouwburg van een groepje uitgewekenen onder regie van niemand minder dan den beroemden Leopold Jessner. De Meiningers speelden Schiller's „bürger- liches Trauerspiel" zoo sober mogelijk, ver vlakten de scherp geteekende figuren en trachtten er een modem drama van te ma ken. Jessner laat evenals Muthel en Maria Eis dit deden het spelen in den ouden stijl. Hij geeft de volle maat aan Schiller's zware romantiek, zijn lyriek en zijn pathos. En eigenlijk lijkt me dit ook de eenige juiste ma nier om dezen Schiller te spelen. Schiller heeft zelf aangegeven, hoe hij het wilde heb ben. Hij liet lady Milford met „majestueuse schreden op en neer loopen", Ferdinand „ver schrikkelijk de handen vouwen" het staat er woordelijk: „er fallet schrecklich die Han- de" en heel de actie is zoo zwaar roman tisch, dat men in het spel boven de gewone realiteit uitmoet. Zijn personen hebben elk hun eigen „merk", zij zijn of engelen of dui velen en Hoffmarschall Von Kalb hippeltrip- pelt daar tusschen door als het komische ele ment. Of men goed doet ons, Hollanders, dezen Schiller uit zijn Sturm und Drang-periode nog te brengen, is een andere vraag. Eigen lijk kunnen wij in dit stuk niet veel meer zien dan een historisch monument. Wij staan er te ver van af, om ons door dit pathos nog te laten meeslepen. O zeker, wij erkennen, dat ook in dit jeugdwerk nog mooie gedeel ten zijn de tooneelen met lady Milford ne men o.a. dikwijls een hooge vlucht wij voe len herhaaldelijk in de lyriek, dat er een jong overvol dichter aan het woord was, wij be grijpen ook, dat in dien tijd Schiller een be wijs van grooten moed gaf met dit .burgerlijk treurspel te schrijven men denke maar eens aan den indruk, dien toen het verhaal aan lady Milford van de herkomst der juwee- leji door den kamerdienaar moet- hebben ge maakt en de klucht over de „ellende" der ge wone burgers van Luisemaar dat alles be let niet, dat bij het zien van dit stuk geen .oogenblik ontroering over ons komt. Ja, wij glimlachen zelfs nu en dan om al deze „zwaar geladen" menschen en de romantische han deling. Het gevaar dreigt,.dat de jonge Schil ler. ..v.opr ons ee,n oude pruik wórdt, wat hij toch' allerminst was. Wij moeten ons geweld doen dit treurspel in zijn tijd te zien, toen het waarlijk mo dern, ja zelfs revolutionnair genoemd mocht worden. Jessner geeft aan de voorstelling van Kabele und Liebe alle schwung en harts tóchtelijke bewogenheid, die deze roman tiek verlangt. Men voelde achter deze op voering een groot regisseur al kon ik persoon lijk lang niet alle details bewonderen. Zoo vond ik de smijterij met de arme bewusteloo- ze Luise alsof het een pakje was in het groote vierde tafereel, alles behalve fraai en maakte ook het slottafereel, met den in de armen van den hellebaardier hangenden Ferdinand den schreeuwenden Wurm en de oprukkende macht van figuranten maar heel weinig indruk. En de decor-oplossing een zeer primitief aanduidend leelijk ach terdoek en een verdeeling van het tooneel in vakken door kamerschutten kon ik onmogelijk waardeer en. Ik althans ben blij dat onze acteurs niet in zulke decors plegen te spelen Maar daarnaast stonden ook prachtige re gievondsten. Ik denk hier bijvoorbeeld aan het dicteeren van den noodlottigen brief aan Luise door Wurm, waarin de figuur van den secretaris iets waarlijk satanisch kreeg. En aangrijpend was ook het tooneel, wanneer de oude Miller met zijn dochter rondloopt over het tooneel en hij een ballade wil maken over haar smart. Jessner plaatst deze Schiller geheel in de romantische sfeer en hij geeft hem vol en breed, in grooten stijl. Wij, Hollanders, moe ten wel even aan deze echt Duitsche manier van spelen wennen, aan die buitensporige stemuitzettingen en het min of meer robuste in de actie. Om Jessner als regisseur vol komen naar waarde te kunnen beoordeelen, zouden wij deze spelers in hun gewone kracht moeten kennen. Het leek mij toe, diait enkelen diezer acteurs en actrices niet de bedoelingen van dien re gisseur geheel konden verwezenlijken en lrem in zijn hartstochtelijke vaart nieit altijd kon den volgen. Zoo was het spel van Lotte Jager louter uiterlijk en kwam zij niet verder dan aanduiden, wat de regie eigenlijk had gewild en stel ik mij Wurm een rol, waarin vroe ger PO'Ssart heeft uitgeblonken markanter voor dan Wolfgang Heinz hem gaf, al had hij dain ook prachtige momenten, zooals bij het reeds vermelde dicteeren van den brief. Er- won Parker was wel komisch als de hofmaar schalk Von Kalb, maar het bleef wat grof. Onnoozel was deze hofmaarschalk zeker, maar ik had in al dat onnoozele en béte toch nog meer de aristocratische allure verwacht. Deze Von Kalb was meer een lakei dan een adellijke hansworst. Voortreffelijk vond ik Fritz Melchicr als president Von Walter. Een onheilspellende figuur werd deze intrigeeren de hofddgnita- ris in de indrukwekkende creatie van dezen Duitschen acteur, die ook door zijn fraaie plastiek bewondering wekte. Lady Milford een van de groote rollen van het Diuitsche tooneel kan ik mij sterker, inniger en roet rijker nuances gespeeld denken dan Lydia BuiSüh deze Engelsche favoriete van 't Duit sche hof gaf, al viel er in haar spel veel te waarde eren. Maar wie Marie Eis indertijd heeft gezien in het tooneel, waarin zij Fer dinand om zijn liefde smeekt, zal toch een groot enindruk van lady Milford hebben ge kregen. Een romantische figuur was de mu zikant Miller van Arnold Marlé, die in zijn uiterlijk en zijn actie nu en dan aan Moissi herinnerde. Franz Ludwig Eisig speelde Fer dinand breed en krachtig, maar miste de warmte, die Müthel indertijd aam de rol wist te geven. Goed was Hedwig Schliuchter als Luise's moeder. Aan het slot was er .krachtig applaus en moest ook Jessner op 't tooneel verschijnen. Men juichte den kunstenaar, die evenals Max Rein hardt Duitschland moest verla ten, enkel en alleen omdat hij niet Arisch is, warm toe. J. B. SCHUIL. STADSSCHOUWBURG. Tooneelgroep „Het masker". Marius. De ontbinding van het Schouwtooneel heeft afgezien van de nadeelen, welke de voortdu rende versnippering in het Nederlandsche booneelleven teweegbrengt, althans dit voor deel opgeleverd, dat het- dé'wel eens wat'ste reotiep aandoende samenstelling van het spe lend gezelschap de mogelijkheid heeft ge schonken tot een verversching van combina ties. Voorloopig is deze vernieuwing een. expe riment met de prikkelende bekoring, welke het experiment eigen is. Er ligt op zichzelf iets aantrekkelijks in de waarneming, in hoever zoo .geheel verschillend aangelegde acteurs als bijv. Jan Musch en Else Mauhs in hun spel zullen samenstemmen. Dezen avond hebben we alleen nog maar de beide op elkander reeds beproefde krach ten Ko Arnoldi en Musch aan het werk gezien met den ook van -het Schouwtooneel overge nomen Jacq. de Haas, die de titelrol heeft vervuld. Daaromheen groepeerden zich John Gobau en Anton Ruys. De beide vrouwelijke rollen waren in handen van Ank van der Moer en Henriette Kuyk, die, hoewel ieder een eigen stijl vertegenwoordigend, door een juiste keuze van rol ook in haar samenspel goed tot haar recht kwamen. De regie voerde Ko Arnoldi, die zoolang de verschillende groepen acteurs nog niet geheel op elkaar ingespeeld zijn, een vrij zware taak zal hebben. Te zwaarder, wijl in dit geval de schrijver zelf het hem toch al niet gemakke lijk maakt. Het stuk van Marcel Pagnol speelt in Mar seille. De tragische kern is het conflict in de ziel van den jeugdigen Marius, die zijn liefde verdeelt tusschen de zee en het aardige buur meisje, dat hem hartstochtelijk bemint. Fanny op haar beurt staat eveneens in dubio. Zal zij Marius gelukkig maken door hem te trouwen of ongelukkig door hem naar de zee te laten hunkeren? Het gesprek, dat zij ver- het beste Uw geld» Juist in tijden als deze verlangt men de hoogste waarde voor z'n geld. Dat verklaart de nog steeds toene mende populariteit van Ster-tabak. Steeds meer pij prookers onder vinden de juistheid van Niemeijer's devies: „Hel beste in elke prijsklasse" Wat ge ook voor Uw tabak besteedt, als 't Ster-tabak is, krijgt ge 100% smaak en geur. N1EMEIJER'S (Adv. Ingez. Med.) borgen achter de toonbank van het café, waar in Marius zijn vader helpt, afluistert, over tuigt haar, dat de liefde voor de zee de over winning behaalt en met kordate zelfverloo chening brengt zij het offer. Dit tragische gegeven is gevat in het komi sche kader van het Marseillaansche milieu met zijn zwetsende en opvliegende maar kin derlijk trouwhartige typen. Het noodlot van den schrijver, die den regisseur en de spelers in zijn ongeluk meesleept, is dat het tragische gegeven in dit komische milieu verdrinkt. Bij een goed gedoseerde bewerking ware het niet noodig geweest, dat de tragiek ten koste van den humor zou gaan of omgekeerd de humor ten koste van de tragiek. Het is louter, een kwestie van mengkunst. Pagnol is echter als mixer te kort geschoten; zijn brouwsel is gé - schift op tafel gekomen en we krijgen de teug jes drama en klucht om'de beurt. De Scènes, 'waar het -nlbhgser 'gebonden is geblevfen, zijn uiteraard-de kostelijke hapjes;. Zoo bijv. het spel tusschen moeder en dochter en tusschen vader en zoon. Of de mislukking van het tragisch gedeelte mede aan de spelers gelegen heeft? Zoowel Ank van der Moer als Jacq de Haas hebben uitmuntend geacteerd: er was in beider spel een prijzenswaardige fijnheid. Dat het in hen verpersoonlijk conflict niet ontroerde, ligt aan den schrijver, of aan den bewerker van den tekst, die het geval niet-voldoende aanneme lijk heeft gemaakt en ook te vaag en te sober in zijn aanduidingen is gebleven ten overstaan van de kwistige concreetheid in zijn milieu schildering. Deze laatste is het tenslotte, welke de ver tooning tot een succes maakt. Niet alleen oan het aardige décor, een havenkroegje vol sfeer met een schilderachtig uitzicht op het water, maar vooral om de kostelijke typeering der personages. Musch, Arnoldi, Gobau en Ruys hadden zich de moeite gegeven van de ouder- wetsche grimeer- en costuumkunst en waren ieder voor zicht een goedgeslaagde figuur en allen tezamen een heerlijk stel. Jan Musch heeft in de rol van vader César een nieuwe komische creatie geschapen, die door haar afwijking van het vorige genre ons overtuigt., dat deze acteur nog lang niet is uit geput. De bijzondere gave van Musch om elk detail boeiend te maken en in kleine toetsjes en trekjes te schitteren doch tevens zijn fi guur' een soliede basis te geven, openbaart zich ook weder in dezen oubolligen waard. Arnoldi heeft zijn figuur van den trouwlustigen vijf tiger minder diep doorwerkt, maar zijn spel van den buitenkant was luchtig en vlot. Hij had trouwens een van de amusantste tafe reeltjes voor zijn rekening, toen hij zijn smart als weduwnaar biechtte bij Brun, van wien Anton Ruys een karakteristiek portret had geboetseerd. Gobau, als de kapitein van de veerboot wel wat te sterk delcameerend. voltooide het edele viertal, waarbij Henriette Kuyk zich met haar frissche leutigheid aan sloot. Bij een volgende vertooning zou de regie een paar hinderlijke stoornissen kunnen weg nemen. In de eerste plaats dient het getoeter van de booten tot f 1/100 getemperd; het ef fect, schoon minder realistisch, zal dan de il lusie, maar ook de zenuwen der toehoorders ten goede komen, die nu, gelijk bij een ouder- wetsch sohietdrama, van sein ik al bij voor baat de handen voor de ooren hielden. En dan moet Joh. Lies-ting als de tweede zee-maniak, zijn al te uitbundige uitmonstering eveneens tot op 1,100 reduceeren, opdat de figuur van deze- halve, -gare, die,- toch niet stapelgek is, aan het geval-Marius meer relief geeft, .en dit hierdoor aannemelijker maakt. H. G. CANNIÊGIETER. HET JUBILEUM VAN „JACOB VAN LENNEP". DE INZET DER FEESTELIJKHEDEN. De inzet der feestelijkheden, te geven dooi de Haarlemsche Tooneelvereeniging ,Jaco'o van Lermep" ter gelegenheid van haar 25- jarig bestaan, n.l. een receptie met diner op Zondag in restaurant Brinkmann, is al zeer geslaagd geweest. Daar was des middags een drukbezochte receptie en als een der eersten, die het be stuur van de jubileerende vereeniging geluk- wenschten, kwam burgemeester C. Maar schalk zijn felicitaties aanbieden. De heer Maarschalk, voorzitter van het Eere-Comité, overhandigde namens dat comité een ge schenk en zeide, dat dilettantentooneel van goed gehalte de belangstelling voor de too- neelkunst aankweekt en daardoor ook voor het beroepstooneel de belangstelling, die door allerlei omstandigheden in dezen tijd af neemt, voor een deel weet te behouden. Spr. hoopte, dat door de herdenking van het 25- jarig bestaan en de daaraan verbonden too neel wedstrijd die belangstelling vermeerderd wordt. Verder kwamen gelukwenschen aanbie den de heeren S. Prins, eere-voorzitter der vereeniging, J. B. Schuil, afgevaardigden van het Centrum-comité Koninginnedag, van de FEUILLETON (Een geval uit de practijk van Wil J. Sanders, detective), door UDO VAK EWOUD. 3*0) (Nadruk verboden, „Noodeloos?" vroeg ik. „Ben je daar wel zoo heel zeker van? Denk je niet, dat van Dobben's leven overal elders eveneens gevaar zou hebben geloopen? Stel, dat hij eens in Haarlem gebleven was. Dan had jij je im mers ook niet dag en nacht met zijn bewa king kunnen belasten. Neen Wil, deze zelf- eritiek gaat te ver. Van Dobben heeft meer malen zelf den wensch te kennen gegeven, dat hij een werkzaam aandeel zou hebben in de behandeling van dit geval. Hij wilde ons persé naar Oost Pruisen vergezellen en daar mee heeft hij geheel vrijwillig de risico op zich genomen, welke aan die reis verbonden was. Hij zal tóch nooit verwacht hebben, dat je hier geen minuut van zijn zijde zou wij ken om je met hem uitsluitend aan het op graven van den verborgen schat te wijden. Jouw taak was in de eerste plaats den man op te sporen, die de documenten ontvreemdde en die zich voorts getoond heeft een bedrei ging te vormen voor de beide menschen, die als rechtmatig eigenaars van die papieren een onderzoek wenschten in te stellen naar de juistheid van de daarin vervatte mede- deelingen". Sanders maakte een afwerende beweging. „Oppervlakkig beschouwd, mag er wat waars schuilen in je redeneering, Miel, maar dat neemt toch niet weg, dat van Dobben ver moedelijk geen gevaar zou hebben geloopen, wanneer hij rustig in Haarlem gebleven was. Ik behoef je in dat verband, slechts te her inneren aan de briefjes van onzen grooten onbekende, die daarin steeds deed uitkomen, dat alleen het door van Dobben en Nieuwen- huis ingestelde onderzoek naar den verbor gen schat hem aanleiding gaf tot een bedrei ging tegen het leven van de beide makelaars. Maar laten wij dezen schuldkwestie verder laten rusten. Het heeft waarlijk geen zin ach teraf nog eens te gaan polemiseeren over de vraag, wat misschien wel en wat niet voor komen had kunnen worden. Vertel mij liever eens, wat jij van de zaak denkt. Heb je eenig vermoeden, wat onzen vriend, den Noorschen professor, er toe drijft zelfs niet terug te schrikken voor een daad als deze?" Ik haalde de schouders op. ,,Ik heb er al zooveel over nagedacht zonder ook maar een stap verder te komen, dat ik, eerlijk gezegd, hard naar het einde begin te verlangen. Wat mij wel inviel en wat ik tegenover jou wel meen te mogen zeggen, al vrees ik ook, dat ik daarmee geen verrassende openbaring doe, is dit: dat de man met de geruite pet, op wien wij in Haarlem onze aandacht concentreer den dezelfde moet zijn als de professor, die hier nog verbluffender staaltjes van zijn on gelooflijke brutaliteit laat zien. Sanders staarde wel een minuut lang pein zend voor zich uit. Eindelijk zei hij, op een toon, alsof hij tegen zichzelf sprak: „De man met de geruite pet, dat was de man, die de documenten ontvreemdde. Moor den deed hij niet, niettegenstaande hij daar toe toch meer dan eens gelegenheid heeft gehad. Waarom zou hij van Dobben juist hier van het leven hebben beroofd, hoewel de om standigheden in Haarlem toch veel gunstiger waren?" „Dus jij meent, dat wij hier niet met één en denzelfden persoon te doen hebben; dat de inbreker in Haarlem slechts een mede werker was van den professor en sindsdien van het tooneel is yerdwenen.Maar denk je dan werkelijk, dat een hoogleeraar, louter uit liefde voor de wetenschap, tot een der gelijke misdaad zou kunnen komen?. Kom muziekvereeniging Euterpe, en den Haarlem- schen Kegelbond, jhr. Boreel van Hogelanden, oud-burgemeester van Haarlem, G. J. Droste, vertegenwoordigers van het Haarlemsch Too neel, van het Algemeen Nederlandsch Ver bond, de heer Holtslag namens de tooneelver eeniging Varia te IJmuiden, de heer Kruijs- hoop namens Cremer. jhr. O. van Lennep, be schermheer, afgevaardigden van H. T. C., van Haarlem's Zanggenot, de heer Primo, de heer Gratama, lid der jury, vertegenwoordigers van de Zandvoortsche voetbalvereniging de Zee meeuwen en anderen. Vele vriendelijke woor den werden hierbij gesproken en vele bloe men geschonken. Zoo waren er bloemstukken van Haarlem's Tooneel, de H. T. C„ Nieuw Le ven. Cremer, Varia, Zeemeeuwen, Litteris Sacrum, Euterpe, Monopole. Algem. Ned. Ver bond, Centrum Comité Koninginnedag, de dames Busquet, ae heer Prins en Zanggenot. Onder anderen waren medaifiés gezonden door het Centrum Coniité, het NëcL Tooneel- verbond afd. Haarlem en de heeren Fibbe en Kloet, welke laatste door uitstedigheid niet aanwezig kon zijn. Het bestuur van den H. K. B. schonk een fraaien voorzittershamer, De voorzitter der vereeniging Jacob van Lennep. de heer Jac. van Maris, sprak allen, die gelukwenschen en geschenken hadden gezonden, op de hem bekende vlotte wijze toe. Hij dankte den burgemeester, den eere voorzitter en den beschermheer in het bijzon der voor hunne aanwezigheid en de heeren Maarschalk en Boreel van Hogelanden voor het feit, dat zij zich bereid verklaard hadden in het eerecomité zitting te nemen. Tot iedereen sprak hij het passende woord en hij zeide o.a. er trotsch op te zijn, dat de vereeniging den naam van Van Lennep aan zich had kunnen verbinden door als bescherm heer jhr. O. van Lennep te kiezen. Telegrammen en brieven waren o.a. inge komen van Esther de Boer-van Rijk, eere-lid, Harmonie Crescendo, spoorkorps Haarlem, Hierna Beter te Koog aan de Zaan, Thalia te Bergen op Zoom, Pater Amicos te Dordrecht, Vrije Werkkring te Amsterdam, Varia te Vlaardingen, Justus van Maurilc te Amster dam, het lid van verdienste Kloet, Mutua Amicitia te Rotterdam, Nicolaas Beets en Mo lière te Utrecht, Litteris Sacrum., en Nut en Vermaak te Leiden, Vreemdelingen Verkeer te Haarlem, Geheelonthouders Tooeelvereeni- ging Nieuw Leven en Zang en Vriendschap te Haarlem, Jan van Beers te Utrecht, dr. Spoel den lid der jury, dr. Sterck, Phoenix te Zand- voort, Rederijkerskamer Zwolle, Zuid-Lim- burg's Tooneel Valkenbürg, Rotterdamsche Studenten Muziek- en Tooneelvereeniging Bouwmeester te Amersfoort, de Vereeniging van Spoorwegambtenaren te Utrecht, mevr. M. S. LucasDe Lugt, Nederlandsch Tooneel- verbond afd. Haarlem en Haarlem's Tooneel- ensemble. Van den heer C. C. M. van Hees was een schrijven binnengekomen, dat hij wegéns ziekte niet aanwezig kon zijn. Een brief met wenschen voor beterschap is hem toegezon den. Als gezegd, er werden hartelijke woorden gesproken, getuigend van de goede samen werking van velen met Jacob van Lennep en voorzitter van Maris kweet zich uitstekend van zijn niet gemakkelijke taak allen, die Ja cob van Lennep welgezind waren en dit had den geuit door afgevaardigden, bloemstukken en geschenken te zenden, te danken voor hun belangstelling. Onderwijl hebbénzich velen vermaakt in een andere zaal van restaurant Brinkmann bij de door Jacob van Lennep gegeven Thé Dansant waar de band uit-den H. K;-B.-vQor de: fnuiikale medewerking' zorg droeg. Na de ïéceptie had een gezellige „naprate- rij" plaats .eveneens bij Brinkmann en daar na, om zeven uur, begon het diner. Hieraan zat o.a. de beschermheer jhr. O. van Lennep aan. Tafelpraeses was de heer S. Prins. Ook hier is veel en hartelijk gesproken. Jhr. van Lennep bracht een dronk uit op de Koningin en een telegram van hulde wérd aan Haar gezonden. De heer Prins gewaag de van de aanpassing aan de tegenwoordige tijdsomstandigheden en bracht hulde aan het bestuur en den beschermheer. De heer van Maris voerde nog het woorcl en dankte alle sprekers, die velen in aantal en soms geestig in hun speeeb.es waren. Medegedeeld werd, dat van de Koningin een telegram van dank was teruggekomen als antwoord op het kort daarvoor gezonden huldetelegram. Het hoofdbestuur van het Ned. Tooneelverbond zond een telegram met gelukwenschen. Het zeer gezellige diner werd opgeluisterd door duo de Vogel, dat er danig de stemming inbracht en velen tot dansen noopte. En niet alleen de jongeren maakten daarvan gebruik' Tot zeer laat werd de feestelijkheid in de met bloemen getooide bovenzaal van Brink mann doorgezet. LEESBIBLIOTHEEK VAN 'T NUT. De vorige week is er gelegenheid geweest voor inschrijving van lezers voor de Lees- bibliotheek van 't Nut van het Algemeen afd. Haarlem. Er waren niet alleen zeer veel •neiuwe maar ook vroegere lezers lieten zich weer inschrijven. Er was iemand bij die zijn e lezersjaar*' inging. Anderen zijn reeds g'eaurende 50, 40 en ook 25 jaar lezers. Wil, dat geloof je toch zelf niet! Neen, naar mijn meening hebben wij hier eenvoudig te doen met een beroepsmisdadiger, iemand, die dacht met deze zaak een goeden slag te kun nen slaan. Bedenk eens hoeveel ruchtbaar heid aan het geval is gegeven. Er heeft een berichtje in de krant gestaan, van Dobben, zoowel als Nieuwenhuis hebben er met ver- genoemde heeft zelfs in een overvol café zijn mond voorbij gepraat, zoodat tenslotte tien tallen menschen op de hoogte waren". „Tientallen menschen", herhaalde Sanders werktuigelijk. „En toch is er maar één, tegen wien wij verdenking koesteren, 't Lijkt een zoeken naar den naald in de hooiberg, Miel". Zijn woorden klonken zeer raadselachtig en getuigden allerminst van een zekere hoop op het welslagen van onze onderneming, maar ik was niet voor niets jarenlang met den detective tegen alle mogelijke misdadi gers te velde getrokken en zijn schijnbaar pessimisme maakte dan ook geen indruk op me. „Was het niet verstandiger van je geweest te trachten op het spoor te komen van den vermoedelijken dader in plaats van hier op de komst der politie te wachten?" vroeg ik, nadat wij weer geruimen tijd gezwegen had den om maar iets te zeggen.. Sanders wierp mij -een-spottenden blik toe. „Denk je, dat die vermoedelijke dader op ons zit te wachten tot wij komen om hem te ar- resteeren? Kom,- kom, Miel. voor zoo naief had ik je nu tóch werkelijk-niet meer ge houden!" „Als hij er in die,- door -ons gehuurde auto vandoor is, hebberi -wij- -nog een flinke scha de post ook", antwoordde ik,- -innerlijk -woe dend op mezelf. „Die garagehouder-sprak-van een bedrag van achtenvijftighonderd mark!" „Daar zal nog wel wat van af te pingelen schillende menschen over gesproken en eerst zijn", meende Sanders lakoniek. „Overigens behooren dergelijke tegenvallers tot de risico van het vak, beste jongen en al is het dan voor je eigen gevoel misschien niet prettig te moeten ervaren, dat de haas er met het ge weer van den jager vandoor gaat vergeef me deze, wat stoutmoedige beeldspraak ook over dat verdriet zullen wij wel weer heenkomen". Ik begreep, dat er met Sanders op dit oogenblik niet te praten was, ook al deed hij het voorkomen, alsof hij een gedachtenwisse- ling op prijs stelde en ik was daarom blij, toen hij mij verzocht hem even te willen ver ontschuldigen, omdat hij behoefte had aan „een loopje". Dat „loopje" duurde inmiddels meer dan een half uur en eerst toen in. een zware Mer cedes twee politiemannen, een geneesheer en Nieuwenhuis arriveerden, keerde hij terug uit de richting van het kasteel. Ik brandde van nieuwsgierigheid te weten, wat hij daar had uitgevoerd, maar het juist aangekomen gezelschap nam hem geheel in beslag. De beide politiemenschen bleken een inspecteur en een agent te zijn. Den eerste kende San ders reeds en er ontspon zich tusschen bei den onmiddellijk een op fluisterende toon gevoerd gesprek, waarbij de inspecteur eeni ge aanteekeningen maakte in een veelge bruikt notitieboekje. De arts had zijn onderzoek spoedig beëin digd en nadat de doodsoorzaak was vastge steld, lieten wij den agent bij den vermoorde achter tot de justitie uit Elbing zou zijn ge arriveerd. Sanders vergezelde den inspecteur naar het politiebureau, terwijl de chauffeur Nieuwenhuis en mij naar het kasteel reed, waar wij in spanning den terugkeer van den detective verbeidden De aftocht. Eerst tegen acht uur dien ochtend keerde Sanders in het hotel terug. Nieuwenhuis en ik hadden het op onze kamers niet zoo heel lang uitgehouden en na een fiksche wande- had doorgebracht en reeds eenige uren in- ling, tijdens welke wij vergeefsche moeite de den door geforceerde gesprekken over alle mogelijke onbelangrijke onderwerpen de her-, mneiingen aan dezen nacht te verdrijven namen wij plaats op het terras van „Schwar- zer Adler", welks eigenaar ons persoonlijk een stevig ontbijt serveerde, dat echter niet veel aftrek vond. De heer Jeschoneok scheen nog geheel on kundig van hetgeen een zijner gasten was oveikomen en daar wij ons niet geroepen achtten hem van een en ander op de hoogte te stellen lieten wij hem voorloopig in die onwetendheid Wel informeerde hij naar San ders voorwien reeds vroeg dezen ochtend twee telegrammen waren bezorgd, doch wij be paalden ons tot de opmerking, dat de detec tive wel spoedig zou verschijnen Waar hii SS, lnteresseerde den heer Jescho- neck blijkbaar niet en evenmin scheen het te vallen, dat van Dobben, die zich toch bijna steeds in ons gezelschaD had be vonden, thans niet aanwezig was. Hetgeen wij overigens niet betreurden, omdat ons daar door een onaangename taak werd bespaard. was' to€n h'J zich later bij ons te .tel '«ra® vervoegde, in het geheel „iet te zien, dat hij den nacht vrijwel slapeloos gespannen werk achter den rug had. P z«£ gelaat stond ernstig, maar van vermoeidheid was geen spoor te ontdekken en niets verried wat er m hem omging. Rustig opende hij dé telegrammen, welke hem onmiddellijk na zijn aankomst door een kellner werden overhan- nfg te/ e? zond<!r eenige verrassing- of teleurstelling te laten blijken, nam -hij kennis van den inhoud en toen hij met een netmv/d -ar de ,depêch«s zUn binnenzak Iw ner?WIJnen; hadden zoowel Nieuwenhuis als ik de grootste moeite om onze nicuws- nte?g„ bedwingen. Wij wilden echter niet onbescheiden lijken en besloten dus zii het na veel mnerlijkon strijd te wachten tot ae detective uit zichzelf zou beginnen te spreken. Voorloopig scheen daarop evenwel nog niet veel kans te bestaan. (Wordt vervolgd).', |j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 9