LETTEREN EN KUNST
lat op cSeza
STER
als ge tabak koopt.
Ze garandeert U
SIER TABAK
De schat in 't oude Holland
MAANDAG 2 OCTOBER 1933
H 'AA REEM'S DAGBLAD
9
HET TOONEEL
Tournee Leopold Jessner.
KABALE UND LIEBE.
Opmerkelijk is de voorliefde der Duitschers,
die op tournee naar Holland gaan voor Ka-
bale und Liebe. Ik zag het indertijd te Haar
lem van de Meiningers de opvolgers van
de beroemde Meiningers der tachtiger ja
ren later van een Duitsch gezelschap,
waarvan Lothar Müthel en Maria Eis de
hoofdpersonen waren en nu kregen wij het
Zondag weer in onzen Stadsschouwburg van
een groepje uitgewekenen onder regie van
niemand minder dan den beroemden Leopold
Jessner.
De Meiningers speelden Schiller's „bürger-
liches Trauerspiel" zoo sober mogelijk, ver
vlakten de scherp geteekende figuren en
trachtten er een modem drama van te ma
ken. Jessner laat evenals Muthel en Maria
Eis dit deden het spelen in den ouden stijl.
Hij geeft de volle maat aan Schiller's zware
romantiek, zijn lyriek en zijn pathos. En
eigenlijk lijkt me dit ook de eenige juiste ma
nier om dezen Schiller te spelen. Schiller
heeft zelf aangegeven, hoe hij het wilde heb
ben. Hij liet lady Milford met „majestueuse
schreden op en neer loopen", Ferdinand „ver
schrikkelijk de handen vouwen" het staat
er woordelijk: „er fallet schrecklich die Han-
de" en heel de actie is zoo zwaar roman
tisch, dat men in het spel boven de gewone
realiteit uitmoet. Zijn personen hebben elk
hun eigen „merk", zij zijn of engelen of dui
velen en Hoffmarschall Von Kalb hippeltrip-
pelt daar tusschen door als het komische ele
ment.
Of men goed doet ons, Hollanders, dezen
Schiller uit zijn Sturm und Drang-periode
nog te brengen, is een andere vraag. Eigen
lijk kunnen wij in dit stuk niet veel meer
zien dan een historisch monument. Wij staan
er te ver van af, om ons door dit pathos nog
te laten meeslepen. O zeker, wij erkennen,
dat ook in dit jeugdwerk nog mooie gedeel
ten zijn de tooneelen met lady Milford ne
men o.a. dikwijls een hooge vlucht wij voe
len herhaaldelijk in de lyriek, dat er een jong
overvol dichter aan het woord was, wij be
grijpen ook, dat in dien tijd Schiller een be
wijs van grooten moed gaf met dit .burgerlijk
treurspel te schrijven men denke maar
eens aan den indruk, dien toen het verhaal
aan lady Milford van de herkomst der juwee-
leji door den kamerdienaar moet- hebben ge
maakt en de klucht over de „ellende" der ge
wone burgers van Luisemaar dat alles be
let niet, dat bij het zien van dit stuk geen
.oogenblik ontroering over ons komt. Ja, wij
glimlachen zelfs nu en dan om al deze „zwaar
geladen" menschen en de romantische han
deling. Het gevaar dreigt,.dat de jonge Schil
ler. ..v.opr ons ee,n oude pruik wórdt, wat hij
toch' allerminst was.
Wij moeten ons geweld doen dit treurspel
in zijn tijd te zien, toen het waarlijk mo
dern, ja zelfs revolutionnair genoemd mocht
worden.
Jessner geeft aan de voorstelling van
Kabele und Liebe alle schwung en harts
tóchtelijke bewogenheid, die deze roman
tiek verlangt. Men voelde achter deze op
voering een groot regisseur al kon ik persoon
lijk lang niet alle details bewonderen. Zoo
vond ik de smijterij met de arme bewusteloo-
ze Luise alsof het een pakje was in het
groote vierde tafereel, alles behalve fraai en
maakte ook het slottafereel, met den in de
armen van den hellebaardier hangenden
Ferdinand den schreeuwenden Wurm en de
oprukkende macht van figuranten maar
heel weinig indruk. En de decor-oplossing
een zeer primitief aanduidend leelijk ach
terdoek en een verdeeling van het tooneel
in vakken door kamerschutten kon ik
onmogelijk waardeer en. Ik althans ben blij
dat onze acteurs niet in zulke decors plegen
te spelen
Maar daarnaast stonden ook prachtige re
gievondsten. Ik denk hier bijvoorbeeld aan
het dicteeren van den noodlottigen brief aan
Luise door Wurm, waarin de figuur van den
secretaris iets waarlijk satanisch kreeg. En
aangrijpend was ook het tooneel, wanneer de
oude Miller met zijn dochter rondloopt over
het tooneel en hij een ballade wil maken over
haar smart.
Jessner plaatst deze Schiller geheel in de
romantische sfeer en hij geeft hem vol en
breed, in grooten stijl. Wij, Hollanders, moe
ten wel even aan deze echt Duitsche manier
van spelen wennen, aan die buitensporige
stemuitzettingen en het min of meer robuste
in de actie. Om Jessner als regisseur vol
komen naar waarde te kunnen beoordeelen,
zouden wij deze spelers in hun gewone kracht
moeten kennen.
Het leek mij toe, diait enkelen diezer acteurs
en actrices niet de bedoelingen van dien re
gisseur geheel konden verwezenlijken en lrem
in zijn hartstochtelijke vaart nieit altijd kon
den volgen. Zoo was het spel van Lotte Jager
louter uiterlijk en kwam zij niet verder dan
aanduiden, wat de regie eigenlijk had gewild
en stel ik mij Wurm een rol, waarin vroe
ger PO'Ssart heeft uitgeblonken markanter
voor dan Wolfgang Heinz hem gaf, al had hij
dain ook prachtige momenten, zooals bij het
reeds vermelde dicteeren van den brief. Er-
won Parker was wel komisch als de hofmaar
schalk Von Kalb, maar het bleef wat grof.
Onnoozel was deze hofmaarschalk zeker,
maar ik had in al dat onnoozele en béte toch
nog meer de aristocratische allure verwacht.
Deze Von Kalb was meer een lakei dan een
adellijke hansworst.
Voortreffelijk vond ik Fritz Melchicr als
president Von Walter. Een onheilspellende
figuur werd deze intrigeeren de hofddgnita-
ris in de indrukwekkende creatie van dezen
Duitschen acteur, die ook door zijn fraaie
plastiek bewondering wekte. Lady Milford
een van de groote rollen van het Diuitsche
tooneel kan ik mij sterker, inniger en roet
rijker nuances gespeeld denken dan Lydia
BuiSüh deze Engelsche favoriete van 't Duit
sche hof gaf, al viel er in haar spel veel te
waarde eren. Maar wie Marie Eis indertijd
heeft gezien in het tooneel, waarin zij Fer
dinand om zijn liefde smeekt, zal toch een
groot enindruk van lady Milford hebben ge
kregen. Een romantische figuur was de mu
zikant Miller van Arnold Marlé, die in zijn
uiterlijk en zijn actie nu en dan aan Moissi
herinnerde. Franz Ludwig Eisig speelde Fer
dinand breed en krachtig, maar miste de
warmte, die Müthel indertijd aam de rol wist
te geven. Goed was Hedwig Schliuchter als
Luise's moeder.
Aan het slot was er .krachtig applaus en
moest ook Jessner op 't tooneel verschijnen.
Men juichte den kunstenaar, die evenals
Max Rein hardt Duitschland moest verla
ten, enkel en alleen omdat hij niet Arisch is,
warm toe.
J. B. SCHUIL.
STADSSCHOUWBURG.
Tooneelgroep „Het masker". Marius.
De ontbinding van het Schouwtooneel heeft
afgezien van de nadeelen, welke de voortdu
rende versnippering in het Nederlandsche
booneelleven teweegbrengt, althans dit voor
deel opgeleverd, dat het- dé'wel eens wat'ste
reotiep aandoende samenstelling van het spe
lend gezelschap de mogelijkheid heeft ge
schonken tot een verversching van combina
ties. Voorloopig is deze vernieuwing een. expe
riment met de prikkelende bekoring, welke het
experiment eigen is. Er ligt op zichzelf iets
aantrekkelijks in de waarneming, in hoever
zoo .geheel verschillend aangelegde acteurs
als bijv. Jan Musch en Else Mauhs in hun spel
zullen samenstemmen.
Dezen avond hebben we alleen nog maar
de beide op elkander reeds beproefde krach
ten Ko Arnoldi en Musch aan het werk gezien
met den ook van -het Schouwtooneel overge
nomen Jacq. de Haas, die de titelrol heeft
vervuld. Daaromheen groepeerden zich John
Gobau en Anton Ruys. De beide vrouwelijke
rollen waren in handen van Ank van der
Moer en Henriette Kuyk, die, hoewel ieder een
eigen stijl vertegenwoordigend, door een juiste
keuze van rol ook in haar samenspel goed tot
haar recht kwamen.
De regie voerde Ko Arnoldi, die zoolang de
verschillende groepen acteurs nog niet geheel
op elkaar ingespeeld zijn, een vrij zware taak
zal hebben. Te zwaarder, wijl in dit geval de
schrijver zelf het hem toch al niet gemakke
lijk maakt.
Het stuk van Marcel Pagnol speelt in Mar
seille. De tragische kern is het conflict in de
ziel van den jeugdigen Marius, die zijn liefde
verdeelt tusschen de zee en het aardige buur
meisje, dat hem hartstochtelijk bemint.
Fanny op haar beurt staat eveneens in dubio.
Zal zij Marius gelukkig maken door hem te
trouwen of ongelukkig door hem naar de zee
te laten hunkeren? Het gesprek, dat zij ver-
het beste
Uw geld»
Juist in tijden als
deze verlangt men de
hoogste waarde voor
z'n geld. Dat verklaart
de nog steeds toene
mende populariteit
van Ster-tabak. Steeds
meer pij prookers onder
vinden de juistheid van
Niemeijer's devies:
„Hel beste in
elke prijsklasse"
Wat ge ook voor Uw
tabak besteedt, als 't
Ster-tabak is, krijgt ge
100% smaak en geur.
N1EMEIJER'S
(Adv. Ingez. Med.)
borgen achter de toonbank van het café, waar
in Marius zijn vader helpt, afluistert, over
tuigt haar, dat de liefde voor de zee de over
winning behaalt en met kordate zelfverloo
chening brengt zij het offer.
Dit tragische gegeven is gevat in het komi
sche kader van het Marseillaansche milieu
met zijn zwetsende en opvliegende maar kin
derlijk trouwhartige typen. Het noodlot van
den schrijver, die den regisseur en de spelers
in zijn ongeluk meesleept, is dat het tragische
gegeven in dit komische milieu verdrinkt. Bij
een goed gedoseerde bewerking ware het niet
noodig geweest, dat de tragiek ten koste van
den humor zou gaan of omgekeerd de humor
ten koste van de tragiek. Het is louter, een
kwestie van mengkunst. Pagnol is echter als
mixer te kort geschoten; zijn brouwsel is gé -
schift op tafel gekomen en we krijgen de teug
jes drama en klucht om'de beurt.
De Scènes, 'waar het -nlbhgser 'gebonden is
geblevfen, zijn uiteraard-de kostelijke hapjes;.
Zoo bijv. het spel tusschen moeder en dochter
en tusschen vader en zoon.
Of de mislukking van het tragisch gedeelte
mede aan de spelers gelegen heeft? Zoowel
Ank van der Moer als Jacq de Haas hebben
uitmuntend geacteerd: er was in beider spel
een prijzenswaardige fijnheid. Dat het in hen
verpersoonlijk conflict niet ontroerde, ligt aan
den schrijver, of aan den bewerker van den
tekst, die het geval niet-voldoende aanneme
lijk heeft gemaakt en ook te vaag en te sober
in zijn aanduidingen is gebleven ten overstaan
van de kwistige concreetheid in zijn milieu
schildering.
Deze laatste is het tenslotte, welke de ver
tooning tot een succes maakt. Niet alleen oan
het aardige décor, een havenkroegje vol sfeer
met een schilderachtig uitzicht op het water,
maar vooral om de kostelijke typeering der
personages. Musch, Arnoldi, Gobau en Ruys
hadden zich de moeite gegeven van de ouder-
wetsche grimeer- en costuumkunst en waren
ieder voor zicht een goedgeslaagde figuur en
allen tezamen een heerlijk stel.
Jan Musch heeft in de rol van vader César
een nieuwe komische creatie geschapen, die
door haar afwijking van het vorige genre ons
overtuigt., dat deze acteur nog lang niet is uit
geput. De bijzondere gave van Musch om elk
detail boeiend te maken en in kleine toetsjes
en trekjes te schitteren doch tevens zijn fi
guur' een soliede basis te geven, openbaart zich
ook weder in dezen oubolligen waard. Arnoldi
heeft zijn figuur van den trouwlustigen vijf
tiger minder diep doorwerkt, maar zijn spel
van den buitenkant was luchtig en vlot. Hij
had trouwens een van de amusantste tafe
reeltjes voor zijn rekening, toen hij zijn
smart als weduwnaar biechtte bij Brun, van
wien Anton Ruys een karakteristiek portret
had geboetseerd. Gobau, als de kapitein van
de veerboot wel wat te sterk delcameerend.
voltooide het edele viertal, waarbij Henriette
Kuyk zich met haar frissche leutigheid aan
sloot.
Bij een volgende vertooning zou de regie
een paar hinderlijke stoornissen kunnen weg
nemen. In de eerste plaats dient het getoeter
van de booten tot f 1/100 getemperd; het ef
fect, schoon minder realistisch, zal dan de il
lusie, maar ook de zenuwen der toehoorders
ten goede komen, die nu, gelijk bij een ouder-
wetsch sohietdrama, van sein ik al bij voor
baat de handen voor de ooren hielden. En dan
moet Joh. Lies-ting als de tweede zee-maniak,
zijn al te uitbundige uitmonstering eveneens
tot op 1,100 reduceeren, opdat de figuur van
deze- halve, -gare, die,- toch niet stapelgek is,
aan het geval-Marius meer relief geeft, .en
dit hierdoor aannemelijker maakt.
H. G. CANNIÊGIETER.
HET JUBILEUM VAN
„JACOB VAN LENNEP".
DE INZET DER FEESTELIJKHEDEN.
De inzet der feestelijkheden, te geven dooi
de Haarlemsche Tooneelvereeniging ,Jaco'o
van Lermep" ter gelegenheid van haar 25-
jarig bestaan, n.l. een receptie met diner op
Zondag in restaurant Brinkmann, is al zeer
geslaagd geweest.
Daar was des middags een drukbezochte
receptie en als een der eersten, die het be
stuur van de jubileerende vereeniging geluk-
wenschten, kwam burgemeester C. Maar
schalk zijn felicitaties aanbieden. De heer
Maarschalk, voorzitter van het Eere-Comité,
overhandigde namens dat comité een ge
schenk en zeide, dat dilettantentooneel van
goed gehalte de belangstelling voor de too-
neelkunst aankweekt en daardoor ook voor
het beroepstooneel de belangstelling, die door
allerlei omstandigheden in dezen tijd af
neemt, voor een deel weet te behouden. Spr.
hoopte, dat door de herdenking van het 25-
jarig bestaan en de daaraan verbonden too
neel wedstrijd die belangstelling vermeerderd
wordt. Verder kwamen gelukwenschen aanbie
den de heeren S. Prins, eere-voorzitter der
vereeniging, J. B. Schuil, afgevaardigden van
het Centrum-comité Koninginnedag, van de
FEUILLETON
(Een geval uit de practijk van
Wil J. Sanders, detective),
door UDO VAK EWOUD.
3*0)
(Nadruk verboden,
„Noodeloos?" vroeg ik. „Ben je daar wel
zoo heel zeker van? Denk je niet, dat van
Dobben's leven overal elders eveneens gevaar
zou hebben geloopen? Stel, dat hij eens in
Haarlem gebleven was. Dan had jij je im
mers ook niet dag en nacht met zijn bewa
king kunnen belasten. Neen Wil, deze zelf-
eritiek gaat te ver. Van Dobben heeft meer
malen zelf den wensch te kennen gegeven,
dat hij een werkzaam aandeel zou hebben in
de behandeling van dit geval. Hij wilde ons
persé naar Oost Pruisen vergezellen en daar
mee heeft hij geheel vrijwillig de risico op
zich genomen, welke aan die reis verbonden
was. Hij zal tóch nooit verwacht hebben, dat
je hier geen minuut van zijn zijde zou wij
ken om je met hem uitsluitend aan het op
graven van den verborgen schat te wijden.
Jouw taak was in de eerste plaats den man
op te sporen, die de documenten ontvreemdde
en die zich voorts getoond heeft een bedrei
ging te vormen voor de beide menschen, die
als rechtmatig eigenaars van die papieren
een onderzoek wenschten in te stellen naar
de juistheid van de daarin vervatte mede-
deelingen".
Sanders maakte een afwerende beweging.
„Oppervlakkig beschouwd, mag er wat waars
schuilen in je redeneering, Miel, maar dat
neemt toch niet weg, dat van Dobben ver
moedelijk geen gevaar zou hebben geloopen,
wanneer hij rustig in Haarlem gebleven was.
Ik behoef je in dat verband, slechts te her
inneren aan de briefjes van onzen grooten
onbekende, die daarin steeds deed uitkomen,
dat alleen het door van Dobben en Nieuwen-
huis ingestelde onderzoek naar den verbor
gen schat hem aanleiding gaf tot een bedrei
ging tegen het leven van de beide makelaars.
Maar laten wij dezen schuldkwestie verder
laten rusten. Het heeft waarlijk geen zin ach
teraf nog eens te gaan polemiseeren over de
vraag, wat misschien wel en wat niet voor
komen had kunnen worden. Vertel mij liever
eens, wat jij van de zaak denkt. Heb je eenig
vermoeden, wat onzen vriend, den Noorschen
professor, er toe drijft zelfs niet terug te
schrikken voor een daad als deze?"
Ik haalde de schouders op. ,,Ik heb er al
zooveel over nagedacht zonder ook maar een
stap verder te komen, dat ik, eerlijk gezegd,
hard naar het einde begin te verlangen. Wat
mij wel inviel en wat ik tegenover jou wel
meen te mogen zeggen, al vrees ik ook, dat ik
daarmee geen verrassende openbaring doe, is
dit: dat de man met de geruite pet, op wien
wij in Haarlem onze aandacht concentreer
den dezelfde moet zijn als de professor, die
hier nog verbluffender staaltjes van zijn on
gelooflijke brutaliteit laat zien.
Sanders staarde wel een minuut lang pein
zend voor zich uit. Eindelijk zei hij, op een
toon, alsof hij tegen zichzelf sprak:
„De man met de geruite pet, dat was de
man, die de documenten ontvreemdde. Moor
den deed hij niet, niettegenstaande hij daar
toe toch meer dan eens gelegenheid heeft
gehad. Waarom zou hij van Dobben juist hier
van het leven hebben beroofd, hoewel de om
standigheden in Haarlem toch veel gunstiger
waren?"
„Dus jij meent, dat wij hier niet met één
en denzelfden persoon te doen hebben; dat
de inbreker in Haarlem slechts een mede
werker was van den professor en sindsdien
van het tooneel is yerdwenen.Maar denk
je dan werkelijk, dat een hoogleeraar, louter
uit liefde voor de wetenschap, tot een der
gelijke misdaad zou kunnen komen?. Kom
muziekvereeniging Euterpe, en den Haarlem-
schen Kegelbond, jhr. Boreel van Hogelanden,
oud-burgemeester van Haarlem, G. J. Droste,
vertegenwoordigers van het Haarlemsch Too
neel, van het Algemeen Nederlandsch Ver
bond, de heer Holtslag namens de tooneelver
eeniging Varia te IJmuiden, de heer Kruijs-
hoop namens Cremer. jhr. O. van Lennep, be
schermheer, afgevaardigden van H. T. C., van
Haarlem's Zanggenot, de heer Primo, de heer
Gratama, lid der jury, vertegenwoordigers van
de Zandvoortsche voetbalvereniging de Zee
meeuwen en anderen. Vele vriendelijke woor
den werden hierbij gesproken en vele bloe
men geschonken. Zoo waren er bloemstukken
van Haarlem's Tooneel, de H. T. C„ Nieuw Le
ven. Cremer, Varia, Zeemeeuwen, Litteris
Sacrum, Euterpe, Monopole. Algem. Ned. Ver
bond, Centrum Comité Koninginnedag, de
dames Busquet, ae heer Prins en Zanggenot.
Onder anderen waren medaifiés gezonden
door het Centrum Coniité, het NëcL Tooneel-
verbond afd. Haarlem en de heeren Fibbe en
Kloet, welke laatste door uitstedigheid niet
aanwezig kon zijn.
Het bestuur van den H. K. B. schonk een
fraaien voorzittershamer,
De voorzitter der vereeniging Jacob van
Lennep. de heer Jac. van Maris, sprak allen,
die gelukwenschen en geschenken hadden
gezonden, op de hem bekende vlotte wijze
toe. Hij dankte den burgemeester, den eere
voorzitter en den beschermheer in het bijzon
der voor hunne aanwezigheid en de heeren
Maarschalk en Boreel van Hogelanden voor
het feit, dat zij zich bereid verklaard hadden
in het eerecomité zitting te nemen.
Tot iedereen sprak hij het passende woord
en hij zeide o.a. er trotsch op te zijn, dat de
vereeniging den naam van Van Lennep aan
zich had kunnen verbinden door als bescherm
heer jhr. O. van Lennep te kiezen.
Telegrammen en brieven waren o.a. inge
komen van Esther de Boer-van Rijk, eere-lid,
Harmonie Crescendo, spoorkorps Haarlem,
Hierna Beter te Koog aan de Zaan, Thalia te
Bergen op Zoom, Pater Amicos te Dordrecht,
Vrije Werkkring te Amsterdam, Varia te
Vlaardingen, Justus van Maurilc te Amster
dam, het lid van verdienste Kloet, Mutua
Amicitia te Rotterdam, Nicolaas Beets en Mo
lière te Utrecht, Litteris Sacrum., en Nut en
Vermaak te Leiden, Vreemdelingen Verkeer
te Haarlem, Geheelonthouders Tooeelvereeni-
ging Nieuw Leven en Zang en Vriendschap te
Haarlem, Jan van Beers te Utrecht, dr. Spoel
den lid der jury, dr. Sterck, Phoenix te Zand-
voort, Rederijkerskamer Zwolle, Zuid-Lim-
burg's Tooneel Valkenbürg, Rotterdamsche
Studenten Muziek- en Tooneelvereeniging
Bouwmeester te Amersfoort, de Vereeniging
van Spoorwegambtenaren te Utrecht, mevr.
M. S. LucasDe Lugt, Nederlandsch Tooneel-
verbond afd. Haarlem en Haarlem's Tooneel-
ensemble.
Van den heer C. C. M. van Hees was een
schrijven binnengekomen, dat hij wegéns
ziekte niet aanwezig kon zijn. Een brief met
wenschen voor beterschap is hem toegezon
den.
Als gezegd, er werden hartelijke woorden
gesproken, getuigend van de goede samen
werking van velen met Jacob van Lennep en
voorzitter van Maris kweet zich uitstekend
van zijn niet gemakkelijke taak allen, die Ja
cob van Lennep welgezind waren en dit had
den geuit door afgevaardigden, bloemstukken
en geschenken te zenden, te danken voor hun
belangstelling.
Onderwijl hebbénzich velen vermaakt in
een andere zaal van restaurant Brinkmann
bij de door Jacob van Lennep gegeven Thé
Dansant waar de band uit-den H. K;-B.-vQor
de: fnuiikale medewerking' zorg droeg.
Na de ïéceptie had een gezellige „naprate-
rij" plaats .eveneens bij Brinkmann en daar
na, om zeven uur, begon het diner. Hieraan
zat o.a. de beschermheer jhr. O. van Lennep
aan. Tafelpraeses was de heer S. Prins.
Ook hier is veel en hartelijk gesproken.
Jhr. van Lennep bracht een dronk uit op de
Koningin en een telegram van hulde wérd
aan Haar gezonden. De heer Prins gewaag
de van de aanpassing aan de tegenwoordige
tijdsomstandigheden en bracht hulde aan
het bestuur en den beschermheer. De heer
van Maris voerde nog het woorcl en dankte
alle sprekers, die velen in aantal en soms
geestig in hun speeeb.es waren. Medegedeeld
werd, dat van de Koningin een telegram van
dank was teruggekomen als antwoord op het
kort daarvoor gezonden huldetelegram. Het
hoofdbestuur van het Ned. Tooneelverbond
zond een telegram met gelukwenschen.
Het zeer gezellige diner werd opgeluisterd
door duo de Vogel, dat er danig de stemming
inbracht en velen tot dansen noopte. En niet
alleen de jongeren maakten daarvan gebruik'
Tot zeer laat werd de feestelijkheid in de
met bloemen getooide bovenzaal van Brink
mann doorgezet.
LEESBIBLIOTHEEK VAN 'T NUT.
De vorige week is er gelegenheid geweest
voor inschrijving van lezers voor de Lees-
bibliotheek van 't Nut van het Algemeen afd.
Haarlem. Er waren niet alleen zeer veel
•neiuwe maar ook vroegere lezers lieten zich
weer inschrijven. Er was iemand bij die zijn
e lezersjaar*' inging. Anderen zijn reeds
g'eaurende 50, 40 en ook 25 jaar lezers.
Wil, dat geloof je toch zelf niet! Neen, naar
mijn meening hebben wij hier eenvoudig te
doen met een beroepsmisdadiger, iemand, die
dacht met deze zaak een goeden slag te kun
nen slaan. Bedenk eens hoeveel ruchtbaar
heid aan het geval is gegeven. Er heeft een
berichtje in de krant gestaan, van Dobben,
zoowel als Nieuwenhuis hebben er met ver-
genoemde heeft zelfs in een overvol café zijn
mond voorbij gepraat, zoodat tenslotte tien
tallen menschen op de hoogte waren".
„Tientallen menschen", herhaalde Sanders
werktuigelijk. „En toch is er maar één, tegen
wien wij verdenking koesteren, 't Lijkt een
zoeken naar den naald in de hooiberg, Miel".
Zijn woorden klonken zeer raadselachtig
en getuigden allerminst van een zekere hoop
op het welslagen van onze onderneming,
maar ik was niet voor niets jarenlang met
den detective tegen alle mogelijke misdadi
gers te velde getrokken en zijn schijnbaar
pessimisme maakte dan ook geen indruk op
me.
„Was het niet verstandiger van je geweest
te trachten op het spoor te komen van den
vermoedelijken dader in plaats van hier op
de komst der politie te wachten?" vroeg ik,
nadat wij weer geruimen tijd gezwegen had
den om maar iets te zeggen..
Sanders wierp mij -een-spottenden blik toe.
„Denk je, dat die vermoedelijke dader op ons
zit te wachten tot wij komen om hem te ar-
resteeren? Kom,- kom, Miel. voor zoo naief
had ik je nu tóch werkelijk-niet meer ge
houden!"
„Als hij er in die,- door -ons gehuurde auto
vandoor is, hebberi -wij- -nog een flinke scha
de post ook", antwoordde ik,- -innerlijk -woe
dend op mezelf. „Die garagehouder-sprak-van
een bedrag van achtenvijftighonderd mark!"
„Daar zal nog wel wat van af te pingelen
schillende menschen over gesproken en eerst
zijn", meende Sanders lakoniek. „Overigens
behooren dergelijke tegenvallers tot de risico
van het vak, beste jongen en al is het dan
voor je eigen gevoel misschien niet prettig te
moeten ervaren, dat de haas er met het ge
weer van den jager vandoor gaat vergeef
me deze, wat stoutmoedige beeldspraak
ook over dat verdriet zullen wij wel weer
heenkomen".
Ik begreep, dat er met Sanders op dit
oogenblik niet te praten was, ook al deed hij
het voorkomen, alsof hij een gedachtenwisse-
ling op prijs stelde en ik was daarom blij,
toen hij mij verzocht hem even te willen ver
ontschuldigen, omdat hij behoefte had aan
„een loopje".
Dat „loopje" duurde inmiddels meer dan
een half uur en eerst toen in. een zware Mer
cedes twee politiemannen, een geneesheer en
Nieuwenhuis arriveerden, keerde hij terug
uit de richting van het kasteel. Ik brandde
van nieuwsgierigheid te weten, wat hij daar
had uitgevoerd, maar het juist aangekomen
gezelschap nam hem geheel in beslag. De
beide politiemenschen bleken een inspecteur
en een agent te zijn. Den eerste kende San
ders reeds en er ontspon zich tusschen bei
den onmiddellijk een op fluisterende toon
gevoerd gesprek, waarbij de inspecteur eeni
ge aanteekeningen maakte in een veelge
bruikt notitieboekje.
De arts had zijn onderzoek spoedig beëin
digd en nadat de doodsoorzaak was vastge
steld, lieten wij den agent bij den vermoorde
achter tot de justitie uit Elbing zou zijn ge
arriveerd. Sanders vergezelde den inspecteur
naar het politiebureau, terwijl de chauffeur
Nieuwenhuis en mij naar het kasteel reed,
waar wij in spanning den terugkeer van den
detective verbeidden
De aftocht.
Eerst tegen acht uur dien ochtend keerde
Sanders in het hotel terug. Nieuwenhuis en
ik hadden het op onze kamers niet zoo heel
lang uitgehouden en na een fiksche wande-
had doorgebracht en reeds eenige uren in-
ling, tijdens welke wij vergeefsche moeite de
den door geforceerde gesprekken over alle
mogelijke onbelangrijke onderwerpen de her-,
mneiingen aan dezen nacht te verdrijven
namen wij plaats op het terras van „Schwar-
zer Adler", welks eigenaar ons persoonlijk
een stevig ontbijt serveerde, dat echter niet
veel aftrek vond.
De heer Jeschoneok scheen nog geheel on
kundig van hetgeen een zijner gasten was
oveikomen en daar wij ons niet geroepen
achtten hem van een en ander op de hoogte
te stellen lieten wij hem voorloopig in die
onwetendheid Wel informeerde hij naar San
ders voorwien reeds vroeg dezen ochtend twee
telegrammen waren bezorgd, doch wij be
paalden ons tot de opmerking, dat de detec
tive wel spoedig zou verschijnen Waar hii
SS, lnteresseerde den heer Jescho-
neck blijkbaar niet en evenmin scheen het
te vallen, dat van Dobben, die zich
toch bijna steeds in ons gezelschaD had be
vonden, thans niet aanwezig was. Hetgeen wij
overigens niet betreurden, omdat ons daar
door een onaangename taak werd bespaard.
was' to€n h'J zich later bij ons
te .tel '«ra® vervoegde, in het geheel „iet
te zien, dat hij den nacht vrijwel slapeloos
gespannen werk achter den rug had. P z«£
gelaat stond ernstig, maar van vermoeidheid
was geen spoor te ontdekken en niets verried
wat er m hem omging. Rustig opende hij dé
telegrammen, welke hem onmiddellijk na zijn
aankomst door een kellner werden overhan-
nfg te/ e? zond<!r eenige verrassing-
of teleurstelling te laten blijken, nam -hij
kennis van den inhoud en toen hij met een
netmv/d -ar de ,depêch«s zUn binnenzak
Iw ner?WIJnen; hadden zoowel Nieuwenhuis
als ik de grootste moeite om onze nicuws-
nte?g„ bedwingen. Wij wilden echter
niet onbescheiden lijken en besloten dus zii
het na veel mnerlijkon strijd te wachten tot
ae detective uit zichzelf zou beginnen te
spreken. Voorloopig scheen daarop evenwel
nog niet veel kans te bestaan.
(Wordt vervolgd).', |j