HM de hmmdk.
M BeSm^tste
Sic transit gloria...
51e Jaargang No. 15424
Verschijnt dagelijks, behalve Op Zon- en Feestdagen
Donderdag 5 October 1933
HAARLEM S DAGBLAD
Directie; P. W. PEEREBOOM
en ROBERT PEEREEOOM.
UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR
COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V.
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM.
ABONNEMEN I ENper weck 0-25, per maand 1.10, per 3 maanden
3.25, franco per post 3.55, losse nrs. 0.06. Geïllustreerd Zondagsblad
per week f 0.05, per maand ƒ0.22, per 3 mnd. ƒ0.65. franco per post 0.72J4.
Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12
Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810
ADVERTENTIëN.5 regels 1.75, elke regel meer 0.35- Reclames
0.60 per regel. Reductie bij abonnement. Vraag en aanbod 14 regels ƒ0.60,
elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentjes
(iederen dag) 13 regels 0.30. elke regel meer ƒ0.10, uitsluitend a contant.
Gratis Ongevallenverzekering voor Maand- en Weekabonnés. Levenslange ongeschiktheid en Overlijdei
idem voor Abonnés op het Geïll. Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid f 2000.-, Overlijdei
f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f400.-, Duim f250.- Wijsvinger f 150.-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100.-.
f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f400—. Verlies Duim f75—, Verlies Wijsvinger f75—. Verlies andere vinger f30—.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN.
HAARLEM, 5 October.
De Dwaas
President: „Bent u vóór den brand ooit
in den Rijksdag geweest?"
Van derLubbe: „Ja", (beweging).
President: „Wanneer dan?"
Vander Lubb e: „Vóór den brand".
President: ,.Op den dag van den brand
of op den dag daarvoor?"
Van derLubbe: „Op den zelfden dag".
President: „Op denzelfden dag was u
dus al eens in den Rijksdag?"
VanderLubbe: „Neen".
Dit is maar een klein fragmentje uit de
vruchtbare ondervraging van den „hoofd
verdachte" te Leipzig. Als hij geen volkomen
dwaas is, dan speelt hij de rol toch wel heel
goed. En hoe kan zoo'n mannetje, dat zulke
stumperige briefjes schrijft, dat doen?
Dr. Teichert, verdediger van de drie Bul-
gaarsche verdachten, doet een beroep op
hem om toch niet een misdaad te begaan,
nog veel grooter dan brandstichting, door
onschuldigen met zich mee te sleepen.
Hij zwijgt.
Dr. Sack, verdediger van Torgler, buldert
hem toe dat nu het moment daar is om zijn
„groote rede" te houden.
Hij zwijgt.
„Met wie heb je het gedaan, v. d. Lubbe?"
Hij glimlacht ondoorgrondelijk.
De beschuldigde Dimitrof brult hem toe
hoe hij kan verklaren dat hij 't kleine, ver
laten houten gebouwtje van het Wohlfahrts-
amt niet in brand kon steken, terwijl hij be
weert dat hij alléén het reusachtige Rijks
daggebouw, dat voortdurend bewaakt werd,
in een kwartier tijds in vlammen heeft
kunnen zetten.
President: „Kunt u daarvoor een ver
klaring geven?"
VanderLubbe: „Neen".
Ondanks dit alles schijnt men in Leipzig
vol hoop te blijven, dat hij nog eens zal gaan
praten. Hij heeft wel eens toegegeven dat hij
het doen zou, maar dit beteekent op zichzelf
niets, want op hoeveel vragen heeft hij al
niet eerst „ja" en daarna „neen" geant
woord, of vice-vêrsa? En oriitrent den gees
testoestand, waarin dit ongewone individu
verkeert, schijnt niemand eenig helder be
grip te hebben. Men sukkelt maar dag-in,
dag-uit met hem door. Merkwaardig in een
land als Duitschland, dat toch over zeer
veel knappe psychiaters beschikt. Men heeft
zich evenwel bepaald tot een rapport over
de vraag of hij in een strafrechtelijken zin
toerekenbaar was, en dat rapport concludeer
de tot toerekenbaarheid. Merkwaardigerwijze
bekommerde het zich volstrekt niet om de
bovenbedoelde briefjes van v. d. Lubbe, die
ieder die ze leest wel het gevoel moeten geven
dat de schrijver niet alleen erg onontwikkeld
is en van zijn eigen taal maar een zielig beetje
begrip heeft, maar die bovendien dadelijk
hiaten in zijn hersenwerking doen veronder
stellen.
Er is betoogd dat Van der Lubbe altijd zeer
gemakkelijk te beïnvloeden was door groote
woorden. Dan is het toch wel vreemd, dat
zoowel het beroep van dr. Teichert als de uit
daging van dr. Sack en het gebrul van Dimi
trof, alle drie in den dramat-ischen trant, hem
totaal onberoerd laten. De man die zoo ge
makkelijk te beïnvloeden was reageert op
niets meer. Hoe komt dat?
Het is heel begrijpelijk dat de andere ver
dachten wanhopig over zijn houding worden.
Er is nu wel vast komen te staan, dat hij
hulp van anderen gehad moet hebben bij
zijn brandstichting, ook al zouden dat dan
geen erkende Communisten of erkende Nazi's
zijn geweest. Maar Van der Lubbe beweert
dat hij alles alleen heeft gedaan. De overige
vier verdachten verklaren allen, dat zij on
schuldig zijn aan den brand en hem nooit
tevoren gezien hebben. Zijn koppige weige
ring om medeplichtigen te erkennen, terwijl
die er toch geweest moeten zijn, brengt hen
dus in groot gevaar. Voor hun gevoel zou
hij hen kunnen redden. Hij doet het niet.
Hij schijnt even onverschillig omtrent zijn
eigen lot als ten aanzien van den Duitschen
communist Torgler en de Bulgaarsche com
munisten, of terroristen, Dimitrof, Popof en
Tanef.
Dit L'lijkt toch wel ze^r vreemd. Men zou
zich kunnen voorstellen dat hij zei: „Ande
ren hebben mij geholpen, niet deze vier. Ei
weiger die anderen te noemen". Of dat hij
zei: „Er waren anderen; ik ken hun namen
niet", of iets dergelijks. Men zou vaai een
man. die beschuldigd wordt hoofddader te
zijn in een communistisch complot, „dat in
zijn gevolgen geheel West-Europa bedreig
de", toch kunnen aannemen dat hij mede-
communisten van de galg zou trachten te
redden. Zijn eigen veroordeeling laat hem
blijkbaar koud, op welke gronden dan ook
maar de hunne? Het moet hem toch wel
duidelijk zijn dat zij wél hun hachje willen
redden
Vandaag blijkt het weer op dezelfde manier
voort te gaan. Van der Lubbe speelt volstrekt
geen ostentatieve martelaarsrol. Hij streeft
ook niet. zooals sommige misdadigers, naar
„faam". Allerminst. De hoofdrol in het groote
stuk is en blijft de Dwaas. Ja-nee. Nee-ja. Dat
kan ik niet zeggen. Da's mogelijkEen
glimlach.
Is het onwaarschijnlijk dat iemand van zeer
beperkte en verwarde geestvermogens zooals
hij, na zeven maanden in ketenen gesloten te
zijn geweest, inderdaad tot dezen toestand van
driekwart versuffing en 100% onverschillig
heid zou zijn afgezakt? Wonderlijk dat men dit
niet poogt te laten onderzoeken door des
kundigen.
Mocht het zoo zijn, dan is die heele we
kenlange ondervraging nuttelooze onzin en
dan klinkt dr. Cack's eisch dat hij „zijn groote
rede" zal houden bijna ridicuul.
Misschien voelen de Duitsohers het zoo niet,
maar het optreden van de „hoofdrol" maakt
hun groote proces, waarmee zij zich kennelijk
tegenover het buitenland rechtvaardigen wil
len, tot een zielige vertooning. Terwijl Torg
ler, hun eigen opper-communist, steeds meel
den indruk wekt dat hij onschuldig is
Nog steeds wachten we op de onthulling van
het complot, dat West-Europa ten gronde zou
richten.
R. P.
ERNSTIG ONGELUK OP DE
JAN GIJZENVAART.
ZESTIENJARIG MEISJE ZWAAR GEWOND.
Woensdagmiddag half zes kwam op het
politiebureau aan de Smedestraat het be
richt binnen, dat er bij de Jan Gijzenbrug
een ernstig verkeersongeluk had plaats ge
had.
Het 16-jarig meisje W. J. Angenent, kwee-
kelinge aan de Nutskweekschool, eerst sinds
een maand te Haarlem woonachtig aan den
Zijlweg 53, reed per rijwiel over de Jan Gij-
zenvaart uit de richting Santpoort. Aan
haar linkerarm droeg zij een hengselmandje
met paddenstoelen en kleine boomstammetjes
van ongeveer een halven M. lang. Volgens
getuigenverklaringen raakte één dezer stam
metjes tusschen de spaken van haar voorwiel,
waardoor zij plotseling een zwenking naar
links maakte.
Juist op dat oogenblik naderde een auto.
bestuurd door den heer J. Siliakus uit Sche-
veningen (lid van het bekende Tooneelge-
zelschap Mie en Ko). Deze was met zijn col
lega's op weg naar IJmuiden, waar zij in het
gebouw „Thalia" een voorstelling zouden
geven.
Door de onverwachte zwenking van het
meisje was een botsing onvermijdelijk, hoe
wel de heer Siliakus zóó krachtig remde, dat
zijn auto onmiddellijk stil stond. Het meisje
schoof over den radiateur van de auto en viel
toen midden op den weg neer, waar zij be
wusteloos bleef liggen. Zij had haar rechter-
onderbeen gebroken.
Door leden van den Ongevallendienst werd
zij per ziekenauto van de firma Mathot naar
het St. Elisabeths Gasthuis te Haarlem ver
voerd, waar bovendien bleek, dat zij ook nog
een hersenschudding had bekomen.
Door het krachtige remmen sloeg de heer
Siliakus met zijn linkerarm door de voorruit,
waardoor hij eqn vrij diepe vleeschwond kreeg.
De politie nam zijn auto in beslag en maak
te proces-verbaal op. Het is gebleken dat de
bestuurder geen schuld aan het ongeval heeft.
Hij reed met zijn gezelschap per taxi naar
IJmuiden, waar hij door een geneesheer zijn
arm liet verbinden. Met een- verbonden arm
heeft hij vervolgens zijn voorstelling gegeven.
Na afloop daarvan reed hij met den direc
teur van „Thalia", naar Haarlem, waar zij
eerst een bezoek brachten aan de moeder van
het meisje en vervolgens aan het St. Elisabeths
Gasthuis, waar het slachtoffer nog steeds be
wusteloos was, zoodat zij nog niet door de
politie gehoord kon worden.
Hedenmiddag twaalf uur was het bewustzijn
van mej. Angenent nog niet teruggekeerd.
ECHTE WALES-ANTHRACIET
o.a. a f 2.50
WITTOP KONING - HAARLEM
HARMENJANSWEG 67A - TELEFOON 16100
(Adv. lngez. Med.)
(In Duitschland zullen de kellners
voortaan in plaats van in rok hun
beroep moeten uitoefenen in een
uniform, bestaande uit lakensche
broek, zwart colbertjasje, onge-
steven wit hemd, half stijf boord,
zwarte das, geen vest).
De zwaarwiehtigste problemen
Brengt een revolutie voort.
Zooals ditmaal, wat een kellner
In zijn ambt te dragen hoort.
Volgens het aloude spreekwoord
Maken kleeren steeds den man,
Nou, die waarheid komt naar voren
(Als je roept) in 't restaurant.
Je kunt kellners steeds herkennen
Door de waardigheid en snit,
Die hun kleeding veel intenser,
Dan die van den gast bezit.
Dat wordt nu in Duitschland anders,
Naar den algemeenen norm.
Gaan de kellners er in „dienstplicht
In een soort van uniform.
Met een heel gewoon colbertje
Loopen zij er voortaan rond,
Slap van hemd gelijkgeschakeld,
:t Einde van het witte front.
Die oekase zal hen treffen,
Als een bitter zware straf,
Alle uiterlijke glorie
Is van him betrekking af.
Maar zij moeten het wel slikken
Want men duldt er geen verweer,
En er rest hun slechts één antwoord,
Dat is: Aannemen, meneer!
l UW RECEPTIE
VOOR UW HUWELIJKSDINER
ALLE FEESTMAALTIJDEN
(Adv. lngez. Med.)
NU NA DEN ONTGROENINGS-
TIJD.
Jongen te Delft bijna
verlamd.
MET BILJARTQUEUE OP HET HOOFD
GESLAGEN.
Rudolf Dertïl, de pleger van den aanslag op
Dollfuss.
Naar Het Vaderland verneemt, is enkele
dagen geleden ook te Delft bij de ontgroe
ning een ongeluk voorgevallen waarvan een
17-jarige student het slachtoffer is geworden.
In een vechtpartij tusschen oudere studen
ten en groenen heeft deze jongeman, die
kort geleden uit Indië is overgekomen om
hier te lande zijn studie te voltooien, met een
biljart-queue een klap op het hoofd opgeloo-
pen, tengevolge waarvan hij met- een zware
hersenschudding in het ziekenhuis te Delft
werd opgenomen, waar operatie noodig bleek.
Aanvankelijk is gevreesd voor een blijvende
verlamming, doch op het oogenblik is eenige
verbetering in den toestand van den patiënt
ingetreden.
De rector-magnificus deelt nader mee, dat
het ongeluk gebeurd is 11a den ontgroenings-
tijd.
Ging v. d. Lubbe met de lift?
Verhoor van Torgler voortgezet.
(Zie ook pag. 3).
LEIPZIG, 5 October (V. D.) Onmiddellijk
na de opening van de zitting komt de presi
dent, Dr. Buenger, terug op de verschillende
getuigenverklaringen, volgens welke Torgler
niet (zooals hij heeft verklaard), slechts
met Oehme en later met Florian in de anti
chambre 38 is geweest. Aangevoerd wordt o.a.
de verklaring van de getuige, mevrouw
's middags om 4 uur in de antichambre was
gekomen om te telefoneeren en gezien had
dat Torgler met Dr. Neubauer op een leeren
sofa zat.
Torgler houdt vol dat deze getuige zich
moet hebben vergist. Kamer 38 heeft geen
buitenlicht, en is dan ook altijd met kunst
licht verlicht zoodat vergissingen daar mo
gelijk zijn.
De president zegt dat ook een andere ge
tuige, de liftjongen van den Rijksdag, heeft
verklaard op 27 Februari Van der Lubbe met
de lift naar boven te hebben gebracht. Toen
Van der Lubbe naar beneden ging had hij
eenige papieren bij zich. Torgler acht deze
verklaring zeer onwaarschijnlijk. Volgens zijn
ervaring is het uitgesloten dat een man die
zoo opvallend gekleed was als Van der Lubbe.
op den dag van den brand zelfs maar in het
Rijksdaggebouw werd toegelaten.
LEIPZIG. 5 Oct. (Wolff). Verder verklaart
beklaagde, dat sedert 1532 een student Kerrl
werkzaam was voor de communistische fractie,
die veel op Van der Lubbe leek, doch een kop
kleiner is.
Misschien heeft getuige dezen man voor
Van der Lubbe aangezien.
Op de vraag van den voorzitter geeft be
klaagde toe, dat het in het algemeen wel mo
gelijk was in begeleiding van een afgevaar
digde het Rijksdaggebouw binnen te komen.
De voorzitter deelt vervolgens mede, dat
van der Lubbe, volgens een getuigenis reeds
vroeger in het gebouw is geweest en wel met
een gezelschap, dat het gebouw bezichtigde.
Torgler antwoord hierop, dat ieder die het
entree-geld betaalde aan déze rondgangen
kon deelnemen.
De voorzitter vraagt thans aan Van der
Lubbe of hij aan een dergelijke rondgang
heeft deelgenomen, waarop deze lachend ant
woordt: „Dat kan ik niet zeggen".
Als de voorzitter zijn vraag herhaalt ant
woordt van der Lubbe: Nee.
Dr. Parisius vraagt dan of bij de commu
nistische fractie slechts als heer gekleede per
sonen op bezoek kwamen.
Torgler antwoordt, dat het er slechts op
aankomt wie de beoordeelende partij is. Vooral
op dagen dat de sociaal-politieke commissie
zitting had kwamen veel werkloozen, doch de
beambten van den Rijksdag hielden allen, die
geen witten boord droegen nauwkeurig in het
oog.
HAD DE BAKKER EEN MES IN
DE HANDEN?
Vogelenzangsche zaak verder
behandeld.
O. M. VRAAGT BEVESTIGING DER
VONNISSEN.
NA DEN AANSLAG OP DR. DOLLFtfSS. De aartsbisschop van Weenen Innitzer op bezoek
bij den gewonden kanselier
Het Gerechtshof te Amsterdam zette Woens
dag de behandeling voort van de strafzaak
tegen den bakker te Vogelenzang, die in hoo-
ger beroep was gekomen van een vonnis van
den politierechter te Haarlem, waarbij hij was
veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie
maanden wegens bedreiging van een ambte
naar. Bij de behandeling van de zaak werd
de bakkersknecht als getuige gehoord. Hij
vertelde, dat de agent van politie Laduc op 25
Juni 1932 de bakkerij van zijn patroon was
binnengekomen, om een overtreding van de
arbeidswet te constateeren. Er was toen on-
eenigheid tusschen den bakker en den agent
ontstaan, doch volgens de verklaringen van
den knecht zou zijn baas den agent niet met
een mes hebben gedreigd.
Tegen den bakkersknecht werd op vermoe
den van meineed proces-verbaal opgemaakt.
Hoewel verschillende getuigen de verklaring
van den knecht kwamen bevestigen veroor
deelde de rechtbank te Haarlem den man tot
acht maanden gevangenisstraf wegens mein
eed. Ook hij kwam van het vonnis in hooger
beroep. Beide zaken werden op 5 September
j.l. voor het Hof behandeld. De bakker hield
vol dat hij geen mes in zijn handen had ge
had en bij de behandeling van de meineed -
zaak handhaafde ook de knecht zijn verkla
ringen. Bij een interlocutoir Vonnis besloot
het Hof nog eenige getuigen te dagvaarden,
tevens wenschte het de gelegenheid te hebben
de situatie ter plaatse op te nemen. Woens
dagmorgen heeft het Hof den plaatselijken
toestand opgenomen. Als eerste getuige werd
thans de heer A. F. Kremer. oud-waarnemend
burgemeester van Bloemendaal gehoord. Op
den avond van den dag. waarop de bedreiging
was geschied, was de bakker bij hem geko
men om hem de zaak te vertellen.
De bakker had hem verteld dat hij zich
kwaad had gemaakt op den agent en dat nij
gezegd had: „m'n bakkerij uit. of ik bega een
ongeluk aan je", teen zoo had de bakker
verder verteld nam ik een stuk hout
President (tot get.) Heeft hij gezegd, den
agent te hebben bedreigd? 1
Getuige: Neen, volgens verds. verhaal was
de agent er toen van door gegaan.
De burgemeester had toen tegen verd. ge
zegd: „Als er niets anders is gebeurd, zal 't
nog wel losloopen."
Nogmaals wordt dan agent Laduc gehoord.
Hij blijft er bij. dat de bakker hem wel dege
lijk met een mes heeft bedreigd. De procu
reur-generaal mi'. A. baron van Harinxma
Op de Jan Gijzenvaart heeft een ernstig ver
keersongeluk plaats gehad, waarbij een zes
tienjarig meisje zwaar gewond werd.
pag. 1
Voor het Hof te Amsterdam is bevestiging ge
vraagd van de vonnisse;-. tegen den Yoge-
lenzangschen bakker en zijn knecht, be
schuldigd van bedreiging der politie en
meineed.
pag. 1
„Volksonderwijs" zal het vervolgonderwijs, dat
de gemeente Haarlem ter wille der bezuini
ging moest afschaffen, voortzetten.
pag. 1
Ifïej. Mr. C. Frida Katz vraagt den minister
maatregelen tegen excessen bij het ont
groenen.
pag. 4
Jhr. rnr. de Graeff heeft in de tweede com
missie van de ontwapeningsconferentie het
voorstel inzake de Joodsehe vluchtelingen
toegelicht.
pag. 3
Het Bat. Nieuwsblad publiceert bijzonderheden
over de voorbereiding van de muiterij op De
Zeven Provinciën.
pag- 4
De logementhouder, die te Amsterdam door
een buffetbediende werd aangevallen her
innert zich niets van den aanslag.
pag. 4
De Koningin-Moeder heeft een belangrijke gift
geschonken aan het Nationaal Crisiscomité.
pag. 4
Op den Pen dag van het proces te Leipzig
ontkende v. d. Lubbe nog eens hulp
bij de brandstichting te hebben gehad.
pag. 3
Het begin van de 10e zitting.
pag. 1
Haarlemmer in Duitschland bij een motor
ongeluk omgekomen.
pag. 2
In bet Saargebied is een nationaal-socïalis-
tisch eenheidsfront in wording.
pag. 3
Naar aanleiding van den aanslag op dr. Doll
fuss zijn in Oostenrijk verscheidene voor
aanstaande personen gearresteerd.
pag. 3
Bij den geweldigen brand, die in de buurt van
Los Angeles gewoed heeft, zijn 69 mensehen
verbrand. Kwaadwilligheid was in Let spel.
pag. 3
De paddenstoelententoonstelling ter gelegen
heid van het 25-jarig bestaan der Ned. My-
cologische Vereeniging.
pag. 5
Te Delft heeft een student met een biljavt-
queue een klap on het hoofd gekregen. Zijn
toestand is ernstig.
pag. 1
ARTIKELEN, ENZ.
R. P.; De dwaas.
pag. 1
Mr. B. W. Stomps; Het proces te Leipzig.
Waarom de zaak onmiddellijk bij het hoog
ste gerecht kwam. Waarom waren de ver
dachten geketend?
pag. 5.
Jhr. mr. B. de Jong van Beek en Donk: Nu
naar ontwapening?
pag. 2
Jhv. dr. J. C. Mollerus: Visscherij aan Java's
Noordkust.
pag. 6
J. B. Schuil; Het Amsterdamsch Tooneel in
„Schuld en Boete''.
pag. 5
K. de Jong: Het Ital'aansche koor vap het
Milaansche Scala Theater te Haarlem.
pag. 5
Voor de vrouw.
pag. 8
thoe Slooten bleef bij zijn eisch tot bevesti
ging van het vonnis van den Haarlemschen
politierechter (drie maanden wegens bedrei
ging van een ambtenaar).
De verdediger mr. Van Löben Seis pleitte
vrijspraak.
Arrest 17 October.
Vervolgens werd de behandeling van de
zaak tegen den bakkersknecht verdacht van
meineed, voorteezet. Behalve de getuïeen in
de vorige zaak hoorde het Hof ook de bakker
onder eede. Hii verklaarde, dat hij niet met
vn -mes had gedreigd. De verdachte bleef bij
zijn oorspronkelijk afgelegde verklaring.
De procureur-generaal Mr. A. baron van
Harinxma thoe Slooten persisteerde bij zijn
eisch tot bevestiging van het vonnis.
De verdediger mr. J. A. G. C. ten Bokkel
pleitte vrijspraak.
Ook in deze zaak zal het Hof 17 October
arrest wijzeff.
HET VERVOLGONDERWIJS.
„VOLKSONDFPWT.TS" 7FT WFT WERK DER
GEMEENTE VOORT.
Nu het openbaar vervolgonderwijs van
wege de gemeente met ingang van 1 Septem
ber j.l. is opgeheven, heeft de afdeeling
Haarlem van Volksonderwijs gedeeltelijk de
taak der gemeente overgenomen.
Een aantal leerkrachten heeft zich be
langloos beschikbaar gesteld om les te ge
ven. 23 October a.s. zal de eerste cursus ge
opend worden in de school aan de Soenda-
straat.
Leider van den cursus is de heer W. Kout-
staal. Middenweg 86, alwaar leerlingen zich
kunnen opgeven.
:t Onderwijs zal eenigszins gereorganiseerd
worden o.a. zal worden onderwezen naast de
gewone vakken: Engelsch. boekhouden, ele
mentair handelsrekenen.
Daar geen subsidie genoten wordt, zal
Volksonderwijs, ter bestrijding der kosten,
een schoolgeld moeten heffen, dat berekend
is op drie gulden p.T cursus minimum.