Beume Buut!
Öftel fadltMf
PEEK CLOPPENBURG
Van Schaap tot Cheviot*
Winterjas
Nu de feestdagen naderen.
ALS DE
WINTER
ONZE JAS
„OPEL" Autohandel-Mij. Haarlem
V/ARMER
EN BETER
GEKLEED
WOENSDAG 25 OCTOBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
19
OF
it is de natuurlijke historie van de
winterjas.
Zij begint gelijk Cor Ruys begint met
„Monsieur Topaze": De schapen
waren in de weide.
Want de winterjas is uit het schaap.
De geschiedenis van het schaap loopt pa
rallel met de geschiedenis van de winterjas
althans van het oogenblik af, dat het schaap
ophoudt lam te zijn en kaal, en tot het mo
ment, waarop het zijn haren verliest, want
dan gaat ieder zijn eigen weg. De mensch
met zijn winterjas, en het schaap zonder en
een enkele ongelukkige maal ook wel eens
zonder huid, omdat de wol niet alleen bij
balen, maar ook wel bij vachten tegelijk on
der de menschen komt.
Al heeft ook de Silezische wol en de IJs-
landsche wol naam gemaakt, om van de
Texelsche zelfs niet te spreken. de meeste
goede wol komt uit Australië, waar het
schaap om zoo te zeggen het nationale dier
is, en zoo blijkt het, dat de wol geen geschikt
artikel is om autarkie mee te bedrijven, want
hoeveel winterjassen verslijt een papoea en
hoeveel wollen dassen een Maori?
De wol verlaat Australië in balen en komt
te Liverpool ter markt en ook wel te Amster
dam en niet alleen is derhalve de winterjas
ontstaan uit het schaap, maar wij veronder
stellen. dat er van ouds ook een koehandel
was tusschen den Australiër en den beschaaf
den mensch, aldus: de beschaafde mensch
de gronden, waarop de schapen weiden en de
Australiër de bloedroode koralen.
Niet alle wol is geschikt voor de winter
jas. Van sommige soorten wint de mensch
ten hoogste een wollen deken of wat wollen
wanten, maar alle wol wordt gewasschen,
want de wol zooals het schaap ze produceert
Is minder rein dan de glanzende dot, waar
van uw grootmoeder sokjes breide.
De winterjas, zooals zij uit de weide komt is
een nog onhelderder vorm dan de winterjas
uit de paskamer met al de belangwekkende
stiksels en streepen en spelden, en wanneer
men bedenkt, dat te Leiden en Haarlem en
andere steden met een wolindustrie men de
wol pleegde schooner te maken ln het gracht
water, dan laat het zich voorstellen hoe on
rein ongewasschen wol moet zijn.
Hoe idyllisch dan is het „schaapje met zijn
witte wol" en hoe ver van de werkelijkheid.
Van Liverpool uit bereikt de wol per eerste
gelegenheid de spinnerijen van Midden-En-
geland, waarvan ge op school leerdet, Not
tingham, Leeds, Bradford, Manchester en
daar is het, dat de grondslag gelegd werd
moeilijk zijn om in uw winterjas en de onze
en diei van uw buurman allerlei systemen
van appretuur te ontdekken, waar ge als
drager niet het onschuldigste vermoeden van
had.
Wanneer ge kamgaren draagt, dan hebt
ge kans, dat op het appreteeren nog een ont-
glanzingsproces moest volgen, omdat bij alle
geheimenissen van de appretuur men nog
niet zeker is, of het kamgaren niet te glan
zend wordt, zoodat ge het gevaar zoudt loo-
pen van een glimmender winterjas nog voor
ge er mee op de fiets gezeten had.
Wanneer aldus de geweven wollen draad
door een zorgvuldig proces tot de fraaie cou-
ponstof geworden is, die de vreugde van het
winkelen uitmaakt, wordt de schaar er in
gezet, en behalve de schaar, die reeds het
kleermakers attribuut was, kort nadat de
dierenvellen uit de mode waren, en toen onze
vederen laken en duffels droegen, is er tegen
woordig de pons, die het wapen der confectie
is. De pons vertegenwoordigt de rationalisatie
in het kleermakersbedrijf, hij doet het werk
van tientallen gezellen, doch dit wil nog
niet zeggen, dat de confectie-industrie zich
niet van kleermakers bedient. De goede con-
In de heerenmode is nog niet zoo véél
veranderd....
fectie wordt evenzeer door kleermakers afge
werkt, en het is slechts de goedkoope con
fectie-industrie, die met vrouwelijk personeel
arbeidt, dat geen andere vakbekwaamheid
heeft dan de routine van het fabrieksmeisje.
Zoo is er vesrchil tusschen confectiefa-
De winterjas tijdens Dickens.
voor de wollenstoffenbranche, hetgeen voor
het overige ook ten deele gebeurde in Tilburg
en Geldrop en andere plaatsen in het Zuiden
en overal elders in de wereld.
De eerste periode van den winterjas na
die op den rug van het schaap is teneinde
als de draad gespannen is, en de tweede be
gint met het verven.
Men verft op de draad en men verft aan
het stuk, waarbij het publiek dient te weten,
dat een gedraadverfde winterjas beter is dan
een, die aan het stuk geverfd is, omdat de
eerstgenoemde bewerking uitteraard veel in
tensiever is. Men drage dus gedraadverfde
winterjassen.
Aan het stukverven gaat het weven voor
af en bij het weven is het. dat de wol
industrie en de katoenindustrie elkaar ont
moeten. omdat in wollen goed ook wel katoen
verwerkt wordt.
De term geweven mogen illusies bij u wek
ken van brocaat en damast, de geweven win
terjas is met dat al een zeer onooglijke klee
derdracht, en wie bedenkt, dat ook de jute
zak geweven is, vindt aanleiding tot verge
lijkingen. die meer de waarheid nabij komen.
Dat wat de winterjas de winterjas maakt
is de appretuur. De appretuur is voor de
winterkleedij wat de oefening is voor de kunst
en de kleeren voor den man; zonder appre
tuur zou men geen winterjas verkoopen. De
appretuur is bovendien 't grootste geheim van
den fabrikant: er is nog nooit iemand in een
appreteerkamer geweest, die er niet strikt
thuis hoorde en er zijn directies, die er den
sleutel nog nimmer van uit handen gaven.
Iedere fabrikant appreteert op zijn eigen
Wijze en zoo moet het voor den vakman niet
brieken en confectie-ateliers, en niet iedere
groote zaak, die winterjassen verkoopt heeft
behalve eigen ateliers ook eigen fabrieken.
De confectie-industrie heeft de laatste tien
tallen jaren een groote volmaking beleefd.
Behalve de omvangsmaten, die in even ge
tallen tusschen 42 en 60 worden uitgedrukt,
wordt er tegenwoordig gesneden volgens
lengtematen, waarmee het oneven getal zijn
intree deed.
Zelfs wc-rkt thans de confectie met
maten, pasklaar voor gedrongen gestalten, die
gewaardeerd worden in halve nummers. Met
dat al is de winterjas in confectie nog niet
volmaakt voor iedere gestalte, maar aan elk
groot magazijn, waar men winterjassen koopt
is een speciale ploeg verbonden, die men
pompiers noemt en de werkzaamheid van het
pompen bestaat in het aanbrengen van die
kleine veranderingen, die den klant tevreden
en behagelijk stemmen.
Om tenslotte iets van de Mode te zeggen,
deze moge voor den winterjas niet zoo dwin
gend zijn als voor de teeder en luchtiger
kleedij waarvan de nota's der modistes
spreken, het patroon is van den winterjas
een zeer belangrijk onderdeel, waarmee de
fabrikant zich al bèsig houdt, als gij u zor
gen maakt voor een luchtig costuumpje in
het voorjaar. De huidige tijd, die fel bewogen»
is, vraagt nochtans een rustig dessin in win-"'
ter jassen, een diagonaal of een vischgraat. En
SCkotsche ruiten zijn voorloopig ouderwetsch.
Zooals het met de dessins is, is het met de
stoffen; Leiden zag zijn faam als stad van
het laken verkwijnen wegens gebrek aan be
langstelling. maar cheviot en ratiné werden
zeer geliefd.
Wat nu de kwaliteiten betreft, er worden
winterjassen gemaakt in stof met achterrug,
dat is de ulster, die niet gevoerd behoeft te
worden, en zonder achterrug, dat is de door
en door geweven jas, die er aan beide kanten
vrijwel hetzelfde uitziet en die ge kunt laten
keeren Het is een erkende waarheid 'in de
branche der winterjassen, dat de fabrikant
die het mooiste patroon ter markt brengt,
de meeste winterjassen verkoopt, en dit be
wijst, dat het publiek een andere maatstaf
aanlegt bij het beoordeelen van de kwaliteit
dan de maker, want deze meet de kwaliteit
af naar het gewicht en deed uw vrouw ooit
navraag als ge een winterjas waart wezen
koopen of ge niet een pond te weinig ont
vangen hadt?
Zoo is er in de natuurlijke historie van de
winterjas veel, dat gij en ik er niet in ver
moed hadden en nadat wij u, wanneer ge een
nieuwe winterjas gaat koopen herinnerd
hebben, aan de velen, die dezen winter _het
wellicht zonder winterjas zullen moeten
doen, willen wij besluiten met een goeden
raad:
Laat uw winterjas, zoolang het nog geen
winter is, niet door den mot opeten.
Want hoe meer de mot eet, hoe minder
de winterjas weegt.
En dit vermindert de kwaliteit.
Pk.
Een Vlaamsch recept voor Speculaas.
Laten wij ons niet verbeelden, dat speculaas
een speciaal Hollandsch product is. Evenmin
trouwens als het Sint-Nicolaasfeest uitslui
tend bij ons gevierd wordt. De wonderlijke
chocolade-figuren, de grapjes en verrassingen
worden tot zelfs in Boedapest gekend!
Maar, om nu dichter bij huis te blijven.
Vlaanderen kent ook het feest van St. Nico-
laas. den eenigen heilige, die door iedereen
gelijkelijk wordt geëerd! Daar in het zuiden
wordt echter meer de nadruk gelegd op het
eten-en-drinken bij het feest, hetgeen nu
eenmaal de volksaard is. De winkels staan
dan zoo einde November vol met allerlei cho
colade-figuren, nog veel fantastischer dan bij
ons! Ener wordt een uitstekend soort
speculaas gemaakt, die in smaak wel iets van
de onze verschilt, maar die werkelijk over
heerlijk te noemen is.
Als kind heb ik nog wel eens bij banketbak
kers die groote planken gezien, waarin de vor
men voor speculaas waren uitgesneden: pop
pen, wonderlijke dieren en motieven. Het zijn
allemaal aloude, overgeleverde figuren en
er zou een aparte, heel interessante studie te
maken zijn over den oorsprong van deze pop
pen, die trouwens hetzelfde voorkomen heb
ben als onze taai-taai-poppen. Zoo op het eer
ste gezicht zijn er Spaansche invloeden merk
baar. wat lang niet onmogelijk is. Maar nu
ter zake. Die houten vormen, plankjes met
uitgeholde speculaasvormen, heb ik daarna
nooit meer gezien. Tot ik, nu juist een jaar
geleden, toevallig een heele etalage vol ervan
zag in een winkel van huishoudelijke artike
len te Antwerpen. Dat interesseerde me! Ik
schafte me een plankje aan (de prijs is lut
tel». zette het een nacht goed in de sla-olie
en het was gereed voor het gebruik. Toen'nu
door een toeval een goed, oud-Antwerpsc'n
recept voor „spikkeloos" in m'n handen kwam,
heb ik me met uitstekende resultaten op de
bakkerij geworpen. Het recept volgt hieron
der. Nogmaals: de smaak verschilt eenigszins
van die van ons speculaas, maar dat kan
tenslotte niet anders dan een aangename af
wisseling zijn! De houten vormen zijn onge
twijfeld hier ook wel te krijgen, desnoods door
bemiddeling van uw banketbakker.
Wij maken een deeg van de volgende ingre
diënten: 1 pond meel, 350 gram boter. 350
gram bruine suiker, 2 theelepels kaneel, 2
theelepels nootmuscaat, 2 theelepels specu
laaspoeder (bij drogist of banketbakker ver
krijgbaar), 1/10 liter melk. Sucade en ge
snipperde amandelen worden naar smaak
toegevoegd.
Het deeg wordt plat uitgerold, tot een dikte
van 1/2—3 '4 c.M. De speculaasvorm wordt
met meel bestrooid, het deeg ongeveer in
stukken ter grootte van de figuur gesneden
en deze stukken stevig een voor een in het
figuurtje gedrukt waarna de deegrol er krach
tig overheen wordt gehaald. Doordat het hou
ten vormpje met meel is bestrooid, kan het
deeg daarna voorzichtig uit den vorm op een
bakblik wordeft gebracht. De eventueele uit
stekende randen snijden we weg en houden
de speculaasfiguur over. Een voor een wor
den zoo alle stukken deeg opgebruikt, totdat
alle figuurtjes op een behoorlijken afstand
van elkander op het bakblik liggen. Dit is te
voren met boter besmeerd.
Die groote afstand tusschen de figuren is
noodig, omdat het deeg nogal sterk uitzet en
anders alle speculaasmannetjes aan elkaar
zouden bakken!
Een matig warme oven doet dan de rest.
L. S.
Verminder Uw exploita
tiekosten van auto door
,,Opel" te rijden. Zuinig
in benzineverbruik, wei
nig wegenbelasting.
De Economische Wagen
Kantoor, Showroom en Magazijn Nassaustr. 5, Tel. 16663, 17148 en 11255
zijt gij in
17.50 22.50 29- 33-
44- EN HOOGER
HAARLEM