M
Steekt Uiikehma Antittatiet
Anthraciet
ZONDER TWIJFEL
I
I
IP
5r
ffl
s laM:
ENGELSCHE
f2.20 p. H.L.
„De Spaarnestad"
GAAT U
NAAR
C. J. van den Broek
Haarden
Haard-kachels
Kachels
Fornuizen
HEERLIJK IS DE
WINTERTIJD!
WOENSDAG 25 OCTOBER' 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
27
'WW
iMiggyw. :^14 MKajay-1
De koöksovenbatterijen der Staatsmijn „Emma".
sehreeuwd en we zien hoe ze de volle wagens
dn die- richting van de hoofdsteengang duwen,
anet de lamp voor aan den wagen hangend
We komen nu midden in de bedrijvigheid,
Ook de temperatuur is hier merkbaar hooger
dan in de hoofdsteengang. Onophoudelijk
komen ons eenige wagens met kool voorbij
en als we een luohtdeur passeeren hooren we
het geratel van de koolhamers en het
schurend geluid van de schudgoot. De grond-
galerij blijkt ten deels in de koollaag te zijn
uitgebouwd. Deze laatste os 1 M. dik, heeft een
helling van 15 gr. en is boven en onder door
leisteen begrensd. De „vloer" (bodem) van
de grondgalerij is in die steen uitgeschoten,
zoodat de bovenkant van de koollaag ook
het dak van de grondgalerij vormt. De kool
wordt afgebouwd in ..pijlers", dat zijn strooken
evenwijdig aan de algemeene richting (in
horizontale zin) van de koollaag en begrensd
door een grondgalerij beneden en een lucht
galerij boven. We klimmen nu in de pijler en
kruipen met moeite door de 1 M. hooge ruimte
welke links door het koolfront en rechts door
het ondersteuningshout met de daaraan gren
zende schudgoot wordt gevormd. Hier zien
we de mijnwerkers in een luchtig zwart
shirtje aan het werk. Het lijkt ons onmoge
lijk dat iemand 7 uur lang in deze lage ruim
te kan arbeiden.
Mat koolhamers (een soort beitelhamers)
door perslucht gedreven), wordt de kool los
gewerkt; soms ook moet vooraf in de kool
laag met een ondersnijmachine een gleuf wor
den gesneden van ongeveer 5 c.M.,waarop dan
het dak met zij ai druk de kool breekt. Daarna
wordt de kool in de schudgoot gewerkt. Deze
goot beweegt zich met juist aangepaste ruk
ken en zorgt ervoor, dat de kool naar beneden
„stroomt" en met een vrij gelijkmatige snel
heid in de wagens in de grondgalerij valt.
We kruipen verder en krijgen het nu zoo
warm, dat we, evenals de zwoegende arbei
ders, graag een deel onzer kleeren zouden
uittrekken. Enkelen van hen brommen ons
een „Glüdkauf" toe, wat door ons met .bon
jour" wordt beantwoord.
Steeds hooger gaat het langs het kolenfront
er schijnt geen eind aan te komen. Dan
hooren we bij het lawaai van koolhamers en
schudgoot een scherp plofgeluid als van een
motorboot over het water. We zien even later
het puffende monster voor ons: de schudgoot
motor, die de goot haar rukbeweging geeft
door middel van de eigenlijke persluchtmo
tor en 'n tegencylinder met zuiger. Nog tien
meter verder komen we in de luchtgalerij,
waar we gelukkig weer kunnen loopen. Ds
pijler is maar 70 M. lang geweest, maar het
scheen honderden meters. We gaan de galerij
nog een eindje in, om uit het lawaai van het
kolenfront te komen en om de koollaag nog
eens aan den zijkant te inspscteeren. Onze
gids laat ons thans wat uitblazen en belooft
ons straks een koele dronk, als we weer boven
zijn. Dat lijkt ons wel heel ver af en plotse
ling beseffen we, dat we meer dan 500 M. on
der den grond zitten. Hier in de luchtgalerij,
is slechts enkel spoor; dit dient om de wagens
met hout en steenèn uit de luchtsteengang
bij de schudgoot te kunnen brengen. Het
hout wordt voor ondersteuning aan het kool
front gebruikt tijdens de „afbouw" van de
kool („kolen")de steenen dienen ter opvul
ling van de ontkoolde ruimte en worden na
eiken kooldienst door een volgende ploeg ge
stort, nadat eerst natuurlijk de schudgoot
weer naar het nieuwe koolfront is verplaatst.
Terwijl we daar in de luchtgalerij zitten,
vertelt onze geleider verder: Tot nu toe zijn
we met den luchtstroom van de schacht rnee-
geloopen. De lucht, die langs het koolfront
strijkt, bezwangerd met stofkool en gassen,
verlaat langs deze luchtgalerij en de lucht
steengang door de „uittrekkende" schacht de
mijn. We zijn door de „intrekkende" schacht
naar beneden gekomen. Ds meeste koollagen
zijn dik genoeg, om op de wijze, zooals wij 't
zagen, ontgonnen te worden. Er komen na
tuurlijk vele dunne koollaagjes van enkele
centimeters voor, die (echter niet rendabel
zijn.
Elke man aan het koolfront produceerde in
1932 per 8 uur gemiddeld 4 ton kolen, een
record voor Limburg, dat op naam van de
Emma staat. Op eiken arbeider, boven- en
ondergrondsch, produceerde de Emma (even
eens een record) 1.60 ton kolen per 8 uur
dienst. Het algemeen gemiddelde voor
Limburg was 1.45 ton in dat jaar.
Het groote aantal arbeiders voor het maken
van steengangen, sleepen van wagens, voor
het onderhoud en transport, van en in
luchtwegen, bedienen van machines etc.,
drukt deze prestatie natuurlijk enorm.
„Is het nu gevaarlijk werk?" wil iemand
weten.
„Veel minder dan op een drukken ver
keersweg, bijv. Leiden—Haarlem, maar bei
de. vraag en antwoord, zijn in dezen vorm
te algemeen. Natuurlijk is het werk. vooral
in de steengangen, vrij ongezond, daar
soms bij het boren van de schietgaten zeer
veel steenstof gevormd wordt; vooral kwarts-
stof is zeer nadeelig voor de longen. Stof
kool is betrekkelijk onschadelijk. De meeste
ziektegevallen ontstaan echter door slecht
verzorgde wonden, speciaal aan de gewrich
ten, en verder oogontstekingen. (Maar de
veiligheidsvoorschriften en de inrichting
zijn de beste ter wereld. Nederland, nau
welijks 25 jaar koolproduceerend land van
eenige beteekenis, heeft sedert 1928 ieder
jaar het record van het kleinste aantal
doodelijke ongevallen. Wil dat niet iets zeg
gen ten opzichte van de honderdjarige
kolenmijnbcuw in Engeland en de oude
mijnbouw in Pruisen en Frankrijk? Hier vol
gen de cijfers voor 1931 en 1932 en de
periode 19261930:
Eén doodelijk ongeval op aantal
mijnarbeiders (onder- en bovengrondsch) in:
u
'O
S
g
■a
c/3
J?
§p
ai
S,
t>
1931
1428
488
1010
1266
1020
403
1932
1631
550
1031
1409
943
1926—1930
1031
433
840
1000
1031
314
In 1932
waren
er op
d:e Limburgsche
mij-
nen 25 dooden te betreuren op een totaal
van een kleine 40000 arbeiders.
Terwij: we naar de koollaag zitten te kijken
en de scherpe afscheiding met de leisteen
daaronder zien, komt de vraag vanzelf naar
voren, waarom de koollaag maar 1 M. dik is,
of er niet dikkere zijn en hoe de kool er
eigenlijk is gekomen. Dan gaat onze opzich
ter er eens gemakkelijk bij zitten, zet zijn
lamp stevig in het gruis op den grond en
waarschuwt ons, dat het verhaal lang kaar
worden. Maar allen willen we graag hooren,
wat hij daarover te vertellen heeft, en dus
maken we het ons ook gemakkelijk. Hij be
gint.
We zitten hier op heel ouden historischen
grond, waar de geschiedenis van deze kool
zich ongeveer 130 miliioen jaar geleren heeft
afgespeeld. Indien er sedertdien eenmaal
per jaar een briefje was geschreven, dan
stak de gevormde stapel thans nog een stuk
boven den Mont Bla-nc (4860 M.) uit. We
kijken wat ongeloovig. Ja, dat beweren geo
logen wel meer. Maar waar zijn de bewij
zen? Nu, als we 130 miliioen jaar zeggen,
komt het op een paar miliioen niet aan,
maar toch is het zeer waarschijnlijk meer
dan 90 miliioen en minder dan 200 miliioen.
Er zijn radioaktieve stoffen in de gesteen
ten, die onafhankelijk van temperatuur,
druk en de aanwezigheid van andere stof
fen, steeds volgens eenzelfde wet uiteen
vallen. Door nu te meten hoeveel van de
uiteenvallingsprcdukten (o.a. Helium) ont
staan, komen we tot een schatting van den
ouderdom van die gesteenten
In dien langen tijd. die we ons niet kun
nen voorstellen, is deze plaats, ons heele
land en heel West-Europa, herhaaldelijk
boven en onder zeeniveau geweest. De
zandsteenen en leisteenen zijn als zanden
en klei in water afgezet; zoo ook de mergels
en de kalken. Of nu het land rijst of de zee
spiegel daalt, of beide geschiedt-, is in een
periode van rijzen van het land ten opzichte
van het water, nooit met zekerheid uit te
maken. Dergelijke langdurige rijzingen of
dalingen bedragen niet meer dan eenige
centimeters per 100 jaar. Komt het land
boven zeeniveau, dan zullen regenwater en
de rivieren de gesteenten en hun verwerings
producten weer aanvreten en het relief van
het land weer tot een vlakte even boven zee,
trachten te maken. Gedurende zulk een
periode worde er dus in 't algemeen meer af
gevoerd dan afgezet. De afzettingen zijn dus
grootendeels waterafzettingen; zand, klei.
kalk, of mengsels van deze. In elke afzet
tingsperiode hebben, ook nog vóór de kool
werd gevormd, verschillende waterdieren
geleefd, waarvan sommigen de aangename
eigenschap hebben gehad, slechts geduren
de een betrekkelijk korten tijd, bijv. tijdens
de afzetting van een kleilaag van enkele
decimeters dikte, te hebben geleefd. De resten
van zulke dieren leveren nu prachtige gids-
fossielen. Vinden we zoo'n schelp of skelet,
dan weten we dus precies in welke laag we
zitten. Door nu op verschillende plaatsen op
aarde de opeenvolging van de lagen aan de
hand van de gidsfossielen na te gaan, kun
nen we de hiaten die door „landperiodes" op
een plaats ontstonden, aanvullen en zoo een
volledig profiel van lagen reconstrueeren.
Deze zijn naar hun ouderdom verdeeld in:
primair, secundair, tertiair en kwartair, vier
groote groepen (tijdperken) waarvan de
laatste de jongste is. Gewoonlijk liggen de
jongere lagen op de oudere: dit is een zeer
belangrijke algemeene regel. In de oudste
primaire lagen, een 200 miliioen jaar geleden
afgezet, zijn de eerste dierresten bekend ge
worden in Europa. Daarvóór kennen we dus
slechts gesteenten zonder fossielen.
De onderverdeeling, die voor ons van be
lang is, volgt hier: (jonger of ouder)
SECUNDAIR
Krijt
Jura
Trias
Alluvium
Diluvium
PRIMAIR
Perm
Boven-Carboon
Onder-Carboon
Devoon
Oud-Primair
TERTIAIR
Flioeeen
Mioceen
Oligoceen
Eoceen
O ud-Terta ia-
Tot het Boven-Carboon behooren nu ook
o-nze koollagen; ja bijna alle belangrijke
steenkoollagen op de wereld, die immers den
naam van hun hoofdbestanddeel koolstof
(carboon) aan die afzettingsperiode gaven.
De totale dikte can de Boven-'Carboonlagen
is ongeveer 3000 M., waarvan ongeveer één
procent koollagen zijn. Gedurende dien tijd
moeten er dus over groote gebieden omstan
digheden geheerscbt hebben, die het moge
lijk maakten, dat er geweldige oerbosschen
ontstonden, in moerassige of bijzeesche
streken (denk bijv. aan de mangrovebos-
schen langs Java's Noordkust), die bij de
voortdurende langzame daling van het land
door andere bosschen werden overgroeid,
zoodat er dikke humus en veenlagen ont
stonden. Deze wisselden weer af met zand
en kleiafzettingen. De plantengroei had
sedert het Devoon over de geheele wereld
een ongekende ontplooiing gekregen. De
flora is zoo rijk en zoo absoluut verschillend
van de tegenwoordige, dat we verscheidene
planten nauwelijks weten in te deelen. Riet
soorten, als boomen van 30 M. hoog (Cala-
mites)eigenaardige zegelboonaen
(Slgillaria en Lepidodendron) en een over
weldigende hoeveelheid moerasplanten heb
ben er toe behoord (zie afbeelding). Nadat
de veenlagen door zand- of kleibedekking
voor verdere verrotting zijn bewaard, begint
het inkolingsprooes: het water en de gas
vormige bestanddeelen worden afgescheiden
door den toenemenden druk vande er op
liggende afzettingen en door de toenemende
temperatuur, omdat de aarde de invloed
van haar eigen hooge temperatuur doet
gelden. We weten immers, dat gemiddeld
per 1C0 M. diepte de temperatuur met 3 gr.
C. stijgt, dus hier in dez-e luchtgalerij is de
temperatuur van het gesteente al meer dan
15 ga'. C. hooger dan boven aan de schacht
(om andere redenen is het nog meer!) Zoo
komt het, dat het ontgassings- en inkolings-
proces bij de diepst gelegen koollagen ge
woonlijk het sterkst is geweest. Uit het veen
is waarschijnlijk steeds eerst bruinkool ont
staan en deze ds dan verder ;tot gasvlam
kool, gaskool, vetkool, magerkool en
eventueel aaithraciet omgezet.
3 o
(MUI
W LO L t-OO;
■c
a
I I
lofflinininifl'i'r
JO^StftUlZ O 5
O o
J01SI002I O
NÖJNLO
O V
O O
«S
6D :3
13
Van bruinkool naar anthraciet zien we dus
een geleidelijke toeneming van het koolstof
gehalte en het soort.gewicht. naast een af
neming van zuurstof en waterstof en het
percentage vluchtige bestanddeelen.
Anthraciet komt op onze oostelijke mijnen
voor-in kleine hoeveelheden. Gas- en vet- en
magerkolen worden het meest ontgonnen.
Van Kerkrade naar Sittard liggen de
kolen steeds dieper en worden tevens gas
rijker. Die bij Kerkrade (Domaniale Mijn en
Wilheimina) zijn dus het meest- ingekoold.
We- begrijpen, dat met dit inkolingsproces
een reusachtige volumevermindering gepaard
ging, zeker 5 a 6 op 1.
(Zie voor vervolg pag. 28.)
Schema van een kolenmijn.
NEEMT EEN PROEF
EN ZIJ SLAAGT; WIJ
HEBBEN ERVARING
alleen of gemengd gestookt met anthraciet geeft een
aanmerkelijke besparing op Uw brandstollenrekening.
De prijzen bedragen thans nog als volgt:
Geklopte cokes f 0.S5 p. H L. afgehaald; f 0.75 p. H L. franco bergplaat»
Parrlcokei f0 70 f 0.80
De cokes is verkrijgbaar bij de Brandstoffenhandelaren
en bij het Gemeente-Gasbedrijf.
DE DIRECTIE VAN HET GEM.-GASBEDRIJF, HAARLEM
Hei schitteee*tde product dec Hed. Staaiuniinen
Afm. 15|20180 per H.L.
30|S02.40
20|302.50
Voor Haarlem en omstreken per wagon en per H.L. bij
HM. Hoekdetdos' Bt&kdsteffettk&MieA
KINDERHUISSINGEL 2, bij de viaduct - Tel. 11979 (2 lijnen)
«f. :v a.--
V
„AYRSHIRE"
PROFITEERT thans
VAN DEN PONDENKOERS
Wij hebben den alleen-verkoop voor Haar
lem en Omstreken van deze
PRIMA ENGELSCHE ANTHRACIET
Onbetwist de beste brandstof, met het
grootste warmtevermogen en slechts 2.3
asch, tegen VEEL LAGEREN PRIJS dan de
goedkoopste Holl. of Belg. Anthraciet.
AFM. 18/32 en 32/55
(FRANCO BERGPLAATS
Afm, 12/23 (vier) 1.60
DE LIGPLAATS VAN ONZE DEK
SCHUITEN IS THANS FRIESCHE
VARKENSMARKT OVER ONZE
NIEUWE OPSLAGTERREINEN BIJ
DE SPOORBRUG. Ai,.h..id door
particulieren f 0.15 per H.L. lager. Handelaren
de gebruikelijke reductie.
VRAAGT ONZE PRIJSCOURANT! OOK IN
BELGISCHE, HOLLANDSCHE, WALES
enz. hebben wij PRIMA KWALITEITEN!
BRANDSTOFFEN HANDEL
FRIESCHE VARKENSMARKT 6-10
Telefoon 14164 (b. g. g. 22573)
zijn koudere dagen aanstaande,
wanneer U niet langer buiten
verwarming kunt en dus
naar onze toonzaal waar uit
gebreide keuze is in Haarden,
Haardkachels. Kachels, Gas-
en Electr. Haarden en Gas-
radiatoren. Dus
Het Oudste Huis in Ijzerwaren
OUDE GROENMARKT 2—4
Opgericht vóór 1800
Solide zaak biedt tegen gewone
prijzen en gemakkelijke betaling
vanaf 1.- per week aan. Br. nr.
8255 Bureau van dit Blad.
In voorraad: goede
Vulkachels vanaf f 8.75
Vulhaarden vanaf f 60.
Vakkundige, spoedige
en billijke levering.
9^* Betaling in overleg met
den kooper.
DE GROOTSTE KEUZE
in Haarlem en verren Omtrek
ff££H\C yZZQHAHDO.
w r£CMMBlM}£AiJ
SZDtflTMJZ.'iBLXZ/ia A OBf f
99G8CGTEMQLfnTiï. ftMRUH
SHT Mag. geop. van 8 tot 's av. 6
Zaterdags tot 's av. 9 uur
VRI1E BEZICHTIGING