Richard Tauber in ons land. Paddestoelententoonstelling in de hoofdstad. VOOR EER EN GEWETEN DE TRADITIONEELS HARDLOOPWEDSTRIJD om de Place du Tere*e in het oude Montmartre te Parijs, waaraan rele bepalingen en behendig- heicUproeren verbonden waren, werd dit jaar gewonnen door Lonia Dumaa* TB ROTTBRDAM zijn Maandag de nieuwe hal, de in- en uitgangen van het nieuwe Beursstation door den inspecteur dar Spoorwegen, de heer Haitsma Mulier, officieel voor het publiek opengesteld. Tijdens de openstelling. NA HET OVERLIJDEN VAN PAIN- LEVÉ- Dalimier, minister van oorlog en Bouisson, president der Fransche Kamer verlaten het sterfhuis te Parijs. SCHEVENINGSCHE NETTENBOETSTERS keeren na haar werkzaamheden vroolijk huiswaarts. RiCH'ARD TAtlBBR arriveerd« Zondagavond te Amsterdam. De ganger is hat gezelschap van de „Singing Babies". PROF. DR. A. A. VERDENIUS, benoemd tot gewoon hoogTeeraar in de Nederlandsche Taal en Letterkunde aan de IN HET NATUUR HISTORISCH MUSEUM „DE PINKSTERBLOM" TE AMSTBRDAM wordt tot 5 No- Universiteit te Amsterdam, heeft Maandag zijn ambt aanvaard met het uitspreken van de inaugurcele rede in de aula vembcr a.s. een paddestoelententoonstclling gehouden, waarop vele interessante exemplaren te bewonderen dier Universiteit. xijn. FEUILLETON door CHARLES ALDEN SELTZER. 17) Hij had besloten om ieLs te weten te ko men van het geheim dat haar en haar broer omgaf en daarom kwam hij vlug van zijn pony en nam plaats in een stoel, die zij voor hem uit het huis haalde, Toen haar broer de veranda bereikte, zat Hollis op zijn gemak in de stoel en beantwoordde verscheidene schuchtere vragen betreffende zijn indruk ken van de streek en zijn nieuwe verant woordelijkheid. Zij was blij. dat de streek hem beviel, zei ze. Het was heerlijk. In de vijf jai*en, dat zij hier geweest was. had zij er veel van geno ten natuurlijk, de moeilijkheden buiten beschouwing gelaten, die zij met Dunlavey gehad hadden. Over hun moeilijkheden met Dunlavey zou hij later veel meer hooren, zei hij tegen zich zelf. Op het oogenblik stelde hij er meer be lang in om iets omtrent haar en haar broe der te weten te komen, ofschoon hij niet in dringerig wenschte te zijn. Daarom was zijn stem beleefd oppervlakkig. „Je bent dus geen Westersche?" zei hij. Zij lachte spijtig. „Neen", antwoordde zij, „wij Ed en ik groeiden op in Illinois bij Springfield. Wij kwamen hier vijf jaar ge leden nadat nadat moeder stierf. Haar stem stokte. „Soms lijkt het hier vreeselijk eenzaam," vervolgde zy, „als ik denk aan aan ons vroeger tehuis. Maar zij glim lachte moedig door de tranen heen. die plot seling in haar oogen opwelden „nadat Ed gewond werd, heb ik niet veel tijd om aan mij zelf te denken. Arme jongen." Hollis zweeg. Hij had nooit een zuster ge had, maar hij kon zich voorstellen, wat zij moest voelen over het ongeluk, dat haar broeder getroffen had. Het moest een op offering voor haar zijn om in deze streek te blijven, om voor haar broer te zorgen, die bij tijden een groote last voor haar moest zijn, om te strijden tegen de eenzaamheid, de ontberingen, om met geduld de vele onge makken te verdragen, die onvermijdelijk waren in een nieuw, ongecultiveerd land. Hij voelde een nieuwe bewondering en diep medelijden voor haar. „Ik geloof, dat je een heel dappere jonge vrouw moet zijn", zei hij ernstig. „O!" antwoordde zij met een plotseling opkomend, stralend lachje. „Het is niet moeilijk om dapper te zijn. Maar soms vind ik het moeilijk om geduldig te zijn." „Geduld is een van de grootste deugden," verklaarde Hollis, „maar het vereischt een zeldzaam soort moed om in dit land te blij ven, gebukt onder het verdriet Haar vingers lagen plotseling waarschu wend op haar lippen en hij zag Ed Hazelton ae veranda naderen. „Ik zou het hem voor geen geld ter wereld willen laten weten," zei ze snel. „Het is geen verdriet om te zorgen voor iemand, die je lief hebt." Hollis lachte stuursch bij het verwijt in haar stem en stond op om haar broer te be groeten. De laatste scheen geheel hersteld te zijn van den aanval dien hij gehad had in De vils Hollow en praatte openhartig en ver standig over plaatselijke aangelegenheden. Hollis vond. dat hij over het algemeen een goed onderlegd jongmensen was kalm. in getogen en blijkbaar wel in staat om zich. ondanks zijn ziekte, goed te gedragen. Hij was bitter gestemd jegens Dunlavey en dankte Hollis met warmte, omdat hij zijn zuster verdedigd had. Tegen zonsondergang vertrok Hollis, na dat hij aan de Hazeltons gezegd had, dat hij, als hun buurman, niet zou verzuimen om hen nu en dan op te zoeken. Toen hij weg reed in de schemering, stond Nellie Hazel ton op de veranda hem na te wuiven. Terwijl hij zijn weg vervolgde door de snel toenemende duisternis, voelde hij een onbe schrijfelijke voldoening over het feit, dat hij besloten had om in Union County te blijven; dat voortaan zijn lot verbonden zou zijn aan dat van een dappere jonge vrouw, die ook haar zorgen had te dragen en die ge dwongen was te strijden tegen hun gemeen- schappelijken vijand Dunlavey. Wonderlijk genoeg had hij de paar laatste dagen be slist een verandering gemerkt in zijn hou ding ten opzichte van het leven. Zijn vroe gere cnrzucht was niet langer oppermachtig in zijn geest zij was verdrongen uit zijn bestaan. HOOFDSTUK VIH. De trein van zes uur. Vrijdagavond, daags voor den Zaterdag, waarop de Kicker voor de vijfde maal zou verschijnen, reed Potter niet naar de Circle Bar. Er moest nog wat copie gezet worden en Potter had zijn voornemen te kennen ge geven om het werk af te maken en den nacht in de stad over te blijven. Hollis had het goedgevonden en was alleen op weg gegaan naar de Circle Bar. Toen hij den volgenden morgen te Dry Bottom kwam, vond hij een troepje menschen voor het bureau van de Kicker. In den nacht had iemand een papier op de voordeur geplakt en toen Hollis van zijn pony steeg, waren er misschien een do zijn nieuwsgierige burgers samengeschoold voor de deur en stonden het briefje te lezen. Er waren verscheidene kooplieden uit de stad en eenige cowboys nieuw aangekomenen en dde welken den nacht overgebleven waren om te dobbelen en deel te nemen aan de ge wone nachtelijke festiviteiten. Er waren ook de gewone leegloopers, een element dat nooit ontbreekt. Maar allen gingen opzij voor Hollis en lieten hem ongehinderd naar de deur gaan. ofschoon hij -in het voorbijgaan veelbeteekenende grijnslachjes op verschei dene gezichten zag. Het briefje was geschreven met een goed leesbare hand. „Mr. Hollis": stond er. de titel onder streept „De expres vertrekt uit deze stad vanmiddag om zes uur naar het Oosten, Het zou goed zijn, als je meeging." geteekend „Y. Z." Hollis las het briefje, keerde zich toen om en keek kalm de wachtende, nieuwsgierige toeschouwers aan. Hij glimlachte norsch, toen hij verscheidene gezichten zag. die hoe wel zij duidelijk vermaak te kennen gaven, toch getuigden van kalme sympathie. Hij voelde, dat deze hem succes toewenschten, ofschoon zij betwijfelden, dat hij met goed gevolg zijn vijanden kon bestrijden. Andere gezichten hadden bepaald een vijandige uit drukking. Hij keek beide een oogenblik aan, keerde zich toen weer naar het briefje, haal de een potlood te voorschijn en schreef er brutaal de wapenkreet op, die hij tot de zijne had gemaakt: „Wij verkondigen de Komst der Wet! De Sicker blijft hier!" En daaronder schreef hij sarcastisch: Houd de expres voor mij niet op!" geteekend „Kent Hollis". Terwijl hij het aan de toeschouwers over liet om hem na te kijken, duwde Hollis de deur van het bureau open en ging naar bin nen. Hij vond Potter over de tafel gebogen staan, druk bezig met een der vormen. Drie andere vormen, gesloten en klaar voor de pers, stonden in een hoek. Potter keek op en glimlachte toen zijn chef binnentrad. „Het briefje op de deur gezien?" vroeg hij. ..Zeker iets van Dunlavey." antwoordde Hollis. „Och. ja. Ik vermoed dat Dunlavey er achter zit. Maar Yuma plakte het ding er op." Hij glimlachte een weinig toen Hollis tegen hem grinnikte. „Zij hebben gisteravond erg hun best gedaan om mij dronken te ma ken. Natuurlijk was hun doel om mij zoo dronken te maken, dat ik niet in staat zou zijn om de courant klaar te maken vandaag. Ik zal je maar niet vertellen, hoe hard ik met mij zelf heb moeten vechten om de verlei ding mi te drinken weerstand te bieden. Maar je kunt zelf zien. dat ik er in geslaagd ben. De Kicker zal binnen een uur klaar zijn voor de pers." Hij voelde Hollis' hand goedkeurend op zijn schouder kloppen en hij vervolgde een weinig schor. „Ik nam gisteravond in het Model een borrel, nadat ik hier klaar was. Toen kwam ik terug en ging slapen. Ik slaap licht en een poosje na middernacht hoorde ik een geluid aan de deur; ik stond op en keek uit het raam. Ik zag Yuma het briefje aanplakken. Ik vermoed dat Dun lavey het geschreven heeft." Hij keek Hollis met een eigenaardige uitdrukking oj* zijn gezicht aan. „Je neemt zeker de expres?" vroeg hij. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 7