7 HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. Over records in het Vliegwezen fi 1 UIT DE WERELD VAN DE FILM. ZATERDAG 4 NOVEMBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 14 Hoe het eens was. Hoe het geworden is. De MélKbrug. in 1764. en omstandigheden een treffende overeen komst vertoonen met aard en leven van Dr. Strong, den auteur tot de schepping van laatst genoemde figuur heeft geïnspireerd. Het genot van een bezoek aan Canterbury werd voor mij niet weinig verhoogd door het feit, dat ik mij verlustigen kon in den aan blik van zoo vele gebouwen, die in verband staan tot den grooten Engelschen schrijver. Met welk een genoegen heb ik Agnes' huis, de school van Dr. Strong, de reeds hierboven ge noemde King's School, de oudste van het Brit- sche Rijk, Micawbers Inn en het huisje van Uriah Heep, zijn „Umble Ome", zooals hij het noemde, aanschouwd. Hoe levendig riep dit alles de herinnering op aan de genotvolle uren, doorgebracht met den auteur, die mij in mijn jeugd welhaast het dierbaarst was van allen! In later jaren, toen niijn eritisch ver mogen wat meer ontwikkeld werd, was mijn bewondering niet meer zoo onverdeeld. Ik zag, dat deze schrijver wel eens wat sentimenteel was, speculeerend op de veel voorkomende menschelijke eigenaardigheid bij het lezen zoo gaarne in een zacht-droeve stemming te werden gebracht. Doch met dat al, wat een voortreffelijk verteller, hoe levend zijn zijn personen en met welk een wijzen glimlach kan hij onze dwaasheden gadeslaan. Als ik iemand als b.v. Mr. Micawber persoonlijk ken de en hem in de verte zag aankomen, zou ik waarschijnlijk trachten nog gauw een zijstraat in te slaan om aan zijn hoogdravend gesnap te ontkomen, terwijl ik naar zijn praten in Dickens' roman geboeid luister. De levende mensch zou mij vervelen, de ridderlijke dwaas, gezien door het oog van den humorist, trekt mij aan. Welk een voorrecht de men- schen te kunnen zien zooals deze auteur het deed! Bij het oudere geslacht ziet men nog vaak de bekende groene deelen in de boekenkast, het jongere leest Dickens haast niet meer. Of het daarom gelukkiger te prijzen is? J. FRANSE. Het nat hiervan voor handelsvliegtuigen, Wij kunnen waarlijk niet zeggen dat de aviatiek in den laatsten tijd niets van zich heeft doen hooren. De vele vindingen en toepassingen op de motor- en vliegtuigcon- structie zijn den ingewijden maar al te goed bekend en deze weten den hiermede gepaard maanden vooruitgang ook op de juiste wijze te apprecieeren: Doch ook-voor het groote publiek dat belang stelt in de aviatiek (en wie zou dat tegenwoordig niet doen!) be staan nog vele interessante onderwerpen welke de belangstelling nog voldoende zou den kunnen boeien. Deze belangstelling nu uit ach op ve lerlei manieren. Er zijn er die zich tot den motor-en vliegtuigbouw aangetrokken ge voelen en de aviatiek dus meer aan den tech- nischen kant wenschten te bekijken. Voor hen valt er een hoop te leeren, want onte genzeggelijk is deizs zijde zeer de moeite waard van meer nabij bekeken te worden. Een andere groep voelt weer meer voor de praetische beoefening van het vliegen. Voor •deze categorie staan meer wegen open om het ideaal tot verwezenlijking te brengen. De. (beoefening van de vliegsport in ons land ■wint meer en meer veld, en al zullen mis schien de vrij hooge kosten velen er nu nog van terughouden zich aan deze sport te wii- den. toch staat het m.i. vast dat binnen niet al te langen tijd de vliegtuigindustrie in staat zal zijn de prijzen van de z.g. „Sportvliegtui- gen". een zoodanig niveau te laten bereiken, dat de aanschaffing hiervan voor velen geen beletsel meer behoeft te zijn. In het buitenland valt reeds een strooming in deze richting waar te nemen. Reeds be staan vliegtuigen, die werkelijk niet meer kosten dan de meest gangbare merken onder de automobielen. En Indien de verze keringmaatschappijen zich nog willen aan passen aan de bestaansmogelijkheid en het bestaansrecht van het nieuwe vervoer middel, .dan lijclt het geen twijfel of de vliegsport igaat ook in ons land een grooten bloei tege moet. Tenslotte treft men neg een categorie aan van personen voor wie het vliegtuig slechts als vervoermiddel van belang is. Doch ook voor deze groep, die zich aangetrokken voelt tot de aviatiek, zal het tenslotte eene be hoefte worden iets meer van het vliegtuig en den motor te leeren kennen, zoodat zij niet meer geheel vreemdeling blijven ln de mo tor- en vliegtuigtechniek. Voor al deze groepen nu zouden voldoen de Interessante onderwerpen aanwezig zijn, waaraan zij hun volle aandacht kunnen wij den. En uit dien b.oofde alleen al is het nut tig om de ontwikkeling van de aviatiek in 'haar voornaamste geledingen na te gaan, waardoor vele begrippen welke ons tot nu toe nog vreemd leken, tenslotte gemeengoed voor ons worden. En keeren wij dan terug tot de in den aanhef bedoelde resultateln ln de aviatiek bereikt, dan valt het on hoe in betrekkelijk korten tijd wereldrecords werden gevestigd en weder verbeterd. Onder de vele bestaande records in de aviatiek, kunnen a7s de be langrijkste wel worden aangemerkt: het hoogterecord, het snelheidsrecord en het af standsrecord in rechte liin. En al zouden wij nog een paar belangrijke records kunnen onnoemen toch stelt ieder land er bijzonder prijs op een of meer van de drie genoemde records te bezitten. In het begin van dit jaar kon Engeland er prat on gaan de begeerde records alle in be zit te hebben. Om te beginnen slaagden de vliegers Gaylord en Nicholetts er Ln om in Februari met hun Fairey „Mvstery" vliegtuig den afstand Cranwell—Walviscbbaai (8.592 K.M.) af te leggen in 57 uur, 28 min. waar mede het. toenmalig bestaande record van de Amerikanen Boardman en Po^ndo van 8 f65 K.M.. werd ge slaven. Ver va1 gen s w°rd door Cyrill Urvlns op 16 September 1932 het hoogterecord eebroken toen hij op dien da tum op een Vickers „Vespa" vliegtuig met Bristol Pegasus" motor, een hoogte wist te bereiken van 13412 M. En tenslotte stond het snelheidsrecord over een baan van 100 K M. op naam van den luit. Boothman, die in September 1931 den Schneider-Cup wist te winnen met een snelheid van pl.m. 548 M. per uur. Kort na deze wedstrijden wist luit. StainforCh op-een Vickens-Supermarine 6 B watervliegtuig over een baan van 3 K.M. de geweldige snelheid te bereiken van 655 K.M. per uur. Engeland kon terecht trotsch zijn op deze prestatie en men kon in alle toonaarden den lof hooren zingen van het hooge gehalte zoo wel van de bestuurders als van het gebruikte vliegtuigmateriaal. Allen leefden in eene stemming van „Himmelhoch Jauobzen". Doch ook het „Zum Tode betrübt" kwam sneller dan men in Engeland wel verwacht had. Vooreerst toch slaagde de Italiaansche adjudant-vlieger Agello er in om met een Macchi-Castoldi 72 vliegtuigen, voorzien van twee in tandem gemonteerde Fiat A. S. mo toren, over een basis van 3 K.M. een snel heid te bereiken van pl.m. 682 K.M. per uur. Daarna legden de Fransehe vliegers Rossi en Codos op 5 Augustus met een Bleriot 110. de z.g. „Joseph Se Brix", den afstand New- YorkRayak (9.460 K.M. af, waarmede het record van de Engelschen met pl.m. 900 K.M. werd geslagen. De bekende Fransehe vlieger Semoine ont nam Engeland het hoogterecord door op 28 September met zijn Henry Potez 50, voorzien van een Gnöme et Rhone motor van 700 PJK. een hoogte te bereiken van 13.661 M. En ten slotte verloor Engeland ook nog haar record- snelheid over 100 K.M., daar de Italiaan Macchi-Cast-aldo vliegtuig met Fiat „A. S. 6" motor van 2400 P.K. een gemiddelde snelheid wist te bereiken van meer dan 629 K.M. uer uur. Het. woord en de daad is nu weer aan En geland! Ook op het gebied van meegevoerde zware lasten over groote afstanden werden de be staande records aanzienlijk geslagen. Het was de welbekende Fransehe vlieger Marcel Doret. die op 7 September op een Dewoitïne D-232, genaamd „Emerande", en voorzien van 3 Hispano-Suiza motoren van 575 P.K., elk, kans zag om vier records te verbeteren, en wel: lo. De 1000 K.M. met 2000 K.G. belasting werd afgelegd met een gemiddelde snelheid van 259 K.M. per uür (vorige record stond op naam van Dubourdien op een Saté 28, met een snelheid van ruim 224 K.M. per uur. 2o. De 2000 K.M. met 2000 K.G. belasting werd afgelegd met een gemiddelde snelheid van 255 K.M. per uur (vorige record stond op naam van Doret en Le Brix op een D-33 „Trait-d'Union", met een snelheid van ruim 151 K.M. 1 uur). 3o. De 2000 K.M. met 1000 K.G. belasting werd afgelegd met een gemiddelde snelheid van 255 K.M. per uur (vorige record stond op naam van Luit. t. zee Paris oo een Laté- 28 met een snelheid van pl. 228 K.M. per uur). 4o. De 2000 K.M. met 500 K.G. belasting werd afgelegd met een gemiddelde snelheid van 255 K.M. per uur (vorige record stond evensens op naam van Luit. t. zee Paris met pl.m. 228 K.M. per uur). Ook op ander gebied werd weer een re cord gebroken en wel door den beroemden Australischen vlieger Kingsford Smith, die den afstand EngelandAustralië wist af te leggen in 7 dagen, 4 uien en 47 min., waar mede Scott's record werd geslagen welk be droeg 8 dagen, 20 uren en 20 min. En om zoo te zeggen nog niet geheel uitgerust van de intense vermoeienissen van zijn prestatie- vlucht. klom de Engelsche vlieger Ulm in zijn vliegtuig en toog er op uit om te trachten het record op zijn naam te brengen. Er. zoo zouden wij kunnen doorgaan met het ver melden van allerlei soorten records, welke in de aviatiek in den laatste r.tijd werden ge- HET SPAARNE Wat was het vroeger mooi De schilderachtige huizen met trapgevels aan den kant wed ijverden in schoonheid met de mooie ophaal bruggen en de slanke zeilvaartuigen. Gelukkig weet men thans ook stijlvolle ijzeren bruggen te bouwen, maar de Melkbrug die misschien een kleine halve eeuw geleden gebouwd werd, munt uit door plompe leelijkheid. lllllll!llllllllll!lllllll!llllilllll!!l!llll!ll!llllll!!ll!IIIH gevestigd. Voor het oogenblik heeft het geen nut hier verder op in te gaan. Doch onwille keurig komt de vraag bij ons op. wat toch feitelijk het nut van al die records ïs. Voor sommigen speelt ongetwijfeld de ijde-lheid een groote rol en kunnen dit soort prestaties daarom buiten bespreking blijven. Doch on tegenzeggelijk kunnen de gemaakte records van grooten invloed zijn op den bouw van. vliegtuigen en motoren, welke bestemd zijn om in het dagelijksche leven een rol van min oif meer eoonomischen aard te vervul len. De leiders van de luchtvaartmaatschap pijen zijn het er toch over eens dat een van de hoofdvoorwaarden waaraan tegenwoor dig de handelsvliegtuigen moeten voldoen is: snelheid. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat aan comfort, bedrijfszekerheid en veiligheid voor de passagiers niet tevens groote aan dacht wordt gewijd. En heeft men nu ter bereiking van die snelheid niet reeds groote voordeelen kunnen trekken uit de resultaten behaald met snel heidsrecords? Onze postjager van Pander, die wellicht straks de post naar onze kolo niën zal vervoeren in een recordtijd van nog geen 4 dagen, is toch in hoofdzaak opge bouwd met gebruik making van de resultaten welke uit topprestaties voortvloeien. Een an der voorbeeld dat dienen kan om bovenge noemde bewering te staven, kunnen wij vin den in het Amerikaansche type Gee Bee-71 voorzien van een Pratt and Whitney „Hor net" motor van 900 P.K. Dit type behaalde in Amerika in 1931 en 1932 snelheidsrecords voor landvliegtuigen met snelheden welke de 400 K.M. ruim passeerden. Dit type nu werd, zonder meer omgewerkt tot een verkeers vliegtuig, waarbij een maximum snelheid weid bereikt van 365 K.M. per uur. Als groot bezwaar heeft vroeger gegolden dat een vlieg tuig met dergelijke snelheden bij de landing ook een te groote snelheid ontwikkelde. Men heeft deze bezwaren overwonnen door het aanbrengen van vlakken die men te juister tijd in werking kon stellen en waardoor de landingssnelheM sterk verminderd werd. Zoo werd de Gee Bee eveneens voorzien van z.g. „Zap''-vleugels en werd hierdoor een lan dingssnelheid bereikt van slechts 81 K.M. per uur. Met vol gas vliegende kan in 3 uren en 8 min. een afstand van 1130 K.M. worden af gelegd. Wij kunnen toch niet 'blind blijven voor dergelijke prestaties welke eerst bij records werden bereikt en thans dankbaar worden toegepast bij het normale luchtverkeer, dat hierdoor in de toekomst niet alleen op een meer economisohen grondslag kan geschie den. doch bovendien ook meer gebruikers tot zïoh zal trekkenï A. STEUP. Kapt. vlg. mie door Carl Brisson. Carl Brisson, toorneél- en film speler vertelt van zijn kennis making met Greta Garbo, toen hij een ster was en zij een van zijn beioonder aar ster s Toen bekend werd, dat Greta Garbo bij haar komst in Londen eenigen tijd geleden ook een bezoek gebracht had aan mij in het theater waar ik „Het vroolijke Weeuwtje" speelde, toen begon een.lastige tijd! Het werd een nachtmerrie voor me! Zelfs volslagen vreem den hebben me op straat aangehouden om me te vragen of ik Greta Garbo werkelijk ont moet had; hoe ze er uit zag; of ze heusch zoo geheimzinnig was als op het doek; of ze vroolijk was, of somber; oi ze trotsch was, of verlegen of ongenaakbaar. Om openhartig te zijn: Greta Garbo als filmster interesseert me bizonder weinig. De Greta, die ik ken, is heel anders, beschei den en eenvoudig. Die Greta kwam me opzoe ken en haalde babbelend met me in mijn kleedkamer, oude herinneringen op. Want ik heb Greta leeren kennen in Zweden, toen zij weinig meer was dan een kind, lang vóór zij haar eerste stappen op het filmpad gezet had. Ruim twaalf jaal- geleden leidde ik mijn eigen revues en cabaretvoorstellingen in Stock holm. In het kleine Mosebacke Theater, op een heuvel gelegen, die de stad beheerscht, bracht ik Brisson's Blue Blondes, Zig-zag, en de Zweedsche versie van Come over Here. Toen ik dit laatste speelde merkte ik een klein meisje op, dat geregeld bij den uitgang stond na afloop der voorstelling en mij van tijd tot tijd viooltjes aanbood. Dat was Greta Gustafsson. Ze was toen 14 of 15 jaar, een kind nog. En toen verloor ik haar uit het oog. Ofschoon ik zelf in een aantal films ben opgetreden, die in Engeland en op het vaste land zijn gemaakt, ken ik Hollywood niet. Ik ben er nog nooit geweest, ik ga nooit naar een bioscoop en ik ken slechts weinig filmsterren. Ik sta eiken avond op de planken, praktisch het heele jaar door met minstens twee of drie middagvoorstellingen per week. En dan wensch ik mijn schaarsche vrije uren liever niet in de bioscoop door te brengen. Dat is de reden, dat ik de loopbaan van het meisje, dat mij bloemen gaf. niet gevolgd heb. Ik wist niet eens, dat zij haar naam had veranderd. In 1925 kreeg ik een aanbod van m:'.'n vriend Mauritz Stiller om mee te doen in een Gösta Berling film. Ik had Stiller dikwijls in Stock holm ontmoet en we waren vrienden gewor den. Als ik zijn aanbod had geaccepteerd, dan zou mijn leven een heel anderen loop geno men hebben. Ongelukkigerwijs stond ik onder contract met Jimmy White in het Daly's Theatre en hij weigerde me te laten gaan. Ik heb nergens zoo'n spijt van gehad! Gösta I Vl. V" '-v.TL Tegenwoordige toestand. Berling was de film, waar Greta haar debuut in maakte. Een der Metro-leiders zag op zijn bezoek aan Zweden die film en nooaïgde Stiller uit met hem mee te gaan naar Hollywood. Mauritz Stiller zag, dat Greta eens een groote actrice zou worden en hij weigerde zonder haar te vertrekken. Zoo gingen Stiller, Garbo en nog een Zweed sche Mona Martensen naar Hollywood. Greta is wereldberoemd geworden, Mona is onbe kend. Greta Garbo. Greta vertelde me, dat ze alles aan Stiller dankt. Alle hinderpalen en tegenwerking ten spijt, geloofde hij in haar. Hij schiep het krachtige wezen, dat men kent als Greta Garbo. En toen stierf hij. Het volgende jaar ging ik naar Zweden om voor een film te spelen en toen ontmoette ik Greta weer. Wij beiden traden op als „terug gekeerde verloren kinderen" tap een diner in Stockholm ter onzer eere gegeven. Een dag daarvóór woonde ik de première van een film bij en in de foyer kwam een eenvoudig meisje in een regenmantel gehuld, haar handen in de zakken op me toe en zei: „Kent U me nog?" Het was Greta Gustafsson, die me viooltjes had gegeven in het Mosebache Theater. Voor mij was ze Greta Gustafsson, en ze zal dat blijven. We hadden elkaar veel te vertel len, en we moesten zóóveel dingen en plaat sen in Stockholm gaarr bezoeken, dat we den volgenden dag een uur te laat aan het diner kwamen! ZWIJG, ALS GARBO SPREEKT! Opgedragen am alle bioscoop bezoekers, die het noodig vin den den tekst luidop te herhalen. 'k Kan van de mensehen veel verdragen. (Sta toe, dat 'k dat verklaar). "k Zal in de bioscoop niet klagen, Al doen ze nog zoo raar. Maar 'k heb het land aan dien (te) grooten tekstherhalerschaar". Dan zit je naar de film te kijken Heldin zegt schuchter: „ja En schoon op 't doek de letters prijken, Je buurvrouw zegt ze na. Alsof ik zelf niet lezen kan! Alsof ik 't niet versta De filmkomiek spreekt. .Lizzie, hoor je? De leukerd! Hij zegt dat!" Als koeien staan de letters voor je, Je buur herhaalt ze rad. Of 'k aan de stem van 't doek nog niet vol doende heb gehad! Betrof dat nou een enkel keertje, Dan was 't nog niet zoo kwaad. Maar d' ondervinding, nou, die leert je, Dat 't zoo tot 't slot toe gaat. Het duurt tot 't einde van de film. dat pape- gaaigepraat. Nou, buur, om eens oprecht te wezen: Geloof me nu maar gauw Ik vlei me goed te kunnen lezen. Och, dat je zwijgen wou! 'k Hoor Garbo's stem het liefst alleen, en niet herhaald door jou! A. J. C. VI. STUDIO-SNUFJES. Nederlandsclie Filmkunst. In de serie Monografieën over Filmkunst, is als laatst verschijnend deel van de 10 dee len, waaruit de serie bestaat, uitgekomen „Nederlandsclie Filmkunst" door Mi'. Henrik Scholte. Het boekje is opgedragen aan de nagedachtenis van Mr. C. J. Graadt van Rog gen, aan wiens initiatief het ontstaan van dé serie te danken is. Na een inleiding gaat schr, de „lijdensge schiedenis" van onze filmindustrie na. Onze speelfilms betrokken wij via het tooneelre- c-ept: de populaire tooneelspelers werden voor de lens gezet en deden vrijwel hetzelfde wat zij op de planken deden. Die serie speelfilms uit den tijd van 1912 tot eenige jaren na den wereldoorlog vormt een afgesloten geheel. Destijds wel floreerende fabrieken in Haar lem, in Den Haag en in Schiedam bestaan reeds lang niet meer. Later kwamen volks stukken als de Jantjes, Bleeke Bet. Oranje Hein (in 1929) en Droomkoninkje. En nu ko men de Willem de Zwijger-film en de Jan tjes, (deze laatste onder regie van Jaap Speyer). Vervolgens geeft schr. onder het hoofd de Opleving den levensloop van de Filmliga weer en de filmcritiek. Hij bespreekt Ned-erland- sche cineasten als Ivens, Franken, Bon, Hin, Laan, van Neyenhoff, Mol e.a. met hun oeuvre. Bij de behandeling van de geluidsfilms wijst schr. op die van Polygoon, die zich blij vend gekenmerkt hebben door een vaak ori- gineele behandeling van het even vaak niet zeer boeiende gegeven. Ook vestigt hij de aandacht op de drie studio's in „Philiwood" bij Philips gebouwd, waarbij hij waardeeren- de woorden wijdt aan den cineast Teunissen, die o.a. Pierement en nvt Jo Spier Sjabbos. vervaardigde. Met een blik in de toekomst, die hij ook als grootste optimist niet bemoedigend kan noe men, eindigt schr. zijn vlotgeschreven en doorwerkt beekje, dat verschenen is bij Brusse in Rotterdam. Warner Bros hebben zich in verbinding ge steld met den schrijver Emil Ludwig en hem verzocht, de regie van zijn werk „Napoleon" op zich te nemen, dat voor de film zal wor den bewerkt. Edward G. Robinson zal de rol van den „kleinen korporaal" vervullen. Ludwig arri veerde te New-York met het S.S. Paris. Hij zal er een week vertoeven om daarna naar de westkust af te reizen en zijn werk te begin nen. Max Reinhardt. de bekende tooneel-regis- seur werd door Warner Bros aangezocht om naar Holywood te komen en met Mervyn Le Roy de regie te voeren in „Wonder Bar" een all star musical met Al Jolson in de hoofdrol. Genevieve Tobin, een vroegre tooneelspeel- ster is onder langdurig contract met Warner Bros-First National Inc. Haar eerste rol zal ze met Edward G. Robinson spelen in „Dark Hazard". De zoon van den beroemden zanger Enrico Caruso zal zijn vaders sporen volgen. Hij zal evenwel niet op het tooneel optreden, maar in de film. In de nieuwe Metrofilm Stage Mother zal hij een rol vervullen. De hoofdrol in de film Marie Antoinette (An Average Woman) gebaseerd op de bio- graphische roman van Stefan Zweig zal ver vuld worden door Norma Shearer. In de nieuwe Greta Garbo film Queen Christina zal eveneens Lewis Stone optreden. Dit is de zevende -maal, dat Stone met de Zweedsche actrice asmenspeelt. Hij vervulde namelijk rollen in haar films: Wilde orchi deeën, Een vrouw van eer, Romance, Inspi ration, Mata Hari en Menschen im Hotel. Erich von Stroheim, Melvyn Douglas en Greta Garbo in As you desire Me (Zooals gij me be geert).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 14