VOETBALNIEUWS
HENCELEN.
GYMNASTIEK.
E.M.JAARSMA
HAARDEN
DINSDAG 7 NOVEMBER 1933
H
AARLEM'S DAGBLAD
7
;-r SPOILT Ei SPIL
VOETBAL
DUITSCHLAND—NOORWEGEN (2—2).
De Zondag' te Maagdenburg gespeelde
interlandwedstrijd DuitschlandNoorwegen
eindigde met een 2>2 gelijk spel. Met rust
leidden de Duitschers met 20.
RESERVE EERSTE KLASSE.
AJAX 2H.F.C. 2 (6—2).
De H.F.C.-reserves hebben in Amsterdam
een zware nederlaag geleden.
De opstelling luidde:
Van der Togt,
Wittebol, Les.
Kuyk, Beets, Ten Have,
Denijs, Twiss, Höck Van den Berg
Hagenaar.
H.F.C. begint goed; reeds na enkele mi
nuten heeft Höck succes '01).
Het spel van Ajax is echter veel beter;
speciaal de linksbuiten Van Wijngaarden is
een voortdurend gevaar voor de H.F.C.-ach
terhoede. Vooral door zijn toedoen is het dan
ook dat het binnentrio kort achter elkaar
drie niet te missen kansen krijgt, zoodat na
20 minuten de stand 31 in het voordeel van
Ajax is.
De thuisclub doet het dan iets kalmer aan;
H.F.C. kan weer eenige aanvallen doen: deze
leveren echter niets op. Spoedig komt de rust.
Na de hervatting is liet weer Höck, die met
'een goed doelpunt scoort (3—2).
Een gemakkelijke kans om gelijk te maken
mist hij echter kort daarop.
Van dat moment af neemt Ajax het spel
geheel in handen en daar de halflinie van
H.F.C. zeer weinig presteert, worden de aan
vallen talrijker.
Van Wijngaarden loopt eenigen malen door
de H.F.C. verdediging; de score stijgt regel
matig.
Met 6—2 in het voordeel van Ajax komt het
einde.
HILLEGOM—ALPIIIA. (4—2).
Voor het begin van den wedstrijd werd
de terreinknecht van Hillegom, de heer P.
Klinkenberg, door den voorzitter, den heer
De Groot, gehuldigd ter gelegenheid van zijn
121/2 jarig jubileum in deze functie. Met
eenige hartelijke woorden overhandigde hij
ïiern een bloemstuk; het blijvend aandenken
van leden en donateurs, bestaande uit een
schrijfbureau met bijbehoorende lamp, werd
na afloop van den wedstrijd ten huize van
den jubilaris overhandigd.
Reeds in de eerste minuut forceert Hille
gom een corner, die op, niets uitloopt, maar
de gastheeren zetten door en na drie minuten
lost Ko de Jong van den linkervleugel een
schot, dat doel treft. Snel gaat het spel heen
en weer, maar het spel van Alphia is te koro
om succes te hebben. Na een kwartier brengt
van Beek goed op. hij geeft over naar Van
Kooten, die den keeper het nakijken geeft.
Alphia komt er dan beter in en het duurt
niet lang of de rechtsbinnen scoort het eer
ste tegen punt, waarmede de rust komt.
Twee minuten na de hervatting geeft F.
v. d. Hulst de gastheeren weder een voor
sprong. Na een half uur brengt hij den
stand op 4—2. Aan beide zijden worden tal
rijke kansen gemist, maar vooral Alphia
lijdt voor doel aan een gemis aan schot-
vaardigheid. In den stancl komt dan ook geen
verandering meer.
Wat noodig is.
In de „Swastika-Koerier" vinden we het
volgende aardige rijm van Z(wan):
Een flink aantal menschen, die 't spel
kunnen spelen
En onderling functies kunnen verdeelen;
De voorzitter en de secretaris,
De penningmeester en commissaris.
Een veld en een kleedhuis, met ruimt' om
te wasschen.
En iemand om op het zaakje te passen.
De goalpalen met bijbehoorende netten.
En liefst nog een rek om de fietsen in te
zetten.
•Een machine of zeis om het veld glad te
krijgen,
Een pen en een veter om den voetbal te
rijgen.
Ook kunnen we de kalk voor de lijnen niet
missen
En een schepnet om den bal uit het
slootje te visschen.
Een clublokaal om er samen te komen,
En urenlang over alles te boomen.
Papier pen en inkt om alles te noteeren
En een Hij, die altijd wil debatteeren.
Een shirt en een broekje voor iedereen,
Kousen en schoenen, plus beschermers
voor 't been.
Een handdoek en een koffer waar alles in
wordt- gedaan,
En danja dan kunnen we voetballen
gaan!
SwastikaKoerier.
We ontvingen No. 4 (eerste jaargang) van
„De Swastika-Koerier", het orgaan van de
Haarlemsche voetbalvereeniging „Swastika".
Het bevat de volgende artikelen en rubrie
ken: Sportiviteit, door K.; „Niet juist", door
Zwan; De maand in cijfers; Competitiestan
den; Een openhartig woord: Ons Antwoord:
Aan de familie; Naar HollandOostenrijk;
„Wat noodig is" (een rijm van Zwan);
„Voetbal in 1950", door F. A. N. Tasie: Be
kendmaking bij afkeuring van terreinen;
Or.ze Juniores in October, enz.
PAARDENSPORT
NEDERLAND OP DE DERDE PLAATS
TE GENèVE.
Uit Genève: Zaterdagavond werd het hoofd
nummer van het zesde internationale ruiter-
tournooi gereden, de wedstrijd om den stan
daardprijs. Aan dezen wedstrijd namen vijf
landen deel, daar Duitschland zich te elfder
ure had teruggetrokken. De uitslag luidde:
1. Frankrijk 20 punten.
2. België. 24 punten.
3. Nederland, 32 punten
4. Zwitserland, 48.3. 4
Om den Larsson-beker.
Zondag hield de Bond van Hengelsport-
liefhebbers voor Haarlem en Omstreken een
wissel-bekerwedstrijd voor de aangesloten
colleges. Het ging om den Laxsson-beker, die
in het bezit was van „De R.uischvoorn". Er
werd gevisoht op witvisch. De vangst viel
tegen. Na tweemaal anderhalf uur gevischt
te hebben, vertrok men naar het clublokaal
van „De Ruischvoorn" aan den Vijfhoek,
waar de voorzitter, de heer B. Larsson, den
uitslag bekend maakte. Deze was als volgt:
le prijs, de Larsson-beker, De Ruischvoorn;
2 De Grundel, zilv. beker; 3 De Dageraad,
zilv. krans; 4 De Vereenigde Visschers, zilv.
lauwertak.
„Held van den dag" was J. Stoof, lid van
het college De Ruischvoorn.
D. O. V.
Het geheel onthouders vischcollege
„D.O.V." hield een onderlingen vischwed-
strijd op baars in den Ringvaart te Vijfhui
zen. De vangst was matig. De prijzen werden
als volgt gewonnen: 1. G. Dikkeboom, 2. J.
C. Schel, 3. J. J. Stet, 4. H. J. Bijster, 5. P
Kluper, 6. G. Twist, 7. J. Twist, 8. W. Hille-
brands, 9. J. Bouzema.
KRACHTSPORT
IE AFD. DISTRICT EN 2E AFD. NAT. WOR
STELWEDSTRIJDEN TE AMSTERDAM.
Door de Amsterdamsche Athleten Club
„Door Ooefening Kracht" te Amsterdam
werden Zondag' bovengenoemde wedstrijden
voortgezet.
Als scheids- en kamprechters waren aan
wezig de heeren Th. Lenderïng, F. Nieman,
M. Haringman. N. de Wolf, P. Ëillebrecht en
J. v. Eckhardt en als Bondscontroleur de
heer K. J. Leloux.
De uitslagen luiden als volgt:
2e afd. Nationaal lichtgewicht. 1, prijs G.
Bruinsma „S.S.S." A'dam, met 3 strafpun-
ten; 2e prijs Th. Bader „Hercules" A'dam
met 4 strafpunten; 3e prijs F. Ëillebrecht
„D.O.K." A'dam met 5 strafpunten.
le afd. District Vedergewicht. Ie prijs H.
Groeneveldt „D.O.K." Beverwijk met 2 straf
punten; 2e prijs J. H. Bleeker „Hercules"
A'dam met 4 strafpunten; 3e prijs J. v. Ton
geren H.K.V. „Haarlem" met 6 strafpunten.
Idem Lichtgewicht, le prijs J. Seggelink
H.K.V. „Haarlem" met 4 strafpunten; 2e
prijs N. Groeneveldt „D.O.K." Beverwijk met
4 strafpunten; 3e prijs B. Deuma „De Hal
ter" Zaandam met 7 strafpunten.
Idem Middengcwicht. le prijs W. Massop
„Hercules" A'dam met 1 strafpunt; 2e prijs
J. Langver „Sandow" Zaandam met 4 straf
punten; 3e prijs H. Munnekes „S. S. S."
A.dam met 6 strafpunten.
DAMES HOCKEY.
BE FAIR—ROOD WIT III (4—2).
Een ongelukkige wedstrijd voor Rood Wit
III; eenige invalsters en een achtei^hopde
die ditmaal weinig presteerde.
Voor rust had Rood-Wit- al spoedig de lei
ding door mej. D. Hooft (01). Even daarna
maakte Be Fair door slecht spel van de Rood
Wit-achterhoede twee goals (21). Maar
daar blijft het niet bij. Ze wist voor rust nog
den derden goal te maken.
Na rust maakt Mej. O. Jongeneel gelukkig
nog een mooien goal. Een hoekschot <32).
Het einde kwam met 42 voor Be Fair.
SCHIETEN.
HAARLEMSCHE SCHIETBOND.
Donderdag vergaderd de Haarlemsche
Schietbond in hotel Lion d'Or. De agenda
meldt o.m.: Bespreking wintercompetitie en
Nat. competitie.
Concordia.
Concordia hield Zaterdagavond voor haar
leden en donateurs een feestavond, die druk
bezocht was.
De voorzitter van de regelings-commissie,
de heer J. J. Waalewijn, opende dezen avond
met een uiteenzetting van het doel, n.l. het
versterken van den vereenigingsband. Het
feestprogramma, dat bestond uit voordrach
ten, dansen, wedstrijden en een verloting, had
bijzonder veel succes.
Leden van Concordia zullen a.s. Zondag deel
nemen aan den K.T.K. marsch en een week
later aan den marsch van „De Wandeltoerist".
De jaarlijksche uitvoering heeft op Zater
dag 4 Maart plaats in de Gemeentelijke Con
certzaal.
WIELRIJDEN.
NEDERLANDSCHE SUCCESSEN TE
ANTWERPEN.
Uit Antwerpen: In het Sportpaleis hadden
Zaterdag wielerwedstrijden plaats. De .uit
slagen luidden:
Sprintraces vliegenden start.
1ste rit: J. van Kempen, 2. Derijck, 3.
Speicher.
2de rit: 1. Oszmella, 2. Loncje, 3. Wals.
3de rit: 1 Pijnenburg, 2. Haermerlinck. 3.
Jan Aerts.
Finale om de 7de, Sste en 9de plaats: 1.
Aerts, 2. Wals, 3. Speicher.
4de, 5de en 6de plaats: 1. Loncke, 2. Hae-
merlinck, 3. Derijeke.
lste, 2de en 3de plaats: 1. Pijnenburg, 2.
Jan van Kempen, 3. Oszmella.
Afvalwedstrijden voor profs.
1. Van Oers, 2. Slaats, 3. Vereicken. 4. Bras
penning.
De Zwemrevue.
We ontvingen No. 6 (eerste jaargang, van
de „Zwemrevue". het orgaan van den Haar-
lemschen Zwemkring en zwemvereenigin-
^en in Haarlem. Het bevat de volgende ar
tikelen en rubrieken: De Crawlbeenslag:
Johnny Weissmu'ler: Waterpolo; Nieuwe be
zuinigingsvoorstellen; Vragenrubriek; Com
petitie N. Z. B.; Vereenigingsnieuws; Iets
over zwemmen in Indië, enz.
Dit Model ERA F. 110.- compleet geplaatst
LAGE PR'JZEN
NIEUWE MODELLEN 1953
UITERST ZUINIG X
Kon. Haardenfabriek E. M. Joarsma, Hilversum
(Adv. Ingez. Med.)
KORFBAL
HAARL. KORFBALBOND.
SPORT VEREENT H—OOSTERKWARTIER H
(4—2).
De reserves van S. V. en Oosterkwartier ont
moetten elkaar in Santpoort, waar de gasten
theoretisch wel zouden winnen. Het is echter
anders uitgekomen. Met rust leidde S. V. door
goede doelpunten van mej. De Cock en de
heeren Kuné en Slinger met 41. Na de rust
kwam Oosterkwartier geducht opzetten en
wist nog eens te scoren. Doch de thuisclub
wist zich verder te handhaven, zoodat de S.V.
reserves een verdiende overwinning boekten.
1
LETTEREN EN KUNST
MUZIEK.
Haarlemsche Harmonie-Muziekver.
..Voorwaarts".
„Voorwaarts" is de naam, is het devies van
het harmoniekorps, dat Zaterdagavond in het
gebouw „De Harmonie" een concert gaf.
„Voorwaarts" klonk het ons tegemoet uit den
feestmarsch, die het programma opende: niet
uit de zeer conservatieve harmonieën, maar uit
het rvthme. Het rythmische schijnt me voor
alsnog het beste wat „Voorwaarts" presteert.
De harmonische zuiverheid der samenklank
kan nog heel wat vooruitgaan. Dit bleek niet
alleen in bovengenoemde marsch: het bleek
in nog sterker mate in de concertwals „The-
rèse" van C. Faust, die met den „Faust" wals
niets te maken heeft. Tusschen deze beide num
rners in hoorden we een „Ouverture Joyeuse",
waarvan de componist niet genoemd was, maar
die zich als de bekende „Lustspiel-ouverture"
van Kéler Bela ontpopte en voorts een soort
van fantasie, of potpourri, „Een Avondfeest in
de Ardennen" getiteld. Waarom dit stuk zoo
heet is me niet duidelijk geworden; er waren
folkloristische onch ethnografische elementen
in te bespeuren, maar het bevatte veel en
velerlei en gaf verschillenden instrumenten
een goede gelegenheid om op passende wijze
voor den dag te komen; het was dus uit dit
oogpunt als een geschikte keuze te beschou
wen.
Meer solistisch werk werd geleverd door een
uit klarinetten bestaand kwartet, dat de Lo-
reley-melodie benevens een variatie daarop
voordroeg. In aanmerking genomen het nog
korte bestaan van het ensemble mochten we
tevreden zijn over wat het ten gehoore bracht.
Een hooaeren graad van gevorderdheid toonde
de trombonist C. Cobelens, die een solostuk
„Le Troubadour chantant" speelde, dat heel
wat vaardigheid vereischte. Een goed stacca
to. vlugheid en voldoende zuiverheid waren
herhaaldelijk op te /verken. De jeugdige saxo
fonist J. Moone deed zich kennen als een
instrumentale kracht, die voor „Voorwaarts"
schoone beloften bevat. Beide solisten werden
door mej. Groeneveld volgzaam aan de piano
begeleid: het was alleen jammer dat aan de
pianiste niet een beter instrument ten dienste
stond dan het zich in de zaal „Harmonie" be
vindende.
Nog een marsch werd gespeeld in het pro-
grammadeel dat we hoorden. Uit alle voor
drachten bleek dat de naam van het harmo
niekorps geen fidele leuze is. Voorwaarts moet
er gestreefd worden; voorwaarts zal men ook
gaan onder de leiding van den dirigent Henri
Schulpzand. die als werkend lid der H.O.V.
genoeg goede muziek helpt uitvoeren om over
tuigd te zijn van de wenschelijkheld de onder
zijn leiding staande amateurs ook in muzikaal
opzicht op te voeden, om hun smaak te cul-
tiveeren en te veredelen. In den tegenwoordi-
gen tiid. die aan een teveel van gemechani
seerde of werkeolos genoten muziek laboreert,
moeten we elke serieuze poging om zelf goed
te musiceeren toejuichen en aanmoedigen.
We wenschen dus „Voorwaarts" en zijn lei
der een „steeds voorwaarts!" toe.
K. d. J.
JOSEF HOFMANN.
PIANO-AVOND.
Wie nog een bewijs voor de tegenwoordige
concert-misère noodig had kon het Maandag
avond in de kleine zaal van het Concertge
bouw te Amsterdam vinden. Josef Hofmann,
pianist van internationale grootte en ver
maardheid, evenknie van een Paderewski, een
Godowsky, die in dertig jaar tijds meer dan
een heel menschengeslacht dus ons land niet
bezocht, gaf daar een piano-avond, nadat hij
den Donderdag te voren als solist op het
abonnementsconcert met het Concertgebouw
orkest was opgetreden. Toen had een twee-
duizer.dtal menschen hem toegeiuicht in be
wondering, in opgetogenheid, die zich door
tallooze terugroepingen uitte: nu. waar men
jelegenheid had zijn kunst var. nabij en van
verschillende zijden te leeren kennen, waren
er naar ik schat een honderd belangstellenden
opgekomen. Dat wil zeggen dat er een kleine
340 stoelen leeg waren. Honderd belangstel
lenden in een scad van achthonderd duizend
inwoners! Een van die honderd scheen noL
het meerenaeel vreemdelingen te zijn: men
hoorde althans meer Duitsch en Engeisch dan
Hollandsch spreken. Laat men de oorzaak niet
te veel op de crisisomstandigheden schuiven!
Als er een concert met een partijtintje gegeven
wordt, zoo een waar men mee een insigne
speldje komt, dan is de grootste zaal nog te
klein. Als 't alleen om de kunst gaat is de
kleinste zaal nog te groot. Dan heeft men aan
zijn, helaas nog steeds belastingvrije radio en
zijn gramofoon genoeg. Maar de kunstenaars
hebben het ten deele aan zich zelve te wijten.
Zij hebben hun kunst in zulk een mate laten
vermechaniseereii, dat men hen persoonlijk
niet meer noodig heeft. Het conservenblikje
heeft de versche waar vervangen.
Maar ik zou vergeten dat ik over Josef Hof
mann wou vertellen.
Zijn verschijning was mij, die alleen por
tretten uit zijn jongen tijd kende een rare
teleurstelling. Verbeeld U een klein, oudachtig
burgerheertje, zoo iets als een gepensionneerd
ambtenaartje moest dat de gevierde, reeds
als wonderkind van vijf jaar beroemde klavier
her os voorstellen?
Hij begon met Brahms' Handelvariaties, ver
volgde met Beethoven's Sonate op. 101. Zijn
spel interesseerde door tal van persoonlijke
accenten, vooral door het naar voren laten
treden van allerlei tot onafhankelijke stem
men gegroepeerde tonen; het imponeerde door
de volstrekte technische zekerheid. Maar ont
roeren of meesleepen deed het me niet. Het
leek me alles zoo gewild en cerebraal. Er was
een overvloed van constructieve détails, maai
er was geen oplossing, geen samenvatting die
me als een bevrijding klonk en me boven het
objectieve, het materieele uitbracht. Ik ge
loof dat het meerderen zoo ging, want het
applaus na de Sonate was slechts matig.
Met Chopin veranderde alles allengs. Het
Impromptu liet nog in de eerste plaats den
technicus hooren; met de Nocturne op. 55 no.
1 deed de poëzie haar intrede. Het burger
heertje groeide tot een klaviertitaan. "De
Sonate op. 35 werd grootsch en machtig opge
bouwd, in heftige bewogenheid; de Treur-
marsch in de manier van Rubinstein, Hof-
mann's leermeester, maar toch eenigszins ge
wijzigd: de Reprise met het sinisteregelui
van een reuzenklok; de Finale als een storm
wind. Toegiften: de bewonderenswaardig
snel en klaar gespeelde Ges maj .-Etude uit op.
25 en de Minutenwals in dubbelgrepen.
Tot slot eenig kleingoed, maar welk een
veeleischend. Ik bedoel niet de „Clair de lune"
uit Debussy's Suite bergamasque, ook niet de
speeldoos van Liadow. waarvan de voordracht
een treffende imitatie van een muziekauto-
maatje was, maar de paraphrase die Godowsky
op de „Fledermaus"wals gemaakt heeft. Een
waanzinnig moeilijk stuk. vol duivelsche toe
ren en nekbrekerijen. Maar Hofmann brak
zijn pianistischen nek niet, kreeg zelfs geen
schrammetje! Hij speelde met de moeilijk
heden, alsof ze slechts bestonden om er zege
vierend om te lachen. Het donderde en blik
semde en het weerlicht reflecteerde in spran
kelende droppels en het was alsof er minstens
twee virtuozen aan den gang waren.
De bijval donderde niet minder; toegiften
konden niet uitblijven. „Etincelles" van Mosz-
kowsky, de „Turksche Marsch" uit „Die
Ruïnen van Athen" in Rubinstein's bewerking
brillant. kolossaal, onvermoeibaar. In alles de
geweldige, greep, de nimmer falende techniek,
de schittering. Werkelijk een der zeer grooten!
KAREL DE JONG.
HET TOONEEL
CENTRAAL TOONEEL.
GELIJK SPEL.
Zaterdag zagen wij Cees Laseur en zijn ge
zelschap in onzen Stadsschouwburg in een
stuk, dat enkel sombere ernst is, Zondag
daarentegen was het louter luchtige vroolijk-
heid, die zij in den schouwburg aan den
Jansweg brachten. Een mensch kan niet al
tijd in den put- zitten en daarom hebben wij
deze afwisseling dankbaar aanvaard.
Het is een heel licht gevalletje, dit „Gelijk
Spel" van den Oostenrijker Lichtenberger,
dien wij hier reeds kenden van zijn verleden
jaar door Saalborn gespeeld blijspel „Zijne
Majesteit. Het Publiek". Bob, een schrijver
krijgt het te pakken van zijn typiste, die
naar den naam van Mariene luistert. Maar
deze Mariene is minder gevaarlijk dan haar
naamgenoote van de film en omdat Hanna.
Bob's vrouw, dat zeer goed inziet, noodigt
zij de rivale uit om bij hen thuis te komen
inwonen. Wanneer Bob Mariene eiken dag
ziet. zal hij wel heel gauw van zijn verliefd
heid genezen, denkt Hanna, die de mannen
goed blijkt te kennen. Vruchten smaken im
mers het best wanneer zij verboden zijn.
Hanna heeft goed gezien, want nu het Bob
zoo gemakkelijk wordt gemaakt, is de aar
digheid voor hem er al heel spoedig af. Maar
omdat zij haar man radicaal wil genezen,
doet Hanna het voorkomen, alsof zij verliefd
is op Stopperl, een beroemd voetballer, en
wat is natuurlijker dan dat zij nu voorstelt
ook Stopperl bij hen te laten inwonen. Heeft
een vrouw niet dezelfde rechten als de man?
De rest is gemakkelijk te raden. Bob keert
terug van de dwalingen zijns weegs en wan
neer Mariene haar ware liefde gevonden
heeft, heel Hanna het spel geheel gewonnen
en keeren rust en vrede weer terug in dit
tijdelijk verstoorde gezin.
Zoo op het eerste gezicht, lijkt dit geval
nog al pikant, maar dat is slechts schijn,
want het bedrog blijft bij Hanna en Bob
maar bij woorden en heel dit blijspelletje is
dan ook niet veel meer dan luchtige scherts.
Voor drie bedrijven is het wel wat anager.
Lichtenberg was tevreden met de vondst
die ontegenzeggelijk grappig is maar zorg
de wel wat weinig voor verdere vulling. Wan
neer men dit Gelijk Spel echter neemt voor
wat het is. een blijspelletje, enkel geschre
ven om het publiek 'n paar uur op amusante
wijze bezig te houden, dan kan men het ge
slaagd noemen, al zou men van een Weensch
auteur soms nog meer geest in den dialoog
hebben verwacht.
Het kwartet Tillv Lus. Mary Dresselhuys,
Cees Laseur en Joan Remmelts gaf er een
vlotte, in lichten toon gehouden opvoering
van. Tilly Lus is een zoo serieuse actrice, dat
zij de figuur van Hanne nog een fornd wist
te geven. Zij maakte er zoo waar nog een
echte vrouw van, zonder toch te vergeten,
dat Gelijk Spel een luchtig gevalletje is. Mary
Dresselhuys was een vampier met schijnbe
wegingen. Zij had voor Mariene haar stem
donker gekleur en zij imiteerde de film
diva in den geest, zooals een Weensche ty
piste die ziet. Zij kronkelde en draaide met
haar lichaam als een slangenmensch en lan
ceerde een nieuwe type: de vrouw, bewust
van haar sex appeal. Met wat minder charge
zou het nog grappiger en fijner zijn geweest.
Cees Laseur gaf den in het begin zoo ver
liefden en later zoo hevig teleurgestelden
schrijver Bob spelenderwijs. Zoo'n rol is voor
een acteur als Laseur natuurlijk maar 'n
peulschilletje. Joan Remmelts was Stopperl,
de voetballer, die door zijn beenen even be
roemd was gewórden als Goethe door zijn
hoofd. Het was weer een uitstekende rol van
Remmelts, knap getypeerd en geestig ge
speeld.
Syb Veltman is bij dit gezelschap het „vaste
meisje voor alles" en zij is in dat emplooi vol
komen thuis.
Veel publiek was er Zondagavond niet bij
Gelijk Spel, maar zij. die er waren hebben
zich best geamuseerd en hierom was het ten
slotte te doen.
J. B. SCHUIL.
Rotterdamsch-Hofstad Tooneel
JEANNE.
Henri Duvernois heeft ons in zijn tooneel-
spel Jeanne het leed willen geven van een
vrouw, die zich eens het moederschap vrijwil
lig heeft ontzegd en daarna heel haar verder
leven kinderloos is gebleven. In haar altijd
durend verlangen naar het moederschap
neemt het kind, dat geboren had moeten wor
den, maar dat zij gedood heeft, gestalte voor
haar aan. In haar dwanggedachten leeft het
voor haar, groeit het naast haar op en als zij
ten slotte aan het eind van haar leven met
haar man alleen is, is haar laatste wensch
het kind, dat zij Jeanne heeft genoemd, nog
eenmaal te zien. Haar man speelt om haar
in vrede te laten sterven, vrijwillig dit spel
der verbeelding mee. Ook hij doet, of Jeanne
werkelijk bestaat, spoort haar aan tot spoed
om nog tijdig bij de stervende te zijn. maar
als hij zich naar het ziekbed wendt, is zijn
vrouw reeds den dood ingegaan, in het ge
lukkig besef, dat haar kind in haar nabijheid
was.
Van dit tooneelspel heb ik tot de pauze volop
kunnen genieten. Het eerste bedrijf, dat in
1885 speelt op het atelier van Madame Sa-
vignolles en waarin Madeleine André voor
het eerst ontmoet en lief krijgt, is van een
ons onmiddellijk veroverende charme. De
auteur bekoort hier voortdurend door aardige
milieuschildering, en het lieve figuurtje van
Madeleine, dat hij in dat atelier ijeeffc ge
plaatst, doet denken aan een frissche leven
de bloem te midden van kunstbloemen. Zeer
fijn heeft Duvernois Madeleine in haar alles
opofferende liefde voor André geteekend en
het slottooneel van deze acte. waarin Made
leine haar zoet geheim vertelt en zoo bitter
ontgoocheld wordt, is kortweg een juweeltje.
Duvernois geeft zooals Arnold Bennett
en Eduard Knoblauch dit reeds deden in Mijl
palen zijn stuk in étappes en het tweede
bedrijf speelt dan ook 10 jaar later, in 1895.
André en Madeleine zijn getrouwd. Zij zou
den volkomen gelukkig zijn, wanneer het leed
van het kinderloos zijn van Madeleine en de
wroeging over de eens bedreven daad niet
over hun huis hing. In dat leed van die twee
menschen bereikt Duvernois het hoogtepunt
van zijn stuk. Het tooneel tusschen Made
leine en André. zij, alleen nog maar denkend
aan wat zij verloor, hij, in wanhoop over dit
ondragelijk leed van haar, is van aangrijpen
de tragiek.
Hoe jammer, dat het derde bedrijf dat
in 193o speelt een zoo groote teleurstelling
moest brengen. Wat ons in II nog had ont
roerd. begon in de laatste acte te irritecrcn,
omdat de schrijver hier sentimenteel ging
worden. Duvernois heeft ons blijkbaar de een
zaamheid van deze twee kinderlooze men
schen aan het eind van hun leven willen
schilderen, maar de uitwerking was althans
op mij enkel verveling. Deze kindsche,
materialistische ouwe heer, die enkel nog
maar. aan eten dacht, was min of meer lach
wekkend en daarom deed het laatste too
neel tje, waarin André in de zinsbegoocheling
van Madeleine deelt en Jeanne roept abso
luut niets. En ook de zieke, min of meer lijzige
Madeleine kon in m ons medelijden niet meer
wekken. Daarbij doodde het moordend lang
zame tempo in dit bedrijf o.a. in het onbe
langrijke tooneel met Gerard en Francoise
alle overgebleven belangstelling, zoodat dit
zoo veelbelovend begonnen en tot de pauze
in stijgende lijn tot groote hoogte ongevoerde
stuk plotseling inzakte en als een nachtkaars
uitging.
Zooals het stuk was ook de opvoering. Tot
de pauze hadden wij alle bewondering voor
het spel van Vera Bondam en Theo Fren-
kel als Madeleine en André. Vera Bondam
was bekorend lief als het bloemenmaaks:er-
tje in het eerste bedrijf. Zij was levendig,
frisch en charmant en in haar liefde voor
André van een innig-zachte vrouwelijkheid.
In de onthulling van haar geheim was zij
van een roerenden eenvoud en zij espeide het
slot met prachtig, zuiver accent. En in
het tweede bedrijf wist zij aldoor ons vast
te houden door haar spel en de ziekelijke
overspanning van Madeleine voor ons toe
schouwers tot iets reëels te maken. Ik zal
niet spoedig dat moment vergeten waarin zij
beschrijft hoe de kou voor altijd over haar
kwam. Aangrijpend was dit van actie en zeg
gen!
Ook Theo Frenkel heeft iets heel bijzon
ders in het tweede bedrijf gegeven, te be-
wonderenswaai-diger. omdat zijn rol daar
zoo moeilijk was. Hij was een in zijn zwak>:e
bijna onmannelijke hulpeloosheid, later in
zijn wanhoop aldoor overtuigend. Het was
of het voetlicht voor ons verdween, en wij
bij deze menschen met hun leed in hun ka
mer waren. Dat is altijd de hoogste lof, welke
men acteurs kan brengen.
Ook in het derde bedrijf was het technisch
heel knap wat hij deed, maar het leek mij,
dat hij de rol in het begin van III mis
schien ongewild met te veel komisch ac
cent speelde, Hierdoor werd het voor hem
onmogelijk aan het slot den gewenschten in
druk te maken. En Vera Bondam stelde, na
wat zij ons voor de pauze.had gegeven, be
paald teleur. Maar wanneer wij denken aan
nar prachtig spel in I en II, is er nog reden
genoeg om haar voor haar Madeleine zeer
dankbaar te zijn. vooral, omdat de rol in III
bijna niet te redden was geweest.
Madeleine en André beheerschen zoo ge
heel dit stuk. dat wij het spel der anderen
nauwelijks behoeven te memoreeren.
Mevrouw Schwab toonde zich weer de ge
routineerde actrice als Madame Savignolle
en Schwab gaf een geestige, markante uit
beelding van den rijken prots van een 50
jaar geleden.
in de pauzes werden wij vergast op gra-
mofoonmuziek, een proefneming naar wij
vernamen van den nieuwen directeur. La
ten wij hopen, dat het bij deze eerste proef
neming za blijven. Bij een stuk als Jeanne
behoorde deze tetterende en schetterende
gramofoonmuziek al allerminst. Als men
muziek in de pauzes wil, goed, maar dan
niet een met 10 dubbele kracht zingende te
nor, die je door de luidspreker van je stoel
afblaast.
J. B. SCHUIL.