VOOR EER EN GEWETEN
TB AMERSFOORT heeft Donderdag de begrafenii plaats gehad Tan het stoffelijk orerschot der moeder en twee
kinderen, die Zondag bg den onbewaakten orerweg nabij Amersfoort door den trein gegrepen en gedood werden.
De stoet passeert de plaats Tan het ongeTal.
DE PRINS VAN WALES
bracht deze week een offi
cieel bezoek aan de Bed
ford school. De ontTangst
van den hoogen bezoeker.
DE VEELBELOVENDE DEUT
SCHE KUNST-SCHAATSEN-
RIJDSTER Maxi Herber te Ber
lijn in training Toor de inter
nationale kampioenschappen.
MARKIES DB LA CIERVA in zijn nieuwe type auto-
gyro-vliegtuig, waarmede hij op het vliegTeld te Hanworth
deze week de eerste officiccle proeven nam.
- MET DE SLOOPING van de oude brug over het Merwedekanaal is een
yC aanvang gemaakt.
LOUIS ARMSTRONG, de wereldberoemde hoe-j.r* tro«pe«ist „oger „„..It gedurende .enig. MET DE „PELIKAAN" is Donderdag de heer Plesman, directeur FIORBLLO LA GUARDIA, d.
d.g.n in bet Carlton Hotel t. Am.terdan.. Aem.trong voor de microfoon. der K.L.M. naar Rome vertrokken. Een foto even voor het vertrek. burgemce.tee r.n New York.
FEUILLETON
door
CHARLES ALDEN SELTZER.
26)
Hij was er niet zoo zeker van, zei hij, maal
ais Ace verzen kon schrijven, twijfelde hij
er niet aan of in de eerstkomende weken
zou er gelegenheid te over zijn om er eenige
van in de Kicker te plaatsen. Hij glimlachte,
toen hij Ace's gelaat zag verhelderen. Maar
hij zei hem. dat hij er eerst met Hollis over
moest spreken als de Laatste genoeg op
knapte om een gesprek te kunnen verdra
gen. Als de baas genoeg opknapte om Ace's
poëzie te lezen voor zij gedrukt werd. dan
moest hij ze natuurlijk eerst zien. Hij zou
niet willen dat er iets in de Kicker geplaatst
werd, wat de baas niet beviel. Maar als hij
niet in staat was om het te lezen, dan zou
hij de beslissing overlaten aan Potter en als
het dezen laatste beviel, dan zou hij er te
vreden mee zijn. Hij zou de jongens op de
hoogte houden van den toestand van den
baas. Toen reed hij terug naar het rancho
huis.
Laat in den middag bracht hij weer een
bezoek aan de woning vanHazelton. Hij
trof den dokter uit Cimarron er al aan. Hol
lis was nog bewusteloos, maar rustiger. De
dokter verklaarde, dat hij dien nacht bij
hem zou blijven. Hij ging met Norton r.aar
de veranda en zei h -i. dar hij op het oogen-
blik nog niet met zekerheid kon zeggen hoe
ernstig Hollis verwondingen waren. Er was
een groote wond aan het hoofd, die hij vrees
de, dat ernstig zou blijken te zijn, maar was
dit niet het geval, dan zou Hollis snel her
stellen en binnen een paar weken weer even
goed zijn als ooit behalve zijn linkerpols
die gebroken was. Hij prees Nellie Hazel
ton voor de wijze, waarop zij den gewonden
man verzorgd had. Overtuigd dat er verder
niets meer gedaan kon worden, keerde Nor
ton terug naar de Circle Bar om zijn aan
dacht bij zijn werk te bepalen.
HOOFDSTUK XIII.
„De vrouw heeft geen leermeester noodig".
De vrees van den dokter uit Cimarron voor
de wond aan Hollis hoofd bleek ongegrond
te zijn en op den tienden dag na zijn onge
val in den stormnacht, zat Hollis op de ve
randa van Hazeltoivs woning, zijn hoofd nog
altijd verbonden, zijn linkerpols gespalkt,
maar zijn moed ongerept. De plekken op zijn
gelaat waren alle verdwenen, behalve een
leelijke snede onder zijn rechteroog die
nog een weinig verkleurd was en een klei
nere wond aan de kin. De dokter uit Cimar
ron had hem verteld, dat de wond onder zijn
oog een blijvend litteeken zou achterlaten
de wond was diep geweest en ondanks de
zorgen van den dokter, was zij eigenaardig
samengetrokken, waardoor ook het oog ge
leden en een vreemde uitdrukking aange
nomen had. Nadat hij weer in staat was om
rond te loopen, had Hollis meermalen zijn
gelaat in den spiegel bekeken en telkens was
er in zijn oogen een uitdrukking gekomen,
die niet veel goeds beloofde voor de man
nen, die betrokken waren in den op hem ge-
pleegden aanval.
Het was halverwege den middag en de zon
viel schuin over het dak van het huis, waar
door de veranda heerlijk in de schaduw was.
Ed Hazelton was 's morgens uitgegaan om
naar zijn veé V gaan kijken en Nellie was
in de keuken bezig Hollis kon haar door
de kamer hooren loopen.
Norton was een uur geleden vertrokken en
even later had Potter er stil gehouden, op
weg naar Dry Bottom om een artikel te zet
ten, dat Hollis hem gedicteerd had. Hollis
had Norton het gebeurde in den nacht van
den storm verteld.
Toen de bliksemstraal Dunlavey en zijn
mannen had laten zien, had Hollis gepro
beerd om te vluchten, daar hij wist dat Dun
lavey geen vreedzame bedoelingen kon heb
ben en dat hij geen kans zou hebben in een
gevecht met zooveel mannen. Hij had zijn
pony aangezet naar de twee rots-wanden
die hij gezien had tijdens het bliksemlicht
en een cirkel beschreven om zijn vijanden te
ontwijken. Hij zou er misschien in geslaagd
zijn, maar ongelukkig was de duisternis opge
klaard en zij hadden hem de pas kunnen af
snijden. Hij kon niet precies zeggen, wat er
met hem gebeurd was. nadat zij hem omsin
geld hadden. Er was geen woord gesproken.
Hij had geprobeerd om uit den cirkel te bre
ken; was er bijna in geslaagd toen een lasso
over zijn schouders gleed, hij van zijn pony
gesleept en een heel eind voortgesleurd was.
Hij was gewond door den val, maar toen Ie
lasso wat gevierd werd. was hij op de been
gekomen om te zien, dat al de mannen om
hem heen stonden. Een man sloeg naar hem
en hij had onmiddelijk teruggeslagen en de
man op den grond geworpen.
Daarna vielen de slagen dicht en snel. Hij
trof verschillende andere gezichten, die dicht
bij hem waren en op een gegeven oogenblik
was hij er zeker van, dat hij drie van zijn
aanvallers buiten gevecht had gesteld. Maai
de anderen waren opgedrongen. Hij vocht te
gen hen, zoo goed hij kon met alle nadeelen
aan zijn kant, en hoopte nog een oogenblik.
dat hij zou kunnen ontsnappan. Toen had
hij een zwaren slag op zijn hoofd gekregen
hij dacht, dat een der mannen de kolf van
zijn revolver had gebruikt. Hij kon zich flauw
herinneren, dat hij nog eenige andere slagen
had ontvangen en toen wist hij niets meer,
tot hij ontwaakte in de woning van Hazelton.
Hollis meening over Dunlavey's doel van de
zen aanval stemde overeen met die van Nor
ton. Zij hadden hem gemakkelijk kunnen
„looden. Dat zij het niet deden, bewees, dat zij
daarvoor ;en bijzondere reden moesten heb
ben. Behalve een volkomen natuurlijk verlan
gen van de zijde van Dunlavey, om Hollis de
zelfde afstraffing toe te dienen, die Hollis
aan hem had toegedeeld bij gelegenheid van
hun eerste ontmoeting, kon de laatste geen
ander motief hebben dan de Kicker te be
letten om op den vastgestelden dag te ver
schijnen.
Hollis was overtuigd, dat Dunlavey zich
door beide motieven had l^aten leiden. Maar
hoewel Dunlavey zich gewroken had voor den
stag, dien Hollis hem in Dry Bottom had tos-
gediend, was Hollis niet van plan om hem
het verschijnen van de Kicker te laten belet
ten. Het was hem onmogelijk geweest om den
tocht naar Dr- Bottom te maken, maar hij
had Potter laten komen en hem tamelijk veel
copie gedicteerd. Potter had ook wat geschre
ven en op deze wijze waren zij er in geslaagd
om de Kicker tweemaa'. uit te geven. Ace had
geen van zijn gedichten in de Kicker ge
plaatst kunnen krijgen. Hij had er eenige aan
Potter gegeven, maar de drukker had hem
verzekerd, dat hij de verantwoordelijkheid
van ze te publiceeren niet op zich durfde ne
men. Daarop had Ace Norton in den Arm ge
nomen, om bij Hollis een goed woord voor
hem te doen. Bij zijn bezoek dezen morgen
had Norton het onderwerp onder Hollis' aan
dacht gebracht. De laatste had den opzich
ter verzekerd, dat hij de belangstelling van
den cowboy waardeerde en met pleizier en
kele van zijn gedichten zou doorlezen. Daar
om was Hollis niet verwonderd, toen hij in
den namiddag Ace op zijn pony over het Co
yote pad naar de woning van Hazelton zag
draven.
Ace naderde schroomvallig, al werd hij
door de eerzucht aangedreven. Hij reed naar
den rand der veranda, steeg af en begroette
zijn baas met een ernst, die vreemd afstak
bij zijn verlegenheid. Hij nam den stoel, dien
lollis hem aanwees, eine od den rand ervan
zitten en schoof onrustig heen en weer on
der Hollis' strakken blik.
porton heeft je zeker wel van mijn ge
dichten verteld", begon hij. Hij zag, dat Hol
lis knikte en vervolgde: „Wel, ik heb er hier
een bundeltje van, die ik je breng om eens
door te kijken. De menschen thuis zeiden al
tijd, dat ik een genie was. Maar ik geloof wel,
dat zij het een beetje te mooi maakten",
stemde hij bescheiden toe; „de menschen zijn
zoo zij maken alles graag een beetje mooier.
Maar en de oogen van het genie straal
den trotsch „ik geloof wel, dat ik een
klein beetje talent heb, waarvan hier het be
wijs is!" Iets zekerder dan bij zijn aankomst,
haalde hij nu een groot aantal vellen papier
te voorschijn, die hij op zijn knieën gladstreek.
„Misschien weet ik wel niet veel van spel
ling, stijl en dat soort dingen", merkte hij
op, „maar er zit heel wat in hetgeen ik ge
schreven heb. Neem bijvoorbeeld dit. Het is
een kleine ode aan den Nacht", dat ik
maakte op een avond, toen de jongens op één
oor lagen en niet opgingen in hun gevoelens
zooals ik.
„Houd ze maar hier en lees zelf". Hij over
handigde zijn papieren aan Hollis en stond
uit zijn stoel op. „Ik zal maar teruggaan naar
c\e anderen; Norton zei, dat ik naar een paar
afgedwaalde beesten moest gaan kijken en
ik wil hem niet laten wachten. Maar ik zou
graag een van die verzen in de Kicker ge
drukt zien alleen om de menschen in deze
streek te laten zien, dat zij een dichter in
hun midden hebben".
(Wordt vervolgd.)