UIT HET BUITENLAND Ook het kabinet Sarraut afgetreden. Van derLubbe herleefd Hoe de Duitsche „Winterhulp" werkt. MiRCURIUS HAVERMOUT 25 cent per pondspak VRIJDAG 24 NOVEMBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 3 Tijdens de debatten over de begrooting. Regeering stelde verscheidene malen de vertrouwenskwestie. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS FRANKRIJK. In de avondzitting van de Fransche Kamer zette de socialistische afgevaardigde Bedouce gisteren het socialistische tegenvoorstel uit een. dat het begrootingsevenwicht zou moeten herstellen. De socialistische fractie zou in ieder geval tegen den tekst der regeering en der financieele commissie stemmen, aangezien de regeering moreel verplicht is de politiek der meerderheid van Mei 1932 te volgen. Zoo niet, dan moet zij zeide Bedouce een nieuwe meer derheid zoeken. Albert Sarraut. De rechtsche afgevaardigde Marin stelde de noodzakelijkheid in het licht van een alge- meene bestuurshervorming, die echter slechts in volledige overeenstemming met de ambte naren van den staat kan worden ten uitvoer gelegd. De rapporteur generaal riep de Kamer op zoowel tegen het voorstel Marin als tegen dat der socialisten te stemmen. Minister-president Sarraut verklaarde ten slotte, dat de regeering in overeenstemmini met de financieele commissie beide tegenvoor stellen verwerpt en de kwestie van vertrouwen daartegenover stelt. Spr. was niet voornemens zich door eenigerléi manoeuvre een meerder heid te garandeeren, maar hij wil veeleer ook zonder dergelijke hulpmiddelen de ware re publikeinen om zich heen scharen. Sarraut richtte vervolgens harde woorden aan het adres van de socialisten. Hij, Sarraut, had slechts de politiek der radicaal socialisten te vertegenwoordigen. Maar daarom sluit hij zijn ooren niet voor verbeteringen, van welken kant die ook aangebracht worden. Toen spr. weigerde op verschillende door hem belange loos genoemde vragen te beantwoorden, riep men hem van uiterst links: „Dictator" toe. Op de vraag der neo-socialisten en van een links republikein inzake de 40-urige werkweek antwoordde Sarraut, dat een dergelijk belang rijke aangelegenheid van internationale draagwijdte een bijzondere bespreking ver- eischte. Hij vermeed echter de regeering in een of anderen vorm in dit opzicht vast te leggen. Herriot richtte nog een laatste beroep tot de afgevaardigden om alle partijbelangen achterop te stellen en alleen het algemeen welzijn van het volk onder oogen te zien. Het gelukte Herriot hiermede de tot het laatste oogenblik aarzelende fractie van Flan- din voor de regeering te winnen. In aansluiting hierop werd gestemd over een reeks amendementen, waartegen de re geering telkens weer de kwestie van vertrou wen stelde. Al deze amendementen werden verworpen met een meerderheid, die soms tot 200 stemmen opliep. Ook een op het laatste oogenblik nog ingediend voorstel tot ophef fing van artikel 6 b. werd verworpen en wel met 326 tegen 237 stemmen. Hedenmorgen ontvingen wij een telegram van Reuter, dat tijdens de Kamerdebatten het Kabinet Sarraut verslagen werd met 321 tegen 247 stemmen. De regeering trad daarna af. Engeland, Een handelsoorlog met Frankrijk op komst? De Daily Herald deelt mede, dat minister Runciman Frankrijk een tarief-ultimatum heeft overhandigd, dat zal leiden tot een handelsoorlog in December, indien geen over eenkomst tot stand komt. Naar het blad bericht is het ultimatum reeds aan den Franschen ambassadeur Carbin overhandigd. Engeland heeft verzocht de Fransche extra invoerrechten van 15 pCt. en de ontschepings rechten van 6 pCt. op te heffen. Indien Frankrijk dit weigert, dan zal, naar de Daily Herald bericht. Engeland op Fransche goederen eveneens 21 pCt. rechten heffen. Litwinof wil Tsaristische schulden afkoopen. Naar in politieke kringen in Washington verluidt heeft Litwinov de regeering der Ver- eenigde Staten een afkoopsom aangeboden voor de onder het Tsaristische regiem aange gane schulden, de Kerensky schulden en de Amerikaansche eischen tot schadeloosstel ling. De betalingsvoorwaarden zullen langs diplomatieken weg worden vastgesteld. De Tsaristische schulden en de eischen tot scha deloosstelling komen van particuliere zijde, terwijl de Kerensky schulden vorderingen der Amerikaansche regeering zijn. De Kerensky schulden-regeling zal dus door het Amerikaansche congres moeten worden be krachtigd. BRANDEND SCHIP TOT ZINKEN GEBRACHT. LONDEN, 23 November. (V. D.) Aan boord van het stoomschip Jamaica, dat in het Oost- Indië dok te Londen ligt, is brand uitgebro ken, zoodat het noodzakelijk werd geacht het schip tot zinken te brengen. Het schip mat 7473 ton en deed dienst voor het vervoer van zuidvruchten. Verslag van zijn gang door het gebouw. Zwijgen bij een critiek punt. Na de pauze tijdens de zitting van giste ren in het brandproces, liet de president verdachte v. d. Lubbe voor de rechterstafel komen. Hij zegt, dat hij hem nu nog eens grondig over de gebeurtenissen voor den brand wil ondervragen. De president wijst hem, evenals dat in de eerste procesdagen is geschied, op de verschillende uitlatingen, die in de protocollen voorkomen en "be trekking hebben op zijn gesprekken met communisten uit Neukölln. Van der Lubbe geeft slechts aarzelend en kort bevestigende antwoorden op de vragen en ondanks de aanmaning een geregelde be schrijving te geven van de gebeurtenissen, beperkt hij zich tot korte antwoorden. Hij verandert eerst van houding als de presi dent hem vraagt of de Neuköllners, met wie hij verscheiden dagen heeft omgegaan, communisten zijn geweest. Van der Lubbe, op opgewonden toon: Dat kan ik toch niet zeggen, of het communis ten waren President: Hebt u er dan niet met de menschen over gesproken? Hebt u niet ge vraagd of het communisten zijn? Van der Lubbe: Zooiets vraagt men niet President: Als u nu zegt niet te weten of het communisten waren, dan gelooven we u niet. Van der Lubbe: Ik antwoord op de vragen wat ik weet. President: Wanneer hebt u het plan op gevat den Rijksdag in brand te steken? Van der Lubbe: In den nacht van Vrijdag op Zaterdag. Ik herinner me, dat ik Zater dagmorgen het besluit nam. Daar heb ik met niemano over gesproken. President: Waarom niet? Van der Lubbe: Omdat ik het als mijn eigen zaak beschouwde. Dat heb ik toch allemaal al verteld, maar als het zoo be langrijk is, wil ik het nog wel eens her halen. De president vraagt vervolgens, waarom v. d. Lubbe naar Duitschland is gekomen. Van der LubbeIn verband met de nieuwe berichten uit Duitschland. Verdachte ont kent echter, dat hij hiermee, de regeering bedoelt. President: En de brandstichtingen? Van der Lubbe: Daartoe -heb ik zelf het besluit genomen. In antwoord op verdere vragen verklaart v d Lubbe. dat hij, toen hij het besluit vatte, het bureau van maatschappelijken steun en het Paleis in brand te steken, nog niet had gedacht aan den Rijksdag. Dit besluit, zoo verklaart hij, is eerst Maandag morgen genomen. Ook in Henoigsdorf heeft hij daaraan nog niet gedacht. President: Dat is zeer onwaarschijnlijk en ik geloof het niet. Van der Lubbe: Morgens, op weg van I-Iennigsdorf naar Berlijn, kwam de gedachte in mij op, een gebouw in brand te steken. Nadat ik in gedachten was nagegaan, welk gebouw hiervoor in aanmerking kwam, be sloot ik, in de Miillerstrasse gekomen, den Rijksdag in brand te steken. President: Dat zal niemand van u ge looven. Overigens hebben de geleerden vast gesteld, en ook het gezonde menschenver- stand leidt tot die conclusie, dat u den Rijksdagbrand niet alleen kunt hebben ge sticht. Van der Lubbe: Ik heb den brand ge sticht en de brand heeft zich vanzelf verder uitgebreid. President: En wie heeft het andere ge daan de voorbereiding? Van der Lubbe: Anders niemand. Nogmaals geeft v. d. Lubbe een korte schildering van de brandstichting in den Rijksdag en verklaart, in de groote zittings zaal eerst het gordijn te hebben aangesto ken. President: Dat klopt allemaal niet, want de deskundigen verklaren, dat het gor dijn in het geheel niet of slechts zeer moei lijk brandt. Van der Lubbe: Toch heeft het ge brand. President: Wij gelooven dat niet. omdat de brand, dien men later gezien heeft, er heel anders uitzag dan wanneer de brand stichting zou hebben plaats gehad zooals u dat verklaart. Dr. Bünger tracht dan te weten te komen wie Van der Lubbe den weg in den Rijksdag heeft gewezen. President: Was u reeds eerder in den Rijksdag geweest? Van der Lubbe: Neen President: Hoe kon u dan zoo vlug den weg vinden? Het is daar toch zeer don- ker? m Van der Lubbe: Ik ben op goed geluk af geloopen. President: Wie heeft u den weg gewe zen? Van der Lubbe: Dien heb ik zoo maar gevonden. President: Dat is ook niet waar. Wie in den Rijksdag komt. kan niet zoo snel den weg vinden. Iemand moet u minstens den weg hebben beschreven of u bent er reeds tevoren geweest. Van der Lubbe: Waarom is dat ook weer niet waar? Dr. Sack grijpt thans in het verhoor in en verzoekt den verdachte te vragen toch eens een aaneengeschakeld verhaal te geven, hoe hij de brandstichting heeft gepleegd? Van der Lubbe: Ik ben doorgeloopen, zoo ver ik kon en zoover ik brand kon stichten. Ik ben direct in de restauratie begonnen en tenslotte heb ik de groote zaal gevonden". Verdere details omtrent den weg, die Van der Lubbe heeft genomen kunnen slechts met moeite worden verkregen. Over het algemeen blijft Van der Lubbe bij zijn bewering, dat hij den weg „impulsief" heeft gevonden. President: Op het presidium was een lange vlam te zien en op de stoelen waren ook vlam men. geheel onafhankelijk van elkaar. Wilt u beweren, dat u op alle plaatsen afzonder lijk vlammen hebt veroorzaakt? Van der Lubbe: Ik heb niet beweerd, dat ik dat gedaan heb. President: Wie heeft het dan gedaan? Van der Lubbe: Ik heb alleen gezegd, dat ik het gordijn heb aangestoken. President: Wie heeft de rest gedaan? Van der Lubbe: Dat kan ik niet zeggen, dat moeten.... President: Wat wilde u verder zeggen? Van der Lubbe blijft zwijgen. President: Twee punten in uw opgaven zijn absoluut ongeloofwaardig. Ten eerste dat u eerst Maandag of in den nacht tevoren het besluit tot het stichten van den brand in den Rijksdag zoudt hebben genomen en ten twee de dat u den brand alleen zoudt hebben ge sticht. Dat is reeds onmogelijk door de vele afzonderlijke brandhaarden, bijvoorbeeld in de zittingzaal. Hebt u in de restauratie nog iets anders zien branden dan het gordijn? Van der Lubbe: Neen. ik heb niet meer zien branden dan ik heb aangestoken. President: Voor den rechter van instructie hebt u toch reeds eens gezegd: „Dat moeten de anderen zeggen". Wie zijn dan die ande ren?" Van der Lubbe: Dat heb ik niet gezegd. Oberreichsanwalt: Heeft verdachte vloei bare brandstof gehad? Van der Lubbe: Ik heb als brandmateriaal alleen vuurmakers gehad. Ik heb ook niets op de vuurmakers gestrooid maar ik heb ze met lucifers aangestoken. President: U hebt uw jas en hemd uitge trokken? Van der Lubbe: „Alleen om het vuur verder te verbreiden." President: Wanneer de Rijksdag zou zijn uitgebrand, wat zou er dan naar uw meening geschieden. In hoeverre zouden daarmede de arbeiders zijn geholpen? Van der Lubbe: Dat kan ik niet zeggen. Ik heb gedacht, dat de brand zou kunnen bij dragen tot de door mij gedachte ontwikke ling tot wijziging van den tegenwoordigen opbouw der maatschappij. President: En wat hebben de anderen er van verwacht? Van der Lubbe: Welke anderen? President; Dat anderen er bij waren, daar van moeten wij blijven uitgaan. Van der Lubbe geeft hierop verder geen antwoord. Op een vraag van den rechter Coenders hoe hij zich dan gedacht had uit het bran dende Rijksdaggebouw te komen, antwoordt v. d. Lubbe dat hij daarover in het geheel niet heeft gedacht. De Oberreichsanwalt: Hebt u zich met op zet in den Rijksdag laten arresteeren? Hoe dacht u uit den Rijksdag te ontvluchten? Van der Lubbe: Ik heb gewacht tot de zaak afgeloopen was. De Oberreichsanwalt: U hebt vroeger ge zegd dat u heelemaal niet wilde vluchten. Van der Lubbe geeft dit toe. President: Heeft iemand u gezegd, dat u zich moest laten arresteeren? Van der Lubbe: Daar heb ik met niemand over gesproken. Dr. Werner: Het zou toch mogelijk kun nen zijn, dat anderen den Rijksdag in brand hebben gestoken en wilden, dat u alleen de schuld op u zoudt nemen. Van der Lubbe: Ik heb er heelemaal niet over gedacht, of ik daar zou wachten of zou wegloopen. Verdachte Dimitrof stelt een aantal vragen, doch ondanks het verzoek van den voorzit ter, komt hij telkens op politiek terrein, zoo dat de president zich tenslotte genoodzaakt ziet hem het woord te ontnemen. Ook dr. Sack stelt eenige vragen, welke door Van der Lubbe in dien zin worden be antwoord, dat hij geen medeplichtigen heeft gehad, dat hij Dimitrof, Popof en Tanef, evenals Torgler voor het proces nooit heeft gezien en dat hij vóór de brandstichting nooit in den Rijksdag is geweest. Op een vraag of iemand hem uit Neder land gehaald heeft, antwoordt hij ontken nend. Hij is uit vrijen wil naar Duitschland gegaan. Van der Lubbe zegt dan nog eens, dat hij voor zich alleen een vonnis wil hebben, voor hetgeen hij zelf heeft gedaan. ,.U kunt mij toch gelooven", verklaart hij. „dat ik den Rijksdag in brand heb gestoken". (Opwin ding). Torgler stelt nog eenige vragen over de syn dicalistische of anarchistische meeningen van Van der Lubbe, die zegt hiervan geen verstand te hebben. Hij verklaart slechts eens in de krant van de „Algemeene Arbeiders Unie" te hebben gelezen. In antwoord op verdere vragen van den president antwoordt v. d. Lubbe, dat hij bij de brandstichting stemmen heeft gehoord en juist daarom nog snel in den corridor brand gesticht heeft. Hij wilde voor hij gepakt werd. nog op zooveel mogelijk punten brand stich ten. In de plenaire zittingzaal was van te voren niets; hij heeft die zaal zelf in brand gestoken. Dimitrof: Ik geloof dat v. d. Lubbe zelf van meening was, dat hij alleen was. Misschien heeft hij er echter te voren met iemand over gesproken en is daardoor een misbruikt werk tuig geworden. Van der Lubbe ontkent- dit opnieuw. De president verdaagt daarop de zitting tot Vrijdagmorgen. DE PUBLICATIES VAN DE „PETIT PARISIEN". 50.000 MARK VOOR DENGENE DIE DE ECHTHEID KAN BEWIJZEN. BERLIJN, 23 Nov. (Wolff) De .Berliner Lokal-Anzeiger" protesteert in zijn ochtend blad van Vrijdag in zeer scherpe bewoordin gen tegen de beweringen en de ophitsing van de „Petit Parisien" en looft voor het op helderen en leveren der bewijzen voor de echtheid der beweerde documenten een be looning van 50.000 Mark uit. Het blad deelt mede: De Scherl-uitgeverij looft de som van 50.000 Rijksmark uit aan dengene. die het onweer legbaar bewijs levert, dat de door de „Petit Parisien" gepubliceerde beweerde instructies omtrent de Duitsche doeleinden op buiten- landsch politiek gebied, welke naar het heet door een Berlijnsche propaganda-in- stantie aan alle buitenlandsche vertegen woordigingen zouden zijn toegezonden, wer kelijk in den gepubliceerden vorm en met den gepubliceerden inhoud door een verantwoor delijke instantie van het Duitsche Rijk zijn uitgevaardigd. Steun ook aan niet-Ariërs. (Van onzen Berlijnschen Correspondent) Zondag heeft geen mensch in Duitschland langs 's heeren wegen gewandeld zonder de „Christrose" als quitantie voor het straat offertje van den dag aan „Winterhulp". Af gezien van de algemeene offervaardigheid, geen mensch zou het ook zonder dat ken- teeken hebben durven wagen. Verleden week op den grooten stern-Zondag werd het voorgeschreven offertje gequiteerd aan de stembus met een koperen schildje, waarop het „ja" van den dag. Geen mensch voelde zich buitenshuis zeker zonder dat schildje op de. borst dat immers ook het bewijs was, dat hij aan zijn kiesplicht had voldaan. Het is waarlijk geen verbeelding, dat ik 's middags op de wandeling menig scheel, maar ook menig schoon oog gericht zag op mijn blanco borst. Zoo groot was de Einigkeit en algemeene Verbundenheit, dat dames en heeren met het schildje den niet gedecoreerde op straat aanspraken, om hem vriendelijk verwonderd te vragen, wat 'm scheelde en of hij wel wist, dat hij net nog een kwartiertje of zoo de tijd had, om zich het eeremetaal te verwerven. De Berliner Lokal-Anzeiger vertelt van een roerende ont moeting met een van onze 1243 landgenooten in Berlijn. Ik ben 't niet geweest. Daar ging zoo'n enkeling zonder het koperen schild een zaam zijns weegs. Maar!! in zijn wezen, in zijn klaar open oog lag iets aantrekkelijks. Men voelde zich bewogen, hem deelnemend te vragen wat er wel aan haperde. „Ach", zuchtte hij met een glimlach, waarin een zee van bezieling en vele vele druppels weemoed „ik mag niet kiezen, ik ben Hollander, ik draag mijn „ja" voor Hitler in mijn hart en zou 't wel willen uitbrullen over alle gren zen". Een vochtig oog, een warme handdruk zeiden toen meer dan duizend woorden had den kunnen zeggen. Ja! Zoo zijn er ook. Je doel van daag aan den dag niet graag aan politiek en daarom spreken wij liever over hutspot, waarover we het allen eens zijn. Allen! Hollanders en arische en niet-arische Duitschers. Dat kostelijk gerecht heeft de Berlijnsche vereeniging „Hollandio" hier in gevoerd. En alle trouwe Duitschers, die ik ken. eten op den officieel voorgeschreven „Eintopftag" hutspot. De eerste Zondag van elke maand is n.l. de Zondag der naasten liefde, de Eintopftag", waarop het middag- uit één enkele gerecht moet bestaan, waar van de verschillende ingrediënten in één pot samen gaar gekookt worden, zooals onze ver maarde hutspot. De rijksregeering, die dit voorschrijft, beoogt daarmee „de goede oude Duitsche burgerpot weer in alle Duitsche ge zinnen te brengen", opdat ook in de eterij de eenigheid en het onderling verband ge demonstreerd worde. Maar ook en vooral beoogt zij voor de Win terhulp een belangrijke opbrengst aan geld. Zij veronderstelt, dat in zeer vele ge zinnen gewoonlijk voor het middagmaal op Zondag extra kosten worden gemaakt, al thans dat het meer kost dan hutspot in de verschillende samenstellingen. Het verschil in prijs moet op den Eintopftag door elk gezin gestort worden in de kas van de Winterhulp. Aanvankelijk ging in Berlijn een leger van 136.000 jongelui op dien Zondag in de huizen dit geld ophalen en noteerde daarbij namen en bedragen, ter controle der gevers even zeer als der inzamelaars. Nu is dit voor elk huis met zijn 10 tot 20 gezinnen opgedragen aan een der bewoners. Het officieel schildje aan de deur „Wir helfen" vrijwaart niet voor deze geldinzameling. Aan particulieren, die 20 pCt. hunner inkomsten belasting maan delijks offeren voor Winterhulp wordt dit schildje verstrekt, dat vrijwaart voor de ver schillende andere collectes van dit hulp werk. In de restaurants mogen op dien dag slechts een-pot-gerechten worden opgediend. Alle extras zijn streng verboden. De hutspot ten mogen den restaurateurs zelf niet meer kosten dan 40 pfennig. Zij moeten echter hun gasten van een halve tot 3 en 4 Mark in rekening brengen, naar gelang zij gewoon lijk voor een vol diner berekenen. Wat zij meer dan 50 pfennig voor éénmaal ontvangen, moet aan de kas van Winterhulp worden af gedragen. Het succes schijnt aan de ver wachtingen ten volle te beantwoorden. Niet populair was de wijze, waarop zoo menig officieel subaltern nazimannetje den menschen aanschreef, aan hun offerplicht te voldoen. Die brieven waren dikwijls geschre ven in een bevelstoon die onver dragelijk was, vlegelachtig. Zoo'n wijkmeestertje zond ijve rig zijn pamfletjes rond, als hij vond, dat hij met de inzameling in zijn wijk niet genoeg eer inlegde. Velen joeg hij daarmee schrik op het lijf, maar er waren er ook, die hem ge ducht onder handen namen en dan dat schrijven met hun klacht „hooger op" in zonden. Het resultaat was altijd, dat zoo'n vlegeltje direct uit al zijn eerepostjes werd gezet. Krasse aanmaningen zijn trouwens geheel overbodig, want er wordt door allen veel en vrijwillig geofferd. En van hoogerhand wordt allen, die met gevers en bedeelden in aan raking komen voorkomendheid en tact op het hart gedrukt. Hier moet alle politieke en andere vooringenomenheid vermeden worden. Weldoende hulp voor allen, die hulp behoeven. Ook zij, die zoo geslagen zijn, door de harde rassen-politiek worden nu geholpen. Vooral in het Berlijnsche Westen wonen dp niet-ariërs, de Joden, die allengs tot armoede vervallen of reeds tot den bedelstaf zijn ge bracht. Velen zijn nog verbonden aan ver plichtingen, die zij in beter dagen konden aangaan en wonen in veel te dure woningen, enkelen kunnen er zich nog doorslaan door het verhuren van kamers. Armoede is er echter onder hen overheerschend. Om elk conflict uit den weg te gaan. heeft Winter hulp hier Joodsche bemiddelaars aangesteld met wien alleen zij in contact komen. Voor geschreven is ook hier nu, dat deze hulpbe hoevenden bij Winterhulp in niets ten achter staan bij de andere. „Als politicus, meneer, scatoeer ik je, als mensch leg ik pap op je hoofd". H. L. DUITSCHE VISCHTRAWLER VERGAAN. HAMBURG, 23 November (V. D.) Volgens het „Hamburger Tageblatt" wordt uit Cux- haven gemeld, dat de vischtrawler uit die stad .Neufundland" van de Nordsee-Deut- sche-Hochseefischerei-Bremen-Kuxhaven A. G. ten Noorden van IJsland bij Skagata is ondergegaan. De bemanning kon door den trawler „Celle" gered worden en is onderweg naar de thuishaven SETTLE STEEG TOT 18300 M. BINNENKORT NOG EEN POGING. NEW-YORK, 23 November (V. D.) De Amerikaansche stratosfeervliegers hebben, naar officieel is vastgesteld, een hoogte van 61.237 feet (ongeveer 18.300 M.) bereikt. Amerikaansche vliegerskringen beschouwen de vlucht van Settle als een recordprestatie, Settle heeft de bedoeling binnenkort opnieuw een stratosfeertocht te maken om dan te trachten een hoogte van 24000 M. te bereiken. LOS ANGELOS DOOR VUURZEE BEDREIGD. WONINGEN VAN FILMSTERREN VERNIELD. LOS ANGELOS. 23 November (V.D.) Een sedert Dinsdagnacht in het naburige Haines Canyon woedende boschbrand breidt zich ten gevolge van de droogte en begunstigd door den krachtigen wind onophoudelijk uit in de richting van de stad Los Angeles. De vlam men hebben reeds de voorstad Tujunga be reikt en tal van buitenverblijven van film sterren uit Hollywood vernietigd. 15.000 gal lons kostbare oude wijn zijn een prooi der vlammen geworden. De bevolking van Tujun ga, welke 2800 koppen telt, zou zich reeds voorbereiden op vluchten. De verpleegden der ziekenhuizen zijn reeds naar elders ver voerd. De schade wordt reeds op anderhalf millioen dollar geraamd. 2000 brandweerlieden en vrijwilligers zijn opgeroepen om het vuur te bestrijden. ACTIE TEGEN DE JODEN NOG NIET AFGELOOPEN. NIEUWE BEPERKINGEN VOOR ARTSEN. BERLIJN, 23 Nov. (V.D.) Een zoo juist gepubliceerde verordening van den Rijksmi nister van Arbeid over de toelating van art sen, tandartsen en tandtechnici bij zieken fondsen treft nieuwe bepalingen. Volgens de ze zullen tot nader order in steden met meer dan honderdduizend inwoners artsen, die van niet-arische afstamming zijn, niet meer bij wettelijke ziekenfondsen worden toegelaten. Deze regeling is noodzakelijk geworden, om dat juist in de groote steden nog een groote wanverhouding tusschen arische en niet-ari sche artsen bij de ziekenfondschen bestaat. Tot dusver konden niet-arische artsen bij de ziekenfondsen worden toegelaten of blij ven, wanneer hun vaders of zonen in den we reldoorlog gevallen waren. Uit billijkheidsoverwegingen bepaalt de nieuwe verordening dat deze uitzondering ook geldt in gevallen, wanneer de echtgenoot van een niet-arische vrouwelijke arts in den we reldoorlog gevallen is. Ditzelfde geldt voor vrouwelijke tandartsen en tandtechnici. HET KIND AT BIJNA NIET EN HOESTTE MAAR DOOR. „Ons kind kreeg hevige aanvallen van slijmhoest. Het kind werd hoe langer hoe zwakker, at bijna niets en hoestte maar door. Het had het zoo benauwd, dat wij vaak dach ten dat hij in een hoestbui zou blijven. Geen enkel geneesmiddel hielp hem, totdat wij op het gelukkige idee kwamen eens Abdijsi roop te probeeren. Na één flesch kwam er veel slijm los, hetgeen groote verlichting gaf en na 3 flesschen Abdijsiroop was onze lieve kleine weer gezond". Zoo schreef ons mevr. F. v. L., wier origineele brief voor ieder ter inzage ligt Als Uw lieve kleine kinkhoest heeft, kunt Ge met Abdijsiroop de angstaanjagende be nauwdheden verminderen, de slijmoplossing vermeerderen en de ademhaling vergemak kelijken. Daarmede bestrijdt Ge en voorkomt Ge het hijgen en het afmattende, hoesten zult Ge zien verminderen en ophouden. Dank zij haar bijzondere samenstelling uit kruiden extracten heeft Akker's Abdijsiroop een bui tengewoon geneeskrachtige werking bij aan doeningen der ademhalingsorganen, zooals Hoest, Bronchitis, Asthma, Slijm en Kink hoest. Thans per flesch f 1.f 1,50 en f 2.75. Abdijsiroop-Bonbons („gestolde" Abdijsiroop) voor buitenshuis 35 cent en 60 cent per doos. (Adv. Ingez. Med.) NEDERLANDSCH FABRIKAAT (Adv. Ingez. Med.) ACENDA VRIJDAG 24 NOVEMBER Stadsschouwburg: Ver. Schouwspelers. „Daar klopt iets niet." 8.15 uur. Kleverparkweg 15: Conferentie voor niet- Katholieken. 8.30 uur. Palace: „Droom van het geluk".. Tooneel: P. en R. Band. 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: „De Luchtpost". 8.15 uur. Rembrandt Theater: „De bloem van Ha- wai". 7 en 9.15 uur. Cabaret „La Gaité" Raaks. Dansen en Ca baretnummers. Frans Halsmuseum: Crisistentoonstelling „Kunst S. O. S.". 105 uur. Gebouw H. K. B.: Bazar Het Brokkenhuis. 25. 810.30 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij. ZATERDAG 25 NOVEMBER Stadsschouwburg: N.V. Amsterd. Tooneel- ver „Eindexamen" 8 uur. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. Cabaret „La Gaité" Raaks. Dansen en Ca baretnummers. Frans Halsmuseum: Crisistentoonstelling „Kunst s. O. S.". 10—5 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 3