UIT HET BUITENLAND
Ook het kabinet Sarraut afgetreden.
Van derLubbe herleefd
Hoe de Duitsche
„Winterhulp" werkt.
MiRCURIUS
HAVERMOUT
25 cent per pondspak
VRIJDAG 24 NOVEMBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
3
Tijdens de debatten over de begrooting. Regeering
stelde verscheidene malen de vertrouwenskwestie.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS
FRANKRIJK.
In de avondzitting van de Fransche Kamer
zette de socialistische afgevaardigde Bedouce
gisteren het socialistische tegenvoorstel uit
een. dat het begrootingsevenwicht zou moeten
herstellen. De socialistische fractie zou in ieder
geval tegen den tekst der regeering en der
financieele commissie stemmen, aangezien de
regeering moreel verplicht is de politiek der
meerderheid van Mei 1932 te volgen. Zoo niet,
dan moet zij zeide Bedouce een nieuwe meer
derheid zoeken.
Albert Sarraut.
De rechtsche afgevaardigde Marin stelde de
noodzakelijkheid in het licht van een alge-
meene bestuurshervorming, die echter slechts
in volledige overeenstemming met de ambte
naren van den staat kan worden ten uitvoer
gelegd. De rapporteur generaal riep de Kamer
op zoowel tegen het voorstel Marin als tegen
dat der socialisten te stemmen.
Minister-president Sarraut verklaarde ten
slotte, dat de regeering in overeenstemmini
met de financieele commissie beide tegenvoor
stellen verwerpt en de kwestie van vertrouwen
daartegenover stelt. Spr. was niet voornemens
zich door eenigerléi manoeuvre een meerder
heid te garandeeren, maar hij wil veeleer ook
zonder dergelijke hulpmiddelen de ware re
publikeinen om zich heen scharen. Sarraut
richtte vervolgens harde woorden aan het
adres van de socialisten. Hij, Sarraut, had
slechts de politiek der radicaal socialisten te
vertegenwoordigen. Maar daarom sluit hij zijn
ooren niet voor verbeteringen, van welken
kant die ook aangebracht worden. Toen spr.
weigerde op verschillende door hem belange
loos genoemde vragen te beantwoorden, riep
men hem van uiterst links: „Dictator" toe.
Op de vraag der neo-socialisten en van een
links republikein inzake de 40-urige werkweek
antwoordde Sarraut, dat een dergelijk belang
rijke aangelegenheid van internationale
draagwijdte een bijzondere bespreking ver-
eischte. Hij vermeed echter de regeering in
een of anderen vorm in dit opzicht vast te
leggen.
Herriot richtte nog een laatste beroep tot
de afgevaardigden om alle partijbelangen
achterop te stellen en alleen het algemeen
welzijn van het volk onder oogen te zien.
Het gelukte Herriot hiermede de tot het
laatste oogenblik aarzelende fractie van Flan-
din voor de regeering te winnen.
In aansluiting hierop werd gestemd over
een reeks amendementen, waartegen de re
geering telkens weer de kwestie van vertrou
wen stelde. Al deze amendementen werden
verworpen met een meerderheid, die soms tot
200 stemmen opliep. Ook een op het laatste
oogenblik nog ingediend voorstel tot ophef
fing van artikel 6 b. werd verworpen en wel
met 326 tegen 237 stemmen.
Hedenmorgen ontvingen wij een telegram
van Reuter, dat tijdens de Kamerdebatten
het Kabinet Sarraut verslagen werd met 321
tegen 247 stemmen. De regeering trad daarna
af.
Engeland,
Een handelsoorlog met
Frankrijk op komst?
De Daily Herald deelt mede, dat minister
Runciman Frankrijk een tarief-ultimatum
heeft overhandigd, dat zal leiden tot een
handelsoorlog in December, indien geen over
eenkomst tot stand komt.
Naar het blad bericht is het ultimatum
reeds aan den Franschen ambassadeur
Carbin overhandigd.
Engeland heeft verzocht de Fransche extra
invoerrechten van 15 pCt. en de ontschepings
rechten van 6 pCt. op te heffen.
Indien Frankrijk dit weigert, dan zal,
naar de Daily Herald bericht. Engeland op
Fransche goederen eveneens 21 pCt. rechten
heffen.
Litwinof wil Tsaristische
schulden afkoopen.
Naar in politieke kringen in Washington
verluidt heeft Litwinov de regeering der Ver-
eenigde Staten een afkoopsom aangeboden
voor de onder het Tsaristische regiem aange
gane schulden, de Kerensky schulden en de
Amerikaansche eischen tot schadeloosstel
ling. De betalingsvoorwaarden zullen langs
diplomatieken weg worden vastgesteld. De
Tsaristische schulden en de eischen tot scha
deloosstelling komen van particuliere zijde,
terwijl de Kerensky schulden vorderingen
der Amerikaansche regeering zijn. De
Kerensky schulden-regeling zal dus door het
Amerikaansche congres moeten worden be
krachtigd.
BRANDEND SCHIP TOT ZINKEN
GEBRACHT.
LONDEN, 23 November. (V. D.) Aan boord
van het stoomschip Jamaica, dat in het Oost-
Indië dok te Londen ligt, is brand uitgebro
ken, zoodat het noodzakelijk werd geacht
het schip tot zinken te brengen. Het schip
mat 7473 ton en deed dienst voor het vervoer
van zuidvruchten.
Verslag van zijn gang door
het gebouw.
Zwijgen bij een critiek punt.
Na de pauze tijdens de zitting van giste
ren in het brandproces, liet de president
verdachte v. d. Lubbe voor de rechterstafel
komen. Hij zegt, dat hij hem nu nog eens
grondig over de gebeurtenissen voor den
brand wil ondervragen. De president wijst
hem, evenals dat in de eerste procesdagen
is geschied, op de verschillende uitlatingen,
die in de protocollen voorkomen en "be
trekking hebben op zijn gesprekken met
communisten uit Neukölln.
Van der Lubbe geeft slechts aarzelend en
kort bevestigende antwoorden op de vragen
en ondanks de aanmaning een geregelde be
schrijving te geven van de gebeurtenissen,
beperkt hij zich tot korte antwoorden. Hij
verandert eerst van houding als de presi
dent hem vraagt of de Neuköllners, met wie
hij verscheiden dagen heeft omgegaan,
communisten zijn geweest.
Van der Lubbe, op opgewonden toon: Dat
kan ik toch niet zeggen, of het communis
ten waren
President: Hebt u er dan niet met de
menschen over gesproken? Hebt u niet ge
vraagd of het communisten zijn?
Van der Lubbe: Zooiets vraagt men
niet
President: Als u nu zegt niet te weten
of het communisten waren, dan gelooven we
u niet.
Van der Lubbe: Ik antwoord op de vragen
wat ik weet.
President: Wanneer hebt u het plan op
gevat den Rijksdag in brand te steken?
Van der Lubbe: In den nacht van Vrijdag
op Zaterdag. Ik herinner me, dat ik Zater
dagmorgen het besluit nam. Daar heb ik
met niemano over gesproken.
President: Waarom niet?
Van der Lubbe: Omdat ik het als mijn
eigen zaak beschouwde. Dat heb ik toch
allemaal al verteld, maar als het zoo be
langrijk is, wil ik het nog wel eens her
halen.
De president vraagt vervolgens, waarom
v. d. Lubbe naar Duitschland is gekomen.
Van der LubbeIn verband met de nieuwe
berichten uit Duitschland. Verdachte ont
kent echter, dat hij hiermee, de regeering
bedoelt.
President: En de brandstichtingen?
Van der Lubbe: Daartoe -heb ik zelf het
besluit genomen.
In antwoord op verdere vragen verklaart
v d Lubbe. dat hij, toen hij het besluit
vatte, het bureau van maatschappelijken
steun en het Paleis in brand te steken, nog
niet had gedacht aan den Rijksdag. Dit
besluit, zoo verklaart hij, is eerst Maandag
morgen genomen. Ook in Henoigsdorf heeft
hij daaraan nog niet gedacht.
President: Dat is zeer onwaarschijnlijk en
ik geloof het niet.
Van der Lubbe: Morgens, op weg van
I-Iennigsdorf naar Berlijn, kwam de gedachte
in mij op, een gebouw in brand te steken.
Nadat ik in gedachten was nagegaan, welk
gebouw hiervoor in aanmerking kwam, be
sloot ik, in de Miillerstrasse gekomen, den
Rijksdag in brand te steken.
President: Dat zal niemand van u ge
looven. Overigens hebben de geleerden vast
gesteld, en ook het gezonde menschenver-
stand leidt tot die conclusie, dat u den
Rijksdagbrand niet alleen kunt hebben ge
sticht.
Van der Lubbe: Ik heb den brand ge
sticht en de brand heeft zich vanzelf verder
uitgebreid.
President: En wie heeft het andere ge
daan de voorbereiding?
Van der Lubbe: Anders niemand.
Nogmaals geeft v. d. Lubbe een korte
schildering van de brandstichting in den
Rijksdag en verklaart, in de groote zittings
zaal eerst het gordijn te hebben aangesto
ken.
President: Dat klopt allemaal niet, want
de deskundigen verklaren, dat het gor
dijn in het geheel niet of slechts zeer moei
lijk brandt.
Van der Lubbe: Toch heeft het ge
brand.
President: Wij gelooven dat niet. omdat
de brand, dien men later gezien heeft, er
heel anders uitzag dan wanneer de brand
stichting zou hebben plaats gehad zooals u
dat verklaart.
Dr. Bünger tracht dan te weten te komen
wie Van der Lubbe den weg in den Rijksdag
heeft gewezen.
President: Was u reeds eerder in den
Rijksdag geweest?
Van der Lubbe: Neen
President: Hoe kon u dan zoo vlug den
weg vinden? Het is daar toch zeer don-
ker? m
Van der Lubbe: Ik ben op goed geluk af
geloopen.
President: Wie heeft u den weg gewe
zen?
Van der Lubbe: Dien heb ik zoo maar
gevonden.
President: Dat is ook niet waar. Wie in
den Rijksdag komt. kan niet zoo snel den
weg vinden. Iemand moet u minstens den
weg hebben beschreven of u bent er reeds
tevoren geweest.
Van der Lubbe: Waarom is dat ook weer
niet waar?
Dr. Sack grijpt thans in het verhoor in en
verzoekt den verdachte te vragen toch eens
een aaneengeschakeld verhaal te geven, hoe
hij de brandstichting heeft gepleegd?
Van der Lubbe: Ik ben doorgeloopen, zoo
ver ik kon en zoover ik brand kon stichten.
Ik ben direct in de restauratie begonnen en
tenslotte heb ik de groote zaal gevonden".
Verdere details omtrent den weg, die Van
der Lubbe heeft genomen kunnen slechts met
moeite worden verkregen. Over het algemeen
blijft Van der Lubbe bij zijn bewering, dat hij
den weg „impulsief" heeft gevonden.
President: Op het presidium was een lange
vlam te zien en op de stoelen waren ook vlam
men. geheel onafhankelijk van elkaar. Wilt
u beweren, dat u op alle plaatsen afzonder
lijk vlammen hebt veroorzaakt?
Van der Lubbe: Ik heb niet beweerd, dat
ik dat gedaan heb.
President: Wie heeft het dan gedaan?
Van der Lubbe: Ik heb alleen gezegd, dat
ik het gordijn heb aangestoken.
President: Wie heeft de rest gedaan?
Van der Lubbe: Dat kan ik niet zeggen,
dat moeten....
President: Wat wilde u verder zeggen?
Van der Lubbe blijft zwijgen.
President: Twee punten in uw opgaven zijn
absoluut ongeloofwaardig. Ten eerste dat u
eerst Maandag of in den nacht tevoren het
besluit tot het stichten van den brand in den
Rijksdag zoudt hebben genomen en ten twee
de dat u den brand alleen zoudt hebben ge
sticht. Dat is reeds onmogelijk door de vele
afzonderlijke brandhaarden, bijvoorbeeld in
de zittingzaal. Hebt u in de restauratie nog
iets anders zien branden dan het gordijn?
Van der Lubbe: Neen. ik heb niet meer zien
branden dan ik heb aangestoken.
President: Voor den rechter van instructie
hebt u toch reeds eens gezegd: „Dat moeten
de anderen zeggen". Wie zijn dan die ande
ren?"
Van der Lubbe: Dat heb ik niet gezegd.
Oberreichsanwalt: Heeft verdachte vloei
bare brandstof gehad?
Van der Lubbe: Ik heb als brandmateriaal
alleen vuurmakers gehad. Ik heb ook niets op
de vuurmakers gestrooid maar ik heb ze met
lucifers aangestoken.
President: U hebt uw jas en hemd uitge
trokken?
Van der Lubbe: „Alleen om het vuur verder
te verbreiden."
President: Wanneer de Rijksdag zou zijn
uitgebrand, wat zou er dan naar uw meening
geschieden. In hoeverre zouden daarmede de
arbeiders zijn geholpen?
Van der Lubbe: Dat kan ik niet zeggen. Ik
heb gedacht, dat de brand zou kunnen bij
dragen tot de door mij gedachte ontwikke
ling tot wijziging van den tegenwoordigen
opbouw der maatschappij.
President: En wat hebben de anderen er
van verwacht?
Van der Lubbe: Welke anderen?
President; Dat anderen er bij waren, daar
van moeten wij blijven uitgaan.
Van der Lubbe geeft hierop verder geen
antwoord.
Op een vraag van den rechter Coenders
hoe hij zich dan gedacht had uit het bran
dende Rijksdaggebouw te komen, antwoordt
v. d. Lubbe dat hij daarover in het geheel
niet heeft gedacht.
De Oberreichsanwalt: Hebt u zich met op
zet in den Rijksdag laten arresteeren? Hoe
dacht u uit den Rijksdag te ontvluchten?
Van der Lubbe: Ik heb gewacht tot de zaak
afgeloopen was.
De Oberreichsanwalt: U hebt vroeger ge
zegd dat u heelemaal niet wilde vluchten.
Van der Lubbe geeft dit toe.
President: Heeft iemand u gezegd, dat u
zich moest laten arresteeren?
Van der Lubbe: Daar heb ik met niemand
over gesproken.
Dr. Werner: Het zou toch mogelijk kun
nen zijn, dat anderen den Rijksdag in brand
hebben gestoken en wilden, dat u alleen de
schuld op u zoudt nemen.
Van der Lubbe: Ik heb er heelemaal niet
over gedacht, of ik daar zou wachten of zou
wegloopen.
Verdachte Dimitrof stelt een aantal vragen,
doch ondanks het verzoek van den voorzit
ter, komt hij telkens op politiek terrein, zoo
dat de president zich tenslotte genoodzaakt
ziet hem het woord te ontnemen.
Ook dr. Sack stelt eenige vragen, welke
door Van der Lubbe in dien zin worden be
antwoord, dat hij geen medeplichtigen heeft
gehad, dat hij Dimitrof, Popof en Tanef,
evenals Torgler voor het proces nooit heeft
gezien en dat hij vóór de brandstichting nooit
in den Rijksdag is geweest.
Op een vraag of iemand hem uit Neder
land gehaald heeft, antwoordt hij ontken
nend. Hij is uit vrijen wil naar Duitschland
gegaan.
Van der Lubbe zegt dan nog eens, dat hij
voor zich alleen een vonnis wil hebben, voor
hetgeen hij zelf heeft gedaan. ,.U kunt mij
toch gelooven", verklaart hij. „dat ik den
Rijksdag in brand heb gestoken". (Opwin
ding).
Torgler stelt nog eenige vragen over de syn
dicalistische of anarchistische meeningen van
Van der Lubbe, die zegt hiervan geen verstand
te hebben. Hij verklaart slechts eens in de
krant van de „Algemeene Arbeiders Unie" te
hebben gelezen.
In antwoord op verdere vragen van den
president antwoordt v. d. Lubbe, dat hij bij de
brandstichting stemmen heeft gehoord en
juist daarom nog snel in den corridor brand
gesticht heeft. Hij wilde voor hij gepakt werd.
nog op zooveel mogelijk punten brand stich
ten. In de plenaire zittingzaal was van te
voren niets; hij heeft die zaal zelf in brand
gestoken.
Dimitrof: Ik geloof dat v. d. Lubbe zelf van
meening was, dat hij alleen was. Misschien
heeft hij er echter te voren met iemand over
gesproken en is daardoor een misbruikt werk
tuig geworden.
Van der Lubbe ontkent- dit opnieuw.
De president verdaagt daarop de zitting tot
Vrijdagmorgen.
DE PUBLICATIES VAN DE
„PETIT PARISIEN".
50.000 MARK VOOR DENGENE DIE DE
ECHTHEID KAN BEWIJZEN.
BERLIJN, 23 Nov. (Wolff) De .Berliner
Lokal-Anzeiger" protesteert in zijn ochtend
blad van Vrijdag in zeer scherpe bewoordin
gen tegen de beweringen en de ophitsing van
de „Petit Parisien" en looft voor het op
helderen en leveren der bewijzen voor de
echtheid der beweerde documenten een be
looning van 50.000 Mark uit. Het blad deelt
mede:
De Scherl-uitgeverij looft de som van 50.000
Rijksmark uit aan dengene. die het onweer
legbaar bewijs levert, dat de door de „Petit
Parisien" gepubliceerde beweerde instructies
omtrent de Duitsche doeleinden op buiten-
landsch politiek gebied, welke naar het
heet door een Berlijnsche propaganda-in-
stantie aan alle buitenlandsche vertegen
woordigingen zouden zijn toegezonden, wer
kelijk in den gepubliceerden vorm en met den
gepubliceerden inhoud door een verantwoor
delijke instantie van het Duitsche Rijk zijn
uitgevaardigd.
Steun ook aan niet-Ariërs.
(Van onzen Berlijnschen Correspondent)
Zondag heeft geen mensch in Duitschland
langs 's heeren wegen gewandeld zonder de
„Christrose" als quitantie voor het straat
offertje van den dag aan „Winterhulp". Af
gezien van de algemeene offervaardigheid,
geen mensch zou het ook zonder dat ken-
teeken hebben durven wagen.
Verleden week op den grooten stern-Zondag
werd het voorgeschreven offertje gequiteerd
aan de stembus met een koperen schildje,
waarop het „ja" van den dag. Geen mensch
voelde zich buitenshuis zeker zonder dat
schildje op de. borst dat immers ook het
bewijs was, dat hij aan zijn kiesplicht had
voldaan. Het is waarlijk geen verbeelding,
dat ik 's middags op de wandeling menig
scheel, maar ook menig schoon oog gericht
zag op mijn blanco borst. Zoo groot was de
Einigkeit en algemeene Verbundenheit, dat
dames en heeren met het schildje den niet
gedecoreerde op straat aanspraken, om hem
vriendelijk verwonderd te vragen, wat 'm
scheelde en of hij wel wist, dat hij net nog
een kwartiertje of zoo de tijd had, om zich
het eeremetaal te verwerven. De Berliner
Lokal-Anzeiger vertelt van een roerende ont
moeting met een van onze 1243 landgenooten
in Berlijn. Ik ben 't niet geweest. Daar ging
zoo'n enkeling zonder het koperen schild een
zaam zijns weegs. Maar!! in zijn wezen, in
zijn klaar open oog lag iets aantrekkelijks.
Men voelde zich bewogen, hem deelnemend te
vragen wat er wel aan haperde. „Ach",
zuchtte hij met een glimlach, waarin een zee
van bezieling en vele vele druppels weemoed
„ik mag niet kiezen, ik ben Hollander, ik
draag mijn „ja" voor Hitler in mijn hart en
zou 't wel willen uitbrullen over alle gren
zen". Een vochtig oog, een warme handdruk
zeiden toen meer dan duizend woorden had
den kunnen zeggen. Ja! Zoo zijn er ook. Je
doel van daag aan den dag niet graag aan
politiek en daarom spreken wij liever over
hutspot, waarover we het allen eens zijn.
Allen! Hollanders en arische en niet-arische
Duitschers. Dat kostelijk gerecht heeft de
Berlijnsche vereeniging „Hollandio" hier in
gevoerd. En alle trouwe Duitschers, die ik
ken. eten op den officieel voorgeschreven
„Eintopftag" hutspot. De eerste Zondag van
elke maand is n.l. de Zondag der naasten
liefde, de Eintopftag", waarop het middag-
uit één enkele gerecht moet bestaan, waar
van de verschillende ingrediënten in één pot
samen gaar gekookt worden, zooals onze ver
maarde hutspot. De rijksregeering, die dit
voorschrijft, beoogt daarmee „de goede oude
Duitsche burgerpot weer in alle Duitsche ge
zinnen te brengen", opdat ook in de eterij
de eenigheid en het onderling verband ge
demonstreerd worde.
Maar ook en vooral beoogt zij voor de Win
terhulp een belangrijke opbrengst aan
geld. Zij veronderstelt, dat in zeer vele ge
zinnen gewoonlijk voor het middagmaal op
Zondag extra kosten worden gemaakt, al
thans dat het meer kost dan hutspot in de
verschillende samenstellingen. Het verschil in
prijs moet op den Eintopftag door elk gezin
gestort worden in de kas van de Winterhulp.
Aanvankelijk ging in Berlijn een leger van
136.000 jongelui op dien Zondag in de huizen
dit geld ophalen en noteerde daarbij namen
en bedragen, ter controle der gevers even
zeer als der inzamelaars. Nu is dit voor elk
huis met zijn 10 tot 20 gezinnen opgedragen
aan een der bewoners. Het officieel schildje
aan de deur „Wir helfen" vrijwaart niet voor
deze geldinzameling. Aan particulieren, die
20 pCt. hunner inkomsten belasting maan
delijks offeren voor Winterhulp wordt dit
schildje verstrekt, dat vrijwaart voor de ver
schillende andere collectes van dit hulp
werk.
In de restaurants mogen op dien dag
slechts een-pot-gerechten worden opgediend.
Alle extras zijn streng verboden. De hutspot
ten mogen den restaurateurs zelf niet meer
kosten dan 40 pfennig. Zij moeten echter
hun gasten van een halve tot 3 en 4 Mark in
rekening brengen, naar gelang zij gewoon
lijk voor een vol diner berekenen. Wat zij
meer dan 50 pfennig voor éénmaal ontvangen,
moet aan de kas van Winterhulp worden af
gedragen. Het succes schijnt aan de ver
wachtingen ten volle te beantwoorden.
Niet populair was de wijze, waarop zoo
menig officieel subaltern nazimannetje den
menschen aanschreef, aan hun offerplicht te
voldoen. Die brieven waren dikwijls geschre
ven in een bevelstoon die onver dragelijk was,
vlegelachtig. Zoo'n wijkmeestertje zond ijve
rig zijn pamfletjes rond, als hij vond, dat hij
met de inzameling in zijn wijk niet genoeg
eer inlegde. Velen joeg hij daarmee schrik op
het lijf, maar er waren er ook, die hem ge
ducht onder handen namen en dan dat
schrijven met hun klacht „hooger op" in
zonden. Het resultaat was altijd, dat zoo'n
vlegeltje direct uit al zijn eerepostjes werd
gezet.
Krasse aanmaningen zijn trouwens geheel
overbodig, want er wordt door allen veel en
vrijwillig geofferd. En van hoogerhand wordt
allen, die met gevers en bedeelden in aan
raking komen voorkomendheid en tact op
het hart gedrukt. Hier moet alle politieke
en andere vooringenomenheid vermeden
worden. Weldoende hulp voor allen, die hulp
behoeven. Ook zij, die zoo geslagen zijn, door
de harde rassen-politiek worden nu geholpen.
Vooral in het Berlijnsche Westen wonen dp
niet-ariërs, de Joden, die allengs tot armoede
vervallen of reeds tot den bedelstaf zijn ge
bracht. Velen zijn nog verbonden aan ver
plichtingen, die zij in beter dagen konden
aangaan en wonen in veel te dure woningen,
enkelen kunnen er zich nog doorslaan door
het verhuren van kamers. Armoede is er
echter onder hen overheerschend. Om elk
conflict uit den weg te gaan. heeft Winter
hulp hier Joodsche bemiddelaars aangesteld
met wien alleen zij in contact komen. Voor
geschreven is ook hier nu, dat deze hulpbe
hoevenden bij Winterhulp in niets ten achter
staan bij de andere.
„Als politicus, meneer, scatoeer ik je, als
mensch leg ik pap op je hoofd".
H. L.
DUITSCHE VISCHTRAWLER VERGAAN.
HAMBURG, 23 November (V. D.) Volgens
het „Hamburger Tageblatt" wordt uit Cux-
haven gemeld, dat de vischtrawler uit die
stad .Neufundland" van de Nordsee-Deut-
sche-Hochseefischerei-Bremen-Kuxhaven A.
G. ten Noorden van IJsland bij Skagata is
ondergegaan. De bemanning kon door den
trawler „Celle" gered worden en is onderweg
naar de thuishaven
SETTLE STEEG TOT 18300 M.
BINNENKORT NOG EEN POGING.
NEW-YORK, 23 November (V. D.) De
Amerikaansche stratosfeervliegers hebben,
naar officieel is vastgesteld, een hoogte van
61.237 feet (ongeveer 18.300 M.) bereikt.
Amerikaansche vliegerskringen beschouwen
de vlucht van Settle als een recordprestatie,
Settle heeft de bedoeling binnenkort opnieuw
een stratosfeertocht te maken om dan te
trachten een hoogte van 24000 M. te bereiken.
LOS ANGELOS DOOR VUURZEE
BEDREIGD.
WONINGEN VAN FILMSTERREN VERNIELD.
LOS ANGELOS. 23 November (V.D.) Een
sedert Dinsdagnacht in het naburige Haines
Canyon woedende boschbrand breidt zich ten
gevolge van de droogte en begunstigd door
den krachtigen wind onophoudelijk uit in de
richting van de stad Los Angeles. De vlam
men hebben reeds de voorstad Tujunga be
reikt en tal van buitenverblijven van film
sterren uit Hollywood vernietigd. 15.000 gal
lons kostbare oude wijn zijn een prooi der
vlammen geworden. De bevolking van Tujun
ga, welke 2800 koppen telt, zou zich reeds
voorbereiden op vluchten. De verpleegden
der ziekenhuizen zijn reeds naar elders ver
voerd. De schade wordt reeds op anderhalf
millioen dollar geraamd. 2000 brandweerlieden
en vrijwilligers zijn opgeroepen om het vuur
te bestrijden.
ACTIE TEGEN DE JODEN NOG
NIET AFGELOOPEN.
NIEUWE BEPERKINGEN VOOR ARTSEN.
BERLIJN, 23 Nov. (V.D.) Een zoo juist
gepubliceerde verordening van den Rijksmi
nister van Arbeid over de toelating van art
sen, tandartsen en tandtechnici bij zieken
fondsen treft nieuwe bepalingen. Volgens de
ze zullen tot nader order in steden met meer
dan honderdduizend inwoners artsen, die van
niet-arische afstamming zijn, niet meer bij
wettelijke ziekenfondsen worden toegelaten.
Deze regeling is noodzakelijk geworden, om
dat juist in de groote steden nog een groote
wanverhouding tusschen arische en niet-ari
sche artsen bij de ziekenfondschen bestaat.
Tot dusver konden niet-arische artsen bij
de ziekenfondsen worden toegelaten of blij
ven, wanneer hun vaders of zonen in den we
reldoorlog gevallen waren.
Uit billijkheidsoverwegingen bepaalt de
nieuwe verordening dat deze uitzondering ook
geldt in gevallen, wanneer de echtgenoot van
een niet-arische vrouwelijke arts in den we
reldoorlog gevallen is. Ditzelfde geldt voor
vrouwelijke tandartsen en tandtechnici.
HET KIND AT BIJNA NIET EN
HOESTTE MAAR DOOR.
„Ons kind kreeg hevige aanvallen van
slijmhoest. Het kind werd hoe langer hoe
zwakker, at bijna niets en hoestte maar door.
Het had het zoo benauwd, dat wij vaak dach
ten dat hij in een hoestbui zou blijven. Geen
enkel geneesmiddel hielp hem, totdat wij
op het gelukkige idee kwamen eens Abdijsi
roop te probeeren. Na één flesch kwam er veel
slijm los, hetgeen groote verlichting gaf en na
3 flesschen Abdijsiroop was onze lieve kleine
weer gezond". Zoo schreef ons mevr. F. v. L.,
wier origineele brief voor ieder ter inzage ligt
Als Uw lieve kleine kinkhoest heeft, kunt
Ge met Abdijsiroop de angstaanjagende be
nauwdheden verminderen, de slijmoplossing
vermeerderen en de ademhaling vergemak
kelijken. Daarmede bestrijdt Ge en voorkomt
Ge het hijgen en het afmattende, hoesten zult
Ge zien verminderen en ophouden. Dank zij
haar bijzondere samenstelling uit kruiden
extracten heeft Akker's Abdijsiroop een bui
tengewoon geneeskrachtige werking bij aan
doeningen der ademhalingsorganen, zooals
Hoest, Bronchitis, Asthma, Slijm en Kink
hoest. Thans per flesch f 1.f 1,50 en f 2.75.
Abdijsiroop-Bonbons („gestolde" Abdijsiroop)
voor buitenshuis 35 cent en 60 cent per doos.
(Adv. Ingez. Med.)
NEDERLANDSCH FABRIKAAT
(Adv. Ingez. Med.)
ACENDA
VRIJDAG 24 NOVEMBER
Stadsschouwburg: Ver. Schouwspelers.
„Daar klopt iets niet." 8.15 uur.
Kleverparkweg 15: Conferentie voor niet-
Katholieken. 8.30 uur.
Palace: „Droom van het geluk".. Tooneel:
P. en R. Band. 7 en 9.15 uur.
Luxor Theater: „De Luchtpost". 8.15 uur.
Rembrandt Theater: „De bloem van Ha-
wai". 7 en 9.15 uur.
Cabaret „La Gaité" Raaks. Dansen en Ca
baretnummers.
Frans Halsmuseum: Crisistentoonstelling
„Kunst S. O. S.". 105 uur.
Gebouw H. K. B.: Bazar Het Brokkenhuis.
25. 810.30 uur.
Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan
dags. Toegang vrij.
ZATERDAG 25 NOVEMBER
Stadsschouwburg: N.V. Amsterd. Tooneel-
ver „Eindexamen" 8 uur.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
Cabaret „La Gaité" Raaks. Dansen en Ca
baretnummers.
Frans Halsmuseum: Crisistentoonstelling
„Kunst s. O. S.". 10—5 uur.