„Binnenlandsche Zaken" aangenomen. TENTOONSTELLING Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING BIOSCOOP. STA TEN- GENERAAL ZATERDAG 25 NOVEMBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD HET TOONEEL. DOOR INSPANNING UITSPANNING. EEN CELOOVICE. Het is een eigenaardige gewaarwording een tooneeiwerk te zien spelen, dat je 25 jaren geleden geschreven hebt. Je staat er wel heel anders tegenover dan in den tijd, toen het ontstond, je ziet ailes meer critisch en ont dekt fouten, welke je niet meer zoudt ma ken. als je het stuk nog eens schrijven moest. Maar niemand zal van mij verlangen, dat ik mijn eigen stuk hier op de snijtafel dei- kritiek leg. Ik ben de vereeniging Door In spanning Uitspanning erkentelijk, dat ze „Een Geloovige" nog eens voor het voetlicht heeft gebracht en zal mij enkel bij de op voering bepalen. Gemakkelijk heeft D.I.U. het zich met de keuze van dit Indisch tooneelspel niet ge maakt. Het stelt hooge eischen aan de drie hoofdpersonen en ook de decormoeilijkheden zijn niet gering. Het was duidlijk aan alles te zien, dat de regisseur, de heer W. Plantinga de opvoering ernstig had voorbereid. Daar waren allereerst de door hem zelf ontworpen décors, die de Indische sfeer zeer goed weer gaven. Vooral in het tweede bedrijf met het huis van Van Walsem op den achter grond zag het tooneel er bijzonder goed uit en hier werkte ook de verlichting mede om ons de stemming van een Indischer. maanavond te suggereeren. Een compliment ook voor de tropen-kleeding. Dat was op een enkel foutje na, zooals de zwarte schoe nen en zwarte kousen bij de witte pakken in I in orde. Ook in het samenspel was de goede Tegie merkbaar. De groepen werden over het alge meen op natuurlijke wijze gevormd en weer los gewikkeld en het avondpartijtje in TT onderscheidde zich door losheid van groepee ring en beweging. Wij hebben dit wel eens anders gezien. Natuurlijk werden er ook wel eenige fouten gemaakt. Zoo is het niet denk baar, dat de gasten in n zouden heengaan zonder allen afscheid te hebben genomen van de gastvrouw, maar dat zijn van die vergis singen, welke men over het hoofd ziet, als het geheel natuurlijk loopt. Het discours vlotte niet altijd even goed en er waren nu en dan kleine haperingen, die bij betere rolkennis van enkele spelers en bij langer studie vermeden hadden kunnen wor den. Maar ik erken, dat het met zulk een groot ensemble altijd moeilijk is om precies op tijd in te vallen en telkens weer den na tuurlijken conversatietoon te treffen. Dat dit laatste weinig te wenschen overliet, is een complimentje waard. In Een Geloovige zijn eigenlijk maar drie rollen, Van Randwijk, Threes en Van Wal sem; al het andere is bijwerk en moet enkel als „ensemble" worden beoordeeld. De drie hoofdrollen stellen aan de spelers zeer hooge eischen, vooral ook omdat het in dit stuk op fijne nuanceering aankomt. Mevrouw Klaver-Vonk, die de rol van Threes vervulde, is een dilettante, die zeker spelen .kan. Zij beweegt zich gemakkelijk op het tooneel, heeft een heldere spreekstem, die zij goed gebruikt en ik kon in haar spel veel waardeeren, al bleek zij niet steeds te gen deze zeer zware rol opgewassen te zijn. Verreweg het best was zij in het groote ge sprek met dominee Randwijk in I, dat door beiden in juisten toon en stemming werd ge speeld. In de dramatische tooneelen zou zij meer indruk hebben gemaakt, wanneer zij minder uitbundig en larmoyant ware ge weest. Threes cacheert haar verdriet zoo veel mogelijk. Het moet wel telkens voelbaar zijn door haar gesluierde stem en intonatie maar pas tegen het slot als zij naar Randwijk te rugkeert en hem als 't ware smeekt haar te beschermen, breekt de smart geheel los en geeft zij zich geheel zooals zij is. Toch heb ik respect voor de ernst waarmee mevrouw Kla ver speelde en zij heeft met de haar beschik bare kracht reeds aardig wat bereikt. Van Walsem zie ik als een ruwen, ver indischten kerel, maar achter zijn ruwheid zit toch een hartelijk fond. Hij is meer grof dan slecht. De heer Mourik speelde hem in het eerste bedrijf wat te veel naar den sterk antipathieken kant. Het viel hem moeilijk om den juisten toon te treffen. Hij werd echter hoe langer hoe beter en zoowel in de groote scène met Threes in II als in het slottooneel met Randwijk speelde hij veel meer in de goede richting. Het slot wanneer hij Rand wijk terug duwt zou meer indruk hebben gemaakt, als dat spontaner en vlugger ge speeld ware. De heer Plantinga had zelf de rol van Randwijk op zich genomen. Hij heeft in deze rol zeer goede dingen gedaan, maar hij schoot nog te kort, waar hij warmte en gloed moest geven. Ik heb het ten zeerste gewaardeerd, dat hij alles vermeed om opzettelijk braaf te schijnen. Hij was de goede mensch meer dan de prediker en dat was zeer juist gezien. Heel goed was hij in zijn gesprek met Trees in I en uitstekend zelfs in het tooneel met dominé Van Baaien, dat dank zij ook het spel van den heer Wouda het beste deel van den avond werd. Maar wanneer de liefde hem ge heel beheerscht, had ik meer warmte en in nigheid van hem verwacht. Dan is hij immers nite meer alleen de „geloovige", maar boven al mensch. Van het diepe medelijden en zijn verdriet bleek nu wel wat te weinig. Een woord van lof voor Wouda's dominee Van Baaien. Deze rol was als geheel 'n meeste af. Wat 'n prachtigen kop had de kapper hem gemaakt. En in Wouda's stem klonken wel volkomen medegevoel en warmte door. Al waren er dus tekortkomingen en hoe zou dit anders te verwachten zijn bij een zoo moeilijk stuk als Een Geloovige er viel ook heel veel te waardeeren. Plantinga heeft ernstig gewerkt en de resultaten daarvan heb ik met genoegen gezien. J. B. SCHUIL. J. C. TIELE M. HEYNES KUNSTZAAL REEKER WAGENWEG 102 - 10-7 - ZOND. 2—4 UUR (Adv. Ingez. Med.) Nieuwe grondslagen der graphologie. schrijvers Broder Christiansen en Eli Ca- ap zeggen in hun voorwoord in dit boekje de inleiding te geven tot die toekom stige graphologie, die als wetenschap zal kun nen optreden. Zij streven er naar van deze uit andere gebieden (biologie, gestalte-psy- chologie) toevloeiende inzichten den tot nu toe onbekenden gemeenschappelijken wortel te vinden en gelooven dien gevonden te heb ben in wat het middelpunt van alle levens uitingen is en dus ook van het handschrift: het rhythme. Ds vertaling is vn Xeno Mün- ninghoff de uitgave van Van Loghum Slate rus Mr"N.v. te Arnhem. door KAREL DE JONG. Concerten voor piano en orkest zijn er in de komende week in verscheidenheid te hoo- ren. Er is veel bekends maar er is ook onbe kends onder. Tot de bekende concerten reke nen we in de eerste plaats dat in Es van Liszt dat ik in den laatsten tijd minder vaak in de radioprogramma's aantrof dan een poos ge leden, toen het elk oogenbiik voorkwam. Een analyse in groote trekken van dit werk, dat in één doorloopend geheel een cyclisch ver band van verschillende onderdeelen (Intro ductie, Adagio, Scherzo, en Finale) bevat, heb ik vroeger reeds gegeven Nu het Zondag door Hilversum zal worden uitgezonden en dus, wegens de nabijheid van het omroepsta- tion, ook door minder selectieve of kostbare toestellen goed zal kunnen worden opgevan gen en weergegeven wil ik er nog even op wijzen; men zal zonder moeite de indeeling, de thema's en de brillante instrumenteering herkennen. In de tweede plaats noemen we de concerten van Beethoven, waarvan ik de eerste drie aangekondigd zag. Alfred Cortot zal het eerste, dat chronologisch eigenlijk het tweede is spelen (Daventry. Woensdag). De traditie van Mozart heerscht nog in den vorm en in een groot deel van de klavier- schrijfwijze: hier en daar bemerkt men af wijkingen, zoo b.v. in het octavenglissando. dat na de doorwerking de terugkeer van het hoofdthema inleidt; een technische figuur, die ik bij Mozart nooit aangetroffen heb, maar die door de meeste pianisten niet als zoodanig gespeeld wordt, omdat ze op onze diep-aanslaande vleugels minder gemakke lijk uitvoerbaar is dan op de Weenet kla vieren uit Beethoven's tijd. Ook het Adagio, m.i. het meest waardevolle en persoonlijke gedeelte van het concert vertoont kenmerken van een schrijfwijze, die aan Mozart vreemd was, b.v. in de triolen begeleidingsfiguur met de quasi-pizzicato bassen in de linkerhand waartegen het hoofdthema in polyrythmiek ligt. Maar het allermeest vindt men Beetho ven terug in de klankkleur der orkestpartij. Het tweede concert, dat het opusgetal 19 draagt, is over 't geheel nog minder oorspron kelijk dan op. 15. Marcelle Meyer zal Zondag (London Reg.) het derde concert, op. 37 spe len. Of de anti-romantische natuur van deze technisch-eminente Fransche pianiste zich goed voor de vertolking van Beethoven leent zullen we moeten afwachten. Met name in het Largo zou wel eens een merkbaar tekort aan gevoel voor het cantabele element voor den dag kunnen komen. Intusschen mogen we niet anticipeeren op wat misschien een verrassing blijken zal Het derde concert ver schilt formeel en klavier-technisch nog niet veel van de vorige, althans wat de beide Al legro's betreft, maar er spreekt toch reeds een andere geest uit de muzikale taal, een geest, die we ook in Beethoven's strijkkwar tet op. 18 no. 4 en vioolsonate op. 30 no. 2 aantreffen. De toonsoort c.kl.t. is dus niet het eenige verwantschapskenmerk van deze drie werken. De octavenglissando's, waarover ik hierbo ven schreef vindt men ook in het Prestissi mo, dat het Rondo van Beethoven s Wald- steinsonate op. 53 besluit en hier zelfs in veel moeilijker vorm, nl. rythmisch ingedeeld en afwisselend rechts en links in tegenbewe ging. Echter vermijden ook in dit geval de meeste pianisten ze schuw en offeren liever óf het tempo, of de octaven op. Maar ik kan verzekeren, dat ze, goed glissando uitgevoerd, heel wat brillanter klinken dan de surrogaten. In het Concertstück op 79 van Weber (Mimchen, Zondag) komen glissandi voor'in tegenovergestelde richting als de eerstbedoel de, n.l. voor rechts van onder naar boven. Zulke zijn nog gevaarlijker dan de andere, omdat de op den nagel gekromde 4de of 5de vinger gevaar loopt den nagelriem tot bloe dens toe te verwonden aan den kant der toetsen. Tot de weinig bekende concerten moeten we de beide rekenen, die Walter Gieseking Maandagavond voor de microfoon van Bero- munster zal spelen. Het ligt dus voor de hand dat deze uitzending door velen met be langstelling zal worden tegemoet gezien. Ook de Symphonie voor piano en orkest van Szy- manowski. dat door den componist Vrijdag avond te Boekarest zal worden voorgedragen kan, de ondervinding omtrent andere zijner werken in aanmerking genomen, interessant en misschien zelfs mooi zijn. Interessant lijkt me ook de Woensdag avond-uitzending van Brussel Fr., waar de vertolking van de drie pianostukken van Ravel, die samen „Gaspard de la Nuit" beti teld zijn, voorafgegaan zal worden door de voordracht van de verzen van Aloys Ber- trand. die aanleiding tot de muzikale verklan king hebben gegeven. Ten dienste van hen. voor wie het verstaan der poëzie moeilijkhe den op mocht leveren, wil ik in herinnering brengen, dat de gezamenlijke titel zooveel beduidt als „nachtmerrie". De drie stukken heeten respectievelijk „Ondine", „Le Gibet" en „Scarbo". „Ondine" is een speel- en min zieke waternimf, die den dichter in zijn bed lastig valt en hem naar haar onderwatersche woning wil meetronen, maar op zijn repliek, dat hij de voorkeur aan een bovenwatersch sterfelijk meisje geeft, boos en smitier wordt, in een valsch lachen uitbarst en in een wolk van schuim verdwijnt. In „Le Gibet" schijnt met een irriteerende monotonie een klokje te tingelen: het is het lichaam van een gehan gene, dat tegen de galg bengelt en door de stralen der avondzon rossig beschenen wordt „Scarbo" is een boosaardige dwerg, die des nachts zijn onheilspellend en angstaanjagend geklop doet hooren: die tot de afmetingen van een reus aangroeit, den slapende op de borst gaat zitten en hem dreigt te verstikken. Zooals men ziet, zijn het geen plezierige voor stellingen, maar men moet erkennen dat ze door Ravel met groote virtuositeit en ver beeldingskracht in muziek gezet zijn. Ze stel len echter aan den pianist zeer hooge eischen Het strijkkwartet, dat Donderdagnam. voor de Hilversumsche microfoon zal optreden verdient onze belangstelling, omdat het uit leden van een der omroeporkesten is samen gesteld. En het kwartet van Mozart, dat zij zullen spelen verdient die belangstelling om dat het zoo mooi is. Brigitte Helm. CINEMA PALACE. Droom van geluk. Cinema Palace brengt deze week een van de aardig ste Duitsche films uit den laatsten tijd. .Traum vom Glück", vervaardigd onder leiding van den re gisseur Johannes Meyer. vereenigt allerlei hoedanig heden in zich. welke een film aantrekke- f lijk maken. Het sce- WéL ik -JL ,~i nario is bevattelijk van compositie en zit toch vol span ning; de geschiede nis speelt in een fo tografisch boeiende omgeving, waardoor de toeschouwer met de hoofdpersonen per auto wordt rondgeleid; deze hoofdpersonen, Brigitte Helm, Gustav Gründgens en Wolfgang Lebeneiner wekken de belangstelling door markante gezichten en vlot spel. Droom van geluk is een detective-film, maar niet in het huiveringwekkende genre. Bijna vergeet men soms den crimineelen ach tergrond onder den indruk van de bekoorlijk heid der personen en situaties. Dat het den vervaardiger met deze misdaad geen ernst is geweest, blijkt trouwens uit de parodiale scènes, welke door de sobere uitwerking toch ook weer niet in het komieke vervallen. De geestige inzet bewijst al dadelijk, dat we hier ondanks alle schavuiterijen niet zullen rillen en griezelen. Er wonen te Parijs een be kende juwelier en een bekende zenuwarts. Ze kennen elkaar alleen van naam, maar weten van eikaars particuliere aangelegenheden niets af. Zoo is het mogelijk, dat de vrouw van den zenuwarts bij den juwelier een duur parelsnoer bestelt en de vrouw van den juwelier op het spreekuur van den zenuwarts klaagt over de eigenaardige geestesgesteldheid van haar man, die de gewoonte heeft rekeningen aan te bie den voor gefingeerde leveranties. Als de juwelier om kwart over zes volgens opdracht van de doktersvrouw het parelsnoer komt bezorgen, heeft, de juweliersvrouw den dokter, of eigenlijk is hij professor, voor bereid op de komst van haar molenden echt genoot. Terwijl de mannen elkaar door een voor beiden onbegrijpelijk misverstand in de haren vliegen, stuift de vrouw met het parelsnoer in een auto langs velden en wegen, om de buit in veiligheid te brengen. Maar deze Olga (door Brigitte Helm verpersoonlijkt) heeft zelf weinig pleizier van haar oplichterij, daar ze slechts de handlangster is van een koelbloe- digen schurk, dien Gustav Gründgens zoo realistisch belichaamt, dat den toeschouwer de handen jeuken om hem onschadelijk te maken. Het publiek wordt echter teleurgesteld, want juist op het oogenbiik, dat het meent, zijn rechtsgevoel bevredigd te zien. blijkt Alexander de justitie te glad af te zijn. De rechercheurs, die hem te pakken hebben ge kregen, zijn pseudo-rechercheurs en in wer kelijkheid leden van de internationale boeven- bende, die haar vertakkingen in Parijs, de Rivièra en Spanje heeft. Door deze drie gebieden voert ons Olga, meestal per auto, doch ook per zeiboot. Schitterende natuurtafereelen krijgen haar onzichtbare medereizigers te genieten. Maar niet alleen schitterende natuurtafereelen en mondaine milieu's, maar ook sportieve avon turen, waarbij de zesdaagsche maar kinder spel is. Olga is op dezen tocht met het parelsnoer niet alleen; haar vergezelt Pierre in de per soon van Wolfgang Lebeneiner, die dezen jon- gensachtigen minnaar in den soberen stijl van heel het samenspel speelt. Pierre is agent voor een auto-fabriek en maakt een propagan- da-tocht, waarop hij het meisje ontmoet. Er ontwikkelt zich een idylle, welke door het lieflijke kader van het landschap picturaal en door een zoetklinkende instrumentale en vocale begeleiding musicaal wordt versterkt. Maar de netelige situatie, waarin de dievegge verkeert en de voortdurende inmenging van haar handlangers en tenslotte ook van de politie verstoren dezen kortstondigen „droom van geluk". Het rechtsgevoel moge door de inhechtenisneming van het drietal misdadi gers bevrediging vinden, het romantisch ge moed voelt zich te kort gedaan, wanneer de kinderlijke Pierre, eenzaam achtergebleven, op een muur een politie-plakkaat met het portret van zijn aangebedene ontdekt, van wie „aanhouding verzocht" wordt. Neen, een „happy end" is dit niet! Brigitte Helm, wier optreden onder leiding van Meyer men zich nog uit ,.Eine von uns" (Een meisje van heden) herinnert, boeit ook in deze film weer door haar eigenaardig Her mes-profiel en door het vreemde, cameleon- tische van haar gelaat, dat, gelijk heel haar weinig gepassioneerde figuur een ietwat nuch- teren indruk maakt, maar in zijn flegmatische soberheid toch zeer welsprekend werkt. De groote gebeurtenis van de afgeloopen week, de Tweede Zesdaagsche, is door Poly goon in optima forma op het doek gebracht, zoodat men, ook zonder zich aan de moeite en het ongerief van het gedrang zelf te hebben blootgesteld, een sterken indruk bekomt van de sportieve prestaties van onze wielrenners envan hun welsprekendheid! De zesdaagsche wordt voortgezet in de tee kenfilm, waarin geen wielrenners maar hon den een wedloop houden. De S. R.-band zorgt voor de noodige af wisseling tijdens de pauze. H. G. CANNEGIETER. REMBRANDT THEATER. Martha Eggert als Bloem van Hawaii. De operette Die Blume van Hawaii van Paul Abraham is bekend en bemind, en zoo valt het niet te verwonderen dat er een film gemaakt werd, om de reputatie verder te verbreiden. De blonde en zeer goedlachsche Martha Eggert werd uitgekozen om de Bloem van Hawaii te zijn en inderdaad maakt zij als zoo danig geen slechten indruk, daargelaten, dat de ware bloemen van Hawaii zoo blond niet zijn. Mar tha Eggert zingt be hoorlijk en zij kan erg koddige dans pasjes maken en waar komt het anders op aan in een operette film? Op niemendal anders. Het verhaal en de intrige en de lo gische lijn en zulke zaken, die moet men maar een beetje vergeten bij een operette en zeker bij de Bloem van Hawaii, want als de liedjes gezongen zijn en er is naar genoegen geminnekoosd, dan heeft het eerlijk gezegd voor het overige niet zooveel om het lijf. Er zijn bekende wijzen in, zooals „My Golden Baby", die al eenigen tijd geleden veel opgang gemaakt hebben en die nu nog wel een aan gename herinnering zijn. Behalve Martha Eggert speelt Ernst Verebes in een hoofdrol, maar voor werkelijk sterk spel biedt deze klucht nu eenmaal niet veel gelegenheid. Er werkt op het tooneel van het Rembrandt Theater een heer, die er in geslaagd is met goochelarij toch nog iets oorspronkelijks te vertoonen en zulks is een niet geringe ver dienste die dan ook behoorlijke waardeering vindt. Inderdaad, de „Hollandsch-Amerikaan- sche illusionist" Jan Haeoort heeft niet zoo zeer door zijn toeren, als wel door de „con férence" met oude middelen een nieuw num mer opgebouwd. Men ziet in het Polygoonnieuws Den Pijn rijden en zijn kornuiten en zelfs hoort men den winnaar van den Zesdaagsche spreken en Wals zeggen, dat hij zoo zenuwachtig is. Hetgeen een sensatie op zich zelf is, die Poly goon ons toch maar weer met journalistieken spoed heeft voor gezet Langs de Donau. De serie populair-wetenschappelijke voor stellingen in het Rembrandt Theater op Zondagmorgen zal morgen worden voortge zet met. een alleraardigste film, die de Donau en haar oevers vertoont. Men maakt voor het grootste deel een reis per boot mee. die zeer interessant is door de fraaie kijkjes op oevers en plaatsen daarop. Ook in die plaat sen heeft de operateur zich gewaagd en daar vele beelden vastgelegd op den gevoeligen band. Stadsschoon, kleederdraehten en volks dansen heeft opgenomen en tot een alleszins beizenswaardige film tezamengevoegd. De fo tografie is soms uitmuntend en men zal. wanneer men Zondagmorgen het Rembrandt Theater bezoekt, een zeer genoeglijk uurtje daar doorbrengen. LUXOR SOUND THEATER. De Luchtpost, epos van het vlieger leven. Van der Meulen's hu welijk en de Zesdaagsche. Twee evenementen, die deze week in het middenpunt der belangstelling hebben ge staan, beleven wij in het voorprogramma. Het huwelijk van onzen nationalen Gejus en de Amsterdarnsche Zesdaagsche. De feestdag in Bloemendaal is door Orion Profilti op aller aardigste wijze vereeuwigd en geeft een goed beeld van de spontane huldiging- die den ge- vierden H. F. C.'er en zijn echtgenoote ten deel viel. Van den zesdagenrit zijn een aan- Ralph Bellamy en Lilian Bond in trDe luchtpost". tal interessante beelden opgenomen, aan het einde komen de gelukkige winnaars Pijnen burg en Wals nog even voor de microfoon om met een kort woord hun gevoelens tot uit drukking te brengen. Er is verder in het gedeelte voor de pauze o.m. een film over de jacht op eenden, een klucht van de avontuurlijke Taxi-boys en een koddig tee ken filmpje, dat een serie niet-alle- caagscne gebeurtenissen in een museum laat zien. Als hoofdfilm gaat „De Luchtpost", een imposante schildering van het leven der ver keersvliegers in een onherbergzaam stuk Ame rika. Deze rolprent dient men allereerst to prijzen om de werkelijk voortreffelijke op nemingen van de machtige luchtreuzen. Het gedender der motoren, het opstijgen van zoo'n log gevaarte, de onheilspellende aanblik van het vliegtuig in de mist, de verbeten strijd in storm en regen, al deze fragmenten van het epos zijn op indrukwekkende wijze weergegeven. Dan worden er verscheidene staaltjes van gedurfde luchtacrobatiek ten beste gegeven, die zelfs den nuchtersten be zoeker in volvoering moeten brengen. Waar de regisseur vooral ook den nadruk op heeft willen leggen, is de groote verant woordelijkheid. die de onverschrokken lucht- helden hebben te dragen. De geschiedenis zelve laat zich feitelijk moeilijk navertellen. Zij is uitermate span nend en stelt twee karakters tegenover el kaar, welke door Ralph Bellamy en Pat O'Brien zeer scherp worden uitgebeeld. Een prachtig type maakte Slim Summerville van den stoicijnschen mecanicien. De vrouwelijke hoofdpersoon, vertolkt door Gloria Stuwart en Lilian Bond, dienen evenzeer genoemd te worden. Resumeerend biedt het theater deze week een programma, dat wij een woord van aan beveling niet willen onthouden. TWEEDE KAMER. Allerlei over de post en radio. 24 November. Het was vandaag de dag van minister De Wilde. Immers Binnenlandsche Zaken werd afgehandeld. En de P.T.T. begrooting welke tot groote vrenugde van de meesten der sprekers, bij Binn. Zaken is onderge bracht werd zoover afgedaan, dat de minis ter Dinsdagmiddag zijn antwoordrede houden kan. De minister toonde zich een krachtig re geerder. Allereerst sprak de minister over de kleine partijen. Hij heeft het advies gevraagd van het Centraal Stembureau over al deze pro blemen. De minister zei nadrukkelijk in de bur gerwachten geen fascistische stroomingen te zullen dulden. Hij geloofde dat de klagers op dit punt ietwat hebben overdreven. Wat niet wegneemt, dat hij opnieuw door een interdepartementale commissie de zaak zal laten onderzoeken. De autonomie der gemeenten was 's mi nisters volgende punt. Hij acht de autono mie een kostbaar goed, maar het moet be waard worden. Er zal spoedig een wetsontwerp verschij nen, waarbij voor een kleine gemeente toe passing wordt gevraagd van art. 144 c"?r Grondwet 4e lid. Dit 4e lid maakt het mo gelijk een wettelijke voorziening te treffen bij grove verwaarloozing van het bestuur eener gemeentelijk huishouding. D* minister zal de Kamer verschalende gegevens en cijfers doen toekomen, waaruit zal blijken, dat de gemeente te zamen voor 1932 een tekort zullen vertoonen van 54 millioen. Dat kan zoo niet doorgaan riep Mr. de Wilde uit: daar zou het eind liggen van de gemeentelijke autonomie! Het- is thans reeds zoo, dat groote gemeenten niet zon der Rijksgeld gefinancierd kunnen worden. De minister schreef zijn circulaire niet voor zijn plezier zijn streven is alleen maar om de autonomie in stand te houden. Ten aanzien van de burgemees te rsbe- moeiïngen stelt de minister zich voor nooit anders dan dien candidaat te benoemen die tegelijk het meest geschikt en het meest be kwaam is. Er was geklaagd over aantasting door bur gemeesters van het recht van vereeniging en vergadering. Wanneer de burgemeester zijn taak niet nauwlettend vervult, dan gaat het recht van den sterkste gelden, zei de minister De minister stelt zich voor in het vraagstuk van samenvoeging van gemeenten geen doc trinair standpunt in te nemen. Maar in het algemeen is hij huiverig voor annexatie. Wan neer de centra veel te groot worden, dan ont staat cumulatie van macht in handen van ambtenaren. Na nog eenige discussie over de verzorging van de Nederlanders in Duitschland de minister van Binnenlandsche Zaken wil deze verzorging geheel nieuw organiseeren werd de begrooting aanvaard. Daarna heeft de Kamer zich gezet aan de behandeling van de begrooting voor het be drijf der P. T. T. De minister komt voor zijn antwoord Dinsdag aan het woord. Een algemeene wensch was om de reorga nisatie van het P. T. T.-bedrijf, de toenemen de mechaniseering en het werken naar de samenvoeging van post- en telegrafie in een ietwat langzamer tempo te doen plaats heb ben, ten einde de werkloosheid, welke het Rijk toch ook geld kost, niet op te voeren. De heer Tilanus (c.-h.) achtte het in strijd met de postale wetten, dat de minister de verdeeling van de extra-opbrengst der ge lukstelegrammen had overgedragen aan den Centralen Jeugdraad. Bovendien werd het een nadeel geacht, dat thans niet ieder weet, waarvoor zijn geld zal worden gebruikt. Voorts maakte hij bezwaar tegen het vervan gen van de 12 1/2 ct. Koninginnezegel door een 12 1/2 ets. vredeszegel. Het buitenland mag weten wie hier regeert zei de heer Tilanus. Voorts waardeerde hij de teekening van de vredeszegels niet: een gebroken zwaard kwam daarop voor, terwijl het amb tenaren verboden is het embleem „Het ge broken geweertje" te dragen. De radio-zaken konden ditmaal weinig spanning veroorzaken. Op de drie hoofdpun ten, de verdeeling van den zendtijd, het toe zicht en het bouwen van den zender heeft de minister zich blijkens de stukken nog geen gefundeerd oordeel gevormd. Wat de zendtijd-verdeeling betreft, bleef Mr. Boon op het standpunt staan, dat deze niet deugde, de andere groepen daarentegen achtten haar volkomen overeenkomstig de wet. T.a.v. het toezicht is van alle kanton ge pleit voor een objectieve beroepsinstantie. Men weet, dat de minister de gedachte heeft, de eindbeslissing geheel aan zich te trekken. Hiertegen werd gewaarschuwd, omdat de mi nister persoonlijk niet betrokken moet wor den in de wrijving der conflicten. Behalve door den heer Vliegen (s.-d.) werd de ver scherping c'.er controle goedgekeuvd. De heer Vliegen opponeerde tegen het vrijwel uit schakelen van de politiek en het verbieden van de Internationale. De heeren Boon en Van Dijk vreesden, dat de VARA dit alles aan zich zelf te wijten had, omdat ze mis bruik maakte van de haar gegeven moge lijkheden. De zenderbouw men hoopte allemaal, dat 't den minister gelukken zou de omroep organisaties tot elkaar te brengen. Van staats exploitatie voorzag men niets dan nadeelen. Mr. Boon hield overigens zijn standpunt staande dat de wet niet toelaat aan de AVRO te weigeren een zender te bouwen. INTIMUS. ONDERWIJZERS MOETEN GEKEURD WORDEN. EEN WET IS IN VOORBEREIDING. De Minister van Sociale Zaken heeft, naar het Handelsblad meldt, verklaard, dat de vraag of een periodieke keuring van onder wijzend personeel mogelijk zou zijn, in de eerste plaats ter beoordeeling staat aan den Minister van Onderwijs. Bij de regeering zijn maatregelen in voor bereiding, die belichaamd zullen worden in een ontwerp van wet. 1 JANUARI DE NIEUWE RECHTELIJKE INDEELING. De wet op de nieuwe rechtsgebieden van rechtbanken en kantongerechten treedt 1 Januari in werking.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 9