LETTEREN EN KUNST
HoD. Vertelling
6 voor SOcL
Rubriek voor Vragen.
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans
WOENSDAG 29 NOVEMBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
6
NED. CHRISTELIJKE REIS-
VEREENIG1NG.
LEZING OVEIt HET ZWARTE WOUD.
HET TOONEEL.
Haarlemsche Arbeiders-Tooneel-
vereeniging „Herman Heyermans".
Ketty jokt nooit.
Wanneer wij van deze voorstelling ook maar
'één woord kwaad spraken, zouden wij het met
de geheele zaal, die den schouwburg aan den
Jansweg gisteravond tot den nok toe vulde,
aan den stok krijgen. Het moet heerlijk spelen
zijn voor een publiek, dat in zulk een genoeg
lijke stemming verkeert en dat er zoo geheel
„in" is. En daar gaat het tenslotte toch maar
om; wanneer de toeschouwers een gelukkigen
avond hebben gehad, kunnen de acteurs met
een tevreden hart naar huis gaan.
Het Amerikaansche blijspel, dat de vereeni-
ging Herman Heyermans heeft vertoond,
draagt eigenlijk meer het kenmerk van de
klucht. Men moet de personen en toestanden,
die het veronderstelt, niet al te ernstig opn-
nemen, en zich niet te nauwkeurig verdiepen
in de mogelijkheid van het geval. Wanneer
een echtgenoot, die uit baloorigheid de deur
is uitgeloopen en op reis is gegaan, van zijn
vriend een telegram ontvangt, dat hij vader
is geworden, en hij vindt dan bij thuiskomst
dien vriend 's avonds om negen uur met de
baby aan 't wandelen, omdat de dokter dit
voor de gezondheid van de kleine raadzaam
vindt; wanneer deze echtgenoot zich dan gaat
scheren en, uit de badkamer terugkeerend,
twee babies inplaats van één aantreft en nog
steeds genoegen neemt met den wel zeer on-
toereikenden uitleg van het gelukkige moe
dertje en haar vriendin. dan begrijpt men
wel zoo'n beetje, welk vleesch men in de kuip
heeft.
Het Was een avond vol vroolijkheid en soms
was er van den tekst geen woord te verstaan,
daar de dialoog verloren ging in de voort
durende hilariteit. Maar dit hinderde niet,
want er zit actie genoeg in het stuk, om het
ook door louter mimiek te begrijpen.
Behalve de babies, tegen de babies op het
tooneel kan zelfs de beste acteur niet con-
curreeren, was het vooral Jimmy, die voor
het lachsucces zorgde. De onhandige stum
per, doorloopend uit zijn humeur en telkens
door de vrouwen weer met nieuwe nare bood
schappen belast, behoefde maar te verschijnen
of te verdwijnen, om vroolijkheid uit te lokken.
Tijd om fatsoenlijk zijn hapje op te eten, was
hem niet eens gegund! Toch geloof ik, dat
menig jong moedertje in de zaal het wel een
beetje benauwd zal hebben gekregen, als ze
zich voorstelde, dat ook haar kleintje op een
dergelijke manier als Jimmy dit deed, zou
worden vervoerd.
Jimmy leende zich door zijn lange, eenigs-
zins houten figuur en zijn onverstoorbaar ge
laat voortreffelijk voor deze rol. In 't begin
deed hij het ergste vreezen, maar allengs
kwam hij er heelemaal in.
Dat begin is ook wel erg moeilijk, want men
kan zich bezwaarlijk verbeelden, dat een echt
genoot het huis uitloopt, alleen omdat zijn
vrouw met een anderen man in een restaurant
heeft gedejeuneerd. Dan gebeuren er wel
ergere dingen in Chicago in onze dagen!
Maar William deed ons door zijn levendig
en natuurlijk optreden aan de abnormale ja
loezie van zoo'n echtgenoot gelooven en ook
in de verdere bedrijven bleef hij zijn uitmun
tende entrée getrouw. Zijn spel met de babies
had bij al het kluchtige van het geval iets
gevoeligs en hartelijks.
Aardig was de vertolking van Ketty, de
vrouwelijke hoofdpersoon, die het wufte
vrouwtje, dat door de aanwezigheid van een
wieg tot het besef kwam, dat er toch nog be
langrijker en bekoorlijker bezigheden zijn dan
het vermaak van dancing en schouwburg, en
die haar vriendin Maggie hierbij aldus aan
stak, dat ook deze elk jaar een kindje wou
hebben. Ketty speelde haar rol met een on
bevangenheid, waarvan warmte uitging.
Heel goed waren de bijrollen getypeerd: de
slimme ober-kellner. de grappige negerin, het
onnoozele waschvrouwtje, dat alleen maar
„Nou!" zeggen kon, de huisknecht en de
politie-agent.
Het is een mooi denkbeeld van deze veree-
niging geweest, vanavond bij een herhaling
van de voorstelling ook de werkloozen van
deze vertooning te doen genieten. Is dit niet
iets voor andere dilettantengezelschappen om
ook eens in overweging te nemen? Zooiets
verdient navolging!
H. G. CANNEGIETER.
De wedstrijd van Jacob van Lennep.
Zuid-Limburgsch Tooneelgezelschap
DE MOLEN VAN SANSSOUCI.
Daar zaten wij met De Molen van Sans-
souci, het blijspel, dat de Zuid Limburger gis
teren op den tweeden wedstrijdavond van
Jacob van Lennep hebben gespeeld, nog eens
midden in die goeie, ouwe romantiek, zooals
onze grootvaders en grootmoeders die hebben
gekend en lief hebben gehad. De Ouwe Frits,
eeii bovenste beste koning, die als frère-com-
pagnon bij zijn buurman, den eenvoudigen
molenaar u weet wel, den man van het be
faamde „Er zijn nog rechters te Berlijn!"
over den vloer komt om er de rol van huwe
lijksmakelaar te spelen, de doodgewaande
zoon, die uit de krijgsgevangenschap terug
keert en voor de ouderlijke woning het lied
van den lindeboom zingt, al had hij giste
ren dan ook zijn luit, welke hem nooit bij zijn
omzwervingen in den vreemde had verlaten,
bij ongeluk vergeten de koppige molenaar,
die zijn dochter wil uithuwelijken aan een
jongen man. dien zij niet beminnen kan, gre
nadiers, hofmaarschalken, pages, molenaars
dochter, zoo gestapt van een romantische
gravure, het is de wedergeboren romantiek
onzer grootouders in hetzelfde kleed, in de
zelfde taal en met hetzelfde lied.
En let er eens op, hoe velen er nog van
smullen. Realisme?Weg d'er mee! Er is
al genoeg ellende en narigheid, niet waar?
Daarom nu maar weer eens een molenaars
dochter, die 's morgens, 's middags en
's avonds in een honneponnig keursje rond
wandelt, grenadiers met hooge bordpapieren
mutsen, een koning', die voor zijn volk als
een vader is en een molenaar, die op zijn recht
staat en zelfs zijn vorst durft wederstaan.
Hoe ik zelf zoo'n stuk vind? Ja, ziet u, ik
houd niet veel van Duitsche stroopwafelen,
doch dat is een kwestie van smaak. Maar ik
kan mij best voorstellen, dat velen er dol op
zijn en de liefhebbers van die zoetigheid heb
ben gisteren vol op kunnen genieten. De Zuid
Limburgers hadden bij Jacob van Lennep dan
ook zeer veel succes. Er is dikwijls gelachen,
er werd nu en dan een traantje weggepinkt;
er is geestdriftig geapplaudisseerd; de Zuid
Limburgers kunnen dus tevreden zijn. Mogen
zij het ook zijn over de jury, die hun lot in
handen heeft.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
CONCERT DER H. O. V.
Menigeen die èn Brahms' Vioolconcert op.
77 èn zijn Cellosonate op. 38 gehoord heeft
zal wel eens de opmerking gemaakt hebben:
waarom heeft een componist, die het karakter
der cello zoo goed aanvoelde en in den con-
certvorm zooveel belangrijks wist te geven,
nooit een celloconcert geschreven, om daarmee
de beperkte concertlitteratuur van het toch
zoo mooie strijkinstrument onmetelijk te ver
rijken? De vraag moet onbeantwoord blijven,
in zooverre een solo-concert bedoeld is. Het
dubbelconcert voor viool en cello met orkest,
op, 102, dat Brahms in 1887 tijdens zijn zomer
verblijf te Thun componeerde was bestemd om
in de leemte te voorzien. Welk een stoere
kracht, welk een warmte in het uiterlijk wat
stroeve, door en door symphonisch gedachte
werk schuilt; hoe voortreffelijk en bij wer
kelijk virtuoze beheersching' van de enorme
moeilijkheden dankbaar de beide soloinstru
menten door den componist behandeld zijn,
hebben we Dinsdag kunnen hooren. In zoo
verre zou het Dubbelconcert ons volledig kun
nen schadeloosstellen voor het gemis van een
cello-soloconcert. Doch er is een „maar';
het dubbelconcert eischt niet alleen twee ge
lijkwaardige solisten, het eischt een langdurige
studie van beiden gezamenlijk, omdat de par
tijen zóó in elkaar grijpen en elkaar aanvul
len' dat zelfs de geringste onvoorbereidheid
zich wreken zou. Dit zal dan ook wel de oor
zaak zijn dat het betrekkelijk zoo zelden op
groote concex-ten uitgevoerd wordt, wat zeer
jammer is, want men hoort daar enkele be
paalde solo-werken uit den treure.
Het Dubbelconcert is, zoolang ik hier con
certen bezoek, voor zoover ik mij herinneren
kan, nimmer te Haarlem gespeeld. Maar wie
nu gedacht zou hebben dat de Haarlemsche
muzikale fijnproevers en -proefsters in drom
men opgegaan zouden zijn om van het muzi
kale evenement van Dinsdagavond getuige te
zijn. die zou zich deerlijk vergist hebben. De
zaal scheen zelfs minder bezet dan op andere
Dinsdagavonden der H.O.V. het geval pleegt
te zijn. Ach ja, het was ook maar de H.O.V.
met een paar Hollandsche solisten! Waar
waart gij allen, die zegt alleen goede muziek
te kunnen savoureeren, die het hoogste in
de kunst eischt en alleen om dit hoogste zegt
te komen? Hier werd, zoo niet het allerhoogste,
dan toch iets zeer hoogstaands gegeven, iets,
dat de vei'gelijking met de meeste der door u
geprefereerde en gefrequenteerde audities
glansrijk doorstaan kon. Hier was een cellist
aaix het woord die voor geen buitenlanders
behoeft te wijken; hier speelde een violist, die
zijn taak geheel meester was en zich bij zijn
partner voortreffelijk aansloot; hier werkte
een orkest mede met groote toewijding en na
ernstige studie; hier stond als leider van het
geheel een dirigent, die zich van de ernst van
zijn taak volkomen bewust was en uit de
heterogene krachten een werkelijk sympho-
nische eenheid wist te maken. Aaix u, Carel
van Leeuwen Boomkamp, Hans Bijvanck en
Marinus Adam de hulde, die de aanwezigen
u jubelend brachten; die veel en veel meer
deren u hadden behooren te brengen. En dat
het heele orkest tenslotte in de ovatie deelde
was niet meer dan ten volle verdiend.
Brahms' Dubbelconcert was de gebeurtenis
van den avond. Het Celloconcert van Jul.
Röntgen, een vriendelijk en onderhoudend
werk, met een hier en daar bekenden inslag
(o.a. van de Boerendans uit Grieg's „Lyrische
De vele tabbaards
van Sinterklaas.
Spanje!
Kent gij dat land, waar de citroenen
bloeien? Het land van de stiereixgevechteix en
guitaren, van Carmen en toreador es, van
sinaasappelen en balconramia's? Het land,
waar de Spaansche griep en koning Alfonso
vandaan zijn gekomen, waar men specialiteit
is in het verbouwen van Malagawijn en vurige
Spaaixsche schoonen, waar de Spaansche
Vlieg is geboren en de hengelaars tusschen
het Spaansche riet zitten te visschen? Het
land, waar het altijd Spaansch toegaat en de
stof geleverd wordt voor liederen als Valen
cia en Picador, waar in de gangen der huizen
Spaansche matten liggen, waar de castag
netten in zwang zijn en kinderen van 4 jaar
al Spaansch spreken? Het land van Sinter
klaas?
Ah! Sinterklaas!! Die goede Sint, met zijn
eerbiedwaardigen grijzen baard (hoe oud zou
de man al niet zijn?) en zijn eeuwig-jongen
schimmel, met zijn mijter en zwarten knecht
en fraaie tabbaards! Hij moet in het bezit zijn
van een uitgebreide kleerenkast, want ik heb
hem in mijn leven al in de uiteenloopendste
eostuums gezien.
Den eersten keer, dat ik hem ontmoette, was
bij ons thuis in een erg mooien rooden man
tel en ik mocht hem een handje geven ik
was nog klein eix bang en zijn stem leek
op die van den bediende uit de apotheek bij
ons naast en hij stotterde een beetje, net als
die bediende. Maar dat was natuurlijk toeval.
Ik hoorde vader toen zachtjes zeggen tegen
moeder, dat Hendrik plotseling ziek was ge
worden (Hendrik was een student, die tegen
over ons woonde) en dat er in de gauwigheid
niemand anders gevonden kon worden, maar
daar begi'eep ik niets van. Later zag ik den
Sint in een melksalon en toen droeg hij een
purperen tabbaard en hij stootte ook niet
meer aan. Vader zei, dat hij spraaklessen had
genomen. De Sint rook eenigszins naar iets,
wat ik later als jenever heb leeren kennen,
U hoeft niet „down" te zijn,
Mevrouw
Die paar dagen - U merkt ze
nauwelijks, als Pyramidon-tablet-
ten U helpen. Ze verzachten de
pijnen. Pyramidon-tabletten zijn
geheel onschadeiijL
Een kleine tube gaat makkelijk
in Uw tasckje.
(Adv. lngez. Med.)
Stiicke") werd vriendelijk ontvangen. De
Ouverture „Die Fingalshöhle" zagen we met
veel genoegen op het programma; voor een
alleszins bevredigende vertolking van het
meesterwerk ware een sterkere bezetting der
strijkers, vooral der celli en bassen wensche-
lijk geweest.
De „Rhapsodie Viennoise" van Florent
Schmitt werd zeer verschillend gewaardeerd:
de pittigheid van het rhythme en de vele ver
rassende wendingen kunnen niet voor ieders
oor de ruwheid goed maken. En de vertooning
vaxx „L'Apprenti Sorcier" scheen na Brahms'
werk volstrekt overbodig, zoo niet storend, al
was zij misschien dienstig om de reputatie van
Dukas als componist, die na de uitvoering van
zijn eindelooze vervelende symphonie op het
Fransche concert in de voi'ige maand een ge-
voeligen knak gekregen had, weer te her
stellen.
In beide Fransche werken hebben we boven
dien den arbeid van orkest en dirigent kun
nen waardeeren. Trouwens het dient ge
zegd: Adam maakt zich hoe langer hoe meer
los van zijn vroegere stijve directie; hij toont
een temperament en zin voor temponuancee-
ring, die sympathiek aandoen. En zijn werk
in Brahms' Concert was boven lof verheven.
K. DE JONG.
KUNST AAN HET VOLK.
„TOBIAS3 REIS" DOOR HET GROOT
NEDERLANDSCH TOONEEL.
De eerste opvoering in Nederland van „To
bias' Reis" zal plaats hebben in den Stads
schouwburg te Haax-lem op Donderdag a.s.,
onder auspiciën van bovengenoemde vereeni-
ging.
Dit fijne spel, waai'in op moderne wijze de
oeroude geschiedenis herleeft, belooft iets
zeer bijzonders te worden. De hoofdrol is in
handen van Frits van Dijk, die den laatsten
tijd reeds meermalen door zijn prachtig spel
de aandacht trekt. Ook de decors, die in Oos-
tei'sche stijl gehouden zijn, zullen er toe bij
dragen, het geheel tot een niet alledaagsche
gebeurtenis op tooneelgebied te maken.
PERSONALIA.
De heer H. Jansen te Haarlem is te 's-Gra-
venhage geslaagd voor het theoretisch ge
deelte B. van diploma B. van het machinis
ten-examen.
WELDADIGHEID NAAR VERMOGEN.
„Janskamer". Jansstraat 38 rood,
Wanneer ge met Sint-Nicolaas
Een ieder gaat bedenken,
Wil dan ook aan Weldadigheid
Een kleine gave schenken.
Postgiro 212793 Telefoon 13235 of 15445.
WAAL SC HE KERK.
Vrijdagavond 1 December a..s zal pasteur E.
Michelin in de Waalsche Kerk spreken over
het onderwerp: „Erasme^et le Réforme".
dus hij kan toen ook wel spraakwater ge
bruikt hebben.
En nóg weer een jaar later verscheen hij bij
ons en bij mij rees twijfel. Mijn zusje was veel
jonger en die zag het niet, maar ik wel: dui
delijk zag ik op den schouder van zijn wit
kleed een paars vlekje, net of daar wat roode
kool op had gezeten eix wij hadden toevallig
dien middag roode kool gegeten en ik had ge
morst op het tafellaken. Toen rees twijfel en
ik verwonderde me erover, dat hij nooit eens:
Caramba! zei en dat hij zoo goed Nederlandsch
sprak. En zijn baard was ook lang zoo wit
niet en ook niet zoo lang als toen in de melk
salon, maar vader zei, dat hij natuurlijk ouder
en grijzer was geworden in dien tijd en dat
hij zich pas had laten knippen. Hij droeg ook
gewone kleeren, want toen hij op een stoel
ging zitten, zag ik onder zijn tabbaard uit
heel gewone donkere broekspijpen komen. Den
volgenden dag aan tafel vroeg ik vader of het
in Spanje niet erg koud was. Vader zei, dat
het daar juist een warm land was. Toexx stelde
ik de vraag: „Maar waarom had Sinterklaas
dan gisteren over zijn gewone kleeren nóg
een kleed aan?"
Vader keek moeder even aan en antwoordde,
dat Sinterklaas, juist omdat hij uit zoo'n
warm land kwam. het hier erg koud moest
hebben, en dat hij daarom zoo dik gekleed
was. Ik zei daarop, dat hij gisteren erg ge
transpireerd had, want dat ik dat goed had
gezien. Vader xnompelde iets van het-zelf-ook-
warm-krijgen, als je het vuur zoo na aan de
schenen gelegd wordt, en hardop zei hij, dat
het in de kamer warm was geweest en dat ik
nou maar door moest eten.
En de twijfel groeide, toen ik het volgende
jaar liefst drie Sinterklazen in de stad zag, bij
een bakkei-, in een bioscoop en bij het kinder-
feest uitgaande van de onderwijzers. Thans is
zooiets in verschillende gemeenten onmogelijk
geworden (gelukkig!), omdat die gemeente
besturen daar zich verstaan hebben met de
Spaansche regeering, die niet meer dan één
Sinterklaas per stad mag leveren, iets, wat
ook voor het prestige van den Goed-Heilig-
In de tuinzaal van het Concertgebouw
hield de afdeeling' Haarlem vaix de Ned.
Christ. Reisvereeniging Dinsdagavond een bij
eenkomst waar de heer Max K. W. Gerisch,
secretaris der Reichsbahnzentrale fur deix
Deutschen Reiseverkehr te Rotterdam een
film vertoonde over het Zwarte Woud.
De voorzitter der afdeeling Haarlem, de
heer Roosjes, opende den avond met gebed en
een welkoxnstwoord, waarin hij gewag maakte
van de uitstekende ontvangst die de Reisver
eeniging nog steeds te beurt valt in Duitsch-
land, ondanks tegengestelde geruchten. De
orde en de discipline zijn er voorbeeldig. Met
het volste vertrouwen kan men In de toekomst
de reizen met de Ned. Christ. Reisvereeniging
naar Duitschland meemaken.
De heer Gerisch leidde daarop met een kort
ovei'zicht de films in, die een buitengemeen
fraai beeld gaven van de schoonheden van stad
en land in het Zwarte Woud. Men volgde xxiet
de meest gangbare route, doch dwaalde meer
vaix dien weg af. Het stadje Wertheim am
Main werd bezocht, de Neckar getoond, Ba
den-Baden, Donaueschingen en Schafthausen
kregen een beurt. Men reisde met de Schwarz-
wald- en HöllenthaLbahn, kiwam in Freiburg.
Verschillende kleederdrachten uit de prach
tige streken werden gedemonstreerd, de win
tersport verscheen op het doek.
Maar het is ondoeixlijk alles op te noemen
wat Dinsdagavond geboden is. Voor hen, die
afwezig waren, is het schoons niet ïxa te ver
tellen, en voor hen, die aanwezig waren (het
was geen groot aantal) wel, die he'bben het
zelf gezien.
De Christ. Reisvereeniging heeft haar le
den een aangenamen avond bezorgd.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-Rechtbank te
Haarlem zijn de navolgende faillissementen
op 28 November uitgesproken:
1. A. J. Stevens Johzn., koopman in hui
zen, dranken, kaas,, etc., wonende te Edam,
Voorhaven 128.
Curator Mr. T. A. M. A. van Löben Seis,
alhier.
2. P. J. C. Klok. gehuwd met J. Haar, café
houdster, wonende te Haarlem, Ged. Oude
Gracht 36.
Curator Mr. H. E. Prinsen Geerlings, alhier.
3. J. Nijssen, vrachtrijder wonende Rijks
straatweg 399, Haarlem.
Curator Mr. H. O. Drilsma, Haarlem.
4. H. J. Bakker, caféhouder, wonende te
Vogelenzang, café Floris, Bekslaan.
Curator Mr. L. J. Venhuizen te Heemstede.
Rechter-Commissaris is Mr. Th. F. Raedt.
Opgeheven is het faillissement van:
J. Tyms, wonende te IJmuiden.
Curator Mr. A. W. Hellema, IJmuiden.
Geëindigd zijn de navolgende faillissemten
door liet verbindend worden der uitdeelings-
lijst van:
1. A. de Melker, wonende t.e Haarlem, Zijl
straat 93r.
Curator Mr. A. Klein, alhier.
2. Nu wijlen- G. -W. -Ferment (Rijwïelfa-
briek Efta) wonende te Haarlem.
Curator Mr. F. J. D. Theijse, alhier.
Vernietigd bij arrest Gerechtshof Amster
dam dd 14-11'. -'33 het faillissement van:
Tj. van der Zee, garagehouder wonende te
Haarlem, Leidschevaart 342 r.
Curator Mr. M. van Toulon van der Koog.
alhier.
INT. VEREENIGING BELLAMY.
De tweewekelijksche bijenkomst der afd.
Haarlem vindt plaats op Donderdag, 30 No
vember, in 't gebouw Caecilia, Jansstraat. De
heer K. Zijlstra houdt een lezing over „Het
maatschappelijk evolutieproces".
(A.dv. lngez. Med.)
Man van belang is. Want als weer gebeurt, wat
een tiental studenten indertijd gedaan heeft,
n.l. allemaal als Sinterklaas verkleed in een
Janplezier door de stad rijden, waar blijft dan
het ontzag voor den grijzen Bisschop, die den
kinderen zulke mooie, onbegrepen illusies
schenkt? Hij zou zijn gevestigden naam im
mers grondig te grabbel gooien!
Dit doet hij overigens jaarlijks, zijn naam
te grabbel gooien. Met genoegen zelfs. Her
innert ge U de geheimzinnige Klop-op-de-
Deur (vaix Sinterklaas, niet van Ina Boudier
Bakker) op 5 December, het avondje van
Sinterklaas, en het opengaan van diezelfde
deur, waarna een arm (van Sinterklaas!) met
kwistige hand pepernoten en Sinterklaasjes
te grabbelen gooide?
Ik weet niet meer, wat voor een idee wij van
Sinterklaas hadden, hoe wij ons dien nxan
voorstelden. Of neen, wij ïiadden er geen
idee van. Hij was iets geheimzinnigs, iets won
derlijks, iets, wat ons verstand te boven ging,
iets onbegrijpelijks. We deden trouwens geen
moeite om hem te begrijpen. We wilden ook
geen kwaads van hem hooren. Als we er twee
zagen, dan was er voor ons in elk geval één
onechte, een valsche bij. Zelfs zijn schimmel
was een bizonder paard, dat (nogmaals, we
gingen er nooit zoo diep op in) over de schuine
daken kon galoppeeren, zonder zijn nek of
pooten te breken. Hij huppelde immers ook
(en hoe!) het dek van de stoomboot-uit-
Spanje op en neer? Waarom dan niet over
daken? Sinterklaas kon alles, en hij was over
al. Want als wij des morgens oixze geschenken
ontdekt hadden, dan riepen we in den schoor
steen: „Dank u wel, Sinterklaas!" Zooals dat
'op verschillende plaatsen geroepen werd. Hij
was óveral.
Gelukkige jeugd, die orxwetexid is! Die in
illusie gelooven kan....
We realiseerden ons niets. We zongen exx
we meenden er Sint Nicolaas eexx plezier mee
te doexi vaxx Sinterklaas kapoentje. Als ik
Sinterklaas was, zou ik me niet willen laten
uitschelden voor een vetgemeste, joxxge haan,
dat toch een kapoen is, of op zijn Zuid-
Nedexdandsch voor guitje of schalkje, mij,
grijzen bisschop! En dan bovendien, als ka
poentje, nog wat moeten doen in „mijn"
schoentje.
Het zou mijn eer als Sixiterklaas te na
wezen.
A. J. C. VI.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Tuyn, Hyaeinthenlaan 46, kinderarmband;
Ver does, Saenre damstraat 17, armbandhorlo
ge.. Harren, Luitexxsteeg 11, actétasch met
boeken. Drogtrop, K. Begijnestraat 21, abon
nement N.Z.H.T.M., Goosens, Potgieterstraat
5, broche; v. d. Berg, Minahassastraat 29,
jongenscapev, d. Voort, Lange Hofstraat 13,
handschoen; Huisman, 2e Zuidpolderstraat
12, haixdiwarmer; Kennel Fauna Parklaan 119
zwar-bruin hondje; Asyl, Ridderstraat 11, 3
katten, hond; Swarten, Anegang 34, kat;
Lamboo, A. L. Dyserinckstraat 4, ketelpak;
Bax, Voorzorgstraat 7, kinderportemonnaie;
Fennis, N. Raamstraat 25, rijw. bel. plaatje;
Kors, Vergierdeweg 160, idem; Dierendonk,
Stuyvesantplein 15 rood, ring; Kruyef, Raam
gracht 26, taschje; Korsjens, Barteljorisstraat
32, kindertaschje; Bureau van Politie, Smede
straat 9, blauwe trui; Wenke, Atjehstraat 16,
vulpotlood; Berexxdrec'ht, Burgwal 35, heeren
handschoen; Heyer, Gen. de Wetstraat 51,
handschoen.
DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN
van alle Abonné's van Haarlem's Dagblad,
worden door een specialen Redacteur en
zijn talrijke medewerkers zoo mogelijk en
ten spoedigste beantwoord.
De vragen moeten worden geadresseerd
aan de Redactie, Groote Houtstraat 93, met
duidelijke vermelding van naam en woon
plaats. Vragen, waaraan naam en adres
ontbreken, ivorden terzijde gelegd.
De antwoorden worden per auto GEHEEL
KOSTELOOS thuis bezorgd.
De namen der vragers blijven redactie
geheim.
RECEPTEN.
VRAAG: Hoe maakt men ama.nSeiners?
ANTWOORD: Benoodigd 125 gram zoete
amandelen en 4 bittere, 125 gram suiker, 1 ei en
de geraspte schil van een citroen. Pel de ge
broeide amandelen en laat ze goed drogen. Maal
ze tweemaal met de suiker, het ei en de geraspte
citroenschil door den amandelmolen.
VRAAG: Hoe moet men een-koperen blad van
een rooktafel, waar vlekken op zitten, schoonma
ken en onderhonden?
ANTWOORD: Wrijf de vlekken stevig af met
een doorgesneden citroen. De sap neemt de mees
te vlekken weg. Mochten er vlekken achterblijven,
wrijf ze dan weg met een ih ammonia gedoopten
doek; wasch het met schoon water na en droog
met zeemleeren lap goed af. Wrijf den volgen
den dag met heel weinig goede witte meubelwas.
die met terpentijn iets verdund is en wrijf met
flanellen doek na. Wrijf hét vervolgens eens per
maand.
VRAAG: 1. Hoe maakt men chocolade borst
plaat?
2. Hoe room borstplaat?
ANTWOORD: 1. Benoodigd: i pond suiker. 1 yz
d.L. water en 30 gram goede cacaopoeder. Roer
de cacao door de suiker en wrijf er alle klontjes
uit. Voeg er het water bij en breng het in een
geëmailleerd pannetje zeer zacht, en af en toe
roerend, aan de kook en laat, steeds roerend,
doorkoken, tot het zoo dik is, dat een druppel er
van, die gij op een steenen plaat laat vallen, di
rect stolt. Neem dan van het vuur en klop zoo
lang tot de massa dik begint te worden. Giet dan
dadelijk in de ringen, die op een beboterde plaat
zijn gezet.
2. Voor roomborstplaat is noodig: 150 gram
suiker: 2 eetlepels room enzooveel water, dat
de suiker vochtig is. Behandeling als onder 1.
VRAAG: In een groen zijden japon zijn vlek
ken van transpireeren. Doordat er een zwart f-lu-
weelen jasje op gedragen is, heeft het onder de
armen zwart afgegeven. Wat is daaraan te doen?
ANTWOORD: Het volgende is heel goed, maar
gij moet er zeer voorzichtig en precies mee te
werk gaan. Neem op één deel zuiver zoutzuil-
(geen ruw zoutzuur) 4 deelen koud water. Leg
de japon met de vlekken naar boven enkel en
gladuit over een schoonen, dubbelgevouwen doelc
en bevochtig, alleen de vlekken, met de vloei
stof. Baat 6 a 7 minuten inwerken en spoel dan
met schoon water uit, Zijn de vlekken niet geheel
weg, dan weer met de vloeistof bevochtigen en
laten inwerken en uitspoelen. Zijn zij er uit. dan
over een drogen doek leggen en met andere dro
ge doeken droog betten.
VRAAG: 1. I-Ioe maakt men een beige bont
kraag schoon?
2. Kan men een blauw geverfden mantel in
benzine wasschen? De oorspronkelijke kleur is
grijs.
ANTWOORD: 1. Maak roggezemelen in een
ijzeren of aarden pot, onder gestadig roeren, zoo
heet, dat gij er de hand nog juist even in kunt
houden. Stort het dan op het bont en wrijf dit
er sterk mee. Schudt het daarna uit. Zelfs wit
bont wordt hierdoor heel schoon.
2. Ja, de kleur lijdt daar in het geheel niet
door. Zet den mantel, dichtgedekt, ongeveer 10
minuten in een steenen kom met ruim wasch-
benzine; sla er dan even door en hang, zender
wringen in de schaduw te drogen, Deze behan
deling moet buiten in de schaduw geschieden
en vooral geen vuur of licht in de nabijheid!
VRAAG: Wat moet men doen tegen houtworm
in meubels?
ANTWOORD: Vul een machinespuitje met ka-
japoetolie en spuit alle gaatjes vol. Herhaal dit
na eenigen tijd nog een paar maal en het euvel
is dan gau\y overwonnen.
VRAAG: 1. Hoe kan men babygoed, dat door
liggen geel geworden is, weer lielder krijgen?
2. Hoe een wit wollen omslagdoek?
3. I-Ioe een wit vilthoedje?
ANTWOORD: 1. I-Iet linnengoed wordt op de
gewone wijze gewasschen en een uurtje in ver
dund bleekwater van goede kwaliteit gezet. Zoo
mogelijk in de zon drogen, nadat het eerst in
schoon lauw water is nagespoeld. Wollen goede
ren wasch gij alleen met ammoniakzeep, volgens
gebruiksaanwijzing. Niet in de zon drogen! Wordt
het dan niet helder genoeg, zet het dan een half
uur in even lauw of koud water, waarin per liter
water 1 eetlepel waterstof superoxyde is gedaan,
waarna liet uitgewrongen en buiten gedroogd
wordt, maar niet .n de zon,
2. Als onder 1.
3. Roer magnesia men benzine tot een dik pap
je en bedek het hoedje er goed mee. Leg het op
een schoonen handdoek en laat stil drogen. Klop
dan de droge magnesia er af. Deze behandeling
moet buiten gebeuren in de schaduw en vooral
geen vuur of licht in de nabijheid!
VRAAG: 1. Hoe verwijdert men inktvlekken
uit een eikenhouten buffet?
2. I-Ioe uit een tafellaken? Ik heb dit direct in
water met azijn gezet, maar dat hielp niet.
ANTWOORD: 1. Schuur eerst af met schuur
papier en, krijgt gij het er zoo niet uit, leg er dan
zuringzout, dat gij met een weinig lauw water
tot een dik papje hebt geroerd op (vergif). Laat
dit er 10 a 15 minuten op liggen en zie dan, of
de inkt er uit is. Is dit niet het geval, leg er dan
weer een papjeop. Is de vlek weg, spons er dnn
goed alle zuringzout af en droog het. Wrijf het
den volgenden dag. of, Indien noodig, beits het
bij met wasbeits.
2. Met een immaculU3 inktstift. De gebruiks-.
aanwijzing staat er op.