Hei BeÈmt#ëjks& Een stierviucht. fmèm' Mailschip Indrapoera door brand geteisterd 51e Jaargang No. 15472 Verschijnt dagelijks, hehalve op Zon- en Feestdagen Donderdag 30 November 1933 HAARLEM S DAGBLAD Directie; P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM. UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V. Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM. ABONNEMENTEN per week 0-25, per maand f 1.10, per 3 maanden ƒ3.25, franco per'post ƒ3.55, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad: per week f 0.05, per maand 0.22, per 3 mnd. 0.65. franco per post 0.72J4. Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12 Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810 ADVERTENTIëN: j5 regels ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames 0.60 per regel. Reductie bij abonnement. Vraag en aanbod 14 regels 0.60, elke regel meer 0.15, buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentjes (lederen dag) 13 regels ƒ0.30, elke regel meer ƒ0.10, uitsluitend a contant. Gratis Ongevallenverzekering voor Maand- en Weekabonnés. Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-. Verlies van Hand, Voet of Oog f400.-, Duim f250.- Wijsvinger f 1 50-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk f 100.-. idem voor Abonnés op het Geïll. Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid f2000.-. Overlijden f 600.-. Verlies van Hand, Voet of Oog f400—. Verlies Duim f75.-. Verlies Wijsvinger f75—. Verlies andere vinger f30.-. DIT NUMMER BESTAAT UIT ZESTIEN BLADZIJDEN. HAARLEM, 30 November. Boekenstroom. Hoeveel er ook al gehokt en tot stilstand gekomen moge zijn in de huidige maat schappij de vooze, krakende en welke liefelijke adjectieven men er nog meer op wil toepassende Boekenstroom niet. Die stroomt lustig door. De drukkers verdienen er een bedroefd schijntje meer aan, de uit gevers zuchten, de boekhandel kreunt, en wat de schrijvers-zelf betreft: die zijn er in dit land altijd armzalig aan toe geweest. Maar de stroom houdt aan, met volle kracht. In deze dagen, vlak voor het klassieke feest, is hij totaaf buiten zijn oevers getreden. Sinds weken vind ik eiken morgen groote pakken op mijn schrijftafel: zendingen van uitge vers, die om recensies vragen, en ik distri bueer ze over onze recensenten van de Roman en de Biografie en de Dichtkunst, van het Jongensboek en het Meisjesboek, en verwon der mij hoe zij er door zullen komen. De hoeveelheid is verschrikkelijk. En onwillekeurig gaan mijn gedachten naai de litteratuur-experts die ik in Frankrijk en Engeland heb gekend. Daar was het, in on vermijdelijke verhouding tot de grootte des lands en het zielental, nog veel en veel erger. Toen al. Ik herinner mij een hunner, Robert Lynd heette hij, die ik meer dan eens zoo tegen Kerstmis in wanhoop-staat gevonden heb in de kamer, die de krant voor hem en zijn boeken gereserveerd had. Ik waadde er door de stapels nieuwe romans. Ze stonden, meters hoog, op den vloer, op. de stoelen, op zijn schrijftafel. Hij greep in zijn grijze haar bos, verward door het vele gijrpen, en kreet: „Dit is redeloos!" „Dit is onmenschelijk!" „Ze worden steeds dikker ook"en der gelijke dingen.' „Hoe vindt je de goeie er uit?" heb ik hem gevraagd, en hij zei dat het stom geluk was als dat gebeurde. Merkwaardigerwijze leeft en recenseert Robert Lynd nog steeds. En nog altijd „wor den ze dikker", terwijl hij vermagert. Ook in Nederland worden ze nog steeds dikker. Het is een der raadselen van het Boek. In een tijd als deze, waarin het tempo kort- en-bondigheid eischt, zooals dag- en week bladen in hun artikelen dan ook steeds meer zijn gaan tóonen, worden de romans alsmaar dikker. Albert Helman, een onzer jonge schrijvers, heeft er een geproduceerd die zoo wat 1200 pagina's telt J. H. de Bois is er ook al over gevallen en het boek draagt den titel „Waarom niet?" Ik heb geen tijd een dergelijk boek te lezen en ben dus ge neigd te antwoorden „Waarom wel?" of „Omdat-ie te dik is"maar de meeste mensche-n schijnen er anders over te denken. Zij willen juist lijvige romans. Zelfs poli tici voelen zich tegenwoordig' genoopt hun redevoeringen te bekorten. De radio is specia liteit in lezingen in zakformaat. Tooneelstuk- ken zijn ook al ingekort. Zwaarwichtige schrijvers van tijdschrift-artikelen hébben hun uitingen gecomprimeerd. Enzoovoorts, enzoovoorts. Overal bekorting. Maar de ro man dijt rustig uit. Een andere merkwaardigheid in den Ne- derlandschen boekenstroom is, dat de man nelijke auteur zich weer veel meer begint te doen gelden. De tijd van de dames, die men zoo vaak en niet altijd even vriendelijk haar knusse „stille grachten-romans" heeft ver weten, is nog niet voorbij maar een reeks van nieuwe mannelijke romanciers heeft zich ne vens haar ontwikkeld. Zij minnen „de kleine stad, de stille gracht, het deftig huis met hor ren" niet en trachten den breeder levensblik te vinden in reizen. Ben gansche romanlitteratuur van vreem de landen begint zich bij ons te ontwikke len. De Fries Spoelstra heeft er zich zelfs min of meer aan gebonden door .zijn pseudoniem den Doolaard. Hij heeft ons naar Frankrijk, laatstelijk naar Albanië ge voerd. Johan Fabricius maakt den Hollan der vertrouwd met Italië, waarvan het oudere schrijverspaar SchartenAntink, dat er woont, ons al sinds jaren sprak. Slauer- hoff zwerft over de zeeën, de dichter Werumeus Buning is hem in Maria Lécina ook al naar vreemde landen gevolgd. Steeds sterker Jiegint onze litteratuur buitengaats te raken, de grenzep des vader lands te verlaten, een grooter levensromantiek te zoeken dan die zich tot eigen land bepaalt. Is het een voorteeken van groeiend interna tionaal begrip, van grooter allure, van die al- gemeene Europeesche toenadering waarop we voor de toekomst zoo moeten hopen? Misschien. Het lijkt mij en der merkwaardig ste verschijnselen in den boekenstroom samengaand met dat andere dat de jonge auteurs zichzelf zijn gaan vinden. Alleen die omvang, die dikte, die lengte die blijven voor mij onverklaarbaar. R. P. DE IJSBAAN ONDER WATER. De IJsbaan aan de Kleverlaan is onder water gezet. DE TENTOONSTELLING VAN ONZE JEUGDRUBRIEK. De tentoonstelling, in onze Tijdingzaal ge houden. van Sint Nicolaasgaven van onze Jeugdrubriek voor de ziekenhuizen en instel lingen van maatschapoelijken zorg. heeft ook ditmaal weder de groote belangstelling ge trokken waaraan wij sinds vele jaren ge wend zijn. De dubbeltjes-entrees hebben een berag opgeleverd van f 44.33 en dit is heden gezonden" aan de Vereeniging' tot bestrijding van de tuberculose te Haarlem. e kinderen zien al weer met verlangen naar den goeden Sint uit. Stelt hen niet teleur. Vooral nu niet. (De fokstier Gerard Nico uit Barendrecht zal dezer dagen per K.L.M.-vliegtuig naar Parijs wor den vervoerd). De K. L. M. krijgt dezer dagen Een zeer bijzonder passagier, U las het al, 't is Gerard Nico, Een forsehe Barendrechtsche stier. U zult misschien verwonderd vragen, Waarom hij niet per Pulman gaat, Maar, daargelaten dat toch Taurus, De Stier, als sterrenbeeld bestaat, Waardoor de lucht hem aan moet trekken, Ligt er het logische verband, Tusschen een Neder la nd s c hen fokstier En Fokkers van ons luchtig land. Wanneer de K.L.M. gaat vliegen En stieren vliegen met haar mee, Dan geeft dat, zou je bijna zeggen, Een soort Luilekkerland-idee. Men zal er wel voor moeten waken, Dat men niet de verrassing krijgt, Dat Gerard Nico angstig steigert, Wanneer hij in het luchtruim stijgt. Dat eischt zorgvuldige verpakking, Een lastige geschiedenis, Maar noodig, daar de beste vlieger Toch nog geen stierenvechter is. 't Is mogelijk, dat het wel meevalt, Want het hoeft nauwelijks vermeld, Dat hij niet stierlijk 't land kan hebben Zoolang hij door het luchtruim snelt. P. GASUS. (Adv. Ingez. Med.) Vuurzee in de Rotterdamsche haven. Brandweer voorkomt verlies van het schip. De interieurs echter zwaar gehavend. Geen persoonlijke ongelukken. Schade van eenige tonnen. Woensdagmiddag omstreeks kwart over 5 is een groote brand uitgebroken aan boord van het motorschip Indrapoera van de N.V. Rotterdamsche Lloyd, welk schip gelegen is voor de Lloydkade nabij de terreinen van den Rotterdamschen Lloyd te Rotterdam. De brand liet zich zeer ernstig aanzien. De vlammen waren ver in de stad en in den om trek, alsmede over een groot gedeelte van de rivier te zien. Al het beschikbare materiaal van den brandweer, zoowel te land als te wa ller werd naar het brandende schip gediri geerd. De Indrapoera is in 1925 gebouwd en heeft een inhoud van 10.678 ton bruto. De brand is uitgebroken op het voorschip. De vlammen sloegen zeer snel uit en ver spreidden zich zeer spoedig over het schip. Het blusschingswerk werd met kracht ter hand genomen. De directie van de Rotter damsche Lloyd was bij de blussching aanwe zig. Omstreeks half 7 in den avond had men den indruk, dat men het vuur meester was, omdat op dat oogenblik geen vlammen meer uitsloegen. Lading bijna gelost. De Indrapoera is Dinsdagochtend j.l. uit In- dië aangekomen de lading was geheel of al thans grootendeels gelost. Elf spuiten aanwezig. Onmiddellijk toen bekend werd, dat de Indrapoera in brand stond werd groot alarm gemaakt, waarop de Rotterdamsche brand weer met vijf motorspuiten en zes drijvende spuiten naar het terrein van den brand ver trok. Het prachtige mailschip, dat bij loods „Hol land" aan de Lloydkade gemeerd lag voor los sing en heden leeg had zullen komen, brandde als een fakkel. Hoog laaiden de vlammen op tegen den donkeren avondhemel. Op voorschip ontstaan? Het- vuur is waarschijnlijk ontstaan op het voorste gedeelte van het promenadedek. Met inspanning van alle krachten wist men den brand in te sluiten en verdere uitbrei ding te voorkomen. Het promenadedek (voorste gedeelte), de socialhall, de commandobrug, de verblijven van den kapitein alsmede die der eerste offi cieren zijn totaal uitgebrand. In stroomen liep het bluschwater langs de dekken en waai de brand zijn vernielend werk niet deed, richtte het water enorme schade aan. Om 7 uur den brand meester. Met 25 stralen van de motorspuiten en veel bluschwater van de drijvende spuit „Hol land V" werd het vuur bestreden. Om 7 uur 's avonds was men de vuurzee vrijwel mees ter. Zooals wij reeds mededeelden, was het schip bijna geheel gelost, alleen enkele stuk goederen waren nog in de ruimen aanwezig. De oorzaak van den brand kon uiteraard AMUNDSEN'S „SPOOKSCHIP". De Maud, hel beroeuide expeuii.eschip van den Poolonder- zoeker Roald Amundsen is temidden van pakijs tusschen Groenland en Spitsbergen gesignaleerd. Na het tragische einde van den ontdekker iverd het schip verkocht. In 1931 liet de Canadeesche bemanning, die zich met jacht op pelsdieren bezig hield, de boot in den steek. Het schip is echter niet gezonken, maar zwerft thans door het ijs omkneld in het Poolgebied rond, waar het af en toe door zeevarenden wordt opgemerkt. Hohttvou Httd, óve-weet* (Adv. Ingez. Med.) nog niet met zekerheid worden vastgesteld. De mogelijkheid is niet uitgesloten te achten, dat het vuur in de machinekamer is ontstaan. Geen ongelukken Een drietal wagens van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst dat op het terrein van den brand aanwezig was, behoefde tot dusver geen dienst te verleenen. Persoonlijke ongevallen kwamen niet voor. Directielid hoofdman der brandweer Omtrent den brand op de „Indrapoera" wordt ons nog het volgende medegedeeld: Woensdagavond om 5 uur was het perso neel van de Indrapoera weggegaan en eenige minuten later werd de brand ontdekt. Direct begon men met eigen leiding van de terreinen en van het schip den brand te blusschen. Met zes stralen werd aanvankelijk den brand aan getast. doch in den beginne met weinig re sultaat. De Rotterdamsche brandweer was echter spoedig ter plaatse en onder leiding van hoofdman Th. Ruys, lid van de firma W. Ruys Co en van de directie van de Rot terdamsche Lloyd werden groote hoeveelhe den water op de vuurzee gestort. Sleepbooten werden gereed gehouden om de Indrapoera eventueel van den wal te sleepen. Wegsleepen niet noodig. Een houten loods, vol met brandbaar ma teriaal en goederen, liep door de vlammen van het schip groot gevaar, doch gelukkig was de wind gunstig. Het schip behoefde dan ook niet te worden weggesleept. De brand is naar alle waarschijnlijkheid ontstaan in de social-hall, vandaar ging het vuur naar het promenadedek en toen naar het trappenhuis. Via het trappenhuis moet de brand zich verder uitgebreid hebben naar het brugdek, waar de hutten van de officie ren, kapitein, voorts de kaartenkamer, de commandobrug gelegen zijn. Het vuur ging door het trappenhuis ook naar het lagere dek, waar zich de eerste klas hutten bevin den. De bx-andweer slaagde er echter in den brand hier te stuiten. Schade eenige tonnen. De schade valt op het oogenblik nog niet te ramen, daar ook nog een onderzoek wordt ingesteld in hoeverre de wanden van schip door de vuurzee geleden hebben. Vermoedelijk zal de schade echter eenige tonnen bedragen. Het schip zou toch dokken. Met lossen van het schip was men nog niet geheel gereed. Het schip zou daarna naar het dok van Wilton worden gesleept om daar te dokken voor de verbouwing van het voor schip. Hierdoor zou de Indrapoera gedui-ende eenige reizen niet beschikbaar zijn en daar bij vervangen worden door het s.s. Slamat. Daar het schip dus toch uit de vaai-t zon zijn genomen heeft een en ander geen wijzi ging in den dienst van den Rotterdamschen Lloyd ten gevolge Op het promenadedek was wegens het a.s. dokken een groote voorraad linnengoed, bed dengoed. rieten stoelen bijeengezet, welke goederen natuurlijk een gretige prooi der vlammen werden. De belangstelling van de zijde van het pu bliek was natuurlijk zeer groot. Velen waren naar den rivierkant getrokken om het spook achtige schouwspel gade te slaan. Ook de burgemeester van Rotterdam heeft geruimen tijd het blusschingswerk gadegeslagen. De brand is ontdekt door arbeiders, die in de haven met lossing bezig waren en kantoor, personeel van de Lloyd en ook door de eigen arbeiders, die juist het schip aan het verla ten waren. Men heeft onmiddellijk de branddeuren gesloten en de luiken dicht geworpen, het geen het schip wellicht gespaard heeft voor algeheele vernietiging. De brand kon tot een gedeelte van het schip beperkt worden. Het restant lading was zeer brandbaar. Ook was er nog 100 ton stookolie in het schip. Doordat op den Westzeedijk een sleepers wagen door de assen zakte en daar ook de straat was opgebroken, was het terrein van den brand moeilijk te bereiken. Sommige mo torspuiten moesten zelfs omrijden. Tijdens den brand heeft het schip eenige slagzij gekregen, naar den wal toe. Gebleken is echter, dat de huid van het schip niet geleden heeft. Vuur bereikte stookolie niet. Tot begrip van de inrichting van het schip zij gezegd, dat na het voorschip en de „kuil" een verhoog'ing komt, waar boven elkaar zich het A-dek met de eerste klasse hutten, het promenadedek en de social-hall zich bevin den, waarachter de kaarteixkamer eix de hutten van de officieren. Men wist den brand bij de eerste klasse hut ten te stuiten, hetgeen gelukkig was, daar anders de ruimte met de stookolie gevaar zou hebben geloopen. Door kortsluiting £ijn de lichten uitgegaan doch automatisch trad daarbij de reserve verlichting in werking. De social-hall was een mooi gebeeldhouwde en betimmerde ruimte, die geheel verwoest is Na het uitbreken van den brand zijn vijf harde knallen gehoord, vermoedelijk veroor zaakt door explosie van patronen in de hut ten van de officieren. P. C. Hooft een jaar geleden. Wij herinneren er aan, dat de brand op de P. C. Hooft ongeveer precies een jaar geleden uitbrak n.l. 14 November. 1932. De raad van Haarlem behandelde Woensdag o.a. Openbare Veiligheid, Volksgezondheid Volkshuisvesting en Openbare Werken. pag. 6 Brand op het m.s. Indrapoera te Rotterdam verwoest een groot deel van het interieur. Schade op eenige tonnen geraamd. pag. 1 In de Eerste Kamer heeft minister Verschuur „het versclie kadetje'" afgewezen, vanwege de consequenties. pag. 8 In de Tweede Kamer is gepleit voor hulp aan de verveners, doch de minister mag het belang der mijnen niet uit het oog verliezen. pag. 8 Ingediend is een wetsontwerp om excessieve uitingen tegen te gaan, zoo bijvoorbeeld anti-semietische. pag. 8 Aan een maaltijd voor de pers in Den Haag is gebleken, dat het „regeeringsvleesch" een uitstekenden smaak heeft. pag. 4 Een delegatie van Twentsche vrouwen heeft een verzoekschrift aan dr. Colijn aange boden. pag. 4 In Den Haag is een bejaard echtpaar door gas uit een comfoor om het leven gekomen. pag. 4 Te Zaandam heeft een wethouder het tap- verbod overtreden. pag. 4 De Postjager zal 9 December vertrekken. De duur is onzeker. pag. 4 Bij de Nederlandsche Fordfabriek zal 40 op het kapitaal terugbetaald worden. Be vredigend* dividend ver-wacht. pag "4 Voor het Haagsche Hof is 7 jaar geëischt tegen een inbreker, die door de rechtbank vrijgesproken is. Hij is gevangen genomen. pag. 4 Het ontwerp wijziging winkelsluitingswet ver laat heden het departement. pag. 8 Lord Londonderry heeft in het Britsche Hoo- gerliuis den wensch te kennen gegeven de luchtmacht te willen uitbreiden. pag. 3 Japan zal Amerika voorstellen onderhande lingen over de vlootsterkte te beginnen. pag. 3 ARTIKELEN, ENZ. R. P.: Boekenstroom. pag 1 Van onzen Londenschen correspondent: Ber nard Shaw's „On the Rocks". pag. 9 J. B. Schuil: Cabaretavond ten bate van de Joodsche vluchtelingen. pag. 9 K. de Jong: Leerlingenuitvoering. pag. 9 Wilhelmina Baltnester: H. D. Vertelling. Manje. pag. 11 Van onzen Zweedschen correspondent: Win ter in Stockholm. pag. 3 W. B.Z.: Lectuur voor onze Jeugd. pag. 9 Nieuwe uitgaven. pag. 8 NU BREEKT MIJN KLOMP dat ik daar niet eerder aan gedacht heb. Voor St. Nicolaas-Cadeau wil ik hebben een ELECTRISCHE WASCHMACHINE voor 56.- DE KLOMPENCENTRALE heeft er genoeg. Op het pleintje, hoek Dr. Leydsstr., Tel. 11784. (Adv. Ingez. Med.) ECHTE WALES-ANTHRACIET o.a. a f 2.50 WITTOP KONING - HAARLEM HARMENJANSWEG 67A - TELEFOON 16100 (Adv. Ingez. Med.) HAARLEMSCHE M. T. S.er VERDWENEN. POLITIE VRAAGT ZIJN OPSPORING. De Commissaris van Politie der afdeeling C. te 's Gravenhage, verzoekt de opsporing van de verblijfplaats van: Cristoffel Adriaan Hendrik Ebbinga Wubben, geboi'en te 's Gra venhage, 19 October 1909, leerling der Mid delbare Technische School te Haarlem, die sedert 12 November j.l. spoorloos is verdwe nen. Signalement: lang circa 1.75 M. donker bruin steil haar, bruine oogen, kleine neus, neusvleugels niet geheel symetrisch; bleeke gelaatskleur. Heeft op de kin twee vlekjes. Hij is vermoedelijk gekleed in een grijs col-» bertcpstuum en grijze regenjas,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 1