Dia
rtseismofisclhe plfnen
Sky
De Couponbelasting aangenomen.
DONDERDAG 14 DECEMBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
9
MUZIEK.
KLOPPERSINCELKERK.
24ste ORGELBESPELING.
De 24ste der ten bate van het orgelfonds
der Kloppersingelkerk plaats hebbende orgel
bespeling werd Woensdagavond door den heer
Jan Zwart, organist der Hersteld. Evang. Lu-
thersche Gemeente en der N.C.R.V. gehouden
Het programma bevatte, behalve werken van
Bacil, Guilmant, Van Dunne en Handel, mu
ziek die in het eerste gedeelte op den Advents
tijd. in het tweede op den Kersttijd toepasse
lijk was.
De organist had zijn eigen composities aller
minst op de zwarte lijst gezet. Integendeel:
hij opende het concert met een Psalm-Fanta
sie, speelde later orgelbewerkingen van Ad-
ventsgezangen, een Praeludium, een Pastorale
en een Posthidium over Kerstgezangen en tot
slot een soort van Rhapscdie over een zestal
Kerstliederen. Zwart's composities toonen meer
routine dan inspiratie of diepte. De modu
laties bewegen zich over sequensachtige trap
pen of in cirkelbanen, behoudens plotselinge
uitwijkingen. De figuraties en contrapunten
zijn meerendeels nogal primitief. Men zou
kunnen opmerken dat ook met zulke materi
alen monumenten te bouwen zijn. Zeker
wanneer een echte bouwmeester ze gebruikt.
Maar zulk een bouwmeester is Jan Zwart niet-
zijn werken toonen geen ontwikkeling der
idee; de structuur bepaalt zich meer tot her
halingen. Zoo was 't in de Psalm-Fantasie;
zoo was 't in de Adventsgezangen waar veel
registerwisseling ons over de herhalingen heen
mc-est helpen; zoo was 't in het Praeludium.
In de Pastorale werkte de vredige, zachte klank
bekorend; het Postludium leed weer aan op
pervlakkigheid. De laatste eigenschap was ook
aan de Fantasie over de Kerstliederen eigen.
De melodie van „Stille Nacht" wint niet aan
wijding door de toevoeging van toonladders
of nachtegaal gekweel; de triolen en achtsten
in de volgende liederen bleven uiterlijke aan
hangselen. Een niet onaardig moment kwam
in het vijfde kerstlied, waar het „Stille Nacht"
doorheengewerkt werd; het fugato daarna had
gemist kunnen worden.
Bij de voordracht van zijn eigen en anderer
werken bewees de organist zijn vaardigheid
op het koninklijke instrument. Echter was er
een eigenschap die aan de waarde zijner ver
tolkingen afbreuk deed. n.l. de onvastheid
van rythme en tempo. Beide schommelden
voortdurend: te overhaaste inzetten schokten
soms het maatgevoel.
Van de vreemde composities die de organist
voordroeg behoorden de meeste tot het goede
repertoire; een stukje als het Menuetto van
Van Dunne, waarin verdeeling en herhaling
van eenzelfde motiefje over verschillende oc
taven de gedachte-ontwikkeling moet vervan
gen. is daar bezwaarlijk toe te rekenen.
De.organist benutte de vele rfgistratie.^ma-
gelijkheden van het mooie Kloppersingelkerk-
orgel vaak zeer smaakvol.
Ondanks de barre koude was de kerk tame
lijk bezet.
K. DE JONG.
FILMKUNST.
Turksib in het Rembrandt-theater.
Zondagochtend zal de directie van het
Rembrandt-theater belangstellenden gelegen
heid verschaffen, voorzoover ze de film
Turksib nog niet hebben gezien, met dit be
roemde product van den Russischen cineast
Turin kennis te maken. Ook voor hen, die
eenige jaren geleden dit werk voor het eerst
hebben aanschouwd, zal het de moeite waard
zijn, de kennismaking te herhalen. Want het
merkwaardige is, dat, hoewel vier jaren een
heele periode in de ontwikkeling van de film
kunst beteekenen, dit werk nog geenszins ver
ouderd lijkt, integendeel nog altijd als een
model kan dienen. De oplettende toeschouwer
zal trouwens gemakkelijk opmerken, in hoe
veel opzichten latere regisseurs het voorbeeld
van dezen Russischen meester hebben nage
volgd. Het eenige wat verouderd zou kunnen
aandoen is het ontbreken van het geluid, dat
temeer opvalt, wijl de later uitgevonden ge
luidsfilm juist bij een materie als deze voort
durend aanleiding zou hebben gevonden om
de nieuwe methode tot versterking van het
effect toe te passen. Maar de afwezigheid van
klank concentreert alle aandacht onafgeleid
op het beeld, dat in een film als deze van een
buitengewone kracht en bekoring is.
Men kent het gegeven; de aanleg van een
spoorweg tusschen twee gebieden van het on
metelijke Russische rijk, welke duizend Kilo
meter van elkaar zijn gelegen, Turkestan en
Siberië Uit de eerste lettergrepen van deze
beide aardrijkskundige namen is de 'naam van
de film Turksib gevormd.
Deze film is een van de voorbeelden, welke
aantoonen. hoe het bewind van de Sovjet
republieken de nieuwe techniek voor paedago-
gische en propagandistische doeleinden is
gaan aanwenden. Men kan dit werk, dat oor
spronkelijk voor de Russische arbeiders in het
groote rijk is bestemd geweest, kenschetsen als
een leermiddel voor het aanschouwelijk on
derwijs in de beteekenis van den arbeid. Wan
neer een metaalbewerker of houtzager of pol
derjongen aan den arbeid wordt gezet, wordt
het effect van zijn arbeid hem gewoonlijk met
veel meer duidelijk dan dat het hem zooveel
gulden uur- of weekloon in den zak brengt.
Maar de methode-Turin bezielt hem voor het
eigenlijke sociale doel van zijn werk.
Turkestan is een arm land. Toch zitten er
ontzaglijke rijkdommen. De film toont den
overvloed van katoen en van wol. Prachtige
beelden leveren de pluizende planten en het
beweeglijke vee. Maar ondanks dezen rijkdom
verkommert het land. Want periodiek lijdt het
gebrek. Aan water. Zandstormen bemoeilijken
het verkeer. Het primitieve vervoermiddel, de
kameel", bezwijkt onderweg onder zijn vracht
Siberië is ook een arm land. Ook daar zit
ten ontzaglijke rijkdommen. Geweldige bos-
schen leveren hout. En op lange rijen sleden
voeren paarden het graan aan, dat in goe
derenwagens op de spoorlijn wordt overgela
den, Maar wol en katoen, om het lichaam te
gen de barre kou uit het noordoosten te be
schermen, ontbeert op zijn beurt dit rijke
lamèr zou de één den ander kunnen helpen als
er een goede verbinding was. Een spoorweg-
moet er komen. De regeering zendt haar des
kundigen als onderzoekers vooruit. De komst
van een auto en een vliegtuig wekt bij de be
woners van Turkestans binnenlanden verba
zing en bewondering en leidt tot aardige hu
moristische episoden in de film, waarbij men
ook een sprekend beeld krijgt van de eigen
aardige physionomie van dit primitieve volk.
De landmeters hebben het tracé in kaart
gebracht en spoedig begint de arbeid. Men ziet
de nijvere werkers boomen vellen, den aard
baan effenen, dwarsleggers aanbrengen en
een titanischen strijd voeren tegen de vijan
den steen ,zand en ijs. De harde rotsblokken
worden door dynamiet uit rien weg geruimd.
Geen weerstand mag den moed doen verlie
zen; het werk moet klaar. Volgens een vast
plan. In 1930, geen jaar later!
Spoedig verschijnt- de eerste locomotief. Een
nieuw wonder voor de ontstelde inlanders, die
hun van schrik steigerende rijdieren be
dwingen en in een wilae ren door de steppe
het sissende en rookende monster trachten bij
te houden. Deze menschen berijden niet eens
paarden, maar koeien. Als een dikke Turke-
stanner bemerkt, dat zijn os het tegen de loco
motief moet afleggen, springt hij van zijn os
en zet er zélf de sokken in. Maar de locomo
tief wint het zelfs van dezen zwaarlijvigen
hardlooper.
Over een rivier bouwen werklieden een
spoorbrug. Men ziet ze bezig aan het aaneen
klinken der onderdeelen. De vorst is een zware
belemmering. Ijspegels hangen aan de stoom
pijpen van de locomotief en de wielen der goe
derenwagens zitten aan de rails vastgevro- 1
ren. Maar men geeft het niet op. De Turksib
komt er, in 1930!!
Aldus wordt deze film. behalve een toon
beeld van kinetische kunst, een apotheose van
den arbeid, welke wel een diepen indruk heeft
moeten maken op de werkers die men voor
dit doel had gerecruteerd. maar die ook bij
den niet-Russischen toeschouwer van Turin's
meesterlijke schepping haar effect niet zal
missen.
H. G. CANNEGIETER
X
u1
die U hei leven vergallen, daarvoor
helpen nu "AKKERTJES" zoo bui
tengewoon. Niei alleen dai de pijnen
verdwijnen, maar AKKER-CACHETS
verdrijven bovendien uit '1 lichaam
de sloffen, die de pijnen veroor
zaken. Neem daarom "AKKERTJES"
bij aandoeningen als gevalle koude,
Griep, Spierpijn, Zenuwpijn. SieGhls
50 cl. p. 12 sluks. Overal verkrijgbaar.
(Adv. Ingez. Med.)
HET TOONEEL.
KUNSTKRING HEEMSTEDE.
Charlotte Kohier.
HET BAL.
Charlotte Kohier heeft als voordrachtkunste
nares langzamerhand in ons land zulk een
vermaarheid gekregen, dat elke nieuwe voor
dracht van haar met verlangen wordt tege
moet gezien als gold het de première van een
belangrijk stuk. Het was in den Kunstkring
te Heemstede, dat zij gisteren haar nieuwste
repertoire-stuk „Het Bal" van Irene Nemi-
rowslcy bracht en dus begrijpelijk, dat het
Gebouw van den Protestanten Bond op dezen
avond stampvol was.
Wij kunnen moeilijk verwachten, dat er m
de voordrachten van Charlotte Kohier steeds
een voortdurende climax zal zijn en zeker niet
na dat onvergetelijke „Carrière". „Het Bal",
dat zij voor dit seizoen op haar repertoire heeft
genomen, brengt dan ook eer een teruggang
dan een stijging. Deze novelle van Irene Ne-
mirowsky mist de dramatische handeling en
de spanning, die Carrière en De Zachtmoedige
zoo zeer bezaten, zij blijft voortdurend op een
zelfde niveau, is vrij kleurloos, en biedt de
voordraagster hierdoor niet de gelegenheid
haar groote talenten en haar virtuositeit in
zoo hooge mate te toonen als het repertoire,
dat aan Het Bal voorafging, zooals De Kinder
kruistocht van Marcel Schwob Maria Lecina,
Stervend Europa en de twee reeds genoemde
werken.
Een bijzonder sterken indruk heeft Het Bal
dan ook niet op mij gemaakt, al waren er
zooals altijd bij Charlotte Kohier in de
voordracht zeer sterke, meesleepende momen
ten. Voor het grootste deel wijt ik dit aan
de novelle van Nemirowsky, die ik in den hu
mor vrij wrang, in de teekening van het kind
decadent en als geheel nog al geforceerd vind.
Heel die geschiedenis van den heer en me
vrouw Kampf rijk geworden parvenus
die in de „haute volée" hopen te komen door
een schitterend bal te geven, maar heel een
avond te vergeefs op hun 200 gasten zitten
te wachten, doordat hun dochter in een oogen-
blik van woede de uitnoodigingen in de Seine
heeft gegooid, is vrij onwaarschijnlijk en ge
forceerd. Ook in de verhouding' tusschen Ro-
sine Kampf en haar dochter hindert ons een
opzettelijkheid, die in de novelle niet genoeg
haar verklaring vindt. En in de voordracht
van mevrouw Kohier, die alles deed om de
moeder zoo hard en antipathiek mogelijk te
geven, werd dit opzettelijke ook allerminst
verzacht.
Trouwens heel den avond kreeg ik den in
druk, dat deze novelle mevrouw Kohier min
der goed lag dan de vroeger door haar voorge
dragen werken. Misschien kwam dit voor een
deel, omdat zij nu en dan blijkbaar nog niet
geheel zeker was van den tekst en dezen
avond nog niet de volle 100 procent kon geven.
Maar zij trachtte het al te trairieerende in de
handeling te camoufleeren door een te carri-
caturaal weergeven van enkele personen. Isa
bella, de tanige pianoleerares. heeft ik kan
het niet anders zeggen heel wat bedorven.
Ook in het typeeren van een Joodsch type
den heer Kampf ligt niet de kracht van
de voordraagster. En Rosine Kampf, hoewel
veel zuiverder en reëeler weergegeven, was als
moeder toch bijna niet te aanvaarden, wat
echter voor een groot deel de schuld van de
schrijfster is.
Maar natuurlijk waren er ook in deze voor
dracht momenten, waarin mevrouw Kohier
haar publiek fascineerde door haar sterk sug
gestieve, „indringende" voordracht. Ik denk
hier bijvoordeeld aan de pianoles, waarin An
toinette's gedachten telken afdwaalden en aan
dat prachtige gedeelte, waarin zij des
nachts in haar bedje haar groot verdiet uit
schreide. Dat werd vooral door mevrouw
Kohler's sublieme voordracht voor mij het
hoogtepunt van den avond. Het was een meis
jesziel, die zich daar openbaarde, te ontroe
render, omdat Antoinette daar in haar den
ken en haar uitingen zoo geheel kinderlijk is,
in tegenstelling met later, toen zij bij het
verscheuren der invitaties voor een nauwe
lijks 15-jarig meisje bijna decadent werd. Hoe
veel meer indruk zou Antoinette's wraak heb
ben gemaakt, wanneer wij daarin zuiver en
alleen een reactie op haar moeder's harteloos
heid hadden gezien.
Zeer mooi en sterk suggestief van. voor
dracht was ook het fragment, waarin Rosine
Kampf in den spiegel zich bewust wordt, dat
haar tijd voorbij is. Het was, of het gezicht
van Charlotte Kohier bij die bewustwording
van Rosine plotseling ouder werd. En prach
tig was zij in de woede-uitbarsting van Rosine
tegen het slot. Toen gaf zij zich met al haar
temperament, wild en onstuimig, was zij de
vrouw in haar oer-kracht.
Het publiek toonde zich aan het slot uiterst
dankbaar voor Charlotte Köhler's voordracht.
Toch meen ik gemerkt te hebben, dat velen
de zelfde deceptie hebben ondervonden als ik
en Het Bal niet als een groote aanwinst van
haar repertoire konden beschouwen.
J. B. SCHUIL
WEER EEN RADIOREDE NIET
DOORGEGAAN.
Ook Parmentier mocht
niet voor V. A. R. A. spreken.
DE HEER ALBARDA STELT VRAGEN.
Woensdagavond zou de vlieger Parmentier
van de K.L.M.. die reserve luitenant is, voor
de microfoon van de V.A.R.A. een rede hou
den over het vliegwezen in Amerika.
Naar de N.R.C. verneemt, heeft de heer
Parmentier evenals Maandag de heer
Viruly een telegrafische waarschuwing
ontvangen van den commandant van de
luchtpostvaartafdeeling te Soest-erberg, tegen
het verleenen van medewerking aan soc.-
democratische instellingen of vereenigingen.
De heer Parmentier heeft daarop van het
houden van de lezing afgezien; vanwege de
V.A.R.A. is de lezing, die reeds op schrift
stond, voorgelezen.
Het verbod niet. te ver gedreven?
De heer Albarda (s.d.) heeft tot den minister
van binnenlandsche zaken en van defensie
vragen gericht over het geval-Viruly.
Is het den minister bekend, vraagt hij, dat
de uitzending van het vraaggesprek deel uit
maken zou van het algemeen programma,
waarvan volgens de door de regeering goed
gekeurde regeling de verzorging was toe
vertrouwd aan de V.A.R.A., en dat de tekst
van het gesprek was goedgekeurd door de
radio-controle-commissie?
Zijn de ministers niet van oordeel, dat de
beperkende bepalingen, die de minister van
defensie ten aanzien van de bewegingsvrij
heid van militairen heeft getroffen, niet zoo
danig moeten worden opgevat, dat het aan
militairen ook verboden zou zijn medewer
king te verleenen aan radio-uitzendingen,
behoorende tot het algemeen programma als
de V.A.R.A. met de verzorging van het pro
gramma is belast?
GEEN SPECIALE AUTOWEGEN.
MINISTER WENSCHT ZE NIET.
In de Memorie van Antwoord over het
Wegenfonds wordt medegedeeld, dat indien
met den aanleg van wegen voor het snelver
keer bedoeld is den aanleg van een net van
geheel vrij liggende wegen buiten en behalve
die van het rijkswegenpian, de Minister dien
aanleg economisch nog niet verantwoord
vindt.
Het is echter zijn bedoeling de voornaam
ste nieuwe verbindingen van het rijkswegen-
plan zoodanig te doen aanleggen, dat zij
aan de eischen van het in de naaste toe
komst te verwachten snelverkeer met motor
rijtuigen geheel voldoen en ook de bestaande
wegen van dat plan zoodanig te verbeteren
dat zij geleidelijk meer voor veilig verkeer
geschikt worden
ZES JAAR WEGENS DIEFSTAL.
VROEGER VRIJGESPROKEN.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft
arrest gewezen in de zaak tegen den 38-jari
gen koopman die door de rechtbank is vrij
gesproken van den hem ten laste gelegden
diefstal gepleegd in den nacht van 31 Maart
op 1 April j.l. ten huize van Baron De Smeth
in de Jan van Nassaustraat te 's-Gravenhage.
De Officier van Justitie had tegen verdachte
twee jaar geëischt.
Ter terechtzitting van het Hof op 29 No
vember werd de koopman op vordering van
den advocaat-generaal die, die zeven jaar
gevangenisstraf eischte, opnieuw in arrest
gesteld. I
Het Hof veroordeelde hem nu tot zes jaar
gevangenisstraf.
NEDERLAND'S DRANKUITVOER
NAAR DE V. S.
110.010 ^ALLONS.
De hoeveelheid alcoholische dranken, welke
tot 31 Maart 1934 in de Ver. Staten uit het bui
tenland mag worden ingevoerd, is, naar Reu
ter meldt, op 5.595.137 gallons vastgesteld. Voor
Nederland bedraagt zij 110.000 gallons.
STA TEN- GENERAAL
TWEEDE KAMER.
Heffing op 2 pCt. bepaald.
De duur tot vijf jaar beperkt. Amendement om 5 te
heffen, verworpen. Een pleidooi voor den t. Sinker.
Wat deden de Spoorwegen met „Spoorhout"? Er komt
een commissie van onderzoek. Het Nijverheidsonderwijs
kan niet meer geld krijgen.
Voorts zouden de Spoorwegen een crediet
van f 700.000 verstrekt hebben op een bosch
in Duitschland, waarvan de exploitatie is op
gedragen aan een Duitsche. met de N.V.
Spoorhout gelieerde vennootschap, terwijl aan
de Spoorwegen vrijwel geen hout uit dit bosch
zou zijn geleverd.
Tenslotte zou de N.V. Spoorhout en een
naamlooze vennootschap, waarin de directeur
van de N.V. Spoorhout zeggenschap heeft, een
belangrijke rol spelen bij de levering van
rails aan de Spoorwegen, welke rails grooten-
deels uit Polen afkomstig zouden zijn.
De heer Rutgers (a.-r.) had ook bezwaren,
ook vermoedens, al waren zij niet zoo sterk
getint als van de andere heeren. De eenige,
die den bewindsman bijviel was de heer van
Braambeek (s.-d.), die meende, dat 't heel
gemakkelijk was achteraf met allerlei critiek
te komen, zonder dat er eenig bewijs door de
critici geleverd werd. Achteraf want de
heer van Braambeek geloofde, dat wanneer
men zelf voor de zaken had gestaan, men niet
veel anders zou gedaan hebben. Toch om
dat er allerlei geruchten de ronde deden, ad
viseerde ook hij den minister zijn medewer
king te verleenen aan de commissie van on
derzoek.
Met eenige spanning werd 's ministers
antwoord tegemoet gezien.
Minister Kalff sprak slechts enkele woor
den. Het was hem niet mogelijk alle vra
gen, hem gesteld, te beantwoorden er waren
instantelijke vragen bij. niet mogelijk alle
mogelijkheden en gedachten onder het oog
te zien, niet mogelijk een antwoord te geven,
dat allen voldeed.
De minister zeide te gelooven, dat hij de
Kamer, den Staat en de Spoorwegen een
dienst bewees door anderen te laten onder
zoeken. Hij was van meening, dat er een
gansch verkeerde opvatting heerschte over
allerlei dingen. Maar openheid wenschte
ook hij. Wanneer dus de Kamer een com
missie zou instellen, dan garandeerde de
bewindsman haar, dat noch het departement,
noch de spoorwegen iets zquden achter
houden.
Wanneer er geen vermoedens hadden be
staan. dan zouden de spoorwegen reeds lang
zijn overgegaan tot beëindiging van Spoor
hout. Thans kon zij niet. wilde zij de ver
moedens niet bevestigen.
Zonder hoofdelijke stemming nam de
Kamer een voorstel van den heer Krijger aan
om een commissie van onderzoek te benoe
men.
Door die commissie zullen we de dihgëii
uit de doekjes zien doen.
De Tweede Kamer deed voorts de af-
deeling „Nijverheidsonderwijs" van de On
derwijsbegroting af. Verschillende technische
details werden den minister voorgelegd,
waarop hij heel niet inging: hij beloofde al
leen ze alle te zullen overwegen. Of de
dames Groene weg en Mever en de heeren.
ter Laan en Tilanus hèelemaal tevreden, wa
ren met dat antwoord betwijfelen we wel
eenïgszins.
De heer ter Laan pleitte voor het ter be
schikking stellen van meer geld voor het Nij
verheidsonderwijs.
De minister zei: het kan niet
En dan zwijgt men maar.
EERSTE KAMER.
Gezondheidscommissies opgeheven.
De Senaat nam het wetsontwerp aan tot
opheffing der gezondheidscommissies. De
heeren Wibaut en Mendels beiden s.d. be
treurden dat ontwerp sterk. Het logde nieuwe
lasten op de gemeenten en knotte de zelf-
wei'kzaamheid ten bate der hygiëne vooral
ten plattelande.
De minister van Sociale Zaken antwoordde
dat het nu eenmaal onvermijdelijk is dat <ie
de staats-werkzaamheid wordt ingekrompen
En dat het ter zake geen groote offers be
trof. wijl niet. ieder den arbeid der com
missies evenhoog aansloeg. Ook onder:treepte
de bewindsman, dat 'n loot afgesneden werd,
maar om andere ongeknot te behouden: geen
sibsidie op het gebied der volksgezondheid
behoefde verminderd te worden.
A.s. Dinsdag komt de Eerste Kamer weer
samen.
•INTIMUS.
13 December.
De couponbelasting werd door de Kamer
aanvaard zonder hoofdelijke stemming. Een
mededeeling, welke niet verwonderen zal. De
begrooting moet sluitend gemaakt worden en
de-middelen daartoe zijn niet ruim gezaaid.
Bovendien kunnen de belastingen niet heel
ver meer opgeschroefd worden.
De couponbelasting is aanvaard, omdat 't
moet. Met groote animo althans hebben de
heeren Fleskens (r.-k.) en Bicrema (lib.) er
niet voorgestemd. Zeker niet, dan nadat de
Kamer onder instemming des ministers een
amendement-Fleskens had aanvaard, dat de
duur van de werking van het ontwerp op 5
jaren bepaalde en beperkte.
De heer Fleskens had bezwaren, wijl hel
ontwerp een zakelijke belasting is. terwijl ons
land een zakelijke belasting alleen kent wan
neer zij tegelijk een bestemmingsbelasting is.
Bezwaren, wijl hij het als onbillijk voelde, dat
een enkel object getroffen wordt. Bovendien
want de 2 pet. heffing wordt bij de bron
geheven, bij den couponuitgever boven
dien zag de heer Fleskens buitengewone na-
deelen voor levensverzekeringsmaatschap
pijen. hypotheekbanken, spaarbanken, pen-
soenfondsen. welke de revenuën van hun be
zit belangrijk zullen zien terugloopen. On
danks alles: aanvaard werd het ontwerp. Om
dat de nood van de schatkist daartoe dwong.
De heer J. ter Laan (s.-d.ï ging ook niet mede
met het voorstel-Oud. niet omdat 't te veel
vroeg, maar omdat 't niet genoeg vroeg. Hij
kwam met een amendement, om het percen
tage van 2 pet. op 5 pet. te brengen. De cou
ponbelasting zag hij als een heffing van het
arbeidsloons inkomen, dat gemakkelijk kon
worden opgevoerd. Daardoor zouden dan heel
wat pijnlijker heffingen indirecte belastin
gen op den consument achterwege kunnen
blijven.
Een amendement in die richting werd met
groote meerderheid verworpen. De heer
Schouten heeft 't met den minister bestreden.
Men moest niet vergeten aldus beide finan
ciers dat de couponbélastig een dubbele
heffing beteekent. een heffing van bedragen,
welke of reeds in de inkomstenbelasting, of
reeds in de vermogensbelasting worden ge
troffen. En voornamelijk de laatste, wat be
teekent dat deze belasting opnieuw wordt op
gevoerd. nu er zoovele vermogensbestanddee-
len niets opbrengen.
Als een voordeel van de heffing wees de
bewindsman er op. dat de couponbelasting
ook bezitters treft van Nederlandsche .effec
tenbezitters in het buitenland. Een. nadeel
waarom het percentage niet moest worden
opgevoerd achtte de bewindsman t, dat ook
de spaarpenningen van kleine menschen
zwaar worden getroffen en niet alleen de ka
pitaalkrachtigen.
De heer Ter Laan wilde de gedachte der be
lasting uitbreiden. B.v. tot een extra-belasting
op huizenbezit. Daartoe ging de minister niet
over. wijl er reeds op dit punt een zakelijke
belasting is, de grondbelasting, en er vrij
groote zekerheid is. dat de belasting wordt
afgeschoven op de huurders.
De voorzitter heeft onaangename momen
ten doorgemaakt. Terwijl hij de vergaderin
gen tot diep in den nacht laat voortduren,
dreigde er gisteren gevaar, dat vroeg op den
middag de agenda uitgeput zou zijn. De pre
sident had gerekend op de behandeling nog
van de begrooting voor het Wegenfonds, maar
het antwoord van den bewindsman ging zoo
weinig in op de vragen van de Kamer, dat de
commissie van rapporteurs heel niet tevreden
was en blijkbaar geen eindverslag wilde uit
brengen. zonder dat de bewindsman nadere
vragen had beantwoord. Maar, zonder eind
verslag zou de president de vergadering om
drie uur hebben moeten beëindigen. Dus
bracht de commissie van rapporteurs snellijk
het eindverslag uit. Een ontevreden eind
verslag.
Veel heeft tot dusverre morgen voort
zetting de discussie nog niet om het lijf ge
had, maar dat was te wijten aan de door de
heeren Bongaerts (r.-k.) en Ebels (v. d.) aan
gewezen oorzaak: alle verkeersvragen moeten
uitgesteld worden tot de behandeling van de
begrooting van het verkeersfonds.
Dus thans aleen details. Veel plaatselijke
wenschen. Alleen deden de heeren Bongaerts
(r.-k.) en Vervoorn (PI.) een ietwat algemee-
nen wensch hooren in hun pleidooi voor het
gebruik van straatklinkershet Nederlandscli
product, dat zoovele handen werk geeft.
De avondvergadering zette ietwat sensatio
neel in, maar eindigde zeer bevredigend.
Een heele reeks van afgevaardigden heeft
gesproken over een dochterbedrijf van de
Spoorwegen „Spoorhout" en over met den di
recteur daarvan gelieerde ondernemingen.
Een heele reeks van afgevaardigden en allen
hadden zij onopgeloste vragen over deze on
dernemingen, onopgelost gebleven zelfs in
's ministers schriftelijk antwoord in den twee
den termijn. Er werden allerlei vermoedens
uitgesproken door de heeren Krijger (c.-h.),
Ebels (v.-d.), van Voorst tot Voorst (r.-k.), van
Poll (r.-k.) en Bongaerts (r.-k.) Zij waren vol
wantrouwen en bevreesd, dat alle manupula-
ties met maatschappijen alleen maar dienden
om de spoorwgen voor dwarsliggers duur te
laten betalen en den eigenaar van 45 pet. der
aandeelen van „Spoorhout" te bevoordeelen,
wat tevens beteekende benadeeling der in-
landsche houtteelt.
De kwestie zit zoo. Sedert jaren hebben de
Spoorwegen hun hout betrokken van één be
paalde firma, in de plaats waarvan in 1931
kwam de N.V. Spoorhout, waarvan iets meer
dan de helft van de aandeelen in handen van
de Nederiandsche Spoorwegen was. Als direc
teur van de N.V. Spoorhout trad op de eige
naar van bovenbedoelde firma.
De beschuldiging nu, die tegen de Spoor
wegen wordt ingebracht, is deze, dat zij, ge
let op den grooten voorraad dwarsliggers die
thans aanwezig is, meer hout kochten dan
zij noodig hebben.'
Bovendien zou dit hout, dat door de N.V.
Spoorhout tegen een abnormaal hoogen prijs
werd ingekocht, door de Spoorwegen veel te
duur zijn betaald.
POOLSCHE GESCHENKEN AAN
DE KONINGIN.
VROEGER VAN KONING WILLEM I
GEWEEST.
Dinsdag heeft naar het Handelsblad meldt,
de Poolsche gezant, onder overhandiging van
een persoonlijken brief van den president der
Poolsche republiek, namens dezen aan de Ko
ningin eenige geschenken aangeboden, af
komstig van het kasteel Ragot. thans toebe-
hoorende aan den Poolschen staat en oor
spronkelijk eigendom van Koning Willem I.
De merkwaardigste van deze geschenken
zijn: verschillende familieportretten, een
borstbeeld van koning Willem II, «enige mi
niaturen zegelringen en een schilderij, voor
stellende het vertrek uit Scheveningen in
Januari 1795 van prinses Wilhelmina. hare
schoondochter en kleinzoon Willem.
HET GEVAL-VIRULY.
COMMANDANT GAF ALLEEN EEN
WAARSCHUWING.
Over het verbod aan den rèserve-^feier
Viruly om voor de V.fl R.A te «r-
neemt de Tel. nog van bevoegde zijde, dat de
lucht-vaartcommandant te Soesterberg den
heer Viruly alleen opmerkzaam heeft gemaakt
op het feit, dat het aan militairen verboden-
is aan sociaal-democratische instellingen me
de te werken of steun te verleenen.