Dia rtseismofisclhe plfnen Sky De Couponbelasting aangenomen. DONDERDAG 14 DECEMBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 9 MUZIEK. KLOPPERSINCELKERK. 24ste ORGELBESPELING. De 24ste der ten bate van het orgelfonds der Kloppersingelkerk plaats hebbende orgel bespeling werd Woensdagavond door den heer Jan Zwart, organist der Hersteld. Evang. Lu- thersche Gemeente en der N.C.R.V. gehouden Het programma bevatte, behalve werken van Bacil, Guilmant, Van Dunne en Handel, mu ziek die in het eerste gedeelte op den Advents tijd. in het tweede op den Kersttijd toepasse lijk was. De organist had zijn eigen composities aller minst op de zwarte lijst gezet. Integendeel: hij opende het concert met een Psalm-Fanta sie, speelde later orgelbewerkingen van Ad- ventsgezangen, een Praeludium, een Pastorale en een Posthidium over Kerstgezangen en tot slot een soort van Rhapscdie over een zestal Kerstliederen. Zwart's composities toonen meer routine dan inspiratie of diepte. De modu laties bewegen zich over sequensachtige trap pen of in cirkelbanen, behoudens plotselinge uitwijkingen. De figuraties en contrapunten zijn meerendeels nogal primitief. Men zou kunnen opmerken dat ook met zulke materi alen monumenten te bouwen zijn. Zeker wanneer een echte bouwmeester ze gebruikt. Maar zulk een bouwmeester is Jan Zwart niet- zijn werken toonen geen ontwikkeling der idee; de structuur bepaalt zich meer tot her halingen. Zoo was 't in de Psalm-Fantasie; zoo was 't in de Adventsgezangen waar veel registerwisseling ons over de herhalingen heen mc-est helpen; zoo was 't in het Praeludium. In de Pastorale werkte de vredige, zachte klank bekorend; het Postludium leed weer aan op pervlakkigheid. De laatste eigenschap was ook aan de Fantasie over de Kerstliederen eigen. De melodie van „Stille Nacht" wint niet aan wijding door de toevoeging van toonladders of nachtegaal gekweel; de triolen en achtsten in de volgende liederen bleven uiterlijke aan hangselen. Een niet onaardig moment kwam in het vijfde kerstlied, waar het „Stille Nacht" doorheengewerkt werd; het fugato daarna had gemist kunnen worden. Bij de voordracht van zijn eigen en anderer werken bewees de organist zijn vaardigheid op het koninklijke instrument. Echter was er een eigenschap die aan de waarde zijner ver tolkingen afbreuk deed. n.l. de onvastheid van rythme en tempo. Beide schommelden voortdurend: te overhaaste inzetten schokten soms het maatgevoel. Van de vreemde composities die de organist voordroeg behoorden de meeste tot het goede repertoire; een stukje als het Menuetto van Van Dunne, waarin verdeeling en herhaling van eenzelfde motiefje over verschillende oc taven de gedachte-ontwikkeling moet vervan gen. is daar bezwaarlijk toe te rekenen. De.organist benutte de vele rfgistratie.^ma- gelijkheden van het mooie Kloppersingelkerk- orgel vaak zeer smaakvol. Ondanks de barre koude was de kerk tame lijk bezet. K. DE JONG. FILMKUNST. Turksib in het Rembrandt-theater. Zondagochtend zal de directie van het Rembrandt-theater belangstellenden gelegen heid verschaffen, voorzoover ze de film Turksib nog niet hebben gezien, met dit be roemde product van den Russischen cineast Turin kennis te maken. Ook voor hen, die eenige jaren geleden dit werk voor het eerst hebben aanschouwd, zal het de moeite waard zijn, de kennismaking te herhalen. Want het merkwaardige is, dat, hoewel vier jaren een heele periode in de ontwikkeling van de film kunst beteekenen, dit werk nog geenszins ver ouderd lijkt, integendeel nog altijd als een model kan dienen. De oplettende toeschouwer zal trouwens gemakkelijk opmerken, in hoe veel opzichten latere regisseurs het voorbeeld van dezen Russischen meester hebben nage volgd. Het eenige wat verouderd zou kunnen aandoen is het ontbreken van het geluid, dat temeer opvalt, wijl de later uitgevonden ge luidsfilm juist bij een materie als deze voort durend aanleiding zou hebben gevonden om de nieuwe methode tot versterking van het effect toe te passen. Maar de afwezigheid van klank concentreert alle aandacht onafgeleid op het beeld, dat in een film als deze van een buitengewone kracht en bekoring is. Men kent het gegeven; de aanleg van een spoorweg tusschen twee gebieden van het on metelijke Russische rijk, welke duizend Kilo meter van elkaar zijn gelegen, Turkestan en Siberië Uit de eerste lettergrepen van deze beide aardrijkskundige namen is de 'naam van de film Turksib gevormd. Deze film is een van de voorbeelden, welke aantoonen. hoe het bewind van de Sovjet republieken de nieuwe techniek voor paedago- gische en propagandistische doeleinden is gaan aanwenden. Men kan dit werk, dat oor spronkelijk voor de Russische arbeiders in het groote rijk is bestemd geweest, kenschetsen als een leermiddel voor het aanschouwelijk on derwijs in de beteekenis van den arbeid. Wan neer een metaalbewerker of houtzager of pol derjongen aan den arbeid wordt gezet, wordt het effect van zijn arbeid hem gewoonlijk met veel meer duidelijk dan dat het hem zooveel gulden uur- of weekloon in den zak brengt. Maar de methode-Turin bezielt hem voor het eigenlijke sociale doel van zijn werk. Turkestan is een arm land. Toch zitten er ontzaglijke rijkdommen. De film toont den overvloed van katoen en van wol. Prachtige beelden leveren de pluizende planten en het beweeglijke vee. Maar ondanks dezen rijkdom verkommert het land. Want periodiek lijdt het gebrek. Aan water. Zandstormen bemoeilijken het verkeer. Het primitieve vervoermiddel, de kameel", bezwijkt onderweg onder zijn vracht Siberië is ook een arm land. Ook daar zit ten ontzaglijke rijkdommen. Geweldige bos- schen leveren hout. En op lange rijen sleden voeren paarden het graan aan, dat in goe derenwagens op de spoorlijn wordt overgela den, Maar wol en katoen, om het lichaam te gen de barre kou uit het noordoosten te be schermen, ontbeert op zijn beurt dit rijke lamèr zou de één den ander kunnen helpen als er een goede verbinding was. Een spoorweg- moet er komen. De regeering zendt haar des kundigen als onderzoekers vooruit. De komst van een auto en een vliegtuig wekt bij de be woners van Turkestans binnenlanden verba zing en bewondering en leidt tot aardige hu moristische episoden in de film, waarbij men ook een sprekend beeld krijgt van de eigen aardige physionomie van dit primitieve volk. De landmeters hebben het tracé in kaart gebracht en spoedig begint de arbeid. Men ziet de nijvere werkers boomen vellen, den aard baan effenen, dwarsleggers aanbrengen en een titanischen strijd voeren tegen de vijan den steen ,zand en ijs. De harde rotsblokken worden door dynamiet uit rien weg geruimd. Geen weerstand mag den moed doen verlie zen; het werk moet klaar. Volgens een vast plan. In 1930, geen jaar later! Spoedig verschijnt- de eerste locomotief. Een nieuw wonder voor de ontstelde inlanders, die hun van schrik steigerende rijdieren be dwingen en in een wilae ren door de steppe het sissende en rookende monster trachten bij te houden. Deze menschen berijden niet eens paarden, maar koeien. Als een dikke Turke- stanner bemerkt, dat zijn os het tegen de loco motief moet afleggen, springt hij van zijn os en zet er zélf de sokken in. Maar de locomo tief wint het zelfs van dezen zwaarlijvigen hardlooper. Over een rivier bouwen werklieden een spoorbrug. Men ziet ze bezig aan het aaneen klinken der onderdeelen. De vorst is een zware belemmering. Ijspegels hangen aan de stoom pijpen van de locomotief en de wielen der goe derenwagens zitten aan de rails vastgevro- 1 ren. Maar men geeft het niet op. De Turksib komt er, in 1930!! Aldus wordt deze film. behalve een toon beeld van kinetische kunst, een apotheose van den arbeid, welke wel een diepen indruk heeft moeten maken op de werkers die men voor dit doel had gerecruteerd. maar die ook bij den niet-Russischen toeschouwer van Turin's meesterlijke schepping haar effect niet zal missen. H. G. CANNEGIETER X u1 die U hei leven vergallen, daarvoor helpen nu "AKKERTJES" zoo bui tengewoon. Niei alleen dai de pijnen verdwijnen, maar AKKER-CACHETS verdrijven bovendien uit '1 lichaam de sloffen, die de pijnen veroor zaken. Neem daarom "AKKERTJES" bij aandoeningen als gevalle koude, Griep, Spierpijn, Zenuwpijn. SieGhls 50 cl. p. 12 sluks. Overal verkrijgbaar. (Adv. Ingez. Med.) HET TOONEEL. KUNSTKRING HEEMSTEDE. Charlotte Kohier. HET BAL. Charlotte Kohier heeft als voordrachtkunste nares langzamerhand in ons land zulk een vermaarheid gekregen, dat elke nieuwe voor dracht van haar met verlangen wordt tege moet gezien als gold het de première van een belangrijk stuk. Het was in den Kunstkring te Heemstede, dat zij gisteren haar nieuwste repertoire-stuk „Het Bal" van Irene Nemi- rowslcy bracht en dus begrijpelijk, dat het Gebouw van den Protestanten Bond op dezen avond stampvol was. Wij kunnen moeilijk verwachten, dat er m de voordrachten van Charlotte Kohier steeds een voortdurende climax zal zijn en zeker niet na dat onvergetelijke „Carrière". „Het Bal", dat zij voor dit seizoen op haar repertoire heeft genomen, brengt dan ook eer een teruggang dan een stijging. Deze novelle van Irene Ne- mirowsky mist de dramatische handeling en de spanning, die Carrière en De Zachtmoedige zoo zeer bezaten, zij blijft voortdurend op een zelfde niveau, is vrij kleurloos, en biedt de voordraagster hierdoor niet de gelegenheid haar groote talenten en haar virtuositeit in zoo hooge mate te toonen als het repertoire, dat aan Het Bal voorafging, zooals De Kinder kruistocht van Marcel Schwob Maria Lecina, Stervend Europa en de twee reeds genoemde werken. Een bijzonder sterken indruk heeft Het Bal dan ook niet op mij gemaakt, al waren er zooals altijd bij Charlotte Kohier in de voordracht zeer sterke, meesleepende momen ten. Voor het grootste deel wijt ik dit aan de novelle van Nemirowsky, die ik in den hu mor vrij wrang, in de teekening van het kind decadent en als geheel nog al geforceerd vind. Heel die geschiedenis van den heer en me vrouw Kampf rijk geworden parvenus die in de „haute volée" hopen te komen door een schitterend bal te geven, maar heel een avond te vergeefs op hun 200 gasten zitten te wachten, doordat hun dochter in een oogen- blik van woede de uitnoodigingen in de Seine heeft gegooid, is vrij onwaarschijnlijk en ge forceerd. Ook in de verhouding' tusschen Ro- sine Kampf en haar dochter hindert ons een opzettelijkheid, die in de novelle niet genoeg haar verklaring vindt. En in de voordracht van mevrouw Kohier, die alles deed om de moeder zoo hard en antipathiek mogelijk te geven, werd dit opzettelijke ook allerminst verzacht. Trouwens heel den avond kreeg ik den in druk, dat deze novelle mevrouw Kohier min der goed lag dan de vroeger door haar voorge dragen werken. Misschien kwam dit voor een deel, omdat zij nu en dan blijkbaar nog niet geheel zeker was van den tekst en dezen avond nog niet de volle 100 procent kon geven. Maar zij trachtte het al te trairieerende in de handeling te camoufleeren door een te carri- caturaal weergeven van enkele personen. Isa bella, de tanige pianoleerares. heeft ik kan het niet anders zeggen heel wat bedorven. Ook in het typeeren van een Joodsch type den heer Kampf ligt niet de kracht van de voordraagster. En Rosine Kampf, hoewel veel zuiverder en reëeler weergegeven, was als moeder toch bijna niet te aanvaarden, wat echter voor een groot deel de schuld van de schrijfster is. Maar natuurlijk waren er ook in deze voor dracht momenten, waarin mevrouw Kohier haar publiek fascineerde door haar sterk sug gestieve, „indringende" voordracht. Ik denk hier bijvoordeeld aan de pianoles, waarin An toinette's gedachten telken afdwaalden en aan dat prachtige gedeelte, waarin zij des nachts in haar bedje haar groot verdiet uit schreide. Dat werd vooral door mevrouw Kohler's sublieme voordracht voor mij het hoogtepunt van den avond. Het was een meis jesziel, die zich daar openbaarde, te ontroe render, omdat Antoinette daar in haar den ken en haar uitingen zoo geheel kinderlijk is, in tegenstelling met later, toen zij bij het verscheuren der invitaties voor een nauwe lijks 15-jarig meisje bijna decadent werd. Hoe veel meer indruk zou Antoinette's wraak heb ben gemaakt, wanneer wij daarin zuiver en alleen een reactie op haar moeder's harteloos heid hadden gezien. Zeer mooi en sterk suggestief van. voor dracht was ook het fragment, waarin Rosine Kampf in den spiegel zich bewust wordt, dat haar tijd voorbij is. Het was, of het gezicht van Charlotte Kohier bij die bewustwording van Rosine plotseling ouder werd. En prach tig was zij in de woede-uitbarsting van Rosine tegen het slot. Toen gaf zij zich met al haar temperament, wild en onstuimig, was zij de vrouw in haar oer-kracht. Het publiek toonde zich aan het slot uiterst dankbaar voor Charlotte Köhler's voordracht. Toch meen ik gemerkt te hebben, dat velen de zelfde deceptie hebben ondervonden als ik en Het Bal niet als een groote aanwinst van haar repertoire konden beschouwen. J. B. SCHUIL WEER EEN RADIOREDE NIET DOORGEGAAN. Ook Parmentier mocht niet voor V. A. R. A. spreken. DE HEER ALBARDA STELT VRAGEN. Woensdagavond zou de vlieger Parmentier van de K.L.M.. die reserve luitenant is, voor de microfoon van de V.A.R.A. een rede hou den over het vliegwezen in Amerika. Naar de N.R.C. verneemt, heeft de heer Parmentier evenals Maandag de heer Viruly een telegrafische waarschuwing ontvangen van den commandant van de luchtpostvaartafdeeling te Soest-erberg, tegen het verleenen van medewerking aan soc.- democratische instellingen of vereenigingen. De heer Parmentier heeft daarop van het houden van de lezing afgezien; vanwege de V.A.R.A. is de lezing, die reeds op schrift stond, voorgelezen. Het verbod niet. te ver gedreven? De heer Albarda (s.d.) heeft tot den minister van binnenlandsche zaken en van defensie vragen gericht over het geval-Viruly. Is het den minister bekend, vraagt hij, dat de uitzending van het vraaggesprek deel uit maken zou van het algemeen programma, waarvan volgens de door de regeering goed gekeurde regeling de verzorging was toe vertrouwd aan de V.A.R.A., en dat de tekst van het gesprek was goedgekeurd door de radio-controle-commissie? Zijn de ministers niet van oordeel, dat de beperkende bepalingen, die de minister van defensie ten aanzien van de bewegingsvrij heid van militairen heeft getroffen, niet zoo danig moeten worden opgevat, dat het aan militairen ook verboden zou zijn medewer king te verleenen aan radio-uitzendingen, behoorende tot het algemeen programma als de V.A.R.A. met de verzorging van het pro gramma is belast? GEEN SPECIALE AUTOWEGEN. MINISTER WENSCHT ZE NIET. In de Memorie van Antwoord over het Wegenfonds wordt medegedeeld, dat indien met den aanleg van wegen voor het snelver keer bedoeld is den aanleg van een net van geheel vrij liggende wegen buiten en behalve die van het rijkswegenpian, de Minister dien aanleg economisch nog niet verantwoord vindt. Het is echter zijn bedoeling de voornaam ste nieuwe verbindingen van het rijkswegen- plan zoodanig te doen aanleggen, dat zij aan de eischen van het in de naaste toe komst te verwachten snelverkeer met motor rijtuigen geheel voldoen en ook de bestaande wegen van dat plan zoodanig te verbeteren dat zij geleidelijk meer voor veilig verkeer geschikt worden ZES JAAR WEGENS DIEFSTAL. VROEGER VRIJGESPROKEN. Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft arrest gewezen in de zaak tegen den 38-jari gen koopman die door de rechtbank is vrij gesproken van den hem ten laste gelegden diefstal gepleegd in den nacht van 31 Maart op 1 April j.l. ten huize van Baron De Smeth in de Jan van Nassaustraat te 's-Gravenhage. De Officier van Justitie had tegen verdachte twee jaar geëischt. Ter terechtzitting van het Hof op 29 No vember werd de koopman op vordering van den advocaat-generaal die, die zeven jaar gevangenisstraf eischte, opnieuw in arrest gesteld. I Het Hof veroordeelde hem nu tot zes jaar gevangenisstraf. NEDERLAND'S DRANKUITVOER NAAR DE V. S. 110.010 ^ALLONS. De hoeveelheid alcoholische dranken, welke tot 31 Maart 1934 in de Ver. Staten uit het bui tenland mag worden ingevoerd, is, naar Reu ter meldt, op 5.595.137 gallons vastgesteld. Voor Nederland bedraagt zij 110.000 gallons. STA TEN- GENERAAL TWEEDE KAMER. Heffing op 2 pCt. bepaald. De duur tot vijf jaar beperkt. Amendement om 5 te heffen, verworpen. Een pleidooi voor den t. Sinker. Wat deden de Spoorwegen met „Spoorhout"? Er komt een commissie van onderzoek. Het Nijverheidsonderwijs kan niet meer geld krijgen. Voorts zouden de Spoorwegen een crediet van f 700.000 verstrekt hebben op een bosch in Duitschland, waarvan de exploitatie is op gedragen aan een Duitsche. met de N.V. Spoorhout gelieerde vennootschap, terwijl aan de Spoorwegen vrijwel geen hout uit dit bosch zou zijn geleverd. Tenslotte zou de N.V. Spoorhout en een naamlooze vennootschap, waarin de directeur van de N.V. Spoorhout zeggenschap heeft, een belangrijke rol spelen bij de levering van rails aan de Spoorwegen, welke rails grooten- deels uit Polen afkomstig zouden zijn. De heer Rutgers (a.-r.) had ook bezwaren, ook vermoedens, al waren zij niet zoo sterk getint als van de andere heeren. De eenige, die den bewindsman bijviel was de heer van Braambeek (s.-d.), die meende, dat 't heel gemakkelijk was achteraf met allerlei critiek te komen, zonder dat er eenig bewijs door de critici geleverd werd. Achteraf want de heer van Braambeek geloofde, dat wanneer men zelf voor de zaken had gestaan, men niet veel anders zou gedaan hebben. Toch om dat er allerlei geruchten de ronde deden, ad viseerde ook hij den minister zijn medewer king te verleenen aan de commissie van on derzoek. Met eenige spanning werd 's ministers antwoord tegemoet gezien. Minister Kalff sprak slechts enkele woor den. Het was hem niet mogelijk alle vra gen, hem gesteld, te beantwoorden er waren instantelijke vragen bij. niet mogelijk alle mogelijkheden en gedachten onder het oog te zien, niet mogelijk een antwoord te geven, dat allen voldeed. De minister zeide te gelooven, dat hij de Kamer, den Staat en de Spoorwegen een dienst bewees door anderen te laten onder zoeken. Hij was van meening, dat er een gansch verkeerde opvatting heerschte over allerlei dingen. Maar openheid wenschte ook hij. Wanneer dus de Kamer een com missie zou instellen, dan garandeerde de bewindsman haar, dat noch het departement, noch de spoorwegen iets zquden achter houden. Wanneer er geen vermoedens hadden be staan. dan zouden de spoorwegen reeds lang zijn overgegaan tot beëindiging van Spoor hout. Thans kon zij niet. wilde zij de ver moedens niet bevestigen. Zonder hoofdelijke stemming nam de Kamer een voorstel van den heer Krijger aan om een commissie van onderzoek te benoe men. Door die commissie zullen we de dihgëii uit de doekjes zien doen. De Tweede Kamer deed voorts de af- deeling „Nijverheidsonderwijs" van de On derwijsbegroting af. Verschillende technische details werden den minister voorgelegd, waarop hij heel niet inging: hij beloofde al leen ze alle te zullen overwegen. Of de dames Groene weg en Mever en de heeren. ter Laan en Tilanus hèelemaal tevreden, wa ren met dat antwoord betwijfelen we wel eenïgszins. De heer ter Laan pleitte voor het ter be schikking stellen van meer geld voor het Nij verheidsonderwijs. De minister zei: het kan niet En dan zwijgt men maar. EERSTE KAMER. Gezondheidscommissies opgeheven. De Senaat nam het wetsontwerp aan tot opheffing der gezondheidscommissies. De heeren Wibaut en Mendels beiden s.d. be treurden dat ontwerp sterk. Het logde nieuwe lasten op de gemeenten en knotte de zelf- wei'kzaamheid ten bate der hygiëne vooral ten plattelande. De minister van Sociale Zaken antwoordde dat het nu eenmaal onvermijdelijk is dat <ie de staats-werkzaamheid wordt ingekrompen En dat het ter zake geen groote offers be trof. wijl niet. ieder den arbeid der com missies evenhoog aansloeg. Ook onder:treepte de bewindsman, dat 'n loot afgesneden werd, maar om andere ongeknot te behouden: geen sibsidie op het gebied der volksgezondheid behoefde verminderd te worden. A.s. Dinsdag komt de Eerste Kamer weer samen. •INTIMUS. 13 December. De couponbelasting werd door de Kamer aanvaard zonder hoofdelijke stemming. Een mededeeling, welke niet verwonderen zal. De begrooting moet sluitend gemaakt worden en de-middelen daartoe zijn niet ruim gezaaid. Bovendien kunnen de belastingen niet heel ver meer opgeschroefd worden. De couponbelasting is aanvaard, omdat 't moet. Met groote animo althans hebben de heeren Fleskens (r.-k.) en Bicrema (lib.) er niet voorgestemd. Zeker niet, dan nadat de Kamer onder instemming des ministers een amendement-Fleskens had aanvaard, dat de duur van de werking van het ontwerp op 5 jaren bepaalde en beperkte. De heer Fleskens had bezwaren, wijl hel ontwerp een zakelijke belasting is. terwijl ons land een zakelijke belasting alleen kent wan neer zij tegelijk een bestemmingsbelasting is. Bezwaren, wijl hij het als onbillijk voelde, dat een enkel object getroffen wordt. Bovendien want de 2 pet. heffing wordt bij de bron geheven, bij den couponuitgever boven dien zag de heer Fleskens buitengewone na- deelen voor levensverzekeringsmaatschap pijen. hypotheekbanken, spaarbanken, pen- soenfondsen. welke de revenuën van hun be zit belangrijk zullen zien terugloopen. On danks alles: aanvaard werd het ontwerp. Om dat de nood van de schatkist daartoe dwong. De heer J. ter Laan (s.-d.ï ging ook niet mede met het voorstel-Oud. niet omdat 't te veel vroeg, maar omdat 't niet genoeg vroeg. Hij kwam met een amendement, om het percen tage van 2 pet. op 5 pet. te brengen. De cou ponbelasting zag hij als een heffing van het arbeidsloons inkomen, dat gemakkelijk kon worden opgevoerd. Daardoor zouden dan heel wat pijnlijker heffingen indirecte belastin gen op den consument achterwege kunnen blijven. Een amendement in die richting werd met groote meerderheid verworpen. De heer Schouten heeft 't met den minister bestreden. Men moest niet vergeten aldus beide finan ciers dat de couponbélastig een dubbele heffing beteekent. een heffing van bedragen, welke of reeds in de inkomstenbelasting, of reeds in de vermogensbelasting worden ge troffen. En voornamelijk de laatste, wat be teekent dat deze belasting opnieuw wordt op gevoerd. nu er zoovele vermogensbestanddee- len niets opbrengen. Als een voordeel van de heffing wees de bewindsman er op. dat de couponbelasting ook bezitters treft van Nederlandsche .effec tenbezitters in het buitenland. Een. nadeel waarom het percentage niet moest worden opgevoerd achtte de bewindsman t, dat ook de spaarpenningen van kleine menschen zwaar worden getroffen en niet alleen de ka pitaalkrachtigen. De heer Ter Laan wilde de gedachte der be lasting uitbreiden. B.v. tot een extra-belasting op huizenbezit. Daartoe ging de minister niet over. wijl er reeds op dit punt een zakelijke belasting is, de grondbelasting, en er vrij groote zekerheid is. dat de belasting wordt afgeschoven op de huurders. De voorzitter heeft onaangename momen ten doorgemaakt. Terwijl hij de vergaderin gen tot diep in den nacht laat voortduren, dreigde er gisteren gevaar, dat vroeg op den middag de agenda uitgeput zou zijn. De pre sident had gerekend op de behandeling nog van de begrooting voor het Wegenfonds, maar het antwoord van den bewindsman ging zoo weinig in op de vragen van de Kamer, dat de commissie van rapporteurs heel niet tevreden was en blijkbaar geen eindverslag wilde uit brengen. zonder dat de bewindsman nadere vragen had beantwoord. Maar, zonder eind verslag zou de president de vergadering om drie uur hebben moeten beëindigen. Dus bracht de commissie van rapporteurs snellijk het eindverslag uit. Een ontevreden eind verslag. Veel heeft tot dusverre morgen voort zetting de discussie nog niet om het lijf ge had, maar dat was te wijten aan de door de heeren Bongaerts (r.-k.) en Ebels (v. d.) aan gewezen oorzaak: alle verkeersvragen moeten uitgesteld worden tot de behandeling van de begrooting van het verkeersfonds. Dus thans aleen details. Veel plaatselijke wenschen. Alleen deden de heeren Bongaerts (r.-k.) en Vervoorn (PI.) een ietwat algemee- nen wensch hooren in hun pleidooi voor het gebruik van straatklinkershet Nederlandscli product, dat zoovele handen werk geeft. De avondvergadering zette ietwat sensatio neel in, maar eindigde zeer bevredigend. Een heele reeks van afgevaardigden heeft gesproken over een dochterbedrijf van de Spoorwegen „Spoorhout" en over met den di recteur daarvan gelieerde ondernemingen. Een heele reeks van afgevaardigden en allen hadden zij onopgeloste vragen over deze on dernemingen, onopgelost gebleven zelfs in 's ministers schriftelijk antwoord in den twee den termijn. Er werden allerlei vermoedens uitgesproken door de heeren Krijger (c.-h.), Ebels (v.-d.), van Voorst tot Voorst (r.-k.), van Poll (r.-k.) en Bongaerts (r.-k.) Zij waren vol wantrouwen en bevreesd, dat alle manupula- ties met maatschappijen alleen maar dienden om de spoorwgen voor dwarsliggers duur te laten betalen en den eigenaar van 45 pet. der aandeelen van „Spoorhout" te bevoordeelen, wat tevens beteekende benadeeling der in- landsche houtteelt. De kwestie zit zoo. Sedert jaren hebben de Spoorwegen hun hout betrokken van één be paalde firma, in de plaats waarvan in 1931 kwam de N.V. Spoorhout, waarvan iets meer dan de helft van de aandeelen in handen van de Nederiandsche Spoorwegen was. Als direc teur van de N.V. Spoorhout trad op de eige naar van bovenbedoelde firma. De beschuldiging nu, die tegen de Spoor wegen wordt ingebracht, is deze, dat zij, ge let op den grooten voorraad dwarsliggers die thans aanwezig is, meer hout kochten dan zij noodig hebben.' Bovendien zou dit hout, dat door de N.V. Spoorhout tegen een abnormaal hoogen prijs werd ingekocht, door de Spoorwegen veel te duur zijn betaald. POOLSCHE GESCHENKEN AAN DE KONINGIN. VROEGER VAN KONING WILLEM I GEWEEST. Dinsdag heeft naar het Handelsblad meldt, de Poolsche gezant, onder overhandiging van een persoonlijken brief van den president der Poolsche republiek, namens dezen aan de Ko ningin eenige geschenken aangeboden, af komstig van het kasteel Ragot. thans toebe- hoorende aan den Poolschen staat en oor spronkelijk eigendom van Koning Willem I. De merkwaardigste van deze geschenken zijn: verschillende familieportretten, een borstbeeld van koning Willem II, «enige mi niaturen zegelringen en een schilderij, voor stellende het vertrek uit Scheveningen in Januari 1795 van prinses Wilhelmina. hare schoondochter en kleinzoon Willem. HET GEVAL-VIRULY. COMMANDANT GAF ALLEEN EEN WAARSCHUWING. Over het verbod aan den rèserve-^feier Viruly om voor de V.fl R.A te «r- neemt de Tel. nog van bevoegde zijde, dat de lucht-vaartcommandant te Soesterberg den heer Viruly alleen opmerkzaam heeft gemaakt op het feit, dat het aan militairen verboden- is aan sociaal-democratische instellingen me de te werken of steun te verleenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 9