RDAGAVOND De Nar en zijn taak Lehar werkt aan een nieuwe schepping: Ciuditta. BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD De Chinees keert in welstand terug UIT DE WERELD VAN DE FILM. Richard Tauber vervult er een hoofdrol in. ZATERDAG 23 DECEMBER 1933 HAXEEEM'S DSGBEAD tl Hoe hij naar het Hemelsche Rijk verlangt. Te Benoa, Zuid-Bali, was hij aan boord ge- komen. Onze tweede stuurman die de reis biljetten der dekpassagiers gecontroleerd had, beschreef hem ons later, als een zielig oud ventje, half blind met een glimmend zwart jasje en een g-elc hoedje op. Waarschijnlijk hadden we hier te doen met een uitgestootene uit de Chineesche sa menleving. die na jaren ploeteren, door z'n familie, of „t-awki" (Chineesche werkgever), oud en ziek, met een kaartje tot Singapore, terwijl hij nauwelijks geld had of zelfs on voldoende voor de rest van de reis. naar China werd teruggezonden. Van vroeger, als jong stuurman op de Chinadienst, herinner ik me die stumpers. Het Neder la ndsch-Indische gouvernement zal natuurlijk nooit toestaan, dat men de zieke stakkers hier laat zwerven, maar ze op kosten van familie of tawki doen verplegen. Om dit te voorkomen, worden ze tijdig naar China geëxpedieerd, waar practisch geen overheidszorg bestaat en waar ze dik wijls midden in den winter, zonder geld en met geen andere kleeding, dan de dunne jas en broek, waarmee ze Indië verlieten, aan komen. Ik herinner me nog een zin uit ons Aard rijkskundige dictaat: „De Chinees is ijverig, pienter en spaarzaam en keert veelal in een zekeren welstand naar zijn geboorteland terug". De practijk heeft mij dat, ook vóór de malaise, heel anders doen zien. Zoomin de Chinees die het hier inderdaad voor den wind ging, als degeen, die met hard werken een karig bestaan vond, denkt er over het algemeen aan naar China terug te keeren. Ook het verhaal, dat iedere Chinees in Chi neesche aarde begraven wenscht te worden, ■berust op fantasie. De Indische Archipel is overdekt, met graven van Chineezen uit alle standen. In al den tijd, die ik zelf op de kust van China zwierf, hebben wij nooit een lijk van het buitenland naar China vervoerd, dat- niet levend aan boord gekomen was. Veel stierven er gedurende de reis, dikwijls verscheidene per dag, meest van ouderdom, of uitputting en soms probeerden familie leden, of vrienden den doo-de mee naar China te smokkelen. Hetgeen altijd verraden werd, waarop het lijk onverbiddellij-k aan de 'gol ven werd toevertrouwd. Alleen in het sporadisch voorkomend geval «dat het overlijden vlak bij een aanloophaven plaats vond en de familie in staat en bereid was, de zeer hooge kosten van débarkement vooruit te voldoen, mocht hiervan worden af geweken. Maar dit smokkelen had niets te maken met de aantrekkingskracht der Chineesche aarde; in omgekeerde richting zou men dit waarschijnlijk ook geprobeerd hebben. Al leen de menschen die China verlieten waren meerendeels jong -en krachtig, de ouden van dagen zieken en maatschappelijk mislukten keerden terug. Toen nu tusschen Soerabaja en Semarang na afloop van zijn wacht, onze derde officier de gebruikelijke ronde maakte, trof hij de koelie zoekende aan, onder wiens geleide het oude mannetje tot Singapore zou reizen. Wakker geschrokken door een van bakboord invallende bui, miste hij z'n metgezel, die -naast hem op een matje had geslapen. Een groep aan stuurboord Mali Jong speelende Chineezen had niets gehoord of ge zien. Onmiddellijk werd alarm gemaakt. Het heele schip werd afgezocht, maar de oude man werd niet gevonden. Aangenomen w-erd dat hij in een vlaag van vertwijfeling over boord gesprongen was. Inmiddels was het roer aan boord gelegd en stoomde het schip in tegengestelde koers terug. Luisterposten werden uitgezet, maar het geruisch van den neergutsenden regen en den aanwakkerenden wind, overstemde alles. Het was niet mogelijk in dezen inktzwarten nacht iets te zien, door den aanhoudenden tropischen stortregen. Zelfs met een goed zoeklicht kon dat niet. Bovendien wisten we •niet, waar we zoeken moesten en wanneer de oude man ongeveer overboord was ge raakt. Eenstemmig werd dan ook in den inmid dels belegden scheepsraad besloten na een uur het zoeken op te geven. Toch viel het voltrekken van het dood vonnis zwaar. In een groote boog draaiden we terug op onze oorspronkelijke koers. Volle kracht vervolgden we onze reis. waarmee de laatste hoop op redding vervloog. Voor alle zekerheid werd even later een tegenkomend schip met de Morse-lamp op de hoogte gebracht en verzocht uit te luiste ren, maar, een wonder uitgesloten, zal ook dit geen succes hebben gehad. 'Den volgenden morgen te Semarang werd ten overstaan van den havenmeester en politieautoriteiten de scheepsverklaring af gelegd en werden ook de Chineesche getuigen gehoord. Inderdaad bleek onze veronderstelling juist geweest te zijn en was de oude stak ker op weg naar het .Hemelsche Rijk". Z'n schamele nalatenschap, bestaande uit een slaapmat een keihard paardenharen kussentje en een kist, gesloten met een nieuw hagslot, waarvan hij de sleutel had meegenomen, werd geïnventariseerd. Het slot bleek niet van degelijke construc tie, onze timmerman had het in een oogen- blik los. De kist bevatte nog twee oude zwarte jasjes, twee pakjes goedkoope sigaretten, een emaille waschkom, Chineesch lepeltje en bord. Verder een paspoort, waaruit we 's mans naam te weten kwamen en zijn kapi taal: vier Hollandsche rijksdaalders (ook in Indië gangbaar). Weer hoor ik mijn oude onderwijzer dic- Twee oude jasjes, twee pakjes goedkoope cigaretten en vier rijksdaalders. teeren: „De Chinees is ijverig, pienter en spaarzaam en keert veelal in een zekeren welstand naar zijn geboorteland terug". Toch lijkt het ons nu niet vreemd, dat dit half blinde, zielige ventje de kalme Java- z-ee koos boven de Chineesche aarde en op zag tegen een reis naar het koude ongast vrije vaderland, met tien gulden, drie onge voerde zwarte jasjes en een gek hoedje. Vroolijk speelt op het achterdek z'n ge leider alweer Mah Jong. „Dia poenja maou sindili lah, apa boleh boat". (Hij wilde het zelf, wat zul je er aan doen). Java-Zee 1933. P. L. V. R. ANN DVORAK. Ann Dvorak is met haar man, Leslie Fen- ton van een langdurige huwelijksreis in Hol lywood terug. Ze is geboren te New-York City den 12 Augustus 1912. Haar meisjesnaam was Ann McKim. De naam Dvorak spreek uit Nordzjak is de familienaam van haar moeder's kant. In het St. Catherine klooster te New-York City opgevoed, voltooide ze haar studie aan de Page-school voor meisjes te Los Angeles, waar. ze zich tevens bezig hield met tooneel- spel en het schrijven van gedichten. Haar ouders waren tooneelspelers en het kon niet uitblijven, dat Ann eens actrice zou worden. Doch elk begin is moeilijk. Daarom was ze blij dat de door Metro Goldwyn Mayer werd aangenomen als koristje, al had ze van dansen geen verstand. Maar met eenige maanden oefening bereikt men al veel, vooral als men vooruit wil komen in de maatschappij en, wanneer men dan nog de belangstelling tot zich weet te trekken van een Joan Crawford en een Ho ward Hughes, dan is het niet te verwonderen, dat ze op zekeren dag een leidende rol te spelen kreeg in „Scarface". Dat was dus het begin. En nu ze de smaak eenmaal te pakken heeft, verklaart ze, dat ze daaraan de voorkeur geeft boven een tooneelbaantje, misschien wel, omdat ze bang is, dat ze op het tooneel een onbekende grootheid zou kunnen blijven. Tot haar film-favorites behooren, James Gagney, John Barrymore. Greta Garbo en Joan Crawford. Mocht ze ooit haar loopbaan er aan geven, dan zal ze zich verder be kwamen in het componeeren van songs, het schrijven van novellen, of zich wijden aan journalistiek. Ze is onder contract met Warner Bros- First National Pictures en haar nieuwste films zijn: „The Crowd Roars", The Strange Love of Molly Louvain", en ,,Love is a Racket". Met Maurice Chevalier speelde ze in The Way to Love. STUDIO-SNUFJES. Warner Bros zullen een Spaansche versie vervaardigen van „Footlight Parade" met Enrico Caruso Jr., zoon van den overleden zanger, in de hoofdrol. In de onbetreden oerwouden van Zuid- Brazilië, het land der Tariano Indianen zal een filmexpeditie onder leiding van E. J. Mannix ruim negen maanden vertoeven om opnemingen te doen voor de nieuwe film Jungle Red Man. Het groote succes der vroegere expeditiefilms Tra der Hom en Es kimo hebben de Metro er toe gebracht. Het maken van deze film wordt mogelijk dooi de medewerking van de Braziliaansche re geering daar de opnemingen geschieden in een reservaatgebied, dat nooit door blanken betreden wordt. Aan The Hollywood Party waarop reeds meer dan twintig namen van Metro artisten voorkomen, zijn thans toegevoegd: Mickey Mouse, drie biggetjes en een boozen wolf, uitgeleend 'door Walter Disney, den be kenden schepper der Mickey Mouse fimpjes. Eveneens is hieraan toegevoegd Johnny Weis- muller, die tusschen de opnemingen voor Tarzan and his Mate tijd zal vinden in een waterballet op te treden. Ernst Lu'oitsch. Ernst Lubitsch, die destijds de regie voerde over The Love Parade, de film waarmede Maurice Chevalier wereldberoemd werd, is door Metro Goldwyn Mayer geëngageerd voor het regisseeren van de film The Merry Widow waarin Maurice Chevalier voor deze maat schappij zal optreden. Laura la Plante. die in den King of Jazz een rol vervult, was op 14-jarigen leeftijd reeds gedwongen als kostwinster voor de fa milie op te treden. Zij richtte zich naar Hollywood en had daar al dadelijk meer succes dan wie dan ook. Want nadat ze eerst als figurant je gebruikt was, kreeg ez binnen twee jaar belangrijke rollen naast Tom Mix, Hoot Gibson later, en Reginald Denny. Van haar films noemen we o.a. Silk stockings, Cat and the Canary- en Last Warning. Als Magnolia speelde ze in de Show Boat met Joseph Schildkraut. Ook in de Jazzkoning vervult ze een groote rol. Thans film ze in Engeland. Columbia heeft het plan opgevat een film te vervaardigen naar de beroemde Russische novelle Nikola Kourbov, geschreven door Hja Ehrenburg. Lewis Milestone, de bekende regisseur, bekend uit „Van het Westelijk Front geen nieuws", zal ook deze film, in het Engelsch „Red Square" genaamd, regisseeren. Tad Alexander en Donald Haines, twee jeugdige acteurs, zijn toegevoegd aan het tableau de la troupe van Columbia's No Can- nos Roar (voorloopige titel), onder regie van Frank Borzage. George Breakston (elf jaren) speelt de voornaamste rol in deze film. ter zijde gestaan door Frankie Darro en Jackie Searl. No Cannons Roar is de verfilming van Frank Molnar's „Paul street boys". Max Rosebloom, de Amerikaansche bokser, die door zijn overwinning op Mickey Walker het wereldkampioenschap zwaarmiddenge- wicht op zijn naam plaatste, vervult een be langrijke rol in Universal's .Hing for a Night". De populaire komiek Chester Morris, moet in deze film een wedstrijd tegen Max boksen. Na afloop verklaarde hij, met het oog op zij gehavend gelaat, nooit meer in een „boksrol" te zullen optreden. (Van onzen Weenschen correspondent.) Weenen, Decembe: Franz Léhar, de wereldberoemde Weensche operettecomponist, heeft het op het oogen- blik drukker dan ooit, want hij is voortdurend bezig zijn allernieuwste werk „Giuditta" af te maken. Hij is dag en nacht aan het werk. en hij gunt zich bij-na in het geheel geen verpoo- zing. De wereldpremière van „Giuditta" (en dat is geen kleinigheid!) zal in de vermaarde grooteWeensche opera plaats vinden en Léhar wil nu, dat alles tot in de kleinste details ver zorgd en in orde zal zijn. Hij beschouwt het feit, dat zijn nieuwste creatie voor de aller eerste maal in dit wereldberoemde huis voor het voetlicht zal komen, als een heel bijzon dere persoonlijke onderscheiding, en hij zit bijna onafgebroken met een reusachtigen stapel papieren voor zich, die met notenbal ken en met noten bedekt zijn. Hoewel het werk in hoofdtrekken gereed ligt, brengt hij nu eens hier, dan weer daar een verande ring aan. Léhar componeert- ten dat is ook een heel bijzondere eigenaardigheid van den meester), nooit met pen en inkt, doch hij schrijft alles met potlood op. Want anders ziet het werk er niet uit alsof het al gereed zou zijn. Hij kan nu gemakkelijk met een stuk vlakgom werken. Nu eens vlakt hij hier en dan daar wat uit, Hij mengt de tonen en de klanken van de instrumenten door elkaar als een schilder de kleuren op zijn palet. Nu eens worden hier een paar tonen door elkaar geweven dan daar weer een paar klanken met elkaar gecombineerd. Nu eens komt hier een nieuw instrument aan het woord of wordt een nieuwe stem ingeschakeld dan valt daar weer een reeds neergeschreven fragment weg. Wanneer alles klaar is en Léhar met het be reikte resultaat tevreden is, wordt het met potlood geschreven werk met inkt gecopïeerd. Dan gaan de bladzijden naar de drukkerij en het duurt dan niet lang, of de kunstenaars en kunstenaressen, die aan de eerste uitvoe ringen, die kort na het begin van het nieuwe jaar zullen plaats vinden meewerken, heb ben de bladen in hun bezit. Léhar werkt volgens een bepaald systeem. Hij heeft een groot stuk papier bij zich, waarop de verschillende onderdeelen van ieder bedrijf door nummers zijn aangegeven. Er staan kleine cirkeltjes bij, die hij zoodra Richard Tauber. De officieel benoemde grappenmaker. De geheele middeleeuwen door kon men aan de hoven en ook wel op de kasteelen men schen vinden, wier bijzondere taak het was, te zorgen voor vroolijkheid. Men kan ze in twee soorten verdeelen; de eene bestond uit weinig ontwikkelde wezens, imbécilen of halve gek ken, wier uiterlijke wanstaltigheid of wier dwaasheden de vroolijkheid van hun omge ving moesten gaande maken. Hun kleeding bestond in den regel uit een bont gekleurd pak met een kap, waaraan lange ooren hingen en in de hand hielden zij veelal een stok, ein digend in een of ander koddig voorwerp, waarmee ze den afgeloozen voorbijganger een klap konden geven. Ofschoon deze personen worden aangeduid met den algemeenen naam van .nar", is de eigenlijke nar of grappenmaker in tegenstel ling met de hiei'boven genoemde soort, juist zeer goed verstandelijk ontwikkeld en soms ook uitstekend opgevoed; zijn zeer rake op merkingen deden hem dikwijls een schrik zijn voor zijn omgeving. De mismaakte nar was van zeer eenvoudige afkomst, woonde in de 'keuken en kreeg met de honden te eten, en evenals dezen een pak slaag als hij ondeugend was. Den ontwikkel den hofnar daarentegen kunnen we in zeke ren zin beschouwen als een metgezel van den koning of edelman, die van zijn diensten ge bruik maakte. We treffen de narren aan in alle landen van Europa en somtijds genoten ze een ge weldige populariteit. In Engeland bijvoor beeld stegen ze onder de eerste Stuart-s zeer in aanzien. Zoo was de bekende Arehy Arm strong de officieele nar van Jacobus I en zijn zoon Karei. We kunnen Archy bestempelen als een soort kamerheer, die den koning voorging ten einde het verblijf te regelen, wanneer deze op reis moest. De nar voelde zich dan ook bui tengewoon, en toen hij prins Karei naar Span je moest begeleiden, verlangde hij een be diende, zooals ook de heeren van het gevolg tot hun beschikking hadden. Deze pretentie deed heel wat stof opwaaien en Archy moest het zonder bediende doen. Onder de narx-en aan het Fransche hof was wel de meest eigenaardige Coulon, een dokter, die zijn praktijk liet varen en lijfarts van Lo- dewijk XVHI werd. Reeds als medisch student was Coulon vermaard om zijn mimische kracht en hij kon een geheel hospitaal doen daveren van het lachen. Aan het hof gaf hij dagelijks voorstellingen. Als de koning hem vroeg, wie hij ontmoet had, bootste Coulon onmiddellijk stem en gebaren na van de per sonen. die hij was tegengekomen en hij maak te volstrekt geen onderscheid of degenen, die hij nabootste, tot de faxnilieledexx of vrien den van den koning behoorden, of xxiet. Zijn imitaties kwamen de werkelijkheid zóó nabij, dat hij zelfs poseerde voor .portretten van Thiers en Molé. Ook van den overleden minister Villèle bestond geen goed gelijkend portret en men vx-oeg Coulon of hij niet voor dezen staatsman kon poseeren. „Zeker", zei deze „er is geen enkel portret, dat de sluw heid van zijn karakter en het onbeduidende van zijn gezicht goed weergeeft", en meteen trok hij een gezicht alsof de levende Villèle in de kamer stond; hierna maakte de schilder Glos het bekende portret van den beroemden staatsman uit dexx Bourbonschen tijd. De eenige, dien men xxxet Coulon aan het Fransche hof kaxi vergelijken, is Dufresnoy, acteur, schrijver, tuinman en bedelaar, die voor Lodelijk XIV hetzelfde beteekende als later Coulon voor Lodewijk XVIII zou zijn, en menig dramatist uit die dagen maakte een royaal gebruik van de losse, schitterende op merkingen van den nar, die hij natuurlijk als origineel lanceerde. Éénmaal vond zijn sprankelende geest een tegenstander, tegenover wien hij het moest af leggen. Dufresnoy. die flink in de schuld stond bij zijn waschvrouw, haalde een streep door de rekening door met haar te trouwen. Eens probeerde hij den Abbé Piligrini in het opexibaar belachelijk te maken wegens het groezelig uitzien van diens linnengoed. „Me neer", repliceerde de gekwetste Abbé, ,,niet iedereen heeft het geluk met zijn wasch vrouw te trouwen!" De combinatie van een ernstig beroep met de taak van nar kwam ook voor aan het Rus sische hof. Onder Czarina Elisabeth moest pro fessor Stehlin, leeraar in wiskunde en ge schiedenis van den groothertog, den lateren Peter II, bij zijn niet al te schranderen leer ling tevens de rol van komiek vervullen. De eigenlijke nar van de Czarina, Aczakow, was meer een stompzinnige bruut, wiens grootste vermaak het was om muizen en egels het pad te laten kruisen van Hare Majesteit, omdat hij wist, dat zij doodsbang voor deze dieren was. Zoo heeft de hofnar in vroeger tijd zijn rol vervuld, d. w. z. tot vermaak van den vorst, maar ook dikwijls tot schrik van zijn omgeving. Bij de opkomst van het Fransche hofceremo nieel, in het begin van de achttiende eeuw raakte het gebruik van een officieelen hofnar meer en meer op den achtergrond eix tegen woordig zijn zij geheel verdwenen. W. S. 1 het betx-effende fragmexit geheel gereed is, met een rood potlood opvult. Het aantal roode balletjes rxeemt voortdurend toe en er zijn ïxxaar heel weinig witte plekken meer over gebleven. Richard Tauber komt naar Weenen en zal een van de voornaamste rollen in Giuditta ver vullen. Ook Jaromila Novotna komt xxaar Wee nen. Dan beginnen de eerste repetities van het ensemble, dat onder de leiding van Hu- bert Marischka. den directeur vaxi het operet- teniheater an der Wien. staat. Léhar vertelde me. toen ik hem gedurende korten tijd in zijn werk mocht storen (het was al middernacht en de xneester zag er eenigszins vermoeid uit), al speelde er ook, als gewoonlijk, wanneer hij menschen bij zich ontvangt, een vriendelijke glimlach om zijn lippen, dat hij ook bij „Giuditta" bij den stijl gebleven is, die zijn laatste wei-ken gekarak teriseerd heeft. Het thema van „Giuditta" is voor een ieder begrijpelijk. De handeling be staat uit duigen, zoo vertelt hij mij, die iedere schouwbux-gbezoeker zelf beleefd heeft, of tenminste zelf beleefd zou kunnen hebben. Want hij heeft de ervaring opgedaan, dat iet-s wat gekunsteld en onnatuux-lijk lijkt, het tegenwoox-dige publiek niet meer bijzonder in teresseert. En ook het gemaakt-grappige be valt den lieden thans niet meer. Wanneer de toeschouwers tegenwoordig door de een of andere wending van de ge beurtenis op het tooneel plotseling getrof fen worden en zij een traan uit hun oog moe ten wegpinken, dan grijpt hun de handeling werkelijk aan en dan vergeten zij den indruk ook niet, wanneer zij het theater vexdaten hebben en dat- is het hoogste wat de kunste naar bereiken kan. „Ik zelf", zoo vertelt hij verder, werd ge pakt door de geschiedenis van Giuditta. En ik hoop. dat het thema het publiek zoo zal pak ken. De handeling speelt zich in een haven stadje in het zuiden af. Giuditta is een vrouw met veel temperament. Zij is de echtgenoote van een vogelhandelaar. Net als de diei-en van haar man, is ook zij in een soort kooi opge sloten. Zij heeft het groote geluk van de echte liefde nog niet leeren kennen. Maar zij heeft er van gedroomd. En op een mooien dag. komt een jonge officier in haar leven, die met zijn troepen in een schip naar Afrika moet i'eizen. Hij brengt een vei'andering in de alledaagsheid van haar eentonige be staan. En de twee ontbranden in heftige lief de voor elkaar. Giuditta verlaat haar man en haar huis en in het Noorden van Afrika bloeit nu een liefdesidylle op. die een ti-eurig einde vindt door het feit, dat de officier op eens weggeroepen wordt om in den oorlog aan het front te strijden. De twee worden hard vochtig van elkaar gescheiden, er komen ver schillende misverstanden, de officier vergeet wegens haar zijn eer en zijn plicht. Giuditta weet nog tal van andere mannen te betoove- ren en wanneer zij inziet, dat zij een noodlot wox'dt voor elkeen, die haar lief heeft, eindigt het stuk zonder dat de twee elkaar gevonden hebben. Het is dus een werk (en dat is mis schien ook, wat ons bekoort, omdat het slot niet onoprecht en onnatuurlijk en gekunsteld is).... zonder „happy end". W. M. BEKAAR. ALS MEN AAN HET REKENEN SLAAT 1 stuiver loon wordt aan een Chineesche n koelie betaald en 100 gulden aan den presi dent van de Amerikaansche Electrische Trust Maatschappij. Rekenen zit sommigen in het bloed, en dat kan tot eigenaardige conseqenties aan- qleiding geven. Zoo stuurde men ons kort geleden een „overzicht wat er in één uur gebeurt" en wij laten het geheel voor rekening van den rekenaar. Dus dit zou er in één uur gebeuren: '5.440 menschen geboren en 4.630 men schen sterven. 1.200 paren worden getrouwd en 85 ge- desillusionneerde paren worden gescheiden. 15 moorden worden gepleegd. 198.500 misdaden worden gepleegd, waar van er slechts 177.000 woi'den gestraft. 1000 ton dierlijke wol wordt verwerkt. 99.600 ton suiker wordt geproduceerd, waarvan 98.000 ton geconsumeerd wordt. 176 ton ruwe tabak wordt verwerkt- in si garen, sigaretten, rook- en snuiftabak, ter waarde van 2 1/2 millioen gulden. 3.500.000 flesschen wijn, 1.250.000 flesschen bier en 50.000.000 koppen koffie worden ge dronken. 50.000.000 pond aardappelen, 8.500.000 pond vleesch 70.000.000 pond brood 2.500.0000 st. eieren worden gegeten. HET MONSTER VAN LOCH NESS GETROEFD. Reuter meldt uit Kopenhagen: Dr. Vedel Taaning de directeur van het Deensch biolo gisch marine-instituut, deelt mede, dat bij het diepzee-onderzoek van de Deensche expeditievan de „Dana" langs de Zuid- Afi'ikaansche kust, een palinglarve is gevon den. welke in volwassen vorm een lengte van minstens 25 tot 30 meter moet hebben. De paling is dus grooter dan het monster van Loch Ness. De larve meet i'eeds bijna twee meter, terwijl de larve van een gewone paling ongeveer zes centimeter lang is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 7