Sneeuw in de hoofdstad. V SL»> 'I: f-!S Een Meisje en een Man DE VLUCHTHAVEN BIJ LORELEYFELSEN aan den Rijn was dezer dagen voor het eerst na vele jaren weder bezet met schepen, die hun toevlucht daar gezocht hadden tegen het ijs op de rivier. DE DOOI is evenals de vorst een groote handicap voor de scheep vaart. De drijvende ijsmassa's bedreigden de schepen, die voor de vorst gevlucht waren. In de vluchthaven van Oberwesel aan den Rijn, terwijl de ijsvloer in werking gekomen is. IN1 HET HOOFDPOSTKANTOOR TE AMSTERDAM zijn dertig telefoon eellen geplaatst ten gerieve van het publiek in verband met de telefoonstoring. Woensdag werd het materiaal per wagen aangevoerd ert ds telefoon-obatterij" in den vorm van dertig cellen opgebouwd. imm DE HISTORISCHE REISWAGEN, waarmede Napoleon I zijn beroemden tocht door Europa maakte, is op de binnenplaats, van het Tuighuis te Berlijn tentoongesteld. HET SMAAKTE. Door «Horecaf» werd Woensdagmiddag aan de kinderen van «Hulp voor Onbehuisden» een maaltijd aangeboden. De kleine gasten lieten zich het gebodene uitstekend smaken. DE SNEEUWBUITJES die zioh Woensdagavond boven Amsterdam ontlastten, schiepen een D'jzondere sfeer in de verschillende stadsdeelen. Een fraaie opname In dè omgeving van het Leidscheboschje. FEUILLETON Naar het Engelsch van CURTIS YORKE. (Nadruk Verboden). 12) Ze was geen sentimenteel schoolmeisje, maar ze wist wat dit voor haar beteekende en goed ook. Ze deed geen poging de waarheid te verbloemen. Het beteekende, erkende ze, dat ze op weg was van hem te gaan houden, on bewust aan hem dacht, alsof hij toehoorder was bij al haar daden en al haar, al dan niet uitgesproken gedachten. Een paar maal sinds kort, had ze zich verbeeld, dat hij belangstel ling voor haar had, maar „hij is getrouwd", herhaalde ze telkens en telkens weer. Dat ver anderde alles, 't Was vreemd, dat hij nooit over zijn vrouw had gepraat, zelfs niet in de verste verte op haar gezinspeeld had. Mis schien waren ze niet gelukkig samen, mis schien— misschien maar er waren duizend „misschiens" mogelijk. Zooals reeds gezegd, was Christian niet sen timenteel en ze had geleerd op zich zelf te vertrouwen en haar innerlijke gevoelens onder bedwang te hebben. Haar leven in 't ruwe mijnkamp (want 't kon nauwelijks een dorp genoemd worden) met geen beter gezel schap dan haar oude kindermeid en Gaddy, was in scherp contrast met het vlinderbestaan ïn haar Londenschen tijd, toen haar vader nog leefde. Maar als ze al ooit verdriet had gehad of zich had geëergerd aan sommige beperkingen van haar vrijheid, dan had ze haar gevoelens zoo dapper onderdrukt, als slechts weinige lonee meisjes zouden kunnen. Ze had zich geheel gewijd aan haar vrien delijken, ruwen ouden oom, zoolang hij leefde en nu wijdde ze zich even trouw aan 't uitvoe ren van zijn wenschen, zoover 't mogelijk was. Zoodoende had ze zichzelf heel dikwijls moe ten wegcijferen. Dus wankelde ze niet onder dat nieuwe en tot nu toe onbekende element in haar lot. de ontdekking dat geheel tegen haar wil, de man in haar leven gekomen was, in wien haar hart hoewel noode den meester erkende. Voor sommigen is het een uur van overstelpend ge luk voor anderen, zooals Christian, was 't een uur van benauwende pijn. Maar 't is altijd een heilig en onvergetelijk uur. Christian zat lang en vrijwel bewegingloos voor 't raam. „Getrouwd", herhaalde ze bij zichzelf, „getrouwd". Ik ben blij, dat ik 't weet. Als ik 't niet geweten had, was ik misschien meer aan hem gaan denken, dan noodig was". Toen ging ze naar bed en de tijd kroop voor haar voorbij tot het morgen werd. Misschien was 't heel natuurlijk dat haar manier van optreden tegenover Warwick, bij hun eerste ontmoeting, anders was. Eerst meende Warwick, dat hij zich mis schien vergiste, maar in den loop van den tijd werd hem deze troost ontnomen. Daar hij een man was met rechtstreeksche en eenvoudige methoden, vroeg hij er haar op den man af naar. Maar ze drukte haar verbazing uit en verklaarde, aan zoo iets onschuldig te zijn. „Hebt u spijt over 't uitstel van mijn sluip moord?" vroeg hij half spottend, na 'n twintig minuten lang, behendig ontwijken van haar kant, waardoor zijn geduld geleidelijk was uit geput. „Uw sluipmoord!" herhaalde ze, terwijl ze haar wenkbrauwen samentrok. Toen voegde zij er plotseling aan toe: „U hebt toch heusch niet gedacht, dat ik 't meende?" „U hebt 't toch gezegd!" „Neemt u alles, wat er tegen u gezegd wordt, als ernst op?" „Van sommige menschen wel!" „O, maar ik had nooit gedacht dat u mij tot zoo'n koelbloedigheid in staat zou achten. Ik ben nog niet heelemaal een wilde, al is mijn omgeving ongeciviliseerd!" „Ik moet zeggen, dat ik er wel verbaasd over was", gaf hij ten antwoord,' een sigaret aan stekend. „Toch kan ik me voorstellen, dat een vlugge en doeltreffende wegruiming van mijn persoon in de gegeven omstandigheden uw pad aanmerkelijk geëffend zou hebben". Ze keek hem verbaasd aan. „Zeker", klonk het kortaf, „hoewel men ge lukkig deze dingen niet zelf in handen nemen mag'-. „Of ongelukkig", antwoordde hij rustig. „U bent onvriendelijk", viel ze uit. „U bent ook niet aardig tegen me. vindt u wei?" gaf hij terug, terwijl de teedere buiging, die zij al had leeren kennen, in zijn stem doorklonk. Maar ze schudde ongeduldig haar gedachten en herinneringen van zich af. Hij had geen recht haar op dien toon toe te spre ken, haar aan te zien, zooals hij dikwijls deed, zulke blikken en zoo'n stem behoorden zijn vrouw toe. Ze keek op haar horloge en zei achteloos: „Ik moet nu gaan, om toezicht te houden op 't kappen van hout. Eraser heeft zich nog niet geheel in Raeburn's plaats ingewerkt. Goeden avond". Warwick was dus gedwongen heen te gaan. De bovenomschreven schermutseling had plaats gehad op den kruisweg, vanwaar de eigenaar van Barnethan niet in een beminne lijke stemming naar huis liep. „Ze is een uitdagende, kleine heks", zei hij bij zichzelf. Hij voelde afwisselend een afkeer voor haar en een levendige belangstelling en dit bewustzijn kwetste en hinderde hem. Drie of vier dagen lang, ontmoetten ze elkaar niet en die dagen was Christian stiller en zakelijker dan gewoonlijk. Gaddy bracht met de wispelturigheid van een kind, 't grootste deel van zijn tijd op Bar nethan door en 't leek wel, dat hij en Warwick nog grooter vrienden waren geworden, dan te voren. Hij maakte tegen Warwick van alles gewag, nam eenige van zijn gebaren, verschillende uitdrukkingen en stembuigingen over en ver afgoodde hem. Hij werd ook dikke vrienden met den nieuwen hond, Cardigan. Mogelijk vond Warwick die voortdurende bewierooking van de zijde van den jongen aanbidder wat benauwend, maar hij liet het niet merken. Op een morgen tegen 't eind van October, toen de begroeide heuvels en dalen prachtig schitterden met een weelde van sprekende kleuren, zooals men die in dergelijke vol maaktheid alleen in Canada vindt, kwam Gaddy van zijn gewoon vroeg ochtendbezoek van Barnethan terug met 't bericht, dat War wick niet van Raskellan was teruggekomen, waarheen hij den vorigen morgen was heen gereden. met de bedoeling voor den avond weer terug te zijn. ,,'t Is heel vreemd van hem, weet je", con cludeerde Gaddy ontevreden: „want hij had me beloofd vanmorgen met hem naar Cairn's Piek te gaan, om wat landmeters werk te doen. Milly merkte op, dat meneer Warwick wel iets belangrijkers te doen had, dan naar huis hollen, om zijn belofte aan kleine domme jon gens te houden. „Ik ben heelemaal niet zoo'n erg kleine jon gen", antwoordde hij trotsch. „Ik weet van een massa dingen af, waarvan jij niets weet". „Dat is best mogelijk, jongeheer Gaddy, maar beleedig geen oudere menschen", was 't waardige antwoord. „En als je misschien zelf eens een oude heer bent, zul je je mijn woor den herinneren". „O, houd je mond maar, goeie oude ziel", zei haar oneerbiedige toehoorder half ruw, half hartelijk. 's Middags kwam Mike naar Carolay, waar Christian aanwijzingen aan 't geven was, voor verrichtingen aan den zaagmolen. „Neemt u mij niet kwalijk, juffrouw", begon hij, eerbiedig zijn pet afnemend, „maar ik wou vragen of u ook iets van onzen baas ge hoord hebt. Hij is gistermorgen naar Raskellan gegaan en had 's avonds thuis zullen zijn. Hij is er nog niet, heeft ook geen bericht gestuurd; we zijn allemaal ongerust en daarbij Hij aarzelde en ging voort: „Om u de waarheid te zeggen, juffrouw, Durran en ik zijn bang, dat er iets niet in orde is". „Wat bedoel je?" vroeg Christian scherp. „Wel, juffrouw, die smeerders, die een tijdje geleden eruit zijn gezet, hebben gezworen met hem af te zullen rekenen, 't zijn duivels met 't mes en je kunt toch maar nooit weten". „Moest hij geld halen?" vroeg 't meisje, met 'n schijnbare onverschilligheid. „Is 't vandaag betaaldag?" „Ja, juffrouw, dat is 't juist", zei Mike on rustig. „Hij zal vanavond wel te voorschijn komen", meende Christian, op haar horloge kijkend. „Hij kan onderweg opgehouden zijn: allerlei omstandigheden kunnen hem genoodzaakt hebben, later te komen: ik zou maar niet be zorgd zijn, ais ik jou was." „Nu juffrouw ik hoop, dat u gelijk hebt", sprak de man weifelend, „maar ik ben niet gerust. Ik weet, dat de baas gisterenavond terug had willen zijn, want hij had brieven te schrijven voor de post van vanmorgen. Neemt u mij niet kwalijk, dat ik u heb lastig gevallen, juffrouw. Goedendag". Hij reed weg, Christian verschrikt en onge rust achterlatend. „Natuurlijk", zei ze bij zich zelf, ging 't haar heelemaal niet aan. of War wick zin had een, twee of drie nachten uit te blijven. Toch voelde ze zich niet op haar gemak. Tegen den avond, toen ze van den zaag molen kwam, zag ze een troepje mannen op gewonden staan praten; daaronder herkende ze vier of vijf van Warwick's werklui. De laat- sten trokken zich terug toen ze aankwam en wendden voor, niet aan 't gesprek deelgeno men te hebben, maar zij ging naar ze toe en. vroeg kort: „Is meneer Warwick terug? „Neen juffrouw", antwoordde een man, na 'n stilte, met blijkbare verlegenheid. Op dat oogenblik kwam Gaddy aanhollen, opgewonden uitroepend: „O Chris, ze zeggen dat meneer Warwick door die Mexicanen ge stoken is en dat iemand Cardigan heeft ver giftigd" en 't kind barstte in hevig snikken uit. (Wordt vervolgd^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 5