Examens voor zendvergunning aan radio amateurs. Een Meisje en een Man WEIMAR stond dezer dagen in de feestviering van den eersten Dultschen Rijksboerendag. Boeren en boerinnen uit de Rhön op weg naar de Weimar-Halle in hun karakteristieke kleederdracht. BIJ DE JONGSTE PAARDENRENNEN in Hurst Park kwam TER VERKRIJGING VAN EEN ZENDVERGUNNING voor radio amateurs, worden i i i j___ j_ a-aw-Q \/allon thans in het gebouw van P T.T te den Haag de examens gedaan Eenige candidaten een der deelnemers t.jdens de eerste race te vallen. tijdens het af|eggen van een proeve yan b^kwaamheid> DE NIEUWE SLUISDEUREN voor het Julianakanaal te Roosteren zijn ingezet. Op den achtergrond een overzicht van het kanaal. VAN HET LANGS DE MERWEDE GROEIENDE GRIENDHOUT worden te Giessendam hoepels voor haringtonnen vervaardigd. Deze voorraden tusschen de huizen opgestapeld, leveren een typischen aanblik. DE STUWDAM IN DE THEEMS TE TEDDINGTON is voor het eerst na geruimen tijd weer in werking getreden. - Een oolijke visscher profiteert van dit buitenkansje. FEUILLETON Naar liet lingelsch van CURTIS YORKE. (Nadruk Verboden). 33) Christian draaide zich om en rende om de hut heen. De beer liet zich op „alle vier" neer en volgde haar in een zwaren, dreunenden galop. Toen begon er een opwindende jacht. Het meisje holde in en uit de loodsen, de beer haar met een snelheid, die men van zoo'n log beest niet verwacht zou hebben, op de hielen. Soms liep ze onverwacht denzelfden weg weer terug, maar dat deed de beer ook, want het was een schrander dier. Op 't laatst voelde Christian haar krachten verminderen. Met 'n laatste wanhopige poging klauterde ze tot half weg boven op een dei- hutten en had zich reeds met beide handen aan het dak vastgeklampt, toen ze voelde, dat haar achtervolger haar aan haar rok trok. Met een luiden gil viel ze op den grond, niet anders denkend dan in stukken gescheurd te worden. Maar toen ze viel, hoorde ze een schreeuw en twee geweeschoten klonken door de lucht, elkaar zoo snel opvolgend, alsof ze gelijktijdig afgevuurd waren. De beer viel op zijn knieën en terwijl Chris tian overeind krabbelde, zag ze Vanbrugh aan komen, met het nog rookend'geweer in de hand. Bruin wijdde zijn aandacht nu aan den nieuw aangekomene en kwam woedend op hem af. Maar Vanbrugh loste nog 'n schot, onder den schouder van het dier, in de omgeving van het hart. Het beest wankelde naar voren, sidderde stuiptrekkend en lag als verlamd, zijn vreem de oogen als in stil verwijt op zijn moordenaar gericht, maar Vanbrugh liep op hem af, en gaf hem, met een laatste schot achter 't oor, den genadestoot. Christian aanschouwde haar dooden vijand voor 'n oogenblik. Toen barstte ze, tot groote bezorgdheid van haar bevrijder in een krampachtig snikken los en hij, na tuurlijk niet wetend, dat die uitbarsting meer werd veroorzaakt, door de tot nu toe onge- kropte smart over Warwick, dan door 't ge vaar waarin ze pas verkeerd had, maakte zich erg ongerust over haar. „Nu, nu, het gevaar is voorbij, 't is in orde", zei hij troostend. „Maar 't was een gelul: dat Gaddy me verteld had, welken weg je was op gegaan, die beer was een rare klant en wild als de duivel, na z'n lange vasten gedurende den winter." Christian probeerde zich te beheerschen. „Ik ben dom geweest", snikte ze. „Hoe moet ik je danken, David, wat had ik in vredesnaam moe ten doen, als je niet was komen opdagen, of liever", voegde ze er 'n beetje vreemd aan toe: „wat zou de beer gedaan hebben?" „Denk daar niet meer aan", sprak Vanbrugh, haar op 'n vriendelijke, vaderlijke manier op den schouder kloppend. „Geef me 'n arm, dan zullen we naar Carolay gaan". XXVII. Op een middag in Mei, juist voor zonsonder gang, was Christian met Gaddy en de honden naar 't pijnbosch, op den top van de heuvels, gewandeld. Ze ging op een helling zitten, waar de prairierozen al in knop waren, terwijl Gaddy met de honden aan 't rennen was en hen nu en dan aanhitste bij hun jacht op een wild konijn. Terwijl het kind zich zoo bezighield kwam Warwick opdagen. „Ik schijn je hier ven-ast te hebben", zei hij, terwijl hij zich naast haar op 't gras liet neer vallen. „Ik hoop. dat je er niet speciaal op ge steld bent, om alleen te zijn?" „Ik ben niet alleen", antwoordde ze kortaf. „Gaddy is ook hier". „Is hij er ook, ik zie hem nergens. Mag ik rooken? Dank je", Hij stak zijn pijp op en nadat hij een paar trekken gedaan had, vervolgde hij op kalmen toon: ,,ïk moet eens zakelijk met je spreken". „Ja?" vroeg ze, haar ernstige, mooie oogen naar hem opslaand. Na 'n korte pauze ging hij voort. „Ik geloof, dat ik je een tijdje geleden heb verteld, dat ik 't plan had, Barnethan te verlaten?" Hij zag haar van kleur verschieten, maar ze zei alleen zachtjes: „ja, dat herinner ik me. Ik geloof dat je genoeg van de mijnen hebt". „Ik heb genoeg van veel dingen. Wat ik je niet verteld heb, is. dat ik een uitweg meen gevonden te hebben, die ik je om kort te gaan in overweging wil geven, nl. de kwestie om Carolay en Barnethan onder één beheer te brengen". „Ik begrijp 't niet", haar stem was kalm, maar klonk koel. Maar hij zag, dat haar lippen beefden. Hij schoof een beetje dichter naar haar toe. De zon ging met een rood schijnsel langzaam onder achter de pijnboomen. „Je zult je misschien herinneren", vervolgde hij, „dat ik je ongeveer twee maanden geleden verteld heb, dat ik je liefhad". Ja, dat herinnerde ze zich, maar ze sprak niet. „Herinner je je dat?" herhaalde hij. „Dat weet je wel", antwoordde ze zacht. „Nu", ging hij, met een eigenaardige teeder- heid in zijn zware stem voort, „ik heb al dien tijd geprobeeerd dat feit uit mijn geheugen te verbannen, maar zonder succes. Ik geloof, dat ik mijn wilskracht overschat heb. Ik kan het gevoel van liefde voor een vrouw, die af en toe heel duidelijk heeft laten blijken, niets om me te geven, niet langer verdragen. Ik ben bang, niet voldoende zefbeheersching te bezitten, om voort te blijven leven, als 't ware, binnen 't be reik van, wat ik toch niet krijgen kan. Daarom ga ik weg, tenzij Hij hield 'n oogenblik op. „Ja?" vroeg ze, starend naar den zonsonder gang, de handen krampachtig samengevouwen in haar schoot. „Tenzij", herhaalde hij langzaam, mij door de eigenares van Carolay zekere rechten wor den gegeven". Zekere rechten?" sprak ze hem na, hem ver baasd en verward aanziend. Hij nam haar hand. „Dit is er één", zei hij, die naar zijn lippen brengend. Toen ging hij op ernstigen toon voort: „Christian, je hebt ons beiden maandenlang heel ongelukkig ge maakt: geloof je niet, dat 't nu lang ge noeg is?" Ze trok haar hand niet weg, maar ze keek hem toch niet aan, terwijl ze mompelde: ..Hoe kon ik weten, dat je ongelukkig was? Je hebt 't niet laten blijken, en ik dacht dat je ik bedoel, dat je er over heen was". „Over mijn liefde voor jou?" viel hij haar in de rede, dichter naar haar toekomend en zijn arm zacht om haar heen slaand. „Maar nu je weet, dat ik er nog niet overheen ben, nu niet en nooit, hoe is 't nu met jou gesteld, Chris tian?" „Met mij?" vroeg ze opgewonden. „Wat met mij? Ach liefste, als jij weggaat, dat dat zou mijn dood zijn". Hij hield haar dichter tegen zich aan. „Zal ik dan blijven en zullen we samen als com pagnons Carolay en Barnethan beheeren en wil je mij de „rechten" geven, die ik verlang?" „Als ik je mijzelf geef?" fluisterde ze onvast. Terwijl ze sprak, drukte ze haar gloeiend ge zichtje tegen zijn schouder. Door haar gestamelde woorden, haar vrij willige overgave brak de lang ingehouden liefde in hem los, en haar in zijn armen nemend, kuste hij haar hals en haar oogen. terwijl hij onsamenhangend woorden van liefde sprak. Door een lang aanhoudend ge fluit werden ze in hun paradijs verstoord dooi Gaddy, die hen angstig en vermaakt stond aan te gapen. „Zeg", riep hij, „nu gaan jullie samen zeker trouwen". Warwick verzekerde hem dat zijn vermoe dens gegrond waren, waarop Gaddy op supe rieuren toon bemerkte; „Dat verwondert me niets". 't Verbaasde Milly evenmin toen ze 't nieuws hoorde, noch Mike, die van de feestelijke ge legenheid gebruik maakte in optima forma Milly zijn hand en hart aan te bieden, wat de goede vrouw duidelijk en gedecideerd weigerde. „Neen, dank je wel, beste man", zei ze be slist haar hoofd schuddend. „Ik voel er niets voor om voor de tweede maal mijn hoofd door de strop te steken. Emmanuel is dood en be graven en zijn ziel ruste in vrede, waar hij ook zijn mag, en ik denk er niet aan mij weer aan een man te binden, 't Is alles goed en wel, om het leven op te vroolijken en zoo, maar som mige mannen doen dat dikwijls met de punt van hun laars en een blauw oog, nu weet ik, waar ik aan toe ben, en dat weet ik dan niet". „Daar heb je gelijk in", merkte Mike wijs- geerig op. „Dat is zeker waar, je kunt wonder lijk verstandig de dingen bekijken, Milly. Wel wel, dat de baas en juffrouw Chrissie veel ge luk mogen hebben, ze zijn 't mooiste paar, dat ik ooit gezien heb". ,Daar gaan ze", voegde hij erbij, toen War wick en Christian voorbij wandelden op weg naar de pijnbosschen. „Net als je zegt: ,n fijner paar moet nog ge vonden worden", beaamde Milly. 't Begon te schemeren, terwijl de maan lang zaam boven de toppen van de sombere pijn boomen opkwam. „Liefste", zei de man teeder, „denk je dat ik je gelukkig kan maken?" En het meisje, haar hand door zijn arm schuivend „Als jij het niet kunt, dan is het niet jouw, maar mijn schuld. Maar hoe is het met jou? Kan ik j ou gelukkig maken?" Hij antwoordde niet direct, maar toen ze in de schaduw van het pijnbosch traden, bleef hij staan en legde zijn handen zacht op haar schouders. Hü boog het hoofd en kuste haar. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9