STAATSGEHEIMEN. JONG LEVEN IN JANUARI. - De twee jeugdige viervoeters hebben over hun ver zorging niet te klagen. DE WERKZAAMHEDEN voor den sluisbouw te Lith zijn in verband met de vorst wederom stopgezet. Boven het werk domineert de groote stalen werktoren. ZOU HET STERK GENOEG ZIJN Dit is de vraag die menig ijsliefhebber zich stelt alvorens de schaatsen onder te binden. Op bovenstaande wijze probeeren zij, die niet langer willen wachten, de sterkte yan de ijslaag. HOOGSPANNING, In hat gebouw der telefooncentrale aan de Spulstraat te Amsterdam, waar onlangs ongeveer 9000 aansluitingen door brand ver woest werdei\ wordt met man en macht aan de herstelling daarvan gewerkt DE GOOISCHE KUNSTIJSBAAN te Bussum is Donderdagavond door den burgemeester, de heer H. de Bordes, officieel geopend, bij welke gelegenheid een gecostumeerd ijsfeest plaats had. De burgemeester proeft van de „eere-taart", EEN KIJKJE IN HET COSTUUMATELIER van de «opera studio» te Amsterdam, tijdens het «afpassen» der costuums voor «Die Fledermaus», waarvan de eerste opvoering binnenkort in den Amster- damschen Stadsschouwburg zal plaats vinden. FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door THEA BLOEMERS (Nadruk verboden) 3) Op het oogenblik, dat ze den man. die haar gevolgd was, in de oogen keek. greep een nieuwe angst haar aan. Tot nu toe had ze haar vrees bedwongen door haar heele denken te concentreeren op de beweging, dat hij haar niet in de palmenzaal mocht aan spreken. Maar nu het tot een ontmoeting was gekomen, kon ze het bewustzijn niet meer van zich afzetten, dat ze hulpeloos was. dat hij haar zou aanvallen en dat een kwets bare plek had. Haar helderheid van geest verliet haar. De muziek en het stemmengegons die uit de zaal tot haar doordrongen, werd tot een verward en beangstigend rumoer. De loomheid in haar ledematen scheen ondraaglijk, ze had een gevoel in haar voorhoofd alsof er met een menigte gloeiende naalden in geprikt werd. Ze meende een verwijtende, beschuldigende uitdrukking op zijn gezicht te bespeuren maar het gelakte haar, hem met een rusti- gen. standvastigen blik aan te zien. „Dus u herkent mij, hè?" ging hij voort en er klonk grimmige stijdlust in zijn schorre stem. „Ja ik herken u, mr. Revis". Ze huiverde van afschuw. Als ze hem maar kon vernietigen dit ontaarde sujet maar kon beletten ooit weer haar pad te kruisen! Ze beet zich op de lippen, ze schrGk. zelf van haar moorddadigen haat tegen dezen man. Hij kwam een stap nader alsof hij haar wilde verpletteren met zijn enorm lichaam. Hij was lang en buitengewoon zwaarlijvig. Zijn dikte had iets wanstaltigs. Zijn rood gezicht was opgezet, zijn strakgespannen huid glom vettig. Ofschoon zijn linker schouder wel vijf centimeter hoóger was dan zijn rechter, hield hij 't hoofd eenigszins naar rechts een eigenaardigheid, die het zelf bewustzijn, dat uit zijn heele persoonlijkheid sprak, nog onderstreepte. „U dacht zeker, dat ik dood was, hè?" Een vage knik scheen zijn veronderstelling te bevestigen „In ieder geval zou u wel graag willen, dat ik het was. nietwaar?" En er trok een gemeene grijns over zijn gezicht. Ze negeerde zijn opmerking en zijn hate lijke gelaatsuitdrukking, en vroeg kortaf: „Waarom bent u mij gevolgd?" „Waarom was u bang, dat ik u binnen zou aanspreken?" Iets in zijn oogen deed haar snel achter zich kijken. Miss Colvin kwam op hem toe Mary Haskell dacht onmiddellijk weer aan het gevaar waarin zij verkeerde. Ze deed een paar stappen in de richting van miss Colvin en zonder haar tijd te laten voor de vraag, die haar op de lippen lag, zei ze: „Je moet teruggaan, Addie! Laat hem niet alleen in de zaal gaan zitten, anders komt hij ook nog hierheen. Toe, ga alsje blieft terug". „Maar wat Op een snellen blik van Mary zweeg zij abrupt. „Goed", hernam ze toen aarzelend. „Maar maak een beetje voort". Mary Haskell leidde haar met zachten drang weer in de richting van de eetzaal. „Zeg maar tegen hem, dat er niets bijzon ders is en dat ik er zoo weer ben". "oen <te zich weer bij Revis voegde, lachte, hij nogmaals; hij deed geen moeite om zijn vreugde over haar hulpeloosheid te ver bergen. En dat deed haar haat en walging nog toenemen. „Waarom volgt u mij?" vroeg ze opnieuw. „Het komt toevallig zoo uit. dat ik uw hulp in een zakelijke aangelegenheid kan gebruiken", was het brutaal-kalme ant woord. Hij ging thans openlijk tot den aan val over. „Ik moet met u spreken". Zij trachtte door minachtende laatdun kendheid indruk op hem te maken. „Als u probeert, als u durft Onverschillig, zóó onverschillig, dat het haar haast deed verlammen van schrik, viel hij haar chter in de rede: „Wat ik ook van u wil, u hoeft niet bang te zijn voor uw leven. Ik zal u niet dooden! Maar 't is hier niet de geschikte plaats voor een onderhoud en evenmin het geschikte oogenblik". „Ik weiger u te woord te staan", weerde ze af. Maar haar stem klonk krachteloos en ze peinsde: Het is vreeselijk dom van mij ge weest om uit de eetzaal weg te loopen. Ik had rustig moeten blijven zitten, mij laten aanspreken en aan doen. alsof ik hem niet kende. Grimes zou mij geloofd hebben". Haar eigen houding had Revis getoond, hoe bang zij voor hem was en dit besef ontwapende haar". Zij hadden op half luiden toon gesproken. Aan den eenen kant, enkele passen van hen vandaan, bevonden zich de liften, aan den anderen de telefooncellen. Maar nu ze hem botweg afwees, verhief hij zijn stem. „Pro beert u maar niet, met een dergelijk vertoon van minachting en brutaliteit bij mij aan te komen, Ik wil „Ssst!" zei ze onwillekeurig, schichtig over haar schouders kijkend. Hij lachte weer, ruw en dreigend nu. „Luister", hernam hij toen. „Ik zal u niet in uw huis of uw pension of waar u woont, komen opzoeken. Dat wil ik u besparen, ten minste als u zich verstandig gedraagt. U kunt bij mij komen hier is mijn adres. Hij drukte haar een kaartje tusschen de gevoel- Iooze vingers. „Wanneer u niet komt", ver volgde hij kwaadaardig, „zal ik dien mijn heer daar eens 'n boekje van u opendoen Begrepen? Ik weet, wie hij is. Senator Buck- ner is geen onbekend persoon „Ik kom niet", verklaarde ze, terwijl ze hem strak in het gezicht zag. Hij sloeg geen acht op haar hernieuwde weigering. „Morgenavond om elf uur", besliste hij. „Ais u durft wegblijven, vertel ik hem oogen- blikkelijk alles". „Maar wat hebt u....?" „Kijk u daar eens even heen", onderbrak hij haar scherp en nogmaals wendde zij het hoofd om. Boven aan de treden, die naar de garderobe voerden, stond miss Colvin. Met de rechterhand maakte ze een waarschu wende beweging, deze recht voor zich uit stekend, klaarblijkelijk om te verhinderen, dat iemand, die achter haar aankwam, het sein zou zien. De bedoeling was Mary duide lijk genoeg: Grimes Buckner was in aan tocht. „Goed", hijgde ze tegen Revis. „ik zal komen. Maar gaat u dan gaat u dan direct". Terwijl Revis in een der liften stapte, stak zij haastig het kaartje in de opening van haar japon en ging. heel bleek, maar met een glimlach op het gezicht, miss Colvin en Se nator Buckner tegemoet. „Het stemt me trotsch en gelukkig, dat je je zoo bezorgd over mij maakt", was ze in staat te antwoorden op zijn deelnemende vraag. Zij voelde zich onmiskenbaar opge lucht. toen zij merkte, dat hij niets ver moedde, van wat juist was voorgevallen. Op weg naar huis echter kwam er een namelooze bitterheid in haar op over het resultaat van haar gesprek met Revis. Ze leunde achter over in de kussens van de auto en rilde voort durend. Buckner schreef dit toe aan den kouden Maartnacht en legde een tweede plaid over haar knieën. Zij lette nauwelijks op zijn attentie; met gesloten oogen, haar onderlip tusschan haar tanden geklemd, zat zij daar, zonder ook maar met een enkel woord aan het vluchtige gesprek tusschen Buckner en Addie deel te nemen. Zij hield van hem, zei ze tot zichzelf, néén. het was meer dan liefde, het was aanbidding, en toch had zij, terwijl haar belofte om hem te trouwen, ternauwernood was uitgesproken, zijn geloof in haar reeds beschaamd. 1\faar had ze eigenlijk wel zoo verkeerd gehandeld? Twee motieiven hadden haar gedragslijn bepaald; in de eerste plaats een wild, onbe redeneerd verlangen, zichzelf te beschermen en dan een bijna even sterke begeerte hem het leed te besparen, dat het gevolg zou zijn van een onthulling. Op den achtergrond, dat erkende zij met onomwonden zelfgering- schatting, had vrees gestaan, dié had haar aangedreven. En nu was zij bang, dat hij haar niet begrijpen zou, als hij de waar heid hoorde. Zij hield d enadem in. Betee- kende die angst niet, dat zij aan het karakter en den zieleadel van haar verloofde twijfelde. Zij wist het niet; ze kon slechts hopen, dat het niet zoo wasze zag spoken! Waar schijnlijk kwam het door alles, wat zij van avond had doorgemaakt. Vermoeid liet ze alle tobberijen van zich afglijden; ze had had geen kracht meer. Hij nam afsoheid bij de lift naar haar woning. Toen ze op hun étage waren, barste Mary in een woeste huilbui uit. Ze greep miss Colvin bij haar schouders, bestormde haar met vragen en overstelpte haar met allerlei dringende smeekbeden en dreige menten, al naar gelang haar angst haar in- (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 13