Let op
imash fafeye"e
Er komt iets bijzonders! DE
Geert Hoogeveen, Mr. Cornelisstr. 54-56
VRIJDAG 2 FEBRUARI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
5
SCHILDERKUNST
ARMAND RASSENFOSSE. t
Zondag is mijn goede vriend Rassen fosse,
72 jaar oud, overleden. Hij is een der weinige
Waalsche schilders geweest, die ook in Hol
land bekend werden. In een aantal verzame
lingen hier te lande wordt zijn werk aange
troffen; van de openbare musea bezit het
Dortsche iets van zijn hand.
In zijn land, België, was hij een der voor
naamste officieel erkende meesters geworden,
die in velerlei functies, als lid der commissie
voor de Koninklijke musea, der Jury voor de
groote stedelijke tentoonstellingen enz. groo-
ten invloed had en overal in hoog aanzien
stond. In zijn vaderstad Luik behoorde hij
met Maréchal, De Wit, tot de hoogstaangesla
genen in de waardeering der Waalsche kunst
vrienden en door zijn onbaatzuchtig, trouw
en nobel karakter verdiende hij dit ten volle.
Een kort woord bij zijn heengaan moge dan
ook in een Hollandsch blad op zijn plaats ge
acht worden.
Dit woord zal uit veel persoonlijke herin
nering geboren worden. Ik had het voorrecht
hem een kwart eeuw te kennen en van zijn
vriendschap te genieten. Zijn prachtige hand
van teekenen, zijn schriftuur, nog tot voor
enkele weken van een feillooze zekerheid,
heb ik steeds kunnen blijven bewonderen,
zijn uiterst verzorgde schildertechniek vaak
met verbazing bestudeerd en mij nimmer
geërgerd aan zijn wel eens wat scherpe af
keuring van wat een nieuwe tijd aan niet
steeds geheel zuiver picturale waarden pro
beerde op te disschen. Voor zichzelf stond
hij daartegenover tamelijk vijandig, doch hij
was breed genoeg om in zijn officieele func
ties noch eenzijdig, noch bekrompen te zijn.
Maar iemand, die het niet „in de vingers"
had en maar zoo wat broddelde, vond in hem
geen verdediger.
Hij was een leerling van Felicien Rops.
Beter zou het misschien zijn als men die
verhouding meer als die van den ouderen en
jongeren vriend beschouwde. Want toen Ras
senfosse bij Rops kwam en geregeld met hem
verkeerde, had hij reeds een eigen karakter
dat zich niet fundamenteel gewijzigd heeft.
Hoewel beiden schilders werden van „de
vrouw" en zij niet moede werden het naakt
te verheerlijken, is er tusschen beider oeuvre
een scherp getrokken scheidingslijn die aan
Rops in hoofdzaak de decadentie, het op-het-
kantje-affe, aan Rassenfosse de gezonder
charme der natuurlijke weelde toewijst. Dit
houdt natuurlijk niet het minste verband met
de intrinsieke kunstwaarde van beider werk.
Rassenfosse is nimmer moe geworden de
groote hoedanigheden van Rops' werk voorop
te stellen en hem als den Meester te vereeren.
Het moet hem verleden jaar zelfs wel treurig
gestemd hebben te bemerken, dat bij de
jongere generatie de vereering van Rops' ta
lent, onder invloed van allerlei ethische bij -
overweging, geslonken was en de deelneming
aan de feesten in Namen, waar Rops' hon
derdsten geboortedag gevierd werd, niet aan
de verwachting beantwoordde.
De jaren dat Rassenfosse met Rops ver
keerde bleven voor den eerste tot de geluk
kigste zijns levens beliooren en tusschen de
families bleven ook na Rops' dood, de vriend
schapsbanden hecht. Rops' dochter Claire, die
met den criticus Demolder gehuwd was en
buiten Parijs woonde, en de Luiksche familie
Rassenfosse onderhielden de betrekkingen in
de gouden jeugd gelegd, toen de beide kun
stenaars zich in de problemen der prent
kunsttechniek verdiepten en, evenals Buchot
en Guérard zich gelukkig voelden als ze een
nieuw procedétje, een nieuw vernis, een nieuw
badje voor hun koperen platen gevonden had
den. De aardigheid van dat nieuwe mengsel
tje, door beiden na allerhand proeven samen
gesteld. waaraan zij toen den naam Ropsen-
fosse gaven, mag bekend geacht worden.
Mijn vele bezoeken aan Rassenfosse's mooie
huis in de Rue St. Gilles zullen mij niet licht
uit het geheugen gaan. Heel hoog in de lucht,
met een aparten opgang voor zijn vele mo
dellen, het ruime complex vgn ateliers, met
de groote etspers in het midden. Beneden, zijn
woonhuis, boordevol mooie dingen R. was
vermogend langs de wanden, in hall,
gangen en kamers werken van Rops, Lautrec,
Degas, prenten van Whistler. Goya enz., enfin
alles wat tusschen 1890 en 1900 voor het neus
je van den zalm gold. Hij bezat het volledige
graphische werk van Rops ook al diens
prachtige groote litho's, die men zeer zelden
ziet en in Holland absoluut onbekend zijn. En
toch praat men hier onder de jongeren over
Rops als over iemand die nooit anders dan
erotische prentjes voor boulevardblaadjes
gemaakt heeft!
En dan Rassenfosse's groote trots en liefde:
zijn bibliotheek. Hij was een bibliophiel die
een mooien tekst kon savoureeren doch dien
in een goeden druk en in een verzorgden band
wilde bezitten. Zooals er in België tien, tegen
ten onzent één heusche bibliophiel gevonden
wordt, die voor zijn liefde iets over heeft. En
zijn katten. Al had hij er niet zooveel als
Paul Léautaud, een vijf of zes van die ele
gante dieren kwam men wel altijd in zijn
huis tegen.
Een herinnering ten slotte aan Rassen
fosse's beminnelijke bereidwilligheid. Degouve
de Nuncques had mij zes zeven jaar gele
den is het alweer beloofd een litho te ma
ken, met als sujet een schilderij dat ik zeer
bewonderde. Maar hoe in -Stavelot, waar hij
toen wooncle, aan een behoorlijken steen te ko
men! Ik sprak er met R. over, die onmiddel
lijk zorgde dat Degouve een prachtigen steen
daar boven in de Ardennen kreeg, dien hij.
R-A-I-
stand
N.V.
ENGLEBERT'S AUTOMOBIELHANDEL S-GRAVENHAGE AMSTERDAM
Agent voor Haarlem en Omstreken:
(Adv. Ingcz. Med.)
uit Luik liet brengen! Bovendien beloofde
hij zelf de drukken te zullen maken, wat hij
later ook gedaan heeft
De beide kunstenaars kenden wel eikaars
werk. maar hadden elkaar nooit ontmoet. Ik
had het genoegen bij die gelegenheid een
rendez-vous in Luik te organïseeren. waaraan
ik slechts glimlachend kan terug denken. Op
de Place St. Lambert zouden wij elkaar tref
fen. Toen ik met R. die er altijd keurig ge
soigneerd, als een fijn, oud, Fransch heertje,
in 't zwart met wit dasje, uitzag, kwam aan
wandelen zag ik al in de verte Degouve, reus
met waaiende grijze haren en baard, op
bergschoenen en met een soort knots aLs
wandelstok, gehuld in een zware, grijsgroene
pelerine die misschien nog uit den tijd van de
Libre Esthétique was, op en neer wandelen.
De blik waarmee beide artisten elkaar opna-
men was om nooit te vergeten.
Wij hebben gezellig samen gegeten en daar
na was Degouve verrukt over de proeven die
Rassenfosse van zijn litho gedrukt had. We
zagen Rassenfosse's huis en zijn werk en zijn
collectie en alles verliep noimaal. Maar toen
ik een oogenblik met R. alleen was zei deze
met een knipoogje: Quel type, hein! C'est
l'homme nature parfaitement". En toen ik
in den namiddag Degouve weer naar zijn trein
voor Stavelot bracht, hoorde ik van hem:
„Dites-donc, De Bois, comprenez-vous qu'on
peut faire de la peinture comme ca pendant
toute sa vie!"
Twee echte artisten waren even langs el
kaar heengegaan. Terwijl de criticus eventjes
meesmuilde en maar niets zei.
J. H. DE BOIS
AMSTERDAMSCHE
TENTOONSTELLINGEN.
Bij Buffa is Woensdag een tentoonstelling
van werken door Jan Sluyters geopend, waar
het portret, dat hij van Burgemeester De
Vlugt schilderde, een der attracties uitmaakt.
Een eenigszins officieel portret, een statie
portret te maken, men blijft steeds benieuwd
te zien hoe de ongetwijfeld knapste der hui
dige Amsterdammers zich van zulk een op
dracht kwijt. Het groote staand figuur van
den kardinaal Van Rossumr zweeft ons nog
steeds voor den geest, met naast de bewonde
renswaardige schilder-qualiteiten, die bijna
brutale hartstochtelijkheid, waarmee de schil
der de uiterlijke verschijning van een kerk
vorst analyseerde, zonder diens innerlijke
wezen te treffen. Van dien tweespalt tusschen
schitterende virtuositeit en het gemis aan
geestelijke gereserveerdheid bij het tentoon
spreiden er van, is bij het portret van Dr. De
Vlugt geen sprake. Men kan het eigenlijke
portret, een kniestuk, zelfs voor Sluyters vrij
tam noemen en zijn virtuositeit zich hoofd
zakelijk zien uitleven in de omgeving ervan,
die tot achtergrond van de schilderij dient. Nu
behoort de kop van den Amsterdamschen
burgervader niet tot die, waarop een artist
zijn geestelijke vivisectie toepast. Hij is daar
voor te prettig-egaal, te veel bonhomme amu
sant, te goed-rond-hartelijk en te weinig da
delijk markant, te weinig doorgroefd en door
ploegd door zware innerlijke bewogenheid.
Iets van een zeekapitein zonder zeelucht aan
zich. iets van wat men een knappe man
noemt, met de glimlachende jovialiteit van
wien alles meeloopt in de wereld, en de pien
terheid, die jovialiteit steeds in bedwang te
hebben. Daar had Sluyters zich niet druk over
te maken, een gelijkend portret werd dat
om zoo te zeggen vanzelf en hij accentueer
de dat joviale in Dr. De Vlugt door hem, met
de linkerhand in den broekzak, in avondtoilet
op een balcomietje te plaatsen waarover dra
perie met het zwart-rood van het Amsterdam-
sche wapen geworpen was en waarachter ge,
als van een daktuin af, in de stad met haar
torens en huizenmassa's neerblikt. En nadat
de schilder dan zijn beste beentje heeft voor
gezet en in de groot-formaat ridderkruizen van
Leeuw en Nassau niets heeft veronachtzaamd
hoe weet een geniale kerel als Sluyters zelfs
dan nog die ietwat opdringerige sieraden in
een artistieke modulatie over te zetten dan
geeft hij hem van Jetje, zooals de Amsterdam
mer dat pleegt uit te drukken, en schildert die
stad, dien achtergrond in één vlaag van pictu
rale plezierigheid. Dat is wel echt-Sluyters,
aarzelloos-direct, geniaal nonchalant maar
zuiver en toch in samenklank met de figuur
op den voorgrond. Een knap, een buitengewoon
knap schilderij dat in ieder opzicht in den
juisten zin modern is. En als representatie
schilderij bruikbaar, wat misschien niet het
geval zou zijn geweest zoo Sluyters één van
Dr. De Vlugt's voorgangers had moeten conter-
feiten: Mr. Vening Meinesz stel U voor
of Mr. Van Leeuwen of Jhr. Röell! Dr. De
Vlugt heeft op beminnelijke wijze en zonder
er moeite voor te doen. aan het succes van
Sluyters meegewerkt, door hem geen kans
voor extravagantie te bieden.
Na over dit portret zoo uitvoerig te zijn ge
weest kan ik over het andere van den Leid-
schen professor de Sitter korter zijn. Het is
psychologisch misschien interessanter dan
het gala-portret, doch ook hier heeft de kun
stenaar zijn virtuositeit geheel in bedwang
gehouden en zichzelf ondergeschikt gemaakt
aan zijn model. Resultaat is een fijnzinnigheid
die tot de vele mogelijkheden behoort, waartoe
Sluyters in staat blijkt. Een groot aantal
bloemstukken, naakten en portretten van
vrouwen, sommige van recenten datum,
andere van vroeger bekend, vormen met de
besproken stukken een alleszins interessante
collectie van Breitner's opvolger in de Am-
sterdamsche glorie, voor wien de dag van van
daag nog niet zoo ongunstig blijkt te zijn als
voor de meesten zijner kunstbroeders.
Wij zijn in Arti nog even naar de tentoon
stelling van een aantal leden gaan zien,
hoofdzakelijk om een drietal groote schilde
rijen van Martin Monnickendam te bekijken,
voor welken maar zelden volop gewaardeerden
artist ik nu eenmaal groote waardeering
koester. Het zijn weer zijn typische, misschien
soms overladen kleurfeesten die men bewon
deren kan, doch wij zullpn binnenkort gele
genheid hebben uitvoeriger over den artist te
schrijven, als hij in Februari zijn zestigsten
verjaardag viert en daar Arti spoedig
sluit er ons nu toe bepalen op dit nieuwe
werk de aandacht te vestigen. Ook kom ik nog
gaarne terug op een tentoonstelling van De
Brug in het Gemeente Museum, waar een be
vriende hand een twaalftal werken van den
met Kerstmis overleden Jacob Bendien
heeft saamgebracht, een artist die. hoe anders
geaard ook dan Sluyters en Monnickendam,
toch recht had op onze belangstelling. Een
fijnbesnaard, overtuigd zoeker naar schoon
heid, die afzijdig bleef en weinig begrepen
werd.
J. H. DE BOIS.
FILMKUNST.
DE KUS VOOR DEN SPIECEL.
De Kus voor den Spiegel, een scène uit de
gelijknamige film, die hieraan den titel ont
leend heeft. Nancy Carroll, Frank Morgan.
Paul Lukas en Gloria Stuart vervullen de
hoofdrollen.
De inhoud van de vertooning, welke het
Luxor Theater met ingang van hedenavond
als hoofdnummer op het program heeft ge
nomen, mogen wij als bekend veronderstellen
bij de bezoekers, die terwille van de film het
tooneel nog niet geheel ontrouw zijn geworden.
Het stuk van Ladislaus Fodor is ruim een
jaar geleden door het Berliner Ensemble, met
Ernst Deutsch in de mannelijke en de filmster
Lil Dagover in de vrouwelijke hoofdrol ook in
ons land geïntroduceerd, en vermoedelijk zul
len verschillende onzer stadgenooten die voor
stelling toen te Amsterdam hebben bijge
woond. Ook het Centraal Tooneel heeft in het
vorige voorjaar De kus voor den spiegel
op het repertoire gehad.
Een stuk als dit leent zich zeer wel voor de
film, al kan men het op het witte doek moei
lijk anders weergeven dan als gefotografeerd
tooneel. Zoowel door het onderwerp en de
constructie als door de sterke concentratie
aan personeel staat deze film op één lijn met
werken als Ariane en De droomende
mond, al heeft de Amerikaansche regisseur,
wiens naam het programma niet noemt, dit
genre weer anders bewerkt dan Paul Czinner.
en al bestaat er een groot verschil tusschen
Nancy Carol en Elisabeth Bergner als film
figuur.
Ook in De kus voor den spiegel is
het driehoeksdrama het onderwerp. Hoofd
zakelijk bevat het de reacties van den echtge
noot op zijn ontrouwe gade. De herhaling van
hetzelfde geval en de opmerkingen van ver
schillende zijden gemaakt en door den wijs-
geerigen en drankzuchtigen klerk geaccentu
eerd geven aan het thema iets algemeens.
Iedere man, aldus heet het in deze film, wan
trouwt zijn echtgenoote en iedere echtgenoote
bedriegt haar man. Als de echtgenoote voor
den spiegel haar uiterlijk verzorgt, doet ze
dit niet voor haar wettigen levensgezel en ook
niet, zooals ze zelf wil doen gelooven, voor
eigen amusement, maar alleen voor den
minnaar.
Dr. Walter Bernsdorff's drama is met zoo'n
scène voor den spiegel begonnen, en als deze
geleerde, na uit naijver zijn vrouw te hebben
vermoord, aan zijn vriend, den advocaat dr.
Held, de finesses van het geval meedeelt, ont
dekt laatstgenoemde bij thuiskomst, dat hij
volmaakt dezelfde situatie doorleeft als zijn
cliënt heeft gedaan. Hij besluit, als ook het
vervolg van de geschiedenis met dat van zijn
cliënt congruent blijkt te zijn, eveneens het
slot gelijkluidend te maken.
Ook advocaat Held wil zijn vrouw voor haar
ontrouw vermoorden. In het tooneelstuk doet
hij dit niet, omdat hij. na haar in gedachten
al zoo vaak te hebben gedood, zijn spontane
driften reeds teveel heeft ontladen. In de film,
die dus aan het slot afwijkt, van het tooneel
stuk, komt de verzoening tot stand, nadat
HANDELSBLAD GRATIS
Zij, die zich thans abonneeren ont
vangen het Handelsblad deze maand
GRATIS.
Abonnement f 1.90 per maand en
5.50 per kwartaal. Buiten Amsterdam
verhoogd met 20 cent per maand voor
verzending.
Abonnementen op te geven bij het
Bijkantoor Handelsblad
(WENSING'S Alg Advert -Bureau)
TE MP ELI ER SST R. 32
Telefoon 102U9.
Held zijn wraakzucht op den ongelukkigen
spiegel gekoeld heeft.
Het stuk geeft ook als filmspel gelegenheid
tot boeiende momenten. Ook hier is de scène
in de rechtzaal het pièce de milieu. De ad
vocaat, die zich zoozeer met zijn cliënt vereen
zelvigt, dat hij de revolver trekt tegen zijn
vrouw, die bezwijmend de rechtzaal verlaat
houdt ook op het witte doek een door kort
heid en kracht indrukwekkend pleidooi.
Het gelaatsspel van de drie hoofdpersonen..
Frank Morgan als de advocaat. Paul Lucas
als Bernsdorf en Nancy Caroll als Maria, is
markant gefotografeerd.
Aardig zijn in de film enkele humoristische
scènes ingelascht. Zoo marcheeren de gevan
genen op de binnenplaats op de maat van
„Ach, du lieber Augustin!" Een dikke dame
uit het ironisch afgebeeld sensatie-publiek
brengt vroolijkheid aan door op te staan als
ze moet blijven zitten en te blijven zitten ais
ze moet opstaan. Als zij, zich in haar volle
gewicht verheffend, uitroept: „Waar is nu de
moordenaar?", antwoordt haar verontwaar
digde achterbuur: „Hier! als je niet gauw
gaat zitten".
De dronkemanswijsheid van den klerk blijft
in de film ietwat op den achtergrond, al is
Walter Pigeon met zijn Frans Josef-bakke-
baarden niet onaardig.
H. G. CANNEGIETER.
DE WONDEREN DER NATUUR.
Den bezoekers van de Zondagochtendvoor
stellingen in het Rembrandt-theater wacht
ditmaal iets zeer bizonders. De heer Mol zal
dan n.l. een tweede reeks beelden vertoonen
uit zijn reeks Wonderen der natuur.
En ook nu zal men nogmaals onder den indruk
geraken van de majesteit van het scheppings
werk, dat zich eendeels in een onuitputtelijke
differentieering en anderdeels in de simpelste
gelijkvormigheid openbaart. Men ziet, hoe in
het schijnbaar onbeweeglijk en onsamenge
steld oerproduct van de natuur zich bij nader
onderzoek een gansche kosmos belichaamt,
pulseerend op hetzelfde chronologische rhyth-
me, dat wij in de hoogere organen als het
menschelijk lichaam terugvinden. De mikro-
film onthult ons, dat er geen principieel on
derscheid bestaat tusschen het onzichtbaar
kleine en het onmetelijk groote in het heelal.
En daarbij doet zij ons in voor het opper
vlakkig oog onsmakelijke en zelfs griezelige
substanties als bijv. een slijmzwam dezelfde
bevalligheid van beweging en dezelfde sym
metrie van vorm ontdekken, welke ons met
verrukking pleegt te doen staren naar de
staart van een pauw of het hart van een
bloem.
Wanneer wij in de volgende regelen enkele
concreetheden van het aanschouwde opsom
men, bedenke de lezer dat dit noch een over
zicht nog een kenschets betreft. Het is niet
meer dan een onvolledig aanstippen van het
geen men zelf moet gaan zien. om ook maar
eenigszins een beeld te verkrijgen van hetgeen
hier als uitkomst van een geraffineerde tech
niek wordt tentoongesteld.
Want, om een voorbeeld te noemen, het kie
men van een plant, dat we hier in 30 secon
den te zien krijgen, heeft in werkelijkheid
drie maanden geduurd. Op de film aanschou
wen wij het proces tienduizend- tot vijftien-
duizendvoudig versneld. Wat een technische
vaardigheid, wat een routine en wat een ge
duld eischt een dergelijke weergave van het
intieme leven in de natuur, dat vaak boven
dien nog uit de vrije lucht overgebracht moet
worden naar het atelier, om daar al dien tijd
in volle kracht en frischheid te worden ge
conserveerd. Dit op zichzelf al kan alleen het
werk van een ook practisch uiterst bekwaam
natuurkenner zijn.
Als eerste punt van het program krijgt men
het leven van de slijmzwam weergegeven, een
glibberige massa, die aanvankelijk als zelf
standig wezentje van zeer minimalen omvang
leeft, maar daarop zich conglomereert met
zijn soortgenooten. Uit deze taai voortglijden
de substantie, welke zich onderweg voedt met
hetgeen zij ontmoet en die dit voedsel ver
werkt met een op onzen bloedsomloop gelij
kend bewegingsstelsel van cellen, ontstaat
plotseling in December een kolonie zwammen,
meervoudige wezens aldus, waarin het eenvor
mige product zich metamorfoseert.
Belangwekkend is ook het tweede nummer:
de ontwikkeling van den oester. Van het
groei- en voortplantingsproces, dat zich in de
oesterschelp afspeelt, geeft deze film een
duidelijk beeld. Ook krijgt men hierbij een kijk
op de finesses van de oesterteelt, een zeer in
gewikkeld, langdurig en moeizaam bedrijf.
Tenslotte betreedt de geniale operateur
weder een van zijn lievelingsgebieden: de ver
snelde en vergroote opnamen van het ontkie
men, het groeien en het vruchtzetten van
planten, waaromtrent wij hierboven reeds iets
hebben vermeld betreffende de daarbij ge
bruikte techniek.
Een zoowel uit wetenschappelijk als uit
aesthetisch oogpunt verbluffend schoon
schouwspel, dat ook de wijsgeerige en reli
gieuze functies van den toeschouwer prikkelt.
Als intermezzo krijgt men nog een paar
fantastische en groteske drama's uit het in
sectenleven te zien. Onvergetelijk is de wreede
pracht van de zijn voedsel veroverende en
verslindende kever; even spannend als be
koorlijk het duel tusschen twee vliegende her
ten, die elkander een wijfje betwisten.
H. G. CANNEGIETER.
(A<j.v. ïngez. Med.)
Het groote tooneelsucces van Parijs Made
moiselle door Jacques Deval, zal door de
Metro verfilmd worden onder regie van Harry
Beaumopt. De hoofdrollen zullen vervuld
worden door Alice Brady, Frank Morgan en
Jean Parker.
Anita Page, thans optredend in The Big
Cage (de Dierentemmer), heeft o.a. gespeeld
In Broadway Melody. Vermageringskuur. Als
Kostjuffrouwen speculeeren. Geld is ook niet
alles. Oorlogsverpieegsters. de Philantroop.
Zij verklaarde onlangs, dat zij veel te dan
ken heeft aan Lon Chaney, wiens raadgevin
gen zij beschouwt als den stevigsten onaer-
".rond voor haar carrière.
DANSAVOND
NINA KIRSANOVA.
BALLET VAN ICOR SCHWEZOFF.
De Haarlemmers hadden Nina Kirsanova,
die zij bij het ballet van Anna Pavlova na haar
Spaansche dansen en ïater toen het ensem
ble na den dood van de groote kunstenares een
tournee door ons land maakte om haar
Egyptische dansen zoo geestdriftig hadden ge
huldigd, blijkbaar vergeten. De zaal was ten
minste gisterenavond, toen de Russische dan
seres voor het eerst weer in onzen Stads-
chouwburg optrad, maar zeer matig bezet, wat
waarschijnlijk niet het geval zou zijn geweest,
als het Haarlemsche publiek zich den naam
had herinnerd.
Nina Kirsanova is een danseres van groot
formaat. Zij bewees dit reeds, toen zij hier
met Anna Pavlova danste, maar allen bleven
bij dat baliet min of meer in de schaduw van
hun geniale landgenoote. Thans, nu zij alleen
of met- Igor Schwezoff als partner danste,
kwam zij meer in het volle licht en wist zij door
dansen van grooter verscheidenheid ons van
haar ongemeen danstalent te overtuigen. Nina
Kirsanova heeft in haar dansen niet dat ethe
rische. dat immaterieele, van een Anna Pav
lova, maar zij hezit temperament, en daar
door vooral boeit zij. Wij zien. wanneer zij
danst, niet alleen de danseres maar ook de
vrouw. Niets blijft er onbewogen in Nina Kir
sanova, wanneer zij danst. Haar gezicht leeft
fel mee en in dit hevige medeleven, dat lonken
en lokken en vleien der oogen bij den dans
herinnert zij soms sterk aan Argentina. Voor
al in haar Volksche dansen, waarin zij zich
als temperamentvolle vrouw volkomen kan uit
dansen, doet zij telkens aan Ai-gentina den
ken, al mist zij de aristocratische voornaam
heid en hoogheid van haar beroemde Spaan
sche kunstzuster.
Maar toch. welk een vreugde biedt ook zoo'n
Spaansche dans van Nina Kirsanova! Zij
danst op de muziek van Bizet met een harts
tochtelijke vaa"t. met een élan en een vuur,
dat de vonken er af spatten. En het blijft in al
zijn hartstochtelijkheid toch altijd gracieus,
lenig en vlug. Prachtig van een exquise ele
gance, is dat bewegen met de rokken en zelden
zag ik van een danseres zoo expressieve arm
gebaren als van Nina Kirsanova.
In de volksche dansen is zij in haar volle
kracht, dan is zij een en al leven en vitaliteit.
Het meest neigt zij in haar dans naar het
hartstochtelijke, het vurige, het nu eens koket
lonken en aanhalen, het dan weer hooghartig
afstooten. Zoo'n Czardas, waarin zij zich ge
heel kan laten gaan, heeft blijkbaar haar
groote liefde. Voor een hindoe-dans echter
mist zij de noodige gereserveerdheid. Wie zich
de gestileerde dansen van Menaka of Aday
Shan-Kar herinnerde, zal moeilijk het Hin
doe-karakter in deze meer Spaansche dan
Oostersche dans van Nina Kirsanova hebben
herkend.
Als Colombine bekoorde zij door haar fijne
gratie en speelsche koketterie, in de met
Schwezoff gedanste Liefdes-idylle bewonder
den wij de techniek van de danseres, zagen wij
weer welk een voortreffelijke school deze Rus
sische danseressen van het Anna Pavlova-
ballet hebben doorloopen..
Haar partner in enkele dansen was Igor
Schwezoff. de jonge Rus, die in September in
de opvoeringen van Het Mirakel sterk de
aandacht heeft getrokken door zijn plastiek
en zijn dansen en die thans bezig is in Den
Haag met Hollandsche krachten een eigen
ballet te vormen.
Voor het samen dansen met een kunste
nares als Nina Kirsanova mist Schwezoff
de noodige lenigheid, vlugheid en agiliteit
zijn, hoewel prachtig gebouwd lichaam bleek
ook wat te forsch en groot voor een zoo frêle
tegenpartij zoodat hij mij in de dansen met
Kirsanova minder kon bekoren. Als solo-dan
ser kon ik hem meer waardeeren, vooral om
zijn krachtige plastiek en de breedheid van
zijn gebaar al bleef ook in deze dansen al
les wat te zwaar en nadrukkelijk. Van groote
kunstvaardigheid gaf de lintendans die
hij op een prelude van Chopin uitvoerde
blijk. Wij zagen een dergelijke dans feite
lijk is zij van Chineesche origine waarin
de danser een lint als een lasso in de meest
grillige vormen om zich heen slingert en zijn
dans uitvoert tusschen het aldoor om hem
heen zwevende of als een spiraal kronke
lende lint verleden jaar van Asaf Messerer
en al heeft Igor Schwezoff nog niet die ze
kerheid en vlugheid van Messerer. dans
boeide toch zeer door de grillige vormen van
het lint en de bewegingen van den danser
Het ballet van Igor Schwezoff is nog klein
het bestaat uit 6 dames en 2 heeren
maar het gaf reeds bewijs van een voor Hol
landsche danseressen merkwaardige training
en techniek. Wat mij vooral trof was de straffe
rhythmiek, de gelijkvormigheid en de zeker
heid in de bewegingen, en dc zeer mooie
armgebaren. In het eerste ballet Mazurka
kwam dat nog niet op zijn sterkst uit.
Hierin was nog te veel het schoolsche te on
derkennen en de dansfiguren leken mij voor
de melodieuze muziek wat te ingewikkeld. Er
zat geen vaste lijn in dat ballet, het was te
verbrokkeld voor een melodieuze mazurka,
al vielen dan ook zeer fraaie details te be
wonderen en al was het dansen dikwijls van
fijne gratie en etherische lichtheid.
Maar veel beter was als ballet Miniature
Persane gelukt. In deze dans een soort ha
rem-dans was wel de Oostersche
sfeer en hierin was ook eenheid en stijl. Voor
zulke jeugdige danseressen was het alles
merkwaardig zeker van uitvoering en vooral
de eerste danseres en haar mannelijke part
ner toonden hierin een reeds sterk ontwik
kelde techniek en souplesse.
Les Contes de Bouffon waren meer panto
mimisch en vooral goed in de Russische
sfeer. Zij werden geestig en burlesk gedanst
en hadden dan ook terecht veel succes. In
het burleske hadden ook David Grey en
Dolly van Pesch op muziek van Tschaikowskv
een duet gedanst, dat in zijn hoekige
clowneske bewegingen een werkelijk humo
ristisch effect maakte.
Als geheel een rijk gevarieerde, mooie
dansavond, die vooral belangrijk werd door
het optreden van Nina Kirsanova. Want zij
schitterde in dit milJïeu als de ster. Het pu
bliek toonde zich zeer voldaan en werd vcoral
geestdriftig na de Spaansche dans die dan
ook door een even vurig uitgevoerde toegift
werd gevolgd.
9. B. SCHUIL.