Let op imash fafeye"e Er komt iets bijzonders! DE Geert Hoogeveen, Mr. Cornelisstr. 54-56 VRIJDAG 2 FEBRUARI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 5 SCHILDERKUNST ARMAND RASSENFOSSE. t Zondag is mijn goede vriend Rassen fosse, 72 jaar oud, overleden. Hij is een der weinige Waalsche schilders geweest, die ook in Hol land bekend werden. In een aantal verzame lingen hier te lande wordt zijn werk aange troffen; van de openbare musea bezit het Dortsche iets van zijn hand. In zijn land, België, was hij een der voor naamste officieel erkende meesters geworden, die in velerlei functies, als lid der commissie voor de Koninklijke musea, der Jury voor de groote stedelijke tentoonstellingen enz. groo- ten invloed had en overal in hoog aanzien stond. In zijn vaderstad Luik behoorde hij met Maréchal, De Wit, tot de hoogstaangesla genen in de waardeering der Waalsche kunst vrienden en door zijn onbaatzuchtig, trouw en nobel karakter verdiende hij dit ten volle. Een kort woord bij zijn heengaan moge dan ook in een Hollandsch blad op zijn plaats ge acht worden. Dit woord zal uit veel persoonlijke herin nering geboren worden. Ik had het voorrecht hem een kwart eeuw te kennen en van zijn vriendschap te genieten. Zijn prachtige hand van teekenen, zijn schriftuur, nog tot voor enkele weken van een feillooze zekerheid, heb ik steeds kunnen blijven bewonderen, zijn uiterst verzorgde schildertechniek vaak met verbazing bestudeerd en mij nimmer geërgerd aan zijn wel eens wat scherpe af keuring van wat een nieuwe tijd aan niet steeds geheel zuiver picturale waarden pro beerde op te disschen. Voor zichzelf stond hij daartegenover tamelijk vijandig, doch hij was breed genoeg om in zijn officieele func ties noch eenzijdig, noch bekrompen te zijn. Maar iemand, die het niet „in de vingers" had en maar zoo wat broddelde, vond in hem geen verdediger. Hij was een leerling van Felicien Rops. Beter zou het misschien zijn als men die verhouding meer als die van den ouderen en jongeren vriend beschouwde. Want toen Ras senfosse bij Rops kwam en geregeld met hem verkeerde, had hij reeds een eigen karakter dat zich niet fundamenteel gewijzigd heeft. Hoewel beiden schilders werden van „de vrouw" en zij niet moede werden het naakt te verheerlijken, is er tusschen beider oeuvre een scherp getrokken scheidingslijn die aan Rops in hoofdzaak de decadentie, het op-het- kantje-affe, aan Rassenfosse de gezonder charme der natuurlijke weelde toewijst. Dit houdt natuurlijk niet het minste verband met de intrinsieke kunstwaarde van beider werk. Rassenfosse is nimmer moe geworden de groote hoedanigheden van Rops' werk voorop te stellen en hem als den Meester te vereeren. Het moet hem verleden jaar zelfs wel treurig gestemd hebben te bemerken, dat bij de jongere generatie de vereering van Rops' ta lent, onder invloed van allerlei ethische bij - overweging, geslonken was en de deelneming aan de feesten in Namen, waar Rops' hon derdsten geboortedag gevierd werd, niet aan de verwachting beantwoordde. De jaren dat Rassenfosse met Rops ver keerde bleven voor den eerste tot de geluk kigste zijns levens beliooren en tusschen de families bleven ook na Rops' dood, de vriend schapsbanden hecht. Rops' dochter Claire, die met den criticus Demolder gehuwd was en buiten Parijs woonde, en de Luiksche familie Rassenfosse onderhielden de betrekkingen in de gouden jeugd gelegd, toen de beide kun stenaars zich in de problemen der prent kunsttechniek verdiepten en, evenals Buchot en Guérard zich gelukkig voelden als ze een nieuw procedétje, een nieuw vernis, een nieuw badje voor hun koperen platen gevonden had den. De aardigheid van dat nieuwe mengsel tje, door beiden na allerhand proeven samen gesteld. waaraan zij toen den naam Ropsen- fosse gaven, mag bekend geacht worden. Mijn vele bezoeken aan Rassenfosse's mooie huis in de Rue St. Gilles zullen mij niet licht uit het geheugen gaan. Heel hoog in de lucht, met een aparten opgang voor zijn vele mo dellen, het ruime complex vgn ateliers, met de groote etspers in het midden. Beneden, zijn woonhuis, boordevol mooie dingen R. was vermogend langs de wanden, in hall, gangen en kamers werken van Rops, Lautrec, Degas, prenten van Whistler. Goya enz., enfin alles wat tusschen 1890 en 1900 voor het neus je van den zalm gold. Hij bezat het volledige graphische werk van Rops ook al diens prachtige groote litho's, die men zeer zelden ziet en in Holland absoluut onbekend zijn. En toch praat men hier onder de jongeren over Rops als over iemand die nooit anders dan erotische prentjes voor boulevardblaadjes gemaakt heeft! En dan Rassenfosse's groote trots en liefde: zijn bibliotheek. Hij was een bibliophiel die een mooien tekst kon savoureeren doch dien in een goeden druk en in een verzorgden band wilde bezitten. Zooals er in België tien, tegen ten onzent één heusche bibliophiel gevonden wordt, die voor zijn liefde iets over heeft. En zijn katten. Al had hij er niet zooveel als Paul Léautaud, een vijf of zes van die ele gante dieren kwam men wel altijd in zijn huis tegen. Een herinnering ten slotte aan Rassen fosse's beminnelijke bereidwilligheid. Degouve de Nuncques had mij zes zeven jaar gele den is het alweer beloofd een litho te ma ken, met als sujet een schilderij dat ik zeer bewonderde. Maar hoe in -Stavelot, waar hij toen wooncle, aan een behoorlijken steen te ko men! Ik sprak er met R. over, die onmiddel lijk zorgde dat Degouve een prachtigen steen daar boven in de Ardennen kreeg, dien hij. R-A-I- stand N.V. ENGLEBERT'S AUTOMOBIELHANDEL S-GRAVENHAGE AMSTERDAM Agent voor Haarlem en Omstreken: (Adv. Ingcz. Med.) uit Luik liet brengen! Bovendien beloofde hij zelf de drukken te zullen maken, wat hij later ook gedaan heeft De beide kunstenaars kenden wel eikaars werk. maar hadden elkaar nooit ontmoet. Ik had het genoegen bij die gelegenheid een rendez-vous in Luik te organïseeren. waaraan ik slechts glimlachend kan terug denken. Op de Place St. Lambert zouden wij elkaar tref fen. Toen ik met R. die er altijd keurig ge soigneerd, als een fijn, oud, Fransch heertje, in 't zwart met wit dasje, uitzag, kwam aan wandelen zag ik al in de verte Degouve, reus met waaiende grijze haren en baard, op bergschoenen en met een soort knots aLs wandelstok, gehuld in een zware, grijsgroene pelerine die misschien nog uit den tijd van de Libre Esthétique was, op en neer wandelen. De blik waarmee beide artisten elkaar opna- men was om nooit te vergeten. Wij hebben gezellig samen gegeten en daar na was Degouve verrukt over de proeven die Rassenfosse van zijn litho gedrukt had. We zagen Rassenfosse's huis en zijn werk en zijn collectie en alles verliep noimaal. Maar toen ik een oogenblik met R. alleen was zei deze met een knipoogje: Quel type, hein! C'est l'homme nature parfaitement". En toen ik in den namiddag Degouve weer naar zijn trein voor Stavelot bracht, hoorde ik van hem: „Dites-donc, De Bois, comprenez-vous qu'on peut faire de la peinture comme ca pendant toute sa vie!" Twee echte artisten waren even langs el kaar heengegaan. Terwijl de criticus eventjes meesmuilde en maar niets zei. J. H. DE BOIS AMSTERDAMSCHE TENTOONSTELLINGEN. Bij Buffa is Woensdag een tentoonstelling van werken door Jan Sluyters geopend, waar het portret, dat hij van Burgemeester De Vlugt schilderde, een der attracties uitmaakt. Een eenigszins officieel portret, een statie portret te maken, men blijft steeds benieuwd te zien hoe de ongetwijfeld knapste der hui dige Amsterdammers zich van zulk een op dracht kwijt. Het groote staand figuur van den kardinaal Van Rossumr zweeft ons nog steeds voor den geest, met naast de bewonde renswaardige schilder-qualiteiten, die bijna brutale hartstochtelijkheid, waarmee de schil der de uiterlijke verschijning van een kerk vorst analyseerde, zonder diens innerlijke wezen te treffen. Van dien tweespalt tusschen schitterende virtuositeit en het gemis aan geestelijke gereserveerdheid bij het tentoon spreiden er van, is bij het portret van Dr. De Vlugt geen sprake. Men kan het eigenlijke portret, een kniestuk, zelfs voor Sluyters vrij tam noemen en zijn virtuositeit zich hoofd zakelijk zien uitleven in de omgeving ervan, die tot achtergrond van de schilderij dient. Nu behoort de kop van den Amsterdamschen burgervader niet tot die, waarop een artist zijn geestelijke vivisectie toepast. Hij is daar voor te prettig-egaal, te veel bonhomme amu sant, te goed-rond-hartelijk en te weinig da delijk markant, te weinig doorgroefd en door ploegd door zware innerlijke bewogenheid. Iets van een zeekapitein zonder zeelucht aan zich. iets van wat men een knappe man noemt, met de glimlachende jovialiteit van wien alles meeloopt in de wereld, en de pien terheid, die jovialiteit steeds in bedwang te hebben. Daar had Sluyters zich niet druk over te maken, een gelijkend portret werd dat om zoo te zeggen vanzelf en hij accentueer de dat joviale in Dr. De Vlugt door hem, met de linkerhand in den broekzak, in avondtoilet op een balcomietje te plaatsen waarover dra perie met het zwart-rood van het Amsterdam- sche wapen geworpen was en waarachter ge, als van een daktuin af, in de stad met haar torens en huizenmassa's neerblikt. En nadat de schilder dan zijn beste beentje heeft voor gezet en in de groot-formaat ridderkruizen van Leeuw en Nassau niets heeft veronachtzaamd hoe weet een geniale kerel als Sluyters zelfs dan nog die ietwat opdringerige sieraden in een artistieke modulatie over te zetten dan geeft hij hem van Jetje, zooals de Amsterdam mer dat pleegt uit te drukken, en schildert die stad, dien achtergrond in één vlaag van pictu rale plezierigheid. Dat is wel echt-Sluyters, aarzelloos-direct, geniaal nonchalant maar zuiver en toch in samenklank met de figuur op den voorgrond. Een knap, een buitengewoon knap schilderij dat in ieder opzicht in den juisten zin modern is. En als representatie schilderij bruikbaar, wat misschien niet het geval zou zijn geweest zoo Sluyters één van Dr. De Vlugt's voorgangers had moeten conter- feiten: Mr. Vening Meinesz stel U voor of Mr. Van Leeuwen of Jhr. Röell! Dr. De Vlugt heeft op beminnelijke wijze en zonder er moeite voor te doen. aan het succes van Sluyters meegewerkt, door hem geen kans voor extravagantie te bieden. Na over dit portret zoo uitvoerig te zijn ge weest kan ik over het andere van den Leid- schen professor de Sitter korter zijn. Het is psychologisch misschien interessanter dan het gala-portret, doch ook hier heeft de kun stenaar zijn virtuositeit geheel in bedwang gehouden en zichzelf ondergeschikt gemaakt aan zijn model. Resultaat is een fijnzinnigheid die tot de vele mogelijkheden behoort, waartoe Sluyters in staat blijkt. Een groot aantal bloemstukken, naakten en portretten van vrouwen, sommige van recenten datum, andere van vroeger bekend, vormen met de besproken stukken een alleszins interessante collectie van Breitner's opvolger in de Am- sterdamsche glorie, voor wien de dag van van daag nog niet zoo ongunstig blijkt te zijn als voor de meesten zijner kunstbroeders. Wij zijn in Arti nog even naar de tentoon stelling van een aantal leden gaan zien, hoofdzakelijk om een drietal groote schilde rijen van Martin Monnickendam te bekijken, voor welken maar zelden volop gewaardeerden artist ik nu eenmaal groote waardeering koester. Het zijn weer zijn typische, misschien soms overladen kleurfeesten die men bewon deren kan, doch wij zullpn binnenkort gele genheid hebben uitvoeriger over den artist te schrijven, als hij in Februari zijn zestigsten verjaardag viert en daar Arti spoedig sluit er ons nu toe bepalen op dit nieuwe werk de aandacht te vestigen. Ook kom ik nog gaarne terug op een tentoonstelling van De Brug in het Gemeente Museum, waar een be vriende hand een twaalftal werken van den met Kerstmis overleden Jacob Bendien heeft saamgebracht, een artist die. hoe anders geaard ook dan Sluyters en Monnickendam, toch recht had op onze belangstelling. Een fijnbesnaard, overtuigd zoeker naar schoon heid, die afzijdig bleef en weinig begrepen werd. J. H. DE BOIS. FILMKUNST. DE KUS VOOR DEN SPIECEL. De Kus voor den Spiegel, een scène uit de gelijknamige film, die hieraan den titel ont leend heeft. Nancy Carroll, Frank Morgan. Paul Lukas en Gloria Stuart vervullen de hoofdrollen. De inhoud van de vertooning, welke het Luxor Theater met ingang van hedenavond als hoofdnummer op het program heeft ge nomen, mogen wij als bekend veronderstellen bij de bezoekers, die terwille van de film het tooneel nog niet geheel ontrouw zijn geworden. Het stuk van Ladislaus Fodor is ruim een jaar geleden door het Berliner Ensemble, met Ernst Deutsch in de mannelijke en de filmster Lil Dagover in de vrouwelijke hoofdrol ook in ons land geïntroduceerd, en vermoedelijk zul len verschillende onzer stadgenooten die voor stelling toen te Amsterdam hebben bijge woond. Ook het Centraal Tooneel heeft in het vorige voorjaar De kus voor den spiegel op het repertoire gehad. Een stuk als dit leent zich zeer wel voor de film, al kan men het op het witte doek moei lijk anders weergeven dan als gefotografeerd tooneel. Zoowel door het onderwerp en de constructie als door de sterke concentratie aan personeel staat deze film op één lijn met werken als Ariane en De droomende mond, al heeft de Amerikaansche regisseur, wiens naam het programma niet noemt, dit genre weer anders bewerkt dan Paul Czinner. en al bestaat er een groot verschil tusschen Nancy Carol en Elisabeth Bergner als film figuur. Ook in De kus voor den spiegel is het driehoeksdrama het onderwerp. Hoofd zakelijk bevat het de reacties van den echtge noot op zijn ontrouwe gade. De herhaling van hetzelfde geval en de opmerkingen van ver schillende zijden gemaakt en door den wijs- geerigen en drankzuchtigen klerk geaccentu eerd geven aan het thema iets algemeens. Iedere man, aldus heet het in deze film, wan trouwt zijn echtgenoote en iedere echtgenoote bedriegt haar man. Als de echtgenoote voor den spiegel haar uiterlijk verzorgt, doet ze dit niet voor haar wettigen levensgezel en ook niet, zooals ze zelf wil doen gelooven, voor eigen amusement, maar alleen voor den minnaar. Dr. Walter Bernsdorff's drama is met zoo'n scène voor den spiegel begonnen, en als deze geleerde, na uit naijver zijn vrouw te hebben vermoord, aan zijn vriend, den advocaat dr. Held, de finesses van het geval meedeelt, ont dekt laatstgenoemde bij thuiskomst, dat hij volmaakt dezelfde situatie doorleeft als zijn cliënt heeft gedaan. Hij besluit, als ook het vervolg van de geschiedenis met dat van zijn cliënt congruent blijkt te zijn, eveneens het slot gelijkluidend te maken. Ook advocaat Held wil zijn vrouw voor haar ontrouw vermoorden. In het tooneelstuk doet hij dit niet, omdat hij. na haar in gedachten al zoo vaak te hebben gedood, zijn spontane driften reeds teveel heeft ontladen. In de film, die dus aan het slot afwijkt, van het tooneel stuk, komt de verzoening tot stand, nadat HANDELSBLAD GRATIS Zij, die zich thans abonneeren ont vangen het Handelsblad deze maand GRATIS. Abonnement f 1.90 per maand en 5.50 per kwartaal. Buiten Amsterdam verhoogd met 20 cent per maand voor verzending. Abonnementen op te geven bij het Bijkantoor Handelsblad (WENSING'S Alg Advert -Bureau) TE MP ELI ER SST R. 32 Telefoon 102U9. Held zijn wraakzucht op den ongelukkigen spiegel gekoeld heeft. Het stuk geeft ook als filmspel gelegenheid tot boeiende momenten. Ook hier is de scène in de rechtzaal het pièce de milieu. De ad vocaat, die zich zoozeer met zijn cliënt vereen zelvigt, dat hij de revolver trekt tegen zijn vrouw, die bezwijmend de rechtzaal verlaat houdt ook op het witte doek een door kort heid en kracht indrukwekkend pleidooi. Het gelaatsspel van de drie hoofdpersonen.. Frank Morgan als de advocaat. Paul Lucas als Bernsdorf en Nancy Caroll als Maria, is markant gefotografeerd. Aardig zijn in de film enkele humoristische scènes ingelascht. Zoo marcheeren de gevan genen op de binnenplaats op de maat van „Ach, du lieber Augustin!" Een dikke dame uit het ironisch afgebeeld sensatie-publiek brengt vroolijkheid aan door op te staan als ze moet blijven zitten en te blijven zitten ais ze moet opstaan. Als zij, zich in haar volle gewicht verheffend, uitroept: „Waar is nu de moordenaar?", antwoordt haar verontwaar digde achterbuur: „Hier! als je niet gauw gaat zitten". De dronkemanswijsheid van den klerk blijft in de film ietwat op den achtergrond, al is Walter Pigeon met zijn Frans Josef-bakke- baarden niet onaardig. H. G. CANNEGIETER. DE WONDEREN DER NATUUR. Den bezoekers van de Zondagochtendvoor stellingen in het Rembrandt-theater wacht ditmaal iets zeer bizonders. De heer Mol zal dan n.l. een tweede reeks beelden vertoonen uit zijn reeks Wonderen der natuur. En ook nu zal men nogmaals onder den indruk geraken van de majesteit van het scheppings werk, dat zich eendeels in een onuitputtelijke differentieering en anderdeels in de simpelste gelijkvormigheid openbaart. Men ziet, hoe in het schijnbaar onbeweeglijk en onsamenge steld oerproduct van de natuur zich bij nader onderzoek een gansche kosmos belichaamt, pulseerend op hetzelfde chronologische rhyth- me, dat wij in de hoogere organen als het menschelijk lichaam terugvinden. De mikro- film onthult ons, dat er geen principieel on derscheid bestaat tusschen het onzichtbaar kleine en het onmetelijk groote in het heelal. En daarbij doet zij ons in voor het opper vlakkig oog onsmakelijke en zelfs griezelige substanties als bijv. een slijmzwam dezelfde bevalligheid van beweging en dezelfde sym metrie van vorm ontdekken, welke ons met verrukking pleegt te doen staren naar de staart van een pauw of het hart van een bloem. Wanneer wij in de volgende regelen enkele concreetheden van het aanschouwde opsom men, bedenke de lezer dat dit noch een over zicht nog een kenschets betreft. Het is niet meer dan een onvolledig aanstippen van het geen men zelf moet gaan zien. om ook maar eenigszins een beeld te verkrijgen van hetgeen hier als uitkomst van een geraffineerde tech niek wordt tentoongesteld. Want, om een voorbeeld te noemen, het kie men van een plant, dat we hier in 30 secon den te zien krijgen, heeft in werkelijkheid drie maanden geduurd. Op de film aanschou wen wij het proces tienduizend- tot vijftien- duizendvoudig versneld. Wat een technische vaardigheid, wat een routine en wat een ge duld eischt een dergelijke weergave van het intieme leven in de natuur, dat vaak boven dien nog uit de vrije lucht overgebracht moet worden naar het atelier, om daar al dien tijd in volle kracht en frischheid te worden ge conserveerd. Dit op zichzelf al kan alleen het werk van een ook practisch uiterst bekwaam natuurkenner zijn. Als eerste punt van het program krijgt men het leven van de slijmzwam weergegeven, een glibberige massa, die aanvankelijk als zelf standig wezentje van zeer minimalen omvang leeft, maar daarop zich conglomereert met zijn soortgenooten. Uit deze taai voortglijden de substantie, welke zich onderweg voedt met hetgeen zij ontmoet en die dit voedsel ver werkt met een op onzen bloedsomloop gelij kend bewegingsstelsel van cellen, ontstaat plotseling in December een kolonie zwammen, meervoudige wezens aldus, waarin het eenvor mige product zich metamorfoseert. Belangwekkend is ook het tweede nummer: de ontwikkeling van den oester. Van het groei- en voortplantingsproces, dat zich in de oesterschelp afspeelt, geeft deze film een duidelijk beeld. Ook krijgt men hierbij een kijk op de finesses van de oesterteelt, een zeer in gewikkeld, langdurig en moeizaam bedrijf. Tenslotte betreedt de geniale operateur weder een van zijn lievelingsgebieden: de ver snelde en vergroote opnamen van het ontkie men, het groeien en het vruchtzetten van planten, waaromtrent wij hierboven reeds iets hebben vermeld betreffende de daarbij ge bruikte techniek. Een zoowel uit wetenschappelijk als uit aesthetisch oogpunt verbluffend schoon schouwspel, dat ook de wijsgeerige en reli gieuze functies van den toeschouwer prikkelt. Als intermezzo krijgt men nog een paar fantastische en groteske drama's uit het in sectenleven te zien. Onvergetelijk is de wreede pracht van de zijn voedsel veroverende en verslindende kever; even spannend als be koorlijk het duel tusschen twee vliegende her ten, die elkander een wijfje betwisten. H. G. CANNEGIETER. (A<j.v. ïngez. Med.) Het groote tooneelsucces van Parijs Made moiselle door Jacques Deval, zal door de Metro verfilmd worden onder regie van Harry Beaumopt. De hoofdrollen zullen vervuld worden door Alice Brady, Frank Morgan en Jean Parker. Anita Page, thans optredend in The Big Cage (de Dierentemmer), heeft o.a. gespeeld In Broadway Melody. Vermageringskuur. Als Kostjuffrouwen speculeeren. Geld is ook niet alles. Oorlogsverpieegsters. de Philantroop. Zij verklaarde onlangs, dat zij veel te dan ken heeft aan Lon Chaney, wiens raadgevin gen zij beschouwt als den stevigsten onaer- ".rond voor haar carrière. DANSAVOND NINA KIRSANOVA. BALLET VAN ICOR SCHWEZOFF. De Haarlemmers hadden Nina Kirsanova, die zij bij het ballet van Anna Pavlova na haar Spaansche dansen en ïater toen het ensem ble na den dood van de groote kunstenares een tournee door ons land maakte om haar Egyptische dansen zoo geestdriftig hadden ge huldigd, blijkbaar vergeten. De zaal was ten minste gisterenavond, toen de Russische dan seres voor het eerst weer in onzen Stads- chouwburg optrad, maar zeer matig bezet, wat waarschijnlijk niet het geval zou zijn geweest, als het Haarlemsche publiek zich den naam had herinnerd. Nina Kirsanova is een danseres van groot formaat. Zij bewees dit reeds, toen zij hier met Anna Pavlova danste, maar allen bleven bij dat baliet min of meer in de schaduw van hun geniale landgenoote. Thans, nu zij alleen of met- Igor Schwezoff als partner danste, kwam zij meer in het volle licht en wist zij door dansen van grooter verscheidenheid ons van haar ongemeen danstalent te overtuigen. Nina Kirsanova heeft in haar dansen niet dat ethe rische. dat immaterieele, van een Anna Pav lova, maar zij hezit temperament, en daar door vooral boeit zij. Wij zien. wanneer zij danst, niet alleen de danseres maar ook de vrouw. Niets blijft er onbewogen in Nina Kir sanova, wanneer zij danst. Haar gezicht leeft fel mee en in dit hevige medeleven, dat lonken en lokken en vleien der oogen bij den dans herinnert zij soms sterk aan Argentina. Voor al in haar Volksche dansen, waarin zij zich als temperamentvolle vrouw volkomen kan uit dansen, doet zij telkens aan Ai-gentina den ken, al mist zij de aristocratische voornaam heid en hoogheid van haar beroemde Spaan sche kunstzuster. Maar toch. welk een vreugde biedt ook zoo'n Spaansche dans van Nina Kirsanova! Zij danst op de muziek van Bizet met een harts tochtelijke vaa"t. met een élan en een vuur, dat de vonken er af spatten. En het blijft in al zijn hartstochtelijkheid toch altijd gracieus, lenig en vlug. Prachtig van een exquise ele gance, is dat bewegen met de rokken en zelden zag ik van een danseres zoo expressieve arm gebaren als van Nina Kirsanova. In de volksche dansen is zij in haar volle kracht, dan is zij een en al leven en vitaliteit. Het meest neigt zij in haar dans naar het hartstochtelijke, het vurige, het nu eens koket lonken en aanhalen, het dan weer hooghartig afstooten. Zoo'n Czardas, waarin zij zich ge heel kan laten gaan, heeft blijkbaar haar groote liefde. Voor een hindoe-dans echter mist zij de noodige gereserveerdheid. Wie zich de gestileerde dansen van Menaka of Aday Shan-Kar herinnerde, zal moeilijk het Hin doe-karakter in deze meer Spaansche dan Oostersche dans van Nina Kirsanova hebben herkend. Als Colombine bekoorde zij door haar fijne gratie en speelsche koketterie, in de met Schwezoff gedanste Liefdes-idylle bewonder den wij de techniek van de danseres, zagen wij weer welk een voortreffelijke school deze Rus sische danseressen van het Anna Pavlova- ballet hebben doorloopen.. Haar partner in enkele dansen was Igor Schwezoff. de jonge Rus, die in September in de opvoeringen van Het Mirakel sterk de aandacht heeft getrokken door zijn plastiek en zijn dansen en die thans bezig is in Den Haag met Hollandsche krachten een eigen ballet te vormen. Voor het samen dansen met een kunste nares als Nina Kirsanova mist Schwezoff de noodige lenigheid, vlugheid en agiliteit zijn, hoewel prachtig gebouwd lichaam bleek ook wat te forsch en groot voor een zoo frêle tegenpartij zoodat hij mij in de dansen met Kirsanova minder kon bekoren. Als solo-dan ser kon ik hem meer waardeeren, vooral om zijn krachtige plastiek en de breedheid van zijn gebaar al bleef ook in deze dansen al les wat te zwaar en nadrukkelijk. Van groote kunstvaardigheid gaf de lintendans die hij op een prelude van Chopin uitvoerde blijk. Wij zagen een dergelijke dans feite lijk is zij van Chineesche origine waarin de danser een lint als een lasso in de meest grillige vormen om zich heen slingert en zijn dans uitvoert tusschen het aldoor om hem heen zwevende of als een spiraal kronke lende lint verleden jaar van Asaf Messerer en al heeft Igor Schwezoff nog niet die ze kerheid en vlugheid van Messerer. dans boeide toch zeer door de grillige vormen van het lint en de bewegingen van den danser Het ballet van Igor Schwezoff is nog klein het bestaat uit 6 dames en 2 heeren maar het gaf reeds bewijs van een voor Hol landsche danseressen merkwaardige training en techniek. Wat mij vooral trof was de straffe rhythmiek, de gelijkvormigheid en de zeker heid in de bewegingen, en dc zeer mooie armgebaren. In het eerste ballet Mazurka kwam dat nog niet op zijn sterkst uit. Hierin was nog te veel het schoolsche te on derkennen en de dansfiguren leken mij voor de melodieuze muziek wat te ingewikkeld. Er zat geen vaste lijn in dat ballet, het was te verbrokkeld voor een melodieuze mazurka, al vielen dan ook zeer fraaie details te be wonderen en al was het dansen dikwijls van fijne gratie en etherische lichtheid. Maar veel beter was als ballet Miniature Persane gelukt. In deze dans een soort ha rem-dans was wel de Oostersche sfeer en hierin was ook eenheid en stijl. Voor zulke jeugdige danseressen was het alles merkwaardig zeker van uitvoering en vooral de eerste danseres en haar mannelijke part ner toonden hierin een reeds sterk ontwik kelde techniek en souplesse. Les Contes de Bouffon waren meer panto mimisch en vooral goed in de Russische sfeer. Zij werden geestig en burlesk gedanst en hadden dan ook terecht veel succes. In het burleske hadden ook David Grey en Dolly van Pesch op muziek van Tschaikowskv een duet gedanst, dat in zijn hoekige clowneske bewegingen een werkelijk humo ristisch effect maakte. Als geheel een rijk gevarieerde, mooie dansavond, die vooral belangrijk werd door het optreden van Nina Kirsanova. Want zij schitterde in dit milJïeu als de ster. Het pu bliek toonde zich zeer voldaan en werd vcoral geestdriftig na de Spaansche dans die dan ook door een even vurig uitgevoerde toegift werd gevolgd. 9. B. SCHUIL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9