STAATSGEHEIMEN.
LANG werd winnaar van de eersle race voor de honderd yards
bij de le Oxford gehouden Engelsche interacademiale atletiek
wedstrijden.-
DE BEROEMDE PAEDAGOGE, dr. Maria Montessori, heeft te Dublin (Ierland) verschil
lende lezingen gehouden. Mevr. Montessori (x) in gezelschap van president de Valera
tijdens een tea.
DE SCHITTERENDE IEPENBOOMEN langs
den 's Gravelandschen weg te Hilversum
zijn door een ziekte aangetast en zullen
voor een groot gedeelte opgeruimd wor
den.
DE STABILISATIE VAN DE DOLLAR verwekte ook op de Londensche beurs veel
belangstelling. De bezoekers hadden het druk met de bespreking van deze
sensatie.
DE EGYPTISCHE GEZANT IN NEDERLAND, dr. Mourad Kamel Bey, is Vrijdagmiddag
met het Indië-vliegtuig .Snip" uit Caïro op Schiphol aangekomen Dr Mourad Kamel
Bey met den chef van den vliegdienst der K.L.M., den heer Thomson.
EEN PRIJSWINNAAR. Een kakatoe, die op de internationale vogel
tentoonstelling in Crystal Palace te Londen in zijn afdeeling den
eersten prijs gewonnen had, mocht van zijn meesteres een extra
versnapering in ontvangst nemen.
DE HEER J. v. d. MEULEN heeft met ingang
van 1 Mei a s. ontslag aangevraagd als
burgemeester van Hazerswoude.
EEN ERNSTIG AUTO
ONGELUK heeft Vrij
dag nabij Apeldoorn
plaats gehad, waarbij
twee personen gedood
werden. De geheel
vernielde auto.
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch bewerkt
door
TIIEA BLOEMERS
(Nadruk verboden)
10)
De kogel moest van heel nabij zijn afge-
ge-sfiioien: het haar van het slachtoffer was
gezengd, de schedelhuid toonde kruitsporen,
Het kussen was doorweekt met bloed.
Revis was in den slaap vermoord, in elk
geval terwijl hij zonder vermoeden van ge
vaar op het bed lag. Hij was geheel gekleed
en droeg een avondtoilet. In dit deel van de
kamer was een flauwe alcoholgeur merkbaar.
Darden trok een stuk van de bedsprei over
het lichaam van den dooöe, Toen liep hij om
het voeteneind van het bed heen naar de
andere zijde, waar, tusschen het ledikant en
den muur, op een klein tafeltje een telefoon
toestel stond.
„Hoofdbureau van Politie lijn zes alstu
blieft".
Zijn stem klonk kalm, even beheerscht als
dien mor?eri in miss Haskell's woning. Ter
wijl hij op aansluiting wachtte, met zijn
schouders tegen den muur, waren zijn
oogen naar den grond gericht. Miss Haskell
had niet zoo heel veel vertrouwen in dit
vertoon van onverschilligheid ten opzichte
van Malloy en haarzelf. Zij was er zeker van
dat hem. ondanks zijn neergeslagen oogen.
niet de geringste beweging van hen beiden
ontging.
Zij was de twee mannen niet gevolgd naar
het bed. Haar ontsteld gefluister tegen Dar
den had het uiterste van haar krachten ge
vergd. Ze zat ongemakkelijk overeind in een
Jiooggerugden stoel midden in de kamer en
trok zenuwachtig met één hand aan haar
hoed. die heelemaal scheefgezakt was.
Toen Malloy op haar toekwam en tegen
haar begon te spreken, viel die hand in haar
schoot terug, alsof zij een levenlooze klomp
was, alsof ze de macht over haar bewegingen
geheel verloren had.
Zijn stem was zacht en onvast en hij
sprak zonder haar aan te kijken, zonder zijn
oogen een onderdeel van een seconde af te
wenden van den detective, die kalm stond te
wachten tot hij met het Hoofdbureau van
Politie verbonden zou zijn. Malloy stond met
de handen in de zakken, zijn adem ging
zwaar. Een lange, dunne streep als van roet,
liep over zijn linkerwang, zijn boord was slap
gevallen.
Darden begon te spreken, eerst met het
hoofdbureau; vervcflgens met de zevende af
deeling.
„Inspecteur Nash? Kunt u dadelijk komen?
En brengt u de justitie op de hoogte? Ja,
moord. U kunt binnenkomen door het raam
links van den ingang van het sousterrein.
Dat is open".
Hij legde den hoorn weer op het telefoon
toestel en drukte op den electrischen bedknop
die binnen het bereik van het bed, aan de
muur was bevestigd.
Vervolgens liep hij naar de deur en stapte,
één hand op de kruk houdend, op het por
taal.
..Hé bedienden' Er is wat gebeurd!"
Zijn heldere bariton schalde door het trap
penhuis, maar hoewel zijn stem tot in de
verste hoeken van de donkere woning drong,
kwam er geen antwoord. Hij keerde in de
kamer terug, maar maakte geen enkele op
merking over de blijkbare afwezigheid van
bedienden. Langzaam liep hij weer naar het
voeteneind van het bed en er tegen aanleu
nend keek hij elnde'ljk Malloy aan.
„U hoeft óók niets te vertellen", merkte hij
op en kuchte alsof hij een praatje over
koetjes en kalfjes begon „Maar u bent het
eerst naar binnengekomen en uMis
schien is er u iets aan gelegen, een verklaring
te geven.
Alleen dit", antwoordde de jongeman, „ik
ben niet gewapend; ik was ook niet ge
wapend. zooals u zelf hebt gezien
Ik.
„U had een zakdoek in uw rechterhand",
herinnerde Darden hem. terwijl hij de armen
over de borst kruiste. Zijn houding en stem
drukten beleefde nieuwsgierigheid uit; niets
meer dan dat.
„Ik wilde hem bang maken", verklaarde
Malloy eenigszins aarzelend. „Dat wil ik
wel bekennen. En ik wilde verhinderen dat
hij begon te schreeuwen. Ik kwam", een
pauze „ik kwam hier, dat mag u gerust
weten", opnieuw een aarzeling, „wel het
was een zuiver persoonlijke kwestie. Hij had
kwaadgesproken van een vriendin van mij en
ik had mij voorgenomen daaraan eens en
voorgoed een einde te maken, hem aan zijn
verstand te brengen, dat hij daarmede moest
uitscheiden. Ik wist, dat een bezoek als dit
hem hethet onbehoorlijke van zijn
handelwijze zou doen inzien."
„Ik begrijp het", stemde Darden toe. Daar
op stelde hij als terloops, alsof het een plot
selinge inval was. een andere vraag*
,Js dit uw eerste bezoek aan dit huis?"
„Ja".
.Dan is het wel merkwaardig, dat u regel
recht naar deze kamer ging. Er zijn nog twee
andere deuren tusschen deze en de trap.
Waarom probeerde u die niet eerst?"
„Ik herinnerde mij, dat hij mij in een ge
sprek eens had verteld, dat hij aan den voor
kant sliep."
Ik begrijp het", zei Darden weer. In zijn
stem was geen zweem van ongeloof.
Eensklaps bukte hij zich en trok onder een
der pooter. van het bed iets zwarts, of in
ieder geval Iets donkers te voorschijn.
Nadat hij het voorzichtig had losgemaakt
en opgeraapt en opnieuw tegen het voeten
einde leunde, opende en sloot hij verschei
dene malen achtereen de hand, waarin hij
het gevonden voorwerp een stukje band
hield.
„Hoe wist u. dat het raam beneden open
stond?" vervolgde hij zijn ondervraging.
„Dat wist ik niet. Ik was zoo gelukkig het
open te vinden. Iemand anders moet het
hebben opengemaakt".
,De werkelijke moordenaar misschien?"
„Ja", stemde Malloy gretig en merkbaar
opgelucht toe, „dat zou ik wel denken".
Aandachtig den vloer bestudeerend, liep
Darden om het bed heen naar het telefoon
tafeltje, en vandaar weer naar zijn oude
plaats. Toen keek hij miss Haskell aan.
„En u", wendde hij zich tot haar, „ofschoon
mijnheer hier volkomen gelijk heeft en u
niets hoeft te zeggen, is er misschien toch
iets
Malloy hief de hand op, het impulsief be
gin van een waarschuwende beweging, maar
hij bezon zich en liet de hand weer langs zijn
lichaam vallen.
„Ja, er is iets, dat ik u vertellen kan", ant
woordde het meisje. „Ik was aan het wande
len. zooals ik dikwijls 's avond laat doe. Ik
heb last van nerveuze slapeloosheid en pro
beer die te vei'drijven door te wandelen. Ik
liep toevallig in deze straat, onder de boomen
van den overkant. Toen ik u zoo behoedzaam
zag naderen en de beschutting van den
ceder opzoeken, werd mijn nieuwsgierigheid
gewekt. Ik hield u in het oog en toen even
later een andere man uw voorbeeld volgde,
kon Ik het gevoel niet van mij afzetten, dat
er iets bijzonders ging gebeuren Ik stak den
weg over. kwam rustig naast u staan en
raakte uw arm aan. Ik wilde u mijn plan
vertellen om met u mee te gaan, om te zien
was er zou gebeuren".
„Ja, ik merkte, dat u dien wensch koes
terde".
Mary had in snelle, korte zinnen gesproken,
met een onnatuurlijke, lage stem. In haar
bleek gelaat zelfs haar lippen waren bloe
deloos was de normale kleur van haar
donkergrijze oogen veranderd in een glinste
rend zwart-. En de diepe schaduwen eronder
leken wel gekneusde plekken....
„Dat is alles", eindigde ze, nadat ze een
heelen tijd Dardens doordringenden blik had
doorstaan.
„Bent u wel eens eerder in dit huis ge
weest, miss Haskell?" Het was hetzelfde, als
wat hij even tevoren aan Mallof had ge
vraagd.
„Neen, nooit".
„En mijnheer Malloyherkende u hem,
toen u met mij het huis wilde binnengaan?"
Ze sloeg de oogen neer, voor opnieuw haar
ontkennend antwoord kwam.
„Neen; ik heb hem niet herkend".
Malloy slaakte een duidelijk hoorbaren
zucht van verlichting.
Op hetzelfde moment echter drongen ook
andere geluiden tot hen door. Inspecteur
Nash en zijn mannen waren het huis binnen
gekomen; ze bevonden zich nu in het sous
terrein.
Darden wendde zich weer tot Malloy:
„Dus dit de eenige maal, dat u in deze ka
mer bent geweest; vannacht of wanneer ook?"
„Inderdaad".
„Hoe verklaart u het dan, dat dit stuk van
uw schoenveter vastgeklemd zat onder het
rolletje van een der beddepooten, aan de an-
dere zijde van het ledikant, terwijl u, sinds
het oogenblik, dat wij drieën de kamer in
kwamen, steeds aan dezen kant van het bed
gebleven bent?"
Zonder op antwoord te wachten, knielde
de detective en hield het stukje band bij
Malloy's rechterschoen. Het paste met het
uitgerafelde einde precies aan Malio's zijden
veter, die van dezelfde donkerbruine kleur
was als zijn schoeisel. Ook het weefsel en bet
patroon waren gelijk.
Verbijsterd staarde Tom Malloy omlaag.
„Kijk zelf maar", ging Darden voort, plot
seling naar den ander opziend. ..er Is een
stukje van een rechterscboenveter afgerukt*.
(Wordt vervol©!).