STAATSGEHEIMEN. EEN GROOTE MENIGTE wachtte Maandag tevergeefs voor het Centraal Station te Amsterdam op de aankomst van Prins Carnaval, daar de feestelijke optocht naar het clubgebouw der Vereenigde Lim burgers, waar Z. M. zijn intrede zou doen, op last van de autoriteiten verboden was. ONDER GROOTE BELANGSTELLING heeft te Parijs de begrafenis der slachtoffers van de jongste onlusten plaats gehad. Hierboven het stoffelijk overschot van een gedooden reserve-luitenant, omringd door een talrijke menigte. DE WERFMUREN TE UTRECHT, die In desolater, toe stand verkeeren, zullen gerestaureerd worden, het geen zal geschieden met steun van gemeente en werfeigenaren. Een kijkje op de Oude Gracht TE HAARLEM Is Maandag de zgn. .bochtenweek" aangevangen, welke een onderdeel vormt van de actie der politie, om den weggebruiker de regelen van het verkeer goed in te prenten, teneinde het aantal ongelukken te verminderen. Hoe men een bocht NIET behoort te nemen. DE GENERALE REPETITIE voor „The Story of Elijah", in Albert Hall te Londen, waaraan meer dan duizend personen deelnemen. Het is het grootste massa-spel, dat ooit in Engeland werd opgevoerd. EEN KIJKJE IN DE OOSTENRIJKSCHE STAD LINZ, die Maandag het tooneel was van bloedige gevechten ropdom het sociaal democratisch partijbureau, dat gevestigd is in hotel .Schift", HOOGSTAAND WERK bij het schilderen van een vlaggestok op het dak van een der groote gebouwen in Bakerstreet te Londen. FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door THEA BLOEMERS (Nadruk verboden) 18) „Och, eigenlijk niets bijzonders", ant woordde Nash voorzichtig met een vagen, verontschuldigden glimlach. „De kwestie is, dat men de theorie zou kunnen opstellen, dat hij het stuk nooit in zijn zak heeft ge had hij zou het zelf hebben kunnen door geven, zonder dat er een haan naar kraaide En als dit inderdaad het geval mocht wezen, dan kan hij ook in relatie hebben gestaan met Revis of met een handlanger van Revis en dan kan hij tenslotte de moordenaar zijn. Hebt u aan deze mogelijkheid gedacht, Mr. Darden, bij het in verband brengen van den diefstal en den moord?" „O ja", antwoordde Darden kwasi luchtig, „maar ik geloof er voorloopig nog niet veel van! Er is iets anders dat me veel meer inte resseert, inspecteur. Wat heeft ciie juffrouw Lucy Patton u verteld? Ik bedoel, wat waren precies de woorden die Revis gebruikt heeft?" „Volgens Miss Patton zou Revis woordelijk hebben gezegd: „Voor de nacht voorbij is, zal ik weten wat Grimes Buckner weet". „Ik heb haar de woorden eenige keeren laten her halen". Darden zweeg een oogenblik. om Nash' mededeeling te vemerken; toen verliet hij zijn plaatsje in de vensterbank en over de schrijftafel zag hij den inspecteur ernstig aan. „Laten we nu nog eens samen de diverse mogelijkheden nagaan, Mr. Nash," stelde hij voor. „Ik zal ze u achtereenvolgens opnoemen. 1. Miss Haskell heeft den moord gepleegd. 2. Tom Malloy heeft het gedaan. 3. Als Miss Haskell de schuldige is, is Mal loy daarvan op de hoogte en dekt haar. 4. Omgekeerd, Malloy is de moordenaar, Miss Haskell weet dat en beschermt hem. Klopt dat?" „Ja". „Dan kom ik met een tweede serie moge lijkheden 1. Buckner is in de zaak verwikkeld de door u geopperde theorie, inspecteur, die in eik geval niet veronachtzaamd mag worden en heeft Revis doodgeschoten. 2. Lucy Patton heeft zijn dood op haar geweten en probeert Buckner in verdenking te brengen. Klopt dat ook?" „Als een bus, Mr. Darden". „Een arrestatie gisterenavond zou dus het absolute, onweerlegbare bewijs dat ons ont breekt, niet hebben verschaft, nietwaar?" „Neen", moest Nash erkennen. „Ik geef eerlijk toe, dat u mij overtuigd hebt. U had volkomen gelijk en ik ben blij. dat ik mij niet tegen uw verzoek heb verzet". „En u bent het met me eens, dat een ar restatie op dit oogenblik ons evenmin aan het bewijs zou helpen, dat we behoeven?" vervolgde de detective. „Volkomen, Mr. Darden". „Mooi zoo, dan reken ik op u, inspecteur. We moeten riskeeren dat autoriteiten en de pers ons laksheid verwijten, maar deze ge dragslijn is de eenige die verhinderen kan. dat de verkeerde persoon gearresteerd wordt of op den elctrischen stoel terecht komt!" De bezoeker, dien zij verwachtten, klopte en op Nash „binnen" kwam Dr. Felton de kamer in, een kleine, ietwat onaanzienlijke jonge man, die met een kleurlooze, matte stem sprak. „Toen u aan de verslaggevers verklaarde", vroeg Darden hem, nadat hij had plaats genomen, „dat de persoon die u uit het huis van Revis zag komen, ook wel een man kon zijn geweest, verkeerde u dan werkelijk daar over in twijfel?" De dokter dacht even na. „Of", ging Darden snel voort, eer de ander gelegenheid had om zijn antwoord te formu leeren. vergis ik mij wanneer ik zeg, dat u in den grond van uw hart overtuigd bent, dat het een vrouw was? Geloofde u gisteravond niet vast en zeker, dat de geheimzinnige per soon Miss Patton was? En oppert u niet, of schoon u ook nog van die meening bent, de mogelijkheid, dat het een man kan ge weest zijn, alleen maar omdat u bang bent een onschuldige misschien onverdiend in ver denking te brengen?" Felton lachte 'n beetje onnoozel. Ja, ziet u", begon hij weifelend, „de kwestie is natuurlijk is er wel iets waars in uw woorden. Dat wil zeggen, ik zou haar niet graag onrecht doen. U kunt het zoo opvat ten fleemt u mij niet kwalijk", viel Darden hem plompverloren in de rede. „maar is het geen u van plan bent mee te deeien, uw werkelijke overtuiging of speculatie?" Weer dacht Felton na. „Mijn werkelijke meening", zei hy eindelijk .X>aar ik de dame. die volgens de couranten berichten Miss Patton moet zijn, verscheidene malen gezien heb, toen zij het huis van mijn overleden buurman in- en uitging, dacht ik natuurlijk het eerst aan haar, toen ik ue snel verwijderende vrouwenfiguur zag". „U dacht niet aan de mogelijkheid dat het een andere bezoekster kon zijn geweest, die zich verlaat had?" Opnieuw een aarzeling; toen: „Neen. Mr. Darden". „Waarom was uw eerste gedachte aan Miss Petton?" „Die heeft lichtblond hi.ar en dat had de vrouw die uit huis kwam ook zooals ik meende te zien. Dat is alles was ik vertellen kan". ,Jk dank u, dokter. Alleen een vraag nog.. U zoudt er geen eed op willen doen dat de bewuste persoon Miss Lucy Patton was?" „Neen, dat in geen geval!" „Maar u bent absoluut overtuigd, dat het geen man was?" „Ja, daarvan ben ik absoluut overtuigd". George Darden verliet het politiebureau in een stemming die aan overmoed grensde. Hij was thans zeker dat hij zonder eenig voor behoud op de hulp en de medewerking van Nash kon rekenen; hij had de inspecteur schaakmat gezet door hem van zijn ïntellec- tueele meerderheid en juister inzicht te door dringen. Hij kon nu zijn gang gaan, zonder dat hij vrees hoefde te koesteren voor een overijld-ingrijpen van de politie-autoriteiten in de uitvoering van zijn plannen te worden belemmerd; hij had den tijd om „het weer standsvermogen van die twee vrouwen te breken", zooals hij het noemde. xn. Grimes Buckner's raad. Buckner's opmerking over Mary's afgetobd uiterlijk, maakte de bekentenis nog moei lijker dan zij gedacht had. m haar wan trouwen tegen Darden, in haar ziekelijken angst voor de gevolgen die het zou kunnen hebben wanneer de Senator van een ander zou vernemen dat ze in Revis' huis was ge weest, had ze besloten haar avontuur van den afgeloopen nacht te biechten en daarom had ze, na lang en martelend wikken en wegen, Grimes Buckner opgebeld. De vrees voor Darden had de ontstemming van den Senator tot het minste van twee kwaden gemaakt. Ze had zich voorgenomen het geval van den luchtigen kant op te nemen; het met liefkoozende scherts te doen voorkomen als of ze hem vergiffenis vroeg omdat ze haar onbezonnen hoofdje tegen het drama van Maar nu het er opaan kwam, wilden de woorden, die ze zoo zorgvuldig vooruit over wogen had, haar niet over de lippen. Van de moeizaam-bedachte grapjes kwam niets te recht en inplaats dat ze opgewekt babbelde, verried haar stem hem haar hevige opwin ding. En haar gezicht droeg al zoozeer de sporen van verschrikkingen die zij had door staan! „Wat is er met je, Mary? Is er iets dat je hindert?" In den teederen toon van zijn diepe stem klonk het vertrouwen van den man die lief heeft. dat zijn liefde troost kan brengen. „Ik moet je een bekentenis doen". Ze schrok zelf van den tragischen ernst, die in haar woorden lag en in de stemklank waar mee ze werden geuit. „Is het zoo erg?" vroeg hij met een kort lachje. Toen kwam het hijgend en gejaagd: „Ik ben ternauwernood aan het gevaar ontsnapt om.... om.... door dien moord op Revis in de kranten te komen". „Wat?" Hij leunde voorover in zijn stoel; de zware, borstelige wenkbrauwen diep ge fronst. „Wat beteekent dat in vredesnaam?" „Ik had niets met den moord uitstaande", voegde ze er ijlings bij. „Oonatuurlijk!" klonk het opge lucht. Zijn trekken ontspanden zich, ofschoon de roode kleur die bij het hooren van haar mededeeling over zijn gezicht was getrok ken, bleef. ..Natuurlijkdat spreekt van zelf! Maar je hebt me een oogenblik aan het schrikken gemaakt!" „Je dacht toch zeker niet dat ik hem heb gedood?" Hij keek haar scherp en argwanend aan. „Ik zal je eens wat zeggen. Mary", ant woordde hij ernstig. „Die Darden had Zater dag toen hij een onderhoud met mij had het idee dat jij en Addie Colvin cf een van jullie beiden iets van Revis' verleden wisten. Hij zei dat niet met evenveel woorden, maar ik kon aan alles merken dat hij het dacht ik voelde het. En toen Jij zooeven zei dat je bijna in die moordgeschiedenis verwikkeld was, moest ik daaraan denken!" .(Wordt vervolgd*.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9